SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  33
1




kastelen
in de middeleeuwen




       500-1500
2

De eerste kastelen
De eerste kastelen zijn voor het eerst gebouwd in
de elfde eeuw (1000-1100) Ze werden vooral
gebouwd als bescherming. Het was een onrustige
en gevaarlijke tijd. Er waren veel kleine oorlogen.

De eerste kastelen waren meer een soort
versterkte woningen. Dit soort ‘kastelen’ noem je
motte-burchten . Een ‘motte’ is zo’n heuvel,
die is gemaakt van de aarde van de gegraven
gracht eromheen.
De motte-burcht op het plaatje heeft ook nog
een versterkte voorburcht. Als je de voorburcht in
wilde, moest je over een ophaalbrug. Na de
voorburcht was er nog een ophaalbrug.
3
4

Verschillende motte-burchten
De kleine plaatjes rechts laten de verschillen zien tussen
de motte-burchten. Eerst had je alleen een motte-burcht.
Daarna kreeg je ook versterkte voorburchten erbij. Later
ging men ook stenen muren maken. De stenen woontoren
was klein genoeg om op de aarden heuvel te kunnen
blijven staan.
5

De stenen kastelen
De houten muren en woontoren van de
motte-burcht konden natuurlijk makkelijk
in brand vliegen. Daarom ging men al snel
stenen kastelen maken. Die werden
echter snel zo zwaar, dat ze niet meer op
een aarden heuvel konden staan. Ze stonden
op de vlakke grond of op een bestaande
heuvel.

In het midden van het kasteel, binnen de
muren, stond een grote woontoren, die de
donjon wordt genoemd.
Daarin werd gewoon door de kasteelheer en
zijn familie. In de andere gebouwen
woonden bedienden en handwerklieden.
6
7

De donjon van binnen
Dit is een voorbeeld van een donjon. Dit is
het belangrijkste deel van het kasteel. De
zaal met de houten vloer is de ridderzaal.
Daarboven zijn de kamers van de kasteelheer
en zijn familie.
Onder heb je de kwartieren voor het
garnizoen (verblijfplaats van soldaten).
Zie je ook de kapel? En beneden in de kelder
werden de voorraden opgeslagen. Binnen
hadden ze zelfs een waterput. Zie je ‘m? Er
was zelfs een klein ophaalbruggetje bij de
poortdeur.

Zelfs als het hele kasteel veroverd was, kon
men het in de donjon nog wel even
uitzingen. Maar dan moest er natuurlijk wel
snel hulp komen.
8

Binnenhof en buitenhof
Op het kasteel op dia 6 had je
maar één binnenplaats en daar
stond de donjon.
Bij latere kastelen had je binnen
de muren een buitenhof , dan
weer muren en dan het
binnen-hof met de donjon.

Op het buitenhof zijn de
stallen, de verblijven voor de
bediendes, de moestuin en een
oefenterrein voor de soldaten.

Bij de regeringsgebouwen van
de Tweede Kamer heb je ook
een binnenhof en een
buitenhof.
9

Binnen de muren
Rond 1200-1250 bouwde
men kastelen zonder
donjon . Er waren allemaal
losse gebouwen, zoals:

1. opslagplaats
2. keuken
3. brouwerij
4. ridderzaal
5. stallen

Waterputten hebben altijd ‘n
afdak, omdat vijanden soms
dode dieren over de muren
slingerden in de hoop het
drinkwater van het kasteel te
vergiftigen.
10

Binnen de muren 2
Hier gaat het kasteel verder.
Op de binnenplaats, achter het
houten hek, zie je de duiventil.
Met duiven ver- stuurden ze
soms nieuws.

Verder zie je:

6. varkensstallen
7. de slotkapel
8. de smidse

Je ziet dat de grote ronde
torens allemaal als kleine
donjon kunnen dienen. Ronde
torens zijn ook steviger dan
vierkante.
11

Gebouwd om te verdedigen
Kastelen werden gebouwd voor de veiligheid.
Als er een vijandelijk leger voor de poorten
lag, moesten de mensen in het kasteel veilig
zijn en aanvallen kunnen weerstaan.
Manieren die je bij elk kasteel wel terugziet,
zijn de slotgracht , de ophaalbrug , de
poort en het valhek .
Sommige kastelen hadden meer van elk, zodat
het extra lastig was om binnen te komen.
12

Schietgaten
De verdedigers van het kasteel moesten makkelijk
op de vijand kunnen schieten, maar zelf veilig
blijven. Op de kasteelmuren had je kantelen (zie
volgende bladzijde), waar de soldaten zich achter
konden verschuilen.

In de muren had je vele schietgaten . Die gaten
waren vanaf de buitenkant heel erg smal, bijna
spleten. Dan kon de vijand je moeilijk raken.
De soldaten in het kasteel moesten wel goed kunnen
richten, daarom waren ze aan de binnenkant heel
wijd. Zo had je een veel groter bereik.
Je had verschillende soorten schietgaten: rechte,
kruisvormige (zodat je beter in de breedte kon zien)
en gaten met een gat onderin. Die kwamen pas later,
toen er musketten – een soort geweren – waren
uitgevonden.
13

Kantelen en mezekooien
Boven op de muren zaten de kantelen .
Daarachter verscholen zich de soldaten.
In tijden van oorlog maakten ze houten
stellages die over de kantelen hingen. Dit
waren hordijzen .
In zo’n hordijs zaten ook gaten waar- door
ze stenen, hete olie of pek konden gooien op
de aanvallers die zich onder aan de muur
bevonden.
Die ‘werpgaten’ (zie onderste plaatje)
worden ook mezekooien of mezekouwen
genoemd. Een andere naam is pekneus. Ha,
ha, snap je ‘m?

Bij sommige kastelen werden de houten
hordijzen vervangen door een stenen versie.
Op het eerste plaatje zie je zo’n stenen
hordijs.
14

Spiltrappen
Heel slim bedacht waren de
trappen. Hele normale trappen,
zou je zo zeggen.
Maar er zitten vele voordelen aan
zo’n trap, mocht het er van
komen dat de vijand
binnendringt.
De trap slingert zo omhoog, dat
verdedigers (rode soldaat) met
hun zwaard makkelijker naar
beneden konden slaan. Aanvallers
konden niet makkelijk
zwaardvechten; de spil van de
trap zat in de weg.

Dan moet je natuurlijk wel
begrijpen dat bijna alle soldaten
rechtshandig waren.
15

Tijdens de aanval
Hier zie je een kasteel tijdens een aanval.
Zie je de hordijs met de mezekooi over
de kantelen hangen?
Je kan ook zien dat er tussen de
kantelen houten luiken werden
gehangen als extra bescherming.

Zo’n groot kasteel kon moeilijk met
geweld worden veroverd. Vaak won de
vijand door verraad (iemand werd
omgekocht en zette ‘s nachts de poort
open) of door een belegering .
Tijdens een belegering sloot de vijand
het kasteel helemaal in, zodat er
niemand meer bij kon. Als je maar lang
genoeg wachtte, had men geen eten
meer en moest men zich wel overgeven.
16

De bouw
Hier zie je de bouw van een toren. Kijk
eens hoe slim zo’n spiltrap in elkaar zit!
Aan de bouw van een groot kasteel
deden tussen de 800 en 1500 man mee.
Toen hadden ze niet veel technische
hulpmiddelen. Ze werkten met katrollen
en takels. In de grote ronde takel boven
de grote binnenruimte zit een man. Zie je
‘m? De muren werden van binnen gevuld
met puin en kiezels, vermengd met
metselkalk en gewapend met grote zware
kettingen. Dit werd op den duur zo hard
als graniet.

De bouw van een groot kasteel, met
muren, torens en een donjon duurde
gemiddeld zo’n vijf jaar.
17

Waar werden de kastelen gebouwd?
Kastelen werden gebouwd op plekken die goed verdedigd moesten worden, zoals de grenzen
van het land, belangrijke rivieren of drukke handelsroutes .
Het kasteel werd vaak gebouwd op een plek die van zichzelf al makkelijk te verdedigen was. Bij
een brede rivier hoefde men de rivierkant minder goed te verdedigen. Bij een rotsachtige heuvel
liep één kant misschien heel steil naar beneden toe. De kans dat daar werd aangevallen, was veel
kleiner.
Soms ontstond bij een kasteel een dorpje. Soms werd er ook pas een kasteel gebouwd als het
dorpje groter of belangrijker werd. Hier zie je een kasteel bij Montfort.

Op de volgende pagina zie je de
burcht Hoch Osterwitz in Oostenrijk.
Het ligt boven op een steile berg. Dus
makkelijk te verdedigen. De weg
slingert zich omhoog en om de
honderd meter is een poort die
verdedigd wordt. Lastig te veroveren,
maar ook voor vrienden is het een
lange klim naar het kasteel op de top
van de berg.
18
19

Binnen in een kasteel
In het kasteel had je verschillende ruimtes. Kamers
voor de kasteelheer en zijn familie, kamers voor de
bediendes, de keuken, etc.

In tijden van oorlog was er nog een belangrijke
kamer: de wapenkamer . Daar werden alle wapens,
harnassen, schilden, etc. bewaard.

En je kent natuurlijk wel het woord venster-
bank . Dat is zo’n lat onder het raam waar je
planten en leuke dingen opzet. Maar waarom heet
het dan een vensterbank? Dat komt omdat het in de
tijd van de kastelen ook echt een bank was.

Hiernaast zie je zo’n vensterbank, waar de
kasteelvrouwe vroeger misschien wel zat te
handwerken of zat te kletsen met haar dochters.
20

De ridderzaal
De belangrijkste zaal van het kasteel was de ridderzaal. Dat
was vaak de grootste ruimte in het kasteel. In het begin
waren die nog maar tochtig en donker. Daarom hingen er
vaak van die grote geborduurde kleden tegen de muur. Dan
had je meteen iets moois om tegen aan te kijken.
Op de volgende dia zie je zo’n grote ridderzaal.
De bekendste ridderzaal van Nederland is de ridder-zaal in
Den Haag, waar Koningin Beatrix altijd de troonrede
voorleest op prinsjesdag.
21
22

De Ridderzaal in Den Haag




                            Het plein heet het
                            binnenhof. Het gebouw
                            met de torens is de
                            ridderzaal
23

De boeren bij het kasteel




De boeren bewerkten het land met een eg en   De boeren oogsten de gewassen. Hier zijn ze
zaaiden nieuwe gewassen. Zie je de           druiven aan het plukken. Je ziet ze in de twee
boogschutter?                                tonnen achter de wagen.
24

De boeren bij het kasteel




In de winter, als de schapen op stal waren,   De zwijnenherder zorgde voor de wilde
ging ‘t werk door. Er moest hout gehakt       zwijnen. Ze aten eikels. Menig zwijn eindigde
worden. Je ziet ook bijenkorven.              op het bord van de kasteelheren.
25

De boeren bij het kasteel




Het leven als boer was hard en zwaar. En het   Hier zie je twee boeren met hun zeisen het
grootste deel van de oogst ging naar de        graan oogsten. Voor zie je twee herders die op
edelen in het kasteel.                         hun schapen passen.
26

De edelen van het kasteel




De kasteelheer en zijn familie hadden een   Met feestelijke gebeurtenissen dosten ze zich
luxer leven. Ze waren rijk gekleed met      extra mooi op. Ze konden tenslotte niet
schitterende stoffen uit verre landen.      onderdoen voor elkaar.
27

De edelen van het kasteel




Als belangrijke gasten langskwamen werd er    De edelen gingen vaak op valkenjacht. Ze
een groot banket gehouden, waarbij heerlijk   hadden getrainde valken die joegen op vogels
en veel werd gegeten.                         en ander klein wild.
28

Het einde van kastelen
Aan het einde van de 15e eeuw kwamen er steeds minder
kastelen. Dat heeft twee belangrijke oorzaken.
Ten eerste vond men het buskruit en dus ook kanonnen
uit. Daardoor werd de manier van verdedigen en oorlog
voeren anders.
Ten tweede werd het wat rustiger in Europa. Er
ontstonden echte landen met vaste grenzen. Er heerste vrede
en rust.
De mensen wilden niet meer in die grote, kille, groffe
kastelen wonen. Ze wilden meer comfort. In kastelen die na
deze tijd gebouwd worden, wordt er niet zo veel nadruk
gelegd op de verdediging van een kasteel.
29

De nieuwe ‘kastelen’
In de nieuwere kastelen was meer comfort. De
kastelen werden niet meer gebouwd als
verdedigingswerk, maar als woonhuis.
De muren werden minder dik. Er waren geen
kantelen en dergelijke meer. Er kwamen meer
ramen, zodat het lichter zou worden binnen.
Soms hebben die grote huizen nog wel een gracht
eromheen, maar meer omdat ze het gewoon mooi
vonden.
Het worden eigenlijk meer woonhuizen dan echte
kastelen. Het bovenste plaatje is van huize De
Haere, aan de IJssel richting Olst.
Sommige oude kastelen werden nog wel gebruikt
als kazerne voor soldaten. Vele andere oude
kastelen werden afgebroken en de stenen werden
gebruikt voor andere gebouwen. De ruïnes bleven
over.
30

Nog meer nieuwe ‘kastelen’
31

Sprookjeskastelen
Zelfs na 1800, toen de Middeleeuwen al lang waren afgelopen, bouwde men nog wel kastelen.
Men had toen een heel romantisch beeld van de Middeleeuwen. De kastelen zagen er ook meer
uit als sprookjeskastelen. Je zou er assepoester of doornroosje kunnen tegenkomen. Hier zie je
twee keer kasteel Neuschwanstein in Duitsland.
32

Kastelen worden paleizen
De kastelen op de vorige dia’s waren wel van rijkere
families, maar als het om een echte koning gaat,
worden het meer paleizen dan kastelen.
Hier zie je het paleis van Lodewijk de Veertiende in
Versailles, vlak bij Parijs. Het is gebouwd rond
1630. Het was allemaal pracht en praal.
Rechtsonder zie je de spiegelzaal, een soort balzaal
waar feesten werden gegeven.
33

De voorstelling is afgelopen
Hopelijk vond je het een leuke en
interessante voorstelling en heb je er
veel van geleerd.

Als er nog iemand komt kijken naar
deze voorstelling, mag je straks nog
één keer klikken en dan de volgende
gaan halen.

Als er geen nieuwe kinderen meer
komen, druk dan op de ESC-knop
linksboven op je toetsenbord. Sluit
dan het programma door
rechtsboven op het kruisje te
klikken.

Contenu connexe

Similaire à Kastelen in de middeleeuwen

Achtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkrachtAchtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkrachtCamilleFryges
 
Antwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopie
Antwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopieAntwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopie
Antwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopieCamilleFryges
 
Vikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuurVikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuurErwin Claes
 
Handel en handelstechnieken
Handel en handelstechniekenHandel en handelstechnieken
Handel en handelstechniekentinevandevijvere
 
De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2tinevandevijvere
 
The scottish borders abbeys
The scottish borders abbeysThe scottish borders abbeys
The scottish borders abbeysrockstage
 

Similaire à Kastelen in de middeleeuwen (11)

Achtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkrachtAchtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkracht
 
Antwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopie
Antwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopieAntwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopie
Antwoordfiche het kasteel van ooidonk a kopie
 
De vikingen
De vikingenDe vikingen
De vikingen
 
Vikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuurVikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuur
 
Ontstaan stad
Ontstaan stadOntstaan stad
Ontstaan stad
 
Bezoek seys inquart artikel
Bezoek seys inquart artikelBezoek seys inquart artikel
Bezoek seys inquart artikel
 
Handel en handelstechnieken
Handel en handelstechniekenHandel en handelstechnieken
Handel en handelstechnieken
 
De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2
 
The scottish borders abbeys
The scottish borders abbeysThe scottish borders abbeys
The scottish borders abbeys
 
SCHOTLAND
SCHOTLANDSCHOTLAND
SCHOTLAND
 
SCHOTLAND
SCHOTLANDSCHOTLAND
SCHOTLAND
 

Plus de tinevandevijvere (20)

Romaanse en gotische kunst
Romaanse en gotische kunstRomaanse en gotische kunst
Romaanse en gotische kunst
 
Romaanse en gotische kunst
Romaanse en gotische kunstRomaanse en gotische kunst
Romaanse en gotische kunst
 
Guldensporensla
Guldensporensla Guldensporensla
Guldensporensla
 
De Nederlanden
De NederlandenDe Nederlanden
De Nederlanden
 
De kruistochten
De kruistochtenDe kruistochten
De kruistochten
 
hofstelsel en horigheid
 hofstelsel en horigheid hofstelsel en horigheid
hofstelsel en horigheid
 
Karel de Grote
Karel de GroteKarel de Grote
Karel de Grote
 
De frankische beschaving_ten_tijde_van_merovingers_en
De frankische beschaving_ten_tijde_van_merovingers_enDe frankische beschaving_ten_tijde_van_merovingers_en
De frankische beschaving_ten_tijde_van_merovingers_en
 
Landschap en landbouw
Landschap en landbouwLandschap en landbouw
Landschap en landbouw
 
Kloosterliturgie
KloosterliturgieKloosterliturgie
Kloosterliturgie
 
hofstelsel en horigheid
 hofstelsel en horigheid hofstelsel en horigheid
hofstelsel en horigheid
 
Infoblad middeleeuwse meesterwerken
Infoblad middeleeuwse meesterwerkenInfoblad middeleeuwse meesterwerken
Infoblad middeleeuwse meesterwerken
 
Napoleon Bonaparte
Napoleon BonaparteNapoleon Bonaparte
Napoleon Bonaparte
 
De Franse Revolutie
De Franse RevolutieDe Franse Revolutie
De Franse Revolutie
 
De Amerikaanse revolutie
De Amerikaanse revolutieDe Amerikaanse revolutie
De Amerikaanse revolutie
 
De Verlichting
De VerlichtingDe Verlichting
De Verlichting
 
Hendrik VIII
Hendrik VIIIHendrik VIII
Hendrik VIII
 
Heksen
HeksenHeksen
Heksen
 
Vlaamse primitieven en andere
Vlaamse primitieven en andereVlaamse primitieven en andere
Vlaamse primitieven en andere
 
Erasmus en het humanisme
Erasmus en het humanismeErasmus en het humanisme
Erasmus en het humanisme
 

Kastelen in de middeleeuwen

  • 2. 2 De eerste kastelen De eerste kastelen zijn voor het eerst gebouwd in de elfde eeuw (1000-1100) Ze werden vooral gebouwd als bescherming. Het was een onrustige en gevaarlijke tijd. Er waren veel kleine oorlogen. De eerste kastelen waren meer een soort versterkte woningen. Dit soort ‘kastelen’ noem je motte-burchten . Een ‘motte’ is zo’n heuvel, die is gemaakt van de aarde van de gegraven gracht eromheen. De motte-burcht op het plaatje heeft ook nog een versterkte voorburcht. Als je de voorburcht in wilde, moest je over een ophaalbrug. Na de voorburcht was er nog een ophaalbrug.
  • 3. 3
  • 4. 4 Verschillende motte-burchten De kleine plaatjes rechts laten de verschillen zien tussen de motte-burchten. Eerst had je alleen een motte-burcht. Daarna kreeg je ook versterkte voorburchten erbij. Later ging men ook stenen muren maken. De stenen woontoren was klein genoeg om op de aarden heuvel te kunnen blijven staan.
  • 5. 5 De stenen kastelen De houten muren en woontoren van de motte-burcht konden natuurlijk makkelijk in brand vliegen. Daarom ging men al snel stenen kastelen maken. Die werden echter snel zo zwaar, dat ze niet meer op een aarden heuvel konden staan. Ze stonden op de vlakke grond of op een bestaande heuvel. In het midden van het kasteel, binnen de muren, stond een grote woontoren, die de donjon wordt genoemd. Daarin werd gewoon door de kasteelheer en zijn familie. In de andere gebouwen woonden bedienden en handwerklieden.
  • 6. 6
  • 7. 7 De donjon van binnen Dit is een voorbeeld van een donjon. Dit is het belangrijkste deel van het kasteel. De zaal met de houten vloer is de ridderzaal. Daarboven zijn de kamers van de kasteelheer en zijn familie. Onder heb je de kwartieren voor het garnizoen (verblijfplaats van soldaten). Zie je ook de kapel? En beneden in de kelder werden de voorraden opgeslagen. Binnen hadden ze zelfs een waterput. Zie je ‘m? Er was zelfs een klein ophaalbruggetje bij de poortdeur. Zelfs als het hele kasteel veroverd was, kon men het in de donjon nog wel even uitzingen. Maar dan moest er natuurlijk wel snel hulp komen.
  • 8. 8 Binnenhof en buitenhof Op het kasteel op dia 6 had je maar één binnenplaats en daar stond de donjon. Bij latere kastelen had je binnen de muren een buitenhof , dan weer muren en dan het binnen-hof met de donjon. Op het buitenhof zijn de stallen, de verblijven voor de bediendes, de moestuin en een oefenterrein voor de soldaten. Bij de regeringsgebouwen van de Tweede Kamer heb je ook een binnenhof en een buitenhof.
  • 9. 9 Binnen de muren Rond 1200-1250 bouwde men kastelen zonder donjon . Er waren allemaal losse gebouwen, zoals: 1. opslagplaats 2. keuken 3. brouwerij 4. ridderzaal 5. stallen Waterputten hebben altijd ‘n afdak, omdat vijanden soms dode dieren over de muren slingerden in de hoop het drinkwater van het kasteel te vergiftigen.
  • 10. 10 Binnen de muren 2 Hier gaat het kasteel verder. Op de binnenplaats, achter het houten hek, zie je de duiventil. Met duiven ver- stuurden ze soms nieuws. Verder zie je: 6. varkensstallen 7. de slotkapel 8. de smidse Je ziet dat de grote ronde torens allemaal als kleine donjon kunnen dienen. Ronde torens zijn ook steviger dan vierkante.
  • 11. 11 Gebouwd om te verdedigen Kastelen werden gebouwd voor de veiligheid. Als er een vijandelijk leger voor de poorten lag, moesten de mensen in het kasteel veilig zijn en aanvallen kunnen weerstaan. Manieren die je bij elk kasteel wel terugziet, zijn de slotgracht , de ophaalbrug , de poort en het valhek . Sommige kastelen hadden meer van elk, zodat het extra lastig was om binnen te komen.
  • 12. 12 Schietgaten De verdedigers van het kasteel moesten makkelijk op de vijand kunnen schieten, maar zelf veilig blijven. Op de kasteelmuren had je kantelen (zie volgende bladzijde), waar de soldaten zich achter konden verschuilen. In de muren had je vele schietgaten . Die gaten waren vanaf de buitenkant heel erg smal, bijna spleten. Dan kon de vijand je moeilijk raken. De soldaten in het kasteel moesten wel goed kunnen richten, daarom waren ze aan de binnenkant heel wijd. Zo had je een veel groter bereik. Je had verschillende soorten schietgaten: rechte, kruisvormige (zodat je beter in de breedte kon zien) en gaten met een gat onderin. Die kwamen pas later, toen er musketten – een soort geweren – waren uitgevonden.
  • 13. 13 Kantelen en mezekooien Boven op de muren zaten de kantelen . Daarachter verscholen zich de soldaten. In tijden van oorlog maakten ze houten stellages die over de kantelen hingen. Dit waren hordijzen . In zo’n hordijs zaten ook gaten waar- door ze stenen, hete olie of pek konden gooien op de aanvallers die zich onder aan de muur bevonden. Die ‘werpgaten’ (zie onderste plaatje) worden ook mezekooien of mezekouwen genoemd. Een andere naam is pekneus. Ha, ha, snap je ‘m? Bij sommige kastelen werden de houten hordijzen vervangen door een stenen versie. Op het eerste plaatje zie je zo’n stenen hordijs.
  • 14. 14 Spiltrappen Heel slim bedacht waren de trappen. Hele normale trappen, zou je zo zeggen. Maar er zitten vele voordelen aan zo’n trap, mocht het er van komen dat de vijand binnendringt. De trap slingert zo omhoog, dat verdedigers (rode soldaat) met hun zwaard makkelijker naar beneden konden slaan. Aanvallers konden niet makkelijk zwaardvechten; de spil van de trap zat in de weg. Dan moet je natuurlijk wel begrijpen dat bijna alle soldaten rechtshandig waren.
  • 15. 15 Tijdens de aanval Hier zie je een kasteel tijdens een aanval. Zie je de hordijs met de mezekooi over de kantelen hangen? Je kan ook zien dat er tussen de kantelen houten luiken werden gehangen als extra bescherming. Zo’n groot kasteel kon moeilijk met geweld worden veroverd. Vaak won de vijand door verraad (iemand werd omgekocht en zette ‘s nachts de poort open) of door een belegering . Tijdens een belegering sloot de vijand het kasteel helemaal in, zodat er niemand meer bij kon. Als je maar lang genoeg wachtte, had men geen eten meer en moest men zich wel overgeven.
  • 16. 16 De bouw Hier zie je de bouw van een toren. Kijk eens hoe slim zo’n spiltrap in elkaar zit! Aan de bouw van een groot kasteel deden tussen de 800 en 1500 man mee. Toen hadden ze niet veel technische hulpmiddelen. Ze werkten met katrollen en takels. In de grote ronde takel boven de grote binnenruimte zit een man. Zie je ‘m? De muren werden van binnen gevuld met puin en kiezels, vermengd met metselkalk en gewapend met grote zware kettingen. Dit werd op den duur zo hard als graniet. De bouw van een groot kasteel, met muren, torens en een donjon duurde gemiddeld zo’n vijf jaar.
  • 17. 17 Waar werden de kastelen gebouwd? Kastelen werden gebouwd op plekken die goed verdedigd moesten worden, zoals de grenzen van het land, belangrijke rivieren of drukke handelsroutes . Het kasteel werd vaak gebouwd op een plek die van zichzelf al makkelijk te verdedigen was. Bij een brede rivier hoefde men de rivierkant minder goed te verdedigen. Bij een rotsachtige heuvel liep één kant misschien heel steil naar beneden toe. De kans dat daar werd aangevallen, was veel kleiner. Soms ontstond bij een kasteel een dorpje. Soms werd er ook pas een kasteel gebouwd als het dorpje groter of belangrijker werd. Hier zie je een kasteel bij Montfort. Op de volgende pagina zie je de burcht Hoch Osterwitz in Oostenrijk. Het ligt boven op een steile berg. Dus makkelijk te verdedigen. De weg slingert zich omhoog en om de honderd meter is een poort die verdedigd wordt. Lastig te veroveren, maar ook voor vrienden is het een lange klim naar het kasteel op de top van de berg.
  • 18. 18
  • 19. 19 Binnen in een kasteel In het kasteel had je verschillende ruimtes. Kamers voor de kasteelheer en zijn familie, kamers voor de bediendes, de keuken, etc. In tijden van oorlog was er nog een belangrijke kamer: de wapenkamer . Daar werden alle wapens, harnassen, schilden, etc. bewaard. En je kent natuurlijk wel het woord venster- bank . Dat is zo’n lat onder het raam waar je planten en leuke dingen opzet. Maar waarom heet het dan een vensterbank? Dat komt omdat het in de tijd van de kastelen ook echt een bank was. Hiernaast zie je zo’n vensterbank, waar de kasteelvrouwe vroeger misschien wel zat te handwerken of zat te kletsen met haar dochters.
  • 20. 20 De ridderzaal De belangrijkste zaal van het kasteel was de ridderzaal. Dat was vaak de grootste ruimte in het kasteel. In het begin waren die nog maar tochtig en donker. Daarom hingen er vaak van die grote geborduurde kleden tegen de muur. Dan had je meteen iets moois om tegen aan te kijken. Op de volgende dia zie je zo’n grote ridderzaal. De bekendste ridderzaal van Nederland is de ridder-zaal in Den Haag, waar Koningin Beatrix altijd de troonrede voorleest op prinsjesdag.
  • 21. 21
  • 22. 22 De Ridderzaal in Den Haag Het plein heet het binnenhof. Het gebouw met de torens is de ridderzaal
  • 23. 23 De boeren bij het kasteel De boeren bewerkten het land met een eg en De boeren oogsten de gewassen. Hier zijn ze zaaiden nieuwe gewassen. Zie je de druiven aan het plukken. Je ziet ze in de twee boogschutter? tonnen achter de wagen.
  • 24. 24 De boeren bij het kasteel In de winter, als de schapen op stal waren, De zwijnenherder zorgde voor de wilde ging ‘t werk door. Er moest hout gehakt zwijnen. Ze aten eikels. Menig zwijn eindigde worden. Je ziet ook bijenkorven. op het bord van de kasteelheren.
  • 25. 25 De boeren bij het kasteel Het leven als boer was hard en zwaar. En het Hier zie je twee boeren met hun zeisen het grootste deel van de oogst ging naar de graan oogsten. Voor zie je twee herders die op edelen in het kasteel. hun schapen passen.
  • 26. 26 De edelen van het kasteel De kasteelheer en zijn familie hadden een Met feestelijke gebeurtenissen dosten ze zich luxer leven. Ze waren rijk gekleed met extra mooi op. Ze konden tenslotte niet schitterende stoffen uit verre landen. onderdoen voor elkaar.
  • 27. 27 De edelen van het kasteel Als belangrijke gasten langskwamen werd er De edelen gingen vaak op valkenjacht. Ze een groot banket gehouden, waarbij heerlijk hadden getrainde valken die joegen op vogels en veel werd gegeten. en ander klein wild.
  • 28. 28 Het einde van kastelen Aan het einde van de 15e eeuw kwamen er steeds minder kastelen. Dat heeft twee belangrijke oorzaken. Ten eerste vond men het buskruit en dus ook kanonnen uit. Daardoor werd de manier van verdedigen en oorlog voeren anders. Ten tweede werd het wat rustiger in Europa. Er ontstonden echte landen met vaste grenzen. Er heerste vrede en rust. De mensen wilden niet meer in die grote, kille, groffe kastelen wonen. Ze wilden meer comfort. In kastelen die na deze tijd gebouwd worden, wordt er niet zo veel nadruk gelegd op de verdediging van een kasteel.
  • 29. 29 De nieuwe ‘kastelen’ In de nieuwere kastelen was meer comfort. De kastelen werden niet meer gebouwd als verdedigingswerk, maar als woonhuis. De muren werden minder dik. Er waren geen kantelen en dergelijke meer. Er kwamen meer ramen, zodat het lichter zou worden binnen. Soms hebben die grote huizen nog wel een gracht eromheen, maar meer omdat ze het gewoon mooi vonden. Het worden eigenlijk meer woonhuizen dan echte kastelen. Het bovenste plaatje is van huize De Haere, aan de IJssel richting Olst. Sommige oude kastelen werden nog wel gebruikt als kazerne voor soldaten. Vele andere oude kastelen werden afgebroken en de stenen werden gebruikt voor andere gebouwen. De ruïnes bleven over.
  • 30. 30 Nog meer nieuwe ‘kastelen’
  • 31. 31 Sprookjeskastelen Zelfs na 1800, toen de Middeleeuwen al lang waren afgelopen, bouwde men nog wel kastelen. Men had toen een heel romantisch beeld van de Middeleeuwen. De kastelen zagen er ook meer uit als sprookjeskastelen. Je zou er assepoester of doornroosje kunnen tegenkomen. Hier zie je twee keer kasteel Neuschwanstein in Duitsland.
  • 32. 32 Kastelen worden paleizen De kastelen op de vorige dia’s waren wel van rijkere families, maar als het om een echte koning gaat, worden het meer paleizen dan kastelen. Hier zie je het paleis van Lodewijk de Veertiende in Versailles, vlak bij Parijs. Het is gebouwd rond 1630. Het was allemaal pracht en praal. Rechtsonder zie je de spiegelzaal, een soort balzaal waar feesten werden gegeven.
  • 33. 33 De voorstelling is afgelopen Hopelijk vond je het een leuke en interessante voorstelling en heb je er veel van geleerd. Als er nog iemand komt kijken naar deze voorstelling, mag je straks nog één keer klikken en dan de volgende gaan halen. Als er geen nieuwe kinderen meer komen, druk dan op de ESC-knop linksboven op je toetsenbord. Sluit dan het programma door rechtsboven op het kruisje te klikken.