14. Programma
• Wie is CarsOnTheWeb
– Concept
– Evolutie
• De tweedehands AUTO markt
– Perceptie
– Economische situatie
– Evolutie
– Opportuniteiten
2
15. R
E
M
A
R Car trader Car trader ………….. Car trader PAST
K
E
T
I
CarsOnTheWeb.com Car trader PRESENT
N
G
The Business Modell
3
16. COTW: a B2B car re-marketing concept
R
E
1. e
M
A
R Car trader Car trader ………….. Car trader PAST
K
E
T
I
CarsOnTheWeb.com Car trader PRESENT
N
G
The Business Modell
3
19. Wie is CarsOnTheWeb?
Ons Produkt & diensten:
– Organisatie van Online veilingen
– Logistieke diensten
• Expertise van de wagens
• Ophaling en stockage van gekochte wagens
• Transport naar de eindklant
– Full A-to-Z management van administratie
(incl. BTW-check van kopers en BTW administratie;
export documentatie)
4
21. Wie is CarsOnTheWeb?
Onze partners
– Onze “leveranciers” (in 6 landen):
• Grote en kleine leasemaatschapppijen
• Auto importeurs
• Grote Fleets
• verhuurmaatschappijen
• Grote dealers
BTW-wagens met gekende historiek
– Onze “kopers”
5
25. The USP’s of CarsOnTheWeb
• Unieke combinatie van drie verschillende & complementaire
know-hows:
– ICT
– Car Trading
– Fleet Management
• CotW is een mediator/facilitator
• Multilingual
– Website (www.carsontheweb. com) in 9 talen
– Klantendienst in taal van de klant
7
48. • Good times are over ...
– Krediet Crisis
– Aandelenmarkten onder druk
– Investeren bedrijven nog/weer ?
– Investeren particulieren nog/weer ?
16
49. • Good times are over ...
– Krediet Crisis
– Aandelenmarkten onder druk
– Investeren bedrijven nog/weer ?
– Investeren particulieren nog/weer ?
• Beperkte groei 2008 (tot laatste kwartaal)
16
50. Actual Macro-Economical Situation
• Good times are over ...
– Krediet Crisis
– Aandelenmarkten onder druk
– Investeren bedrijven nog/weer ?
– Investeren particulieren nog/weer ?
• Beperkte groei 2008 (tot laatste kwartaal)
• Redelijke groei in Oost Europa
16
52. Macro-Economical Situation: The Outlook
• 2009:
– Recessie in West-Europa
– Beperkte groei in Oost-Europa en Azië
– Herstel ten vroegste Q3 van 2009
It will get worse before it starts getting better
17
54. • USA : Effect van plan Obama voor de BigThree ?
18
55. • USA : Effect van plan Obama voor de BigThree ?
• West Europa:
– Verkoop van nieuwe wagens zakt in alle landen
– Gemiddeld geïnvesteerd vermogen zakt
18
56. The Automotive Industry
• USA : Effect van plan Obama voor de BigThree ?
• West Europa:
– Verkoop van nieuwe wagens zakt in alle landen
– Gemiddeld geïnvesteerd vermogen zakt
• Azië : goede tijden zijn voorbij
VB.: China:
• Toyota & Mazda kondigen produktiestop aan
• Verkopen 2008 < 2007
18
58. • Enorme stocks komen vrij (ook nieuwe wagens)
19
59. • Enorme stocks komen vrij (ook nieuwe wagens)
• Leasemaatschapppijen liquideren stock
– Stijgend aantal falingen / Contractverbrekingen
19
60. • Enorme stocks komen vrij (ook nieuwe wagens)
• Leasemaatschapppijen liquideren stock
– Stijgend aantal falingen / Contractverbrekingen
• Marktprijzen zakken !! ( dumping omwille van CASH)
– Officiële cijfers spreken van prijsdaling tot 20%
19
61. The Automotive Industry: tweedehands markt
• Enorme stocks komen vrij (ook nieuwe wagens)
• Leasemaatschapppijen liquideren stock
– Stijgend aantal falingen / Contractverbrekingen
• Marktprijzen zakken !! ( dumping omwille van CASH)
– Officiële cijfers spreken van prijsdaling tot 20%
• Oost Europa krijgt ook meer “eigen” wagens
– Ex-leasing
– Eigen autofabrieken
19
67. 0
10
20
30
40
Alfa Romeo
Audi
BMW
Cadillac
Chevrolet
Source: Fleet Europe – PEBF Study
Citroën
Fiat
Ford
Kia
Lancia
Lexus
Mercedes
Mini
Mitsubishi
Nissan
Opel
Peugeot
Renault
Saab
Seat
Evolution brand image car manufacturers
Skoda
Suzuki
Toyota
Brand image evolution matches residual value evolution
Volkswagen
Volvo
22
68. Some figures/stats: PEBF study Fleet Europe
Evolution brand image car manufacturers
40 Brand image evolution matches residual value evolution
30
20
10
0
Nissan
Peugeot
Volkswagen
Audi
Chevrolet
Citroën
Mini
Mitsubishi
Kia
Lexus
Renault
Seat
Suzuki
Volvo
Alfa Romeo
Fiat
BMW
Ford
Lancia
Opel
Saab
Cadillac
Mercedes
Skoda
Toyota
Source: Fleet Europe – PEBF Study 22
70. • Geen wonderen !!!
– Rentepercentage voor autoleningen zal stijgen
– Kopers zullen hun aankoop uitstellen
– Leasemaatschappijen en vloten verlengen contracten
– Korting op nieuwe wagens
– Financiële situatie automerken/fabrikanten
23
71. Tweedehands AUTO markt 2009
• Geen wonderen !!!
– Rentepercentage voor autoleningen zal stijgen
– Kopers zullen hun aankoop uitstellen
– Leasemaatschappijen en vloten verlengen contracten
– Korting op nieuwe wagens
– Financiële situatie automerken/fabrikanten
• Gegarandeerd een onstabiel jaar.
– Experts hopen op een verbetering in Q3/2009
23
73. Tweedehands AUTO markt 2009
• Sleutel tot succes:
– Verkoop uw STOCK
– Koop NU (aan lage prijzen)
– Diversifieer uw stock
– Investeer in USED CAR SALE (acomm., IT, top people)
– Kijk naar uw vaste kosten
– Wees waakzaam en alert (Prijzen veranderen iedere dag
24
75. Tweedehands AUTO markt 2009
Gebruik alle beschikbare verkoopkanalen
• Gebruik meerdere kanalen
• Zorg voor controle en transparantie
• Hou vol (verander niet constant van strategie)
• BESLIS
Maar vooral :
Don’t shoot the messenger
25
77. Tweedehands AUTO markt 2009
Wat verkoopt niet :
• Middenklasse en groot en grote SUV’s
– Zelfs Passat krijgt klappen
– Break is extra moeilijk !!
• Veel kilometers zakt in prijs
Wat verkoopt nog :
• Kleine auto’s
• Goedkope wagens
• Alles wat “ECO” is.
26
83. De Block Excemption Regulation. Zet Europa
automobielconcessies op de helling?
Mr. Trees Vuylsteke
advocaat-vennoot Declerck Leterme Partners
Mr. Dirk Clarysse
advocaat-vennoot Declerck Leterme Partners
G&V Car Café
11 december 2008
84. Schematisch overzicht van de bespreking
I. Achtergrond en historiek
• artikel 81, lid 1 EG Verdrag
• artikel 81, lid 3 EG Verdrag
• Verordeningen 1985, 1995 en 2002
II. Europese Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
• Uitgangspunt en doelstellingen
• inhoudelijk
• geldigheidsduur
• evaluatierapport dd. 28 mei 2008
• mogelijke scenario’s
III. Europese Verordening 2790/1999 dd. 22 december 1999
• inhoudelijk
• mogelijke gevolgen
IV. De Belgische Concessiewet dd. 27 juli 1961
85. I. Achtergrond en historiek
A. Artikel 81, lid 1 EG Verdrag
• verboden: overeenkomsten/afspraken die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat
de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst
• nietig (artikel 81, lid 2 EG Verdrag)
B. Artikel 81, lid 3 EG Verdrag
• mogelijke uitzondering: overeenkomsten/afspraken die bijdragen tot:
– de verbetering van de productie of van de verdeling van de producten
– de verbetering van de technische en economische vooruitgang
• individuele beschikking / groepsvrijstelling
86. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
A. Uitgangspunt
• evaluatie van de Verordening 1475/1995 dd. 28 juni 1995
– interbrand concurrentie toegenomen
– intrabrand concurrentie te beperkt gebleven
– dreigend oligopolie
– dealers nog steeds in zeer grote mate afhankelijk van de constructeurs
– positie van de consument weinig verbeterd
– positie onafhankelijke herstellers evenmin veel verbeterd
– mogelijkheden voor fabrikanten van (niet-originele) reserveonderdelen niet echt toegenomen
• conclusie Europese Commissie:
– Verordening 1475/1995 meer voordelen voor constructeurs dan voor andere betrokkenen
– voornaamste oorzaak: combinatie exclusieve - selectieve distributie
87. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
B. De Block Excemption Regulation: doelstellingen
• i.v.m. distributie van voertuigen: oligopolie constructeurs vermijden door
– groepsvrijstelling binnen bepaalde grenzen (marktaandeeldrempels)
– versterking mogelijkheden multi branding
– verbreking link verkoop/naverkoop (grotere concurrentie ts. dealers en herstellers)
• i.v.m. herstel en onderhoud: grotere concurrentie ts. dealers en herstellers
– toegang technische informatie aan onafhankelijke marktdeelnemers
– toegang tot originele reserveonderdelen
– promotie gebruik niet-originele onderdelen
– verbreking link verkoop/naverkoop
• i.v.m. dealer zelf: betere bescherming tegen macht van constructeur
– recht om andere dealers over te nemen
– minimale contractduur en opzegtermijn
– niet alleen ruime opzegtermijn, maar ook verplichte motivering
– geschillenbeslechting via arbitrage
88. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
C. De Block Excemption Regulation m.b.t. distributie van
voertuigen
• verplichte keuze tussen exclusieve of selectieve distributie
• marktaandeel-drempels om grote concentraties te vermijden
• multi brand dealership: strenge voorwaarden afgeschaft
• verbod van localisatieclausule (bijkomende vestigingen in Europa)
• loskoppeling verkoop / herstelling / onderhoud
89. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
C. De Block Excemption Regulation m.b.t. herstel en onderhoud
• loskoppeling verkoop / herstelling / onderhoud => vangnet voor dealers die
verkoopconcessie kwijtraken
• herstel- en onderhoudsdiensten voor andere merken => financieel minder
afhankelijk van constructeurs
• “vrije” toegang tot technische informatie, diagnoseapparatuur, gereedschap,
software, edm. noodzakelijk voor herstellingen en onderhoud
• gebruik van niet-originele onderdelen + onderdelen van gelijke kwaliteit
• aankoop van originele reserveonderdelen rechtstreeks bij producent
90. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
C. De Block Excemption Regulation m.b.t. dealerbescherming
• minimumduur contract en/of opzeg:
– bepaalde duur: ten minste 5 jaar, met bericht al dan niet verlenging ten minste 6 maanden van
tevoren
– onbepaalde duur: opzeg van ten minste 2 jaar (onder bepaalde voorwaarden 1 jaar)
• opzeg door constructeur: schriftelijk en gemotiveerd
91. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
D. De Block Excemption Regulation: geldigheidsduur
• art. 12, 1: “deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2002”
• art. 12, 3: “deze verordening blijft van toepassing tot en met 31 mei 2010.”
• art. 11,2: “de Commissie stelt uiterlijk op 31 mei 2008 een verslag op over deze
verordening, in het bijzonder gelet op de in artikel 81, lid 3, genoemde
voorwaarden”
92. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
E. Evaluatierapport Commissie: opdracht en grondslagen
• evaluatie van de impact van de groepsvrijstelling op de gedragingen in de
sector, en de gevolgen voor de mededinging in de retail- en klantenservicemarkt
voor motorvoertuigen in de Europese Unie
• bevraging van verschillende groepen belanghebbenden in de sector:
» individuele auto- en vrachtwagenconstructeurs en verenigingen als
» ACEA (European Automobile Manufacturers’ Associaton) en JAMA (Japan
Automobile Manufacturers’ Association)
» individuele fabrikanten van reserveonderdelen, en hun Europese vereniging
CLEPA (European Association of Automotive Suppliers)
» nationale en Europese verenigingen erkende dealers en herstellers (vb. CECRA,
European Council for Motor Trades and Repairs)
» onafhankelijke herstellers en handelaars in reserveonderdelen
» onafhankelijke handelaars in voertuigen
» consumentenorganisaties en nationale mededingingsautoriteiten
• studies en externe statistische databanken
93. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
F. Evaluatierapport Commissie: algemene bevindingen
• de concurrentiesituatie is tussen 2002 en 2007 aanmerkelijk verbeterd
– de afzetmarkt voor voertuigen is dynamischer geworden
– het aantal erkende herstellers is toegenomen
– de markt van onafhankelijke herstellers is geconsolideerd en beter in staat te concurreren
– fabrikanten van reserve onderdelen hebben hun positie weten te handhaven
• anderzijds vaststelling:
– evolutie niet zozeer het gevolg van de groepsvrijstellingsverordening
– de werkingssfeer van de vrijstelling niet dermate verruimd
– op sommige punten zelfs overregulering
– bovendien sommige maatregelen concurrentiebeperkend <-> doelstellingen
94. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
G. Evaluatierapport Commissie: m.b.t. de distributie van voertuigen
• de gevreesde oligopolistische situatie is er niet gekomen
• toegenomen interbrand concurrentie (meer merken, grotere keuze)
• steeds grotere harmonisatie van de prijzen - mogelijkheden parallelhandel
• anderzijds: mogelijkheden inzake bvb. multi branding weinig benut
• ook intra brand concurrentie weinig toegenomen
• ook grensoverschrijdende concurrentie niet toegenomen
95. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
H. Evaluatierapport Commissie: m.b.t. herstel en onderhoud
• aantal erkende herstellers toegenomen
• kwaliteitsvereisten strenger geworden
• omzeggens geen toename van onafhankelijke marktdeelnemers
– sommige zijn erkend hersteller geworden
– wel consolidatie (ketens), beter gestructureerd en dus beter in staat te concurreren met dealers
en erkende herstellers
– ook betere toegang tot informatie, software, ev. apparatuur, maar wordt overbodig met
Verordening 715/2007 (inwerking 1 januari 2009)
• gebruik van niet-originele onderdelen: eveneens weinig vooruitgang
• markt van reserveonderdelen nog voor groot stuk afgeschermd
96. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
I. Evaluatierapport Commissie: m.b.t. dealerbescherming
• meer mogelijkheden om zich “onafhankelijker” op te stellen
• maar:
– mogelijkheden niet ten volle benut (enkel verkoop, multi branding, overnames, …)
– sommige bepalingen eerder concurrentie beperkend (overnames, minimum contractduur en
opzegtermijn, …)
– overregulering?
97. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
J. Evaluatierapport Commissie: samengevat
• de automobielsector heeft een aantal belangrijke evoluties doorgemaakt en de
concurrentiesituatie is verbeterd
• ook Europa heeft niet stilgezeten: nieuwe verordeningen die maken dat sommige
bepalingen uit Verordening 1400/2002 overbodig zijn geworden
• sommige bepalingen uit Verordening 1400/2002 zijn hoe dan ook overregulering
want omzeggens niet benut en weinig waarschijnlijk dat ze ooit benut zullen
worden; bovendien andere Verordeningen
• bepaalde sectorspecifieke maatregelen zijn zelfs in tegenspraak met doelstelling
om concurrentie te beschermen (eerder beperkende werking)
• de echt belangrijke punten besloten in de algemene Verordening 2790/1999
98. II. Verordening 1400/2002 dd. 31 juli 2002
K. Mogelijke scenario’s
• ofwel behoud van de Verordening 1400/2002, de Block Excemption Regulations
• ofwel uitgeklede of afgezwakte versie
• ofwel stopzetting => Verordening 2790/1999 van 22 december 1999 betreffende de
toepassing van artikel 81, lid 3 van het Verdrag op groepen verticale
overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragen
99. III. Verordening 2790/99 dd. 22 december 1999
A. Niet in Verordening 2790/99
• geen specifieke regel over de beschikbaarheid van technische informatie,
apparatuur, eventueel gereedschap en software
• geen specifieke regel over wat als “originele” reserveonderdelen te beschouwen
zijn
• geen specifieke regel die bevoorrading van onderdelen buiten constructeur om
toelaat
• geen specifieke bepalingen over multi merken verkoop
• geen specifieke regel over minimum contractsduur, opzeg en motivering
• geen specifieke regel over overname van of overlaten aan andere (selectieve)
dealer
100. III. Verordening 2790/99 dd. 22 december 1999
B. Wel in Verordening 2790/99
• ook verordening 2790/99 is van toepassing op verticale overeenkomsten en
voorziet in een drempel om te grote concentraties te vermijden:
• ook verordening 2790/99 verplicht tot keuze exclusieve of selectieve distributie
• ook verordening 2790/99 verbiedt vastleggen doorverkoopprijs, beperking passieve
verkoop in afgebakend gebeid, edm.
• belangrijk voor behoud multi branding: regeling inzake exclusiviteit en niet-
concurrentie (artikel 5)
– niet meer “volledige” vrijheid
– toch beperking van niet-concurrentieverbod/exclusiviteit tot maximaal 5 jaar, tenzij vb. in
gebouwen van leverancier
– niet-concurrentieverbod na einde overeenkomst: maximaal 1 jaar, bovendien bijkomende
vereisten
101. III. Verordening 2790/99 dd. 22 december 1999
C. Bedenkingen?
• dat de verbeterde marktsituatie niet een gevolg zou zijn van de BER wordt
tegengesproken
• expliciete bepaling loskoppeling verkoop/naverkoop valt weg:
– Europa: bijna niet benut
– opmerkingen:
» reden waarom niet veel benut is economisch (zwakke rentabiliteit distributie zelf)
» netwerk van erkende herstellers?
» positie van vnl. de kleinere onafhankelijke spelers?
• geen mogelijkheid meer voor multi branding:
– Europa: komt weinig voor
– opmerkingen:
» Federauto: op 842 v/d 2000 leden, 27% multimerkenverkoop
» dealers die in multi branding verkoop geïnvesteerd hebben?
» van belang voor kleinere merken die zich hebben kunnen vestigen vnl. als 2e of 3e merk
» Van belang voor streken met lagere bevolkingsdichtheid
» biedt niet-concurrentiebeding van 5 jaar dan voldoende oplossing?
» vrees terugkeer naar situatie < 2002
102. III. Verordening 2790/99 dd. 22 december 1999
C. Bedenkingen? (vervolg)
• wegvallen van bepalingen inzake “vrije” overdracht/overname activiteit
– Europa: bedoeld grensoverschrijdend, maar vooral nationaal/locaal en concurrentiebeperkend
– opmerkingen:
» beperking expansiedrang en groei ondernemingen
» contradictie want om grensoverschrijdend te kunnen werken moet onderneming eerst nationaal bepaalde
omvang hebben
• wegvallen bepalingen inzake toegang tot technische informatie, software,
apparatuur, edm.
– Europa: overbodig gelet op Verordening 715/2007 voor nieuwe voertuigen; voor oude al gekend
– opmerkingen:
» Verordening 715/2007 gaat niet veer genoeg
» situatie van onafhankelijke herstellers?
• quid markt van reserveonderdelen
– originele onderdelen weer enkel via constructeur?
– onderdelen van gelijke kwaliteit: Europese richtlijn
– andere?
103. IV. De Belgische Concessiewet (W 27.07.1961)
Gevolgen van Europese regels op de Belgische concessiewet van 1961
Wat wordt door de Wet ‘61 geregeld?
• Concessies van onbepaalde duur
• Opzegging van de concessie
• Betaling van een cliënteelvergoeding
104. IV. De Belgische Concessiewet
A. Toepassingsgebied
1. Concessieovereenkomsten
• = Producten kopen, om ze te verkopen in eigen naam en voor eigen rekening
2. (Quasi–) exclusief
3. Uitwerking in België
105. IV. De Belgische Concessiewet
A. Toepassingsgebied
4. Contract van onbepaalde of bepaalde duur
• “onbepaald” : de clausules van de overeenkomst maken het niet mogelijk om te
bepalen op welk ogenblik de overeenkomst zal eindigen.
• “bepaald” : partijen weten bij het afsluiten van de overeenkomst reeds wanneer de
overeenkomst zal eindigen
• één achterpoortje dicht: 2 x verlenging van bepaalde duur wordt een overeenkomst
van onbepaalde duur
5. Wet ‘61 regelt enkel de beëindigingsmodaliteiten
6. Wet ‘61 is van dwingend recht
106. IV. De Belgische Concessiewet
B. Opzegging van een concessieovereenkomst van
onbepaalde duur
1. Wie opzegt, moet een “redelijke opzeggingstermijn” respecteren
of
2. Een “billijke opzeggingsvergoeding” betalen
tenzij
3. Een grove tekortkoming kan verweten worden aan de opgezegde partij
107. IV. De Belgische Concessiewet
B. Opzegging van overeenkomst
1. Grove tekortkoming
• Een tekortkoming die van die aard is dat zij elke verdere samenwerking onmogelijk
maakt, zodanig zelfs dat het geven van een opzeggingstermijn niet aan de orde is
• Zowel concessiegever als concessienemer kunnen een grove tekortkoming plegen
• Partijen kunnen zelf contractueel invullen welke feiten zij als een reden voor
onmiddellijke beëindiging beschouwen, mits zij toepasselijke Europese regels
respecteren
• Controle gebeurt achteraf door de rechter, dus oppassen voor rechtsmisbruik !
108. IV. De Belgische Concessiewet
B. Opzegging van overeenkomst
2. Tenzij grove tekortkoming, moet de partij die wil opzeggen, een
opzeggingstermijn respecteren of een opzeggingsvergoeding betalen (art.
2)
• Welke termijn? Art. 2: “Redelijke termijn”
• Rechtspraak : Voldoende lang om de opgezegde partij toe te laten een
gelijkwaardige vervanging te vinden voor het inkomensverlies, desnoods door een
reconversie van zijn activiteiten
• Partijen kunnen daarover vooraf contractueel geen afspraken maken!
(ze kunnen wel een minimumtermijn overeenkomen)
109. IV. De Belgische Concessiewet
B. Opzegging van overeenkomst
• De rechtbanken hanteren diverse criteria bij het bepalen van de “redelijke termijn”:
– Duur van de handelsrelaties
– Uitgestrektheid van het territorium
– Omzetcijfer en winstmarge
– Aandeel van de concessiegoederen in de totale activiteit v/d concessiehouder
– Weerslag van de beëindiging van de concessie op het geheel van de
activiteiten van de concessiehouder
– De aard en de bekendheid van het product
– De beschikbaarheid van evenwaardige alternatieven
– De goede samenwerking tussen partijen ?
110. IV. De Belgische Concessiewet
B. Opzegging van overeenkomst
3. Wie geen of een te korte opzeggingstermijn respecteert, betaalt een “billijke
vergoeding” (art. 2)
• Berekeningsbasis: semi-brutowinst = bruto-winst min indrukbare kosten
• Niet-indrukbare kosten = kosten die niet wegvallen door de beëindiging van de
concessie: huur, O.V., verwarming, electriciteit, onderhoud, … (minstens gedeeltelijk)
• Referentieperiode: “zo dicht mogelijk bij tijdstip van verbreking”
• Begroting: natte vinger!
111. IV. De Belgische Concessiewet
C. Billijke bijkomende vergoeding voor overeenkomst
van onbepaalde duur (art. 3)
• In geval van beëindiging door de concessiegever (tenzij bij grove tekortkoming van de
concessiehouder), of in geval van beëindiging door de concessiehouder wegens grove
tekortkoming van de concessiegever
• Enkel de concessiehouder heeft recht op deze vergoeding
• Enkel overeenkomst van onbepaalde duur
• “Billijke bijkomende vergoeding” bestaat uit:
1. Bekende meerwaarde inzake cliënteel (de “cliënteelvergoeding”)
2. Kosten die nog voordelen mochten opleveren na einde contract
3. Rouwgeld aan ontslagen personeel
112. IV. De Belgische Concessiewet
C. Billijke bijkomende vergoeding (art. 3)
1. “Cliënteelvergoeding”
• Bekende meerwaarde inzake cliënteel:
vergelijking begin - einde concessie
Stijgende omzet , stijgend aantal klanten of stijgend volume verkochte producten
• Aangebracht door concessiehouder: de concessiehouder moet zijn aandeel in de
meerwaarde aantonen:
vergelijking met het streekgemiddelde
toegekende prijzen
113. IV. De Belgische Concessiewet
C. Billijke bijkomende vergoeding (art. 3)
1. “Cliënteelvergoeding”
• Blijvende meerwaarde na einde contract: volstaat de mogelijkheid?
Rechtspraak is niet eenduidig
Baseert zich op een aantal “vermoedens” en “aanwijzingen”
Vb aantrekkingskracht van het merk
Vb belang van dienst na verkoop door erkend verdeler
Vb zijn de wisselstukken enkel via erkend verdeler te krijgen?
Vb heeft concessiehouder zijn activiteiten beëindigd?
Vb neemt nieuwe concessiehouder personeel van vroegere concessiehouder
in dienst?
Vb heeft concessiegever klantenlijsten?
114. IV. De Belgische Concessiewet
C. Billijke bijkomende vergoeding (art. 3)
2. Vergoeding voor bepaalde kosten
• Voorwaarde: kosten kunnen voordeel opleveren
3. Rouwgeld voor ontslagen personeel
• Concessiehouder moet personeel ontslaan als gevolg van de opzegging
• Enkel loon dat nog verschuldigd is na einde van de concessie komt in aanmerking
115. IV. De Belgische Concessiewet
C. Billijke bijkomende vergoeding (art. 3)
• Begroting ? Natte vinger!
o Rechtbanken begroten naar billijkheid
o Meest diverse uitspraken
% van omzet
Gebaseerd op netto winst
Gebaseerd op bruto winst
Gebaseerd op semi bruto winst
Een bedrag ex aequo et bono
Referentieperiode: geen lijn te trekken
o Veelal wordt een deskundige aangesteld
116. IV. De Belgische Concessiewet
D. Opzegging van overeenkomsten van bepaalde duur
• opzeggingstermijn:
Wet ’61: 3 à 6 maanden
Verordening 1400/2002: 6 maand
• cliënteelvergoeding:
Wet ’61 voorziet niets!
117. Contactgegevens
Mr. Trees Vuylsteke Mr. Dirk Clarysse
trees.vuylsteke@dlpa.be dirk.clarysse@dlpa.be
Kortrijksesteenweg 387 Kortrijksesteenweg 387
B-8530 Harelbeke B-8530 Harelbeke
T +32 56 26 81 81 T +32 56 26 81 81
F +32 56 26 81 89 F +32 56 26 81 89