1. Uitleg samengestelde zin Een zinsdeel (on, lv, mv, bwb, bvb) kun je vaak vervangen door een zin. Zo’n zin noem je dan een bijzin (in een andere zin). Bij een zin die meer persoonsvormen bevat (en dus meer zinnen), spreken we van een samengestelde zin
2. Uitleg samengestelde zin Een samengestelde zin bevat altijd een hoofdzin . Die is makkelijk te herkennen: er kan niets tussen on en pv staan (maar WEL tussen pv en on !!).
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15. Uitleg samengestelde zin Naast want – maar – en – of zijn alle andere voegwoorden onderschikkend. Let op: OF kan beide zijn! Onderschikkende voegwoorden verbinden altijd een hoofdzin met een bijzin, of een bijzin met een lagere bijzin. Hij zegt, dat ze niet weet, of Jan ook komt. of Jan ook komt = lv in dat ze (dat) niet weet . Daarom noemen we of Jan ook komt een bijzin van de 2e graad (een lagere bijzin).
16. Uitleg samengestelde zin Naast want – maar – en – of zijn alle andere voegwoorden onderschikkend. Let op: OF kan beide zijn! Hij zegt, dat ze niet komt, of dat ze misschien later komt. dat ze niet komt en dat ze misschien later komt zijn beide lv in Hij zegt (dat) . Daarom is of in deze zin een nevenschikkend voegwoord (het verbindt twee gelijke bijzinnen van de 1e graad).
17. Uitleg samengestelde zin Een bijzin die een zinsdeel is in een hoofdzin, noemen we een bijzin van de 1e graad. Een bijzin die een zinsdeel is in een bijzin van de 1e graad, noemen we een bijzin van de 2e graad. Een bijzin die een zinsdeel is in een bijzin van de 2e graad, noemen we een bijzin van de 3e graad. enzovoort.
18.
19. nog een veel gemaakte fout Het was er koud en Willem schrok meerdere malen wakker uit een droom waarin hij werd meegesleurd door een zwarte stroom die geluidloos door de buis aan kwam zetten en verdronk. (Uit: Isa’s droom van Marco Kunst ) De schrijver bedoelt natuurlijk dat Willem droomt dat hij verdronk. Maar dat staat er niet ! Als een onderwerp wordt weggelaten (zoals bij verdronk ), vullen we automatisch het laatst genoemde onderwerp aan. Dat is hier die , en dat verwijst naar een zwarte stroom . Hier staat dus, dat de zwarte stroom verdronk!!
20. Meteen sloot ook hij de deur, want dat deden de anderen ook. uitleg antwoord twee hoofdzinnen
21. Meteen sloot ook hij de deur, want dat deden de anderen ook . Als je de eerste zin met het on hij begint, kan er niets tussen on en pv . Het zijn dus twee hoofdzinnen, wat ook al te zien was aan het nevenschikkend voegwoord want .
22. Zij zou vanmiddag komen, of zij zou een vervangster sturen. uitleg antwoord twee hoofdzinnen
23. Zij zou vanmiddag komen, of zij zou een vervangster sturen. In beide zinnen kun je niets tussen on en pv zetten. Het zijn dus twee hoofdzinnen, en of is hier nevenschikkend.
24. Weet jij of het waar is, wat zij zegt? uitleg antwoord of het waar is = lv-zin1e graad wat zij zegt = on-zin 2e graad het = voorlopig on
25. Weet jij of het waar is, wat zij zegt? of het waar is kun je vervangen door dat in de hoofdzin, en is dus een lv-zin van de 1e graad. wat zij zegt kun je vervangen door het in de lv-zin, en is dus een on-zin van de 2e graad, en het is voorlopig on.
26. Als het waar is, wat ze zegt, heeft hij gelijk. uitleg antwoord als het waar is = bwb-zin 1e graad wat ze zegt = on-zin 2e graad het = voorlopig on
27. Als het waar is, wat ze zegt, heeft hij gelijk. als het waar is kun je vervangen door dan in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad. wat ze zegt kun je vervangen door het in de bwb-zin, en is dus een on-zin van de 2e graad, en het is voorlopig on.
28. Heb je de jongen met wie ze stond te praten al eens eerder gezien? uitleg antwoord met wie ze stond te praten = bvb-zin 1e graad
29. Heb je de jongen met wie ze stond te praten al eens eerder gezien? met wie ze stond te praten kun je ver-vangen door die (jongen) in de hoofdzin, en is dus een bvb-zin van de 1e graad.
30. Hij hoopt van haar de waarheid te horen. uitleg antwoord van haar de waarheid te horen = beknopte lv-zin 1e graad
31. Hij hoopt van haar de waarheid te horen. van haar de waarheid te horen kun je ver-vangen door dat in de hoofdzin, en is dus een lv-zin van de 1e graad. Omdat on en pv ontbreken, is het een beknopte lv-zin van de 1e graad. ( Hij hoopt dat hij van haar de waarheid hoort)
32. Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies hetzelfde. uitleg antwoord als je het mij vraagt = bwb-zin 1e graad
33. Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies hetzelfde. als je het mij vraagt kun je vervangen door dan in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad.
34. Toen ze die boom hadden omgezaagd, zagen ze pas, dat er een schat onder lag. uitleg antwoord toen ze die boom hadden omgezaagd = bwb-zin 1e graad dat er een schat onder lag = lv-zin 1e graad
35. Toen ze die boom hadden omgezaagd, zagen ze pas, dat er een schat onder lag. toen ze die boom hadden omgezaagd kun je vervangen door toen in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad. dat er een schat onder lag kun je vervan-gen door dat in de hoofdzin, en is dus een lv-zin van de 1e graad.
36. Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt, dat zij het heeft gedaan. uitleg antwoord als je zonder bewijs zegt = bwb-zin 1e graad dat zij het heeft gedaan = lv-zin 2e graad
37. Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt, dat zij het heeft gedaan. als je zonder bewijs zegt kun je vervan-gen door dan in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad. dat zij het heeft gedaan kun je vervangen door dat in de bwb-zin, en is dus een lv-zin van de 2e graad.
38. In de vakantie zie je vaak, dat mensen naar het buitenland gaan, omdat het weer daar warmer is. uitleg antwoord dat mensen naar het buitenland gaan = lv-zin 1e graad omdat het weer daar warmer is = bwb-zin 2e graad
39. In de vakantie zie je vaak, dat mensen naar het buitenland gaan, omdat het weer daar warmer is. dat mensen naar het buitenland gaan kun je vervangen door dat in de hoofdzin, en is dus een lv-zin van de 1e graad. omdat het weer daar warmer is kun je vervangen door daarom in de lv-zin, en is dus een bwb-zin van de 2e graad.
40. Zij blijven de hele vakantie in Nederland, omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt. uitleg antwoord omdat volgens … warm wordt = bwb-zin 1e graad
41. Zij blijven de hele vakantie in Nederland, omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt. omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt kun je vervangen door daarom in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad.
42. Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef je alleen maar dronken achter het stuur te gaan zitten. uitleg antwoord Als je daar je rijbewijs wilt verliezen = bwb-zin 1e graad
43. Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef je alleen maar dronken achter het stuur te gaan zitten. Als je daar je rijbewijs wilt verliezen kun je vervangen door dan in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad.
44. Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het waar is, wat ze daarover verteld hebben. uitleg antwoord dat het waar is = bwb-zin 1e graad wat ze daarover verteld hebben = on-zin 2e graad ervan = voorlopige bwb, het = voorlopig on
45. Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het waar is, wat ze daarover verteld hebben. dat het waar is is vervangbaar door er-over in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad. wat ze daarover verteld hebben is ver-vangbaar door het in de bwb-zin, en is dus een on-zin van de 2e graad. ervan is voorlopige bwb, het is voorlopig on.
46. Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het waar is, wat ze daarover verteld hebben. In dit geval is het moeilijk te bepalen wat de hoofdzin is, omdat het een hoofdzin is zonder onderwerp. Werk in zo’n geval achterstevoren: bepaal eerst wat de bijzinnen zijn, dan houd je de hoofdzin vanzelf over. (elke samengestelde zin bevat een hoofdzin!)
47. Wie dat heeft gezegd, is niet bekend, maar je kunt het wel raden. uitleg antwoord wie dat heeft gezegd = on-zin 1 e graad
48. Wie dat heeft gezegd, is niet bekend, maar je kunt het wel raden. wie dat heeft gezegd kun je vervangen door dat in de hoofdzin, en is dus een on-zin van de 1e graad.
49. Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat lijkt me logisch. uitleg antwoord wie je vertrouwt = mv-zin 1 e graad
50. Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat lijkt me logisch. wie je vertrouwt kun je vervangen door hem of haar in de hoofdzin, en is dus een mv-zin van de 1e graad.
51. Wil je het meisje van wie je dit hebt gehoord, mijn hartelijke groeten doen? uitleg antwoord van wie je dit hebt gehoord = bvb-zin 1 e graad
52. Wil je het meisje van wie je dit hebt gehoord, mijn hartelijke groeten doen? van wie je dit hebt gehoord kun je vervan-gen door dit (meisje) in de hoofdzin, en is dus een bvb-zin van de 1e graad.
53. Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen. uitleg antwoord dat ik twee hondjes was = lv-zin 1 e graad
54. Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen. dat ik twee hondjes was kun je vervan-gen door dat in de hoofdzin, en is dus een lv-zin van de 1e graad.
55. “ Je moet je mond houden,” hoorde ik haar zeggen, toen ze hem zag. uitleg antwoord je moet je mond houden = lv-zin 1 e graad toen ze hem zag = bwb-zin 1 e graad
56. “ Je moet je mond houden,” hoorde ik haar zeggen, toen ze hem zag. je moet je mond houden (hoofdzin als citaat!!) kun je vervangen door dat in de hoofdzin, en is dus een lv-zin van de 1e graad. toen ze hem zag kun je vervangen door toen in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van de 1e graad.