2.
Leuven, oktober 2011
Geachte lezer
Op 1 januari 2007 ging het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van start. De centrale
opdracht was de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, intussen minister Jo Vandeurzen,
via wetenschappelijk onderzoek te ondersteunen bij het voeren van een slagkrachtig, vernieuwend,
efficiënt en integraal beleid op het vlak van welzijn, gezondheid en gezin.
Hiertoe verenigden onderzoekers uit drie Vlaamse universiteiten (K.U.Leuven, UGent, VUB) en een
Vlaamse hogeschool (de Katholieke Hogeschool Kempen) hun expertise en competentie. Vijf jaar lang
voerden deze experts wetenschappelijk en beleidsrelevant onderzoek uit over uiteenlopende
aspecten van het welzijns‐ en gezondheidszorgbeleid. Het consortium werkte samen met vele
partners uit het werkveld.
Deze folder biedt een overzicht van het consortium en van het onderzoek dat het Steunpunt Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin tussen 2007‐2011 uitvoerde. Meer informatie vindt u in de nieuwsbrief,
de publicaties en op de website www.steunpuntwvg.be of via het SWVG secretariaat
(steunpuntwvg@med.kuleuven.be).
Met dank voor uw belangstelling
Valérie Carrette Prof. dr. Chantal Van Audenhove
Coördinator SWVG Promotor‐Coördinator SWVG
Steunpunt WVG
Kapucijnenvoer 39
B‐3000 Leuven
+32 16 33 70 70
www.steunpuntwvg.be
swvg@med.kuleuven.be
4. Consortium
K.U.Leuven
- Lucas
- Centrum voor Gezins‐ en Orthopedagogiek
- Instituut voor Sociaal Recht
- Centrum voor Sociologisch Onderzoek
- Dienst Jeugdgezondheidszorg
UGent
- Vakgroep maatschappelijke gezondheidskunde
- Vakgroep huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg
- Vakgroep bewegings‐ en sportwetenschappen
- Vakgroep experimentele en klinische psychologie
VUB
- Vakgroep Klinische en Levensloop psychologie
Partner: KH Kempen
- Vlaams Onderzoeks‐ en Kenniscentrum Derde Leeftijd
Coördinatie
Prof. dr. Chantal Van Audenhove, promotor‐coördinator SWVG
Valérie Carrette, coördinator SWVG
7. Evaluatie van welzijns‐ en gezondheidsbeleid
• Modelontwikkeling voor de economische evaluatie van welzijns‐ en gezondheidsprojecten
(2008)
Deze studie stimuleert de ontwikkeling en uitbouw van de welzijnseconomische expertise in
Vlaanderen. Het zoekt naar modellen voor kostenberekening en economische evaluatie van
welzijnsinterventies, het evalueert voor‐ en nadelen van deze modellen en de
toepasbaarheid daarvan in de Vlaamse situatie.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Lieven Annemans, Prof. dr. Steven Simoens, Prof. dr.
Hans Grietens, Sylvie Ackaert, Delphine De Smedt
• EFeKT ‐ Evalueren van eFfecten en Kernprocessen van preventieve meThodieken,
ontwikkeld binnen de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen (2009)
In dit onderzoek werd het evaluatie‐planningsmodel ‘EFeKT’ ontwikkeld, d.i. een stappenplan
voor het evalueren van preventieve methodieken. Het model is inzetbaar voor de evaluatie
van methodieken in het kader van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en die op ruime
schaal geïmplementeerd worden. De resultaten ervan kunnen in belangrijke mate bijdragen
tot evidence based practice en capaciteitsopbouw in de gezondheidspromotie in Vlaanderen.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Lea Maes, Prof. dr. Ilse Debourdeaudhuij, Ellen De
Pauw
• Ontwikkeling indicatoren in het kader van pact 2020 (2010)
Het Pact 2020 bevat 20 doelstellingen om Vlaanderen naar de top van Europa te leiden. Met
betrekking tot de zorg worden zes doelstellingen naar voren geschoven. Om de realisatie van
deze doelstellingen kwaliteitsvol op te volgen, is er nood aan een evaluatie van de huidige
kernindicatoren uit de nulmeting en het uitwerken van te ontwikkelen indicatoren. Het
evalueren van bestaande kernindicatoren en het uitwerken van nieuwe indicatoren is het
doel van dit onderzoek.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Chantal Van Audenhove, dr. Koen Hermans, Marcia
Poelman
8. Geestelijke Gezondheidszorg
• Onderzoek naar verklarende factoren voor verschillen in suïcideprevalentie in Vlaanderen
i.v.m. Europese landen (2008)
Dit is een onderzoek naar de risicofactoren voor suïcide op populatieniveau waar Vlaanderen
vergeleken wordt met Nederland, Frankrijk en Duitsland. Het biedt een antwoord op drie
vragen:
1. Wat is de prevalentie van suïcide en suïcidepogingen voor Vlaanderen in een Europese
context?
2. Wat zijn determinanten en verklaringsmodellen voor suïcide, zowel op individueel als op
populatieniveau, en in welke mate komen deze determinanten voor in Vlaanderen in
vergelijking met andere Europese landen?
3. Wat bestaat er aan wetenschappelijke gegevens om verschillen tussen regio’s te
verklaren op het vlak van suïcideprevalentie en ‐ methoden?
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Chantal Van Audenhove, Prof. dr. Cornelis Van
Heeringen, Prof. dr. Jan De Maeseneer, Alexandre Reynders
• Indicatoren als basis voor een zelfevaluatie‐ en auditinstrument van CGG (2008)
Dit beleidsgericht onderzoek is ondersteunend aan de implementatie van het
kwaliteitsdecreet (2003) in de Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). Op basis van
wetenschappelijke literatuur werden prioritaire kwaliteitsthema’s vertaald naar
kwaliteitsstandaarden waaraan de werking van het CGG getoetst kan worden. Het
zelfevaluatie‐instrument KLIC (KwaLiteitsInstrument voor de CGG) komt voort uit dit
onderzoek. KLIC ondersteunt het proces van interne zelfevaluatie ter voorbereiding van de
externe audit door het Agentschap Inspectie.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Chantal Van Audenhove, dr. Guido Cuyvers, dr. Koen
Hermans, Evelien Demaerschalk
Gezondheidszorg
• Toekomstig Ziekenhuislandschap Vlaanderen (2007)
Dit onderzoeksproject verschaft een denkkader voor de toekomstige evoluties in het
ziekenhuislandschap en de wijze waarop de overheid hiermee omgaat, en beantwoordt drie
deelvragen:
1. Wat zijn de centrale trends in de organisatie van de Vlaamse gezondheidszorg en wat zijn
hun drijfveren?
2. Wat is de impact van de vastgestelde evoluties op de organisatie van de Vlaamse
gezondheidszorg?
3. Hoe dient de Vlaamse overheid met het ‘toekomstig ziekenhuislandschap in Vlaanderen’
om te gaan?
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Jan De Maeseneer, Prof. dr. Paul Gemmel, Pascal Van
den Holen, Lieven De Raedt
9. Jeugdzorg
• Evaluatie Time‐outprojecten Bijzondere jeugdbijstand (2007)
SWVG onderzocht de time‐outprojecten op hun processtappen en op de betrokkenheid van
verschillende actoren. De effectiviteit van de projecten werd gerelateerd aan de ingezette
middelen. Het onderzoeksrapport besteedt aandacht aan de visies en werkingsprincipes van
de verschillende projecten, bespreekt de doelgroep, het hulpverleningsproces en de
resultaten en formuleert hierover beleidsaanbevelingen.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. J. Vanderfaeillie, Prof. dr. H. Grietens, Sylvie
Mommaerts
• Hulpverleningstrajecten en ‐outcome van kinderen en jongeren in de bijzondere jeugdzorg
(2009)
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Hans Grietens, Femke Vanschoonlandt, Kiran
Vanbinst
Juridisch en institutioneel kader in de welzijns‐ en gezondheidssector
• Deugdelijk Bestuur in non‐profit welzijns‐ en gezondheidssector (2007)
Dit onderzoek draagt bij tot het debat over mogelijke toekomstpistes voor deugdelijk bestuur
in de social profit, m.n. in private welzijns‐ en gezondheidsvoorzieningen met vzw‐statuut.
Het spitst zich toe op de rol die de raad van bestuur kan spelen in een deugdelijk
organisatiebestuur. Daarbij wordt aandacht besteed aan de taak en de bevoegdheid van de
raad van bestuur, aan de samenstelling ervan, de besluitvorming en de relatie met diverse
stakeholders bij het bestuur van de organisatie. Ook het draagvlak voor deugdelijk bestuur in
de sector wordt onderzocht en de rol hierin voor de overheid is weggelegd. Tot slot worden
ter illustratie goede praktijken uit de Vlaamse welzijnssector verzameld.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Johan Put, Maarten Janssens
• Harmonisering van begrippen en procedures binnen regelgeving beleidsdomein WVG
(2010)
Dit onderzoek bouwt verder op een lopend onderzoeksproject binnen het Steunpunt WVG
over het overheidsinstrumentarium in de zorgsector. Vanuit dit project wordt gezocht naar
een meer intersectoraal toepasbaar instrumentenkader. Harmonisering van begrippen en
procedures binnen de regelgeving van het beleidsdomein WVG staat centraal. Het
voorgestelde, geharmoniseerde instrumentenkader wordt onderworpen aan de
internrechtelijke en Europees‐rechtelijke toets. Er is een voorstel ontwikkeld tot uniform
basisinstrumentarium voor het Vlaamse zorgbeleid, met aandacht voor een
sectoroverkoepelend luik van inhoudelijke en procedurele basisnormen verbonden aan de
instrumenten.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Johan Put, dr. Vanessa Verdeyen
10. Kinderen en Gezinnen
• Vraagverheldering in de preventieve gezinsondersteuning van Kind & Gezin: Een onderzoek
naar de validering van de IJsbrekermethodiek (2007)
De ‘ijsbrekermethodiek’ wordt ingezet voor vraag‐ en aanbodverheldering in de preventieve
gezinsondersteuning van Kind en Gezin. Deze methodiek werd ontwikkeld voor de
regioverpleegkundigen van Kind en Gezin met het oog op een zo vroeg mogelijke
identificatie, signalering en verheldering van vragen van ouders. Dit onderzoek bestudeert
twee aspecten van de validiteit van de methodiek: de inhoudsvaliditeit (dekken de thema’s
het gamma aan mogelijke vragen die ouders regioverpleegkundigen kunnen stellen?) en de
congruente validiteit (worden aan de hand van de methodiek geldige beslissingen
genomen?).
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Hans Grietens, Prof. dr. Johan Vanderfaeillie, Sofie
Rousseau, Jesse Verschuren
• Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaams Gewest (2008)
Dit onderzoek geeft een stand van zaken van de opvang van de kinderen beneden de 3 jaar
in het Vlaams Gewest anno 2009 en trends en verschuivingen van de laatste jaren in kaart
brengen.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Georges Hedebouw, Annick Peetermans
• Effectevaluatie Spreekuur volgens de methodiek van Triple P en vergelijking met het
huidige Spreekuur Opvoedingsondersteuning (2007)
Triple P is een veelbesproken methodiek voor opvoedingsondersteuning die in Vlaanderen
ingang vond. Dit onderzoek vergelijkt in zeven Antwerpse grootstadregio’s de effectiviteit
van het Triple P programma (3P) met het spreekuur opvoedingsondersteuning. Via een
vragenlijstenonderzoek en een meer diepgaand deelonderzoek werd de tevredenheid met de
verkregen hulp nagegaan en of er probleemreductie optreedt bij het kind en bij de ouders.
De onderzoekers brachten ook de manier waarop het programma werd uitgevoerd in kaart.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Johan Vanderfaeillie, Prof. dr. Hans Grietens,
Marjolijn van den Berg
11. • Evaluatie van de huidige screening van adoptieouders uitgevoerd door diensten voor
maatschappelijk onderzoek van de CAW’s in het kader van de geschiktheidprocedure voor
interlandelijke adoptie gevoerd voor de jeugdrechtbank (2009)
Dit onderzoek evalueert de screening van adoptieouders door Diensten voor
Maatschappelijk Onderzoek (DMO) van de CAW’s in het kader van de geschiktheidprocedure
voor interlandelijke adoptie. Het onderzoek evalueert zowel de screeningprocedure
(inhoudelijk en procesmatig) als het resultaat ervan (het geschiktheidverslag opgemaakt door
de DMO’s voor een jeugdrechter en het geschiktheidvonnis van een jeugdrechter).
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Johan Vanderfaeillie, Prof. dr. Johan Put, Tim
Stroobants
Ouderenzorg
• De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van de zorg? (2009)
De plaats van de dienstencheque in de woonzorgvoorzieningen in Vlaanderen en de impact
daarvan op de werkingsvoorwaarden van de reguliere voorzieningen zijn het onderwerp van
deze studie. Er is zowel een markt‐ en actoranalyse als een impactanalyse uitgevoerd. Het
eerste gaat in op de vraag welke woonzorgvoorzieningen (zowel thuiszorg‐ als
ouderenvoorzieningen) en niet‐woonzorgvoorzieningen (interimbureaus, dienstenthuis, ...)
een werking hebben uitgewerkt gebruik makend van dienstencheques. Het tweede
onderzoekt de impact hiervan op de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg enerzijds
en de diensten voor logistieke hulp anderzijds.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Jozef Pacolet, Annelies De Coninck, Frederic De
Wispelaere
Personen met een handicap
• Personen met een verstandelijke handicap onderhevig aan een interneringsmaatregel
(2008)
Dit onderzoek evalueert (1) de nood aan ondersteuning voor geïnterneerden met een
verstandelijke handicap met een dossier in de Vlaamse Commissies ter Bescherming van de
Maatschappij (CBM) en (2) het bestaande zorgaanbod vanuit het VAPH aan de betreffende
doelgroep.
Het onderzoeksrapport
brengt de (kenmerken van de) doelgroep van geïnterneerden met een verstandelijke
handicap in kaart;
beschrijft het aanbod aan geïnterneerde personen met een verstandelijke handicap,
zoals dat vorm krijgt vanuit diensten en voorzieningen die gesubsidieerd worden door
het VAPH;
bespreekt het hulpverleningsaanbod voor geïnterneerden met een verstandelijke
handicap zoals beschreven in de internationale literatuur;
en formuleert aanbevelingen om de begeleiding van geïnterneerden met een
verstandelijke handicap verder uit te bouwen.
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Johan Goethals, Prof. dr. Bea Maes, Sarah Verlinden
12. • Ontwikkeling instrumentarium zorgintensiteit (2010)
Met het oog op de implementatie van de toegangspoort is er nood aan een instrument dat
de zorggradatie/zorgintensiteit op een zo uniform mogelijke manier kan bepalen. Het
instrument moet toegepast kunnen worden in de praktijk van het Vlaams Agentschap voor
Personen met een Handicap en het IVA Jongerenwelzijn.
Dit onderzoek brengt de instrumenten inzake zorggradatie en zorgintensiteit in kaart die in
het Nederlandstalige en internationale zorglandschap beschikbaar zijn. Deze instrumenten
worden beoordeeld op verschillende dimensies zoals bruikbaarheid, betrouwbaarheid,
validiteit, ….
Promotoren en onderzoekers: Prof. dr. Johan Vanderfaeillie, Prof. dr. Chantal Van
Audenhove, Tim Stroobants
14. PROGRAMMA 1 ‐ KENCIJFERS EN MONITORING
Het programma ‘Kencijfers en monitoring’ omvat longitudinaal onderzoek naar zorgbehoefte, ‐
gebruik en ‐trajecten van specifieke doelgroepen van het Vlaamse welzijns‐ en
gezondheidszorgbeleid. Het betreft:
cohortes van 0‐jarigen, 6‐jarigen, 12‐jarigen (JONG)
jongvolwassenen (16‐23 jarigen) met een handicap (VRAAG)
volwassenen met psychische en/of financiële problemen (KANS)
ouderen met cognitieve problemen en/of depressie die beroep doen op thuiszorg (VOZS)
Dit programma verzamelt kencijfers over de behoefte aan zorg van voornoemde doelgroepen, hun
zorggebruik en ‐trajecten. Alle relevante aspecten die hiermee samenhangen worden in rekening
gebracht: gezinssamenstelling, problematische levensdomeinen, gezondheid, socio‐economische
positie, welzijn, enzovoort.
Eén van de bijzondere kenmerken van het meerjarenprogramma is dat het onderzoek wordt
uitgevoerd in 8 regio’s in Vlaanderen en 1 regio in het Brussels gewest. Drie principes vormden bij de
selectie van de regio’s het uitgangspunt: (1) diversiteit, (2) stedelijkheid en (3) provinciale spreiding1
.
Dit leidt ertoe dat het onderzoek van voornoemde onderzoekslijnen binnen het programma
‘kencijfers en monitoring’ in volgende regio’s wordt uitgevoerd:
Figuur 1 : SWVG onderzoeksregio’s programma ‘kencijfers & monitoring’
1
http://www.steunpuntwvg.be/swvg/_docs/Publicaties/De%20selectie%20van%20de%20SWVG-
onderzoeksregio's.pdf
16. Doelstellingen
1. Gezondheid, gedrag, ontwikkeling en opvoeding van kinderen in kaart brengen en zicht geven op
de incidentie en prevalentie van gezondheids‐, gedrags‐, ontwikkelings‐ en
opvoedingsproblemen;
2. De evolutie, groei en ontwikkeling van de kinderen in beeld brengen;
3. De behoefte aan en het gebruik van zorg doorheen de ontwikkeling in kaart brengen en
zorgtrajecten inventariseren. Er wordt ook getracht om mogelijkheden van vroegtijdige
opsporing van stoornissen en problemen aan te tonen;
4. Zicht krijgen op de evolutie van gezondheid, gedrag, ontwikkeling en opvoeding van
kinderen die in risicosituaties opgroeien;
5. De evoluties, groei en ontwikkeling van kinderen in risicosituaties volgen;
6. Problemen en noden van deze kwetsbare kinderen en gezinnen in kaart brengen;
7. Nagaan welke van deze kinderen en hun gezinnen instromen in de zorg, hoe hun zorgtrajecten
eruit zien en hoe ze de zorg percipiëren;
8. Beleidsanalyse op basis van voorgaande kencijfers.
JOnG! verzamelde gegevens over volgende thema’s
2
:
Promotoren en onderzoekers:
K.U.Leuven: Prof. dr. Karel Hoppenbrouwers, Prof. dr. Karla Van Leeuwen, Prof. dr. Hans Grietens (tot
1 september 2010), Cécile Guérin, Sofie Rousseau, Ciska Pieters, Mathieu Roelants, Nancy De
Vogelaer, Imke Baetens, Inge Van Trimpont, Hilde Dierckx, Gerlinde Snoeck
UGent: Prof. dr. Annemie Desoete, Prof. dr. Roeljan Wiersema, Annelies Ceulemans, Nikita
Vancayseele, Valerie Van Cauwenberge
2
Een uitgebreide beschrijving van de variabelen en een schematische weergave van de bevraagde variabelen
kan u raadplegen op de website van het Steunpunt WVG via volgende links:
http://www.steunpuntwvg.be/swvg/_docs/Publicaties/2010_JONG_Hans%20Grietens_zonder%20bijlagen_we
bsite.pdf en http://www.steunpuntwvg.be/swvg/_docs/Publicaties/2010_JONG_bijlagen%20website.pdf
17. Onderzoekslijn 2 – Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving (KANS)
Doelgroep
Volwassenen met psychisch onwelbevinden en / of in een financieel kwetsbare positie die gebruik
maken van een OCMW/CAW/ICAW.
Doelstellingen
Bestuderen van zorgtrajecten van deze doelgroepen, met name:
1. Voortraject: Welke trajecten leggen mensen af voor ze terechtkomen in de welzijnssector?
Welke factoren bevorderen het hulpzoekgedrag en het zorggebruik? Hoe toegankelijk wordt de
eerste lijn ervaren door de zorggebruikers?
2. Instroom: Hoe komen mensen terecht bij welzijnsvoorzieningen?, Wat is hun
sociaaldemografische en psychosociale profiel?, Met welke klachten of problemen melden
mensen zich aan bij welzijnsvoorzieningen?
3. Verloop: Wat is de mate van medische consumptie bij zorggebruikers?, Welke factoren
beïnvloeden het verloop van het zorgtraject?
4. Doorstroom: Mate van doorverwijzingen vanuit de welzijnssector naar de
gezondheidszorgsector en omgekeerd?, Welke belangrijke levensgebeurtenissen leiden tot
(verlaten van) een financieel kwetsbare positie?, Voldoet de aangeboden zorg aan de
kwaliteitsvereisten?, Welke aspecten van hulpverlening zijn voor zorggebruikers belangrijk?
5. Uitstroom en resultaten: Wat is sociaaldemografische en psychologische profiel van mensen die
uitstromen?, Welke factoren bepalen of iemand al dan niet terug instroomt?, Wat is de ervaren
baat van de hulp?, Wat is het resultaat van de hulpverlening (psychisch welbevinden,
gezondheid, financiële kwetsbaarheid)?
6. Context variabelen – sociaal kapitaal: Beïnvloedt sociaal kapitaal de zorgvraag/het zorgtraject?
7. Beleidsanalyse op basis van voorgaande kencijfers.
KANS verzamelde gegevens over volgende thema’s:
Fysieke en psychische gezondheid: subjectieve gezondheid, chronische aandoeningen, kleine en
kortdurende klachten, lichamelijke pijn, psychisch (on)welbevinden, beïnvloedende factoren
Inkomen: maandelijks inkomen, maandelijkse gezinsuitgaven, inkomensdeprivatie
Huisvesting
Sociaal kapitaal: sociale netwerken, lidmaatschap groepen, vertrouwen, sociale steun, sociale
cohesie, gevoelens van onveiligheid, motivatie om te verhuizen
Zorggebruik: welzijnszorgtraject, gezondheidszorgtraject
Persoonlijke gegevens: individu, gegevens van de partner, huishouden
Promotoren en onderzoekers:
UGent: Prof. dr. Jan De Maeseneer, dr. Sara Willems, Evelyn Verlinde, Annelien Poppe
K.U.Leuven: Prof. dr. Chantal Van Audenhove, dr. Koen Hermans, Ann DeSmet
19. Onderzoekslijn 4 – Vlaams Regio‐onderzoek bij Adolescenten met een
handicap en hun gezin (VRAAG)
Doelgroep
Jongvolwassenen met een handicap tussen 16 en 23 jaar, en hun gezin.
Doelstellingen
Kennis verzamelen m.b.t. jongvolwassen met een handicap over:
1. Het demografisch, sociaal, psychisch en fysiek profiel van gezinnen met een adolescent met een
handicap
2. Moeilijkheden die gezinnen met een adolescent met een handicap ervaren op verschillende
levensdomeinen?
3. Behoeften in verband met het ondersteuningsaanbod
4. Kennis van het ondersteuningsaanbod en determinanten
5. Kennis van het recht hebben op het ondersteuningsaanbod en determinanten
6. Gebruik van het ondersteuningsaanbod en determinanten
7. Tevredenheid ondersteuningsaanbod
8. Effect ondersteuningsaanbod op de levenskwaliteit en determinanten
9. Kost van het ondersteuningsaanbod en zwaarte van financiële inbreng op het gezinsleven
10. Beleidsanalyse op basis van voorgaande kencijfers
VRAAG verzamelde gegevens over volgende thema’s:
Demografische kenmerken, huisvesting, beroep, gezinsinkomen, burgerlijke staat
Opleiding
Gezondheid, Mentale gezondheid
Veerkracht
Levenskwaliteit
Handicap: aard en ernst, verwerving, psychosociale typologie
Zelfredzaamheid
Psychosociale problemen
Gezinssamenstelling en –functioneren
Impact handicap op het gezin
Hulpgebruik gezinsleden
Contextfactoren
Sociale steun
Ondersteuningsaanbod: behoeften, kennis, recht, gebruik, kostprijs
Tevredenheid met ondersteuningsaanbod
Promotoren en onderzoekers:
UGent: Prof. dr. Ann Buysse, Femke Migerode
K.U.Leuven: Prof. dr. Bea Maes
20. PROGRAMMA 2 ‐ EVALUATIE EN ONTWIKKELING
In het kader van het Steunpunt WVG werden verschillende types van evaluatieonderzoek uitgevoerd.
1. Evaluatieonderzoek van bestaande praktijken in de preventieve gezondheids‐ en
welzijnszorg
POP ‐ een onderzoek naar Preventie van Overgewicht bij Peuters en jonge kinderen
Overgewicht is een belangrijk gezondheidsprobleem. Overgewicht bij jonge kinderen neemt
wereldwijd en in Vlaanderen toe. Recente rapporten (WHO 2003 en 2004) tonen aan dat
voeding en beweging een sleutelrol spelen in het tot stand komen van overgewicht.
Het onderzoek ‘Preventie van Overgewicht bij Peuters en jonge Kinderen’ (POP) gaat na hoe
de ontwikkeling van overgewicht kan voorkomen of teruggedrongen worden bij twee
doelgroepen, nl. kinderen in kinderdagverblijven en schoolkinderen. Voor de ouders van
kinderen in kinderdagverblijven werd een educatieve interventie ontwikkeld en geëvalueerd
en voor schoolkinderen werd een interventie gericht op de schoolomgeving, de ouders en de
kinderen ontwikkeld en geëvalueerd. De implementatie van de interventies gebeurde in
samenwerking met de Logo’s. De interventies werden uitgevoerd in zes regio’s in Vlaanderen
zodat rekening kan gehouden worden met regiokenmerken in de interpretatie van de
resultaten.
Promotoren en onderzoekers:
UGent: Prof. dr. Lea. Maes, Prof. dr. Ilse Debourdeaudhuij, Valerie De Coen
STAP ‐ Psycho‐educatief lesprogramma: over stress ter preventie van angst en depressie
Mensen zijn in principe in staat zelf hun stress onder controle te houden. Hiervoor moeten ze
wel een goed inzicht hebben in stress en de manier waarop die hen beïnvloedt. Verder
moeten ze beschikken over een reeks methoden die hen kan helpen om beter met hun stress
om te gaan en die het zelfvertrouwen en het gevoel van controle opkrikken.
Dit is het uitgangspunt van de cursus stressbeheersing. In zes lessen van 2 uur leren cursisten
over stress en verwerven ze nieuwe technieken om hun stress aan te pakken. Getrainde
psychologen verzorgen de lessenreeks. Het doel van STAP is de waarde en de effectiviteit van
de cursus te onderzoeken. Het onderzoek richt zich op personen met verhoogde klachten die
bereid zijn om hier zelf actief aan te werken.
Promotoren en onderzoekers:
K.U.Leuven: Prof. dr. Omer Van den Bergh, Prof. dr. Dirk Hermans, Prof. dr. Chantal Van
Audenhove, Tom Van Daele
21. 2. Databank Effectieve Interventies
Literatuuroverzichten van interventies die in Europa zijn uitgevoerd en geëvalueerd. In
Vlaanderen zelf zijn er nog maar weinig interventies geëvalueerd, en dan vooral in de
preventieve sector. Het literatuuroverzicht heeft betrekking op preventieve interventies met
betrekking tot voeding en beweging.
NIEUW voor Vlaanderen was de oprichting van een Welzijnseconomische cel. Het volstaat niet meer
om te besluiten dat een bepaalde interventie werkzaam of doeltreffend is. Er wordt steeds
uitdrukkelijker een goede inschatting van de kosteneffectiviteit verwacht.
Het Steunpunt WVG ontwikkelde een theoretisch model om kwaliteitsvolle welzijnseconomische
evaluaties uit te voeren. Dit gebeurde in een nauwe samenwerking tussen Prof. dr. Steven Simoens
(K.U.Leuven) en Prof. Lieven Annemans (UGent).
22. PROGRAMMA 3 ‐ JURIDISCH EN INSTITUTIONEEL KADER
Een (rechts)vergelijkend onderzoek naar marktwerking en keuzevrijheid in de ouderenzorg
Het project handelt over marktwerking en keuzevrijheid in de welzijns‐ en gezondheidszorg, met
aandacht voor de druk vanuit Europa om tot meer liberalisering te komen, en voor de toegenomen
wens van cliënten om zelf te participeren in de bepaling van welke zorg op welke manier het meest
gepast is.
In een literatuuronderzoek worden een aantal centrale begrippen uitgeklaard. In een comparatief
onderzoek naar het wetgevend kader voor ouderenzorg wordt een vergelijking gemaakt tussen
Vlaanderen, Engeland en Duitsland. De systemen in deze landen worden onder de loep genomen in
het licht van het recht op zorg, de ondernemings‐ en de verenigingsvrijheid en het verbod van
discriminatie. Ook de Europeesrechtelijke dimensie van dit wetgevend kader wordt onderzocht.
Promotor en onderzoeker:
K.U.Leuven: Prof. dr. Johan Put, Maarten Janssens
Het overheidsinstrumentarium in de zorgsector
De verschillende ‐ publiekrechtelijke en privaatrechtelijke – actoren aan de aanbodzijde in de
zorgsector dienen kwalitatieve zorgverlening centraal te stellen. De overheid, die de
(grondwettelijke) eindverantwoordelijkheid voor het zorgbeleid en de uitvoering ervan draagt, dient
deze actoren te stimuleren en te streven naar een goede en efficiënte uitvoering van het zorgbeleid
en een kwalitatieve zorgverlening. Hiertoe zijn externe stimulansen nodig, zoals
toezichtmechanismen, het geven van een financieel belang, het geven van meer
verantwoordelijkheid… De overheid dient hierbij te voorzien in een systeem waarbij de betrokken
actoren voldoende ‘incentives’ hebben om rekening te houden met minimale kwaliteitseisen,
waaraan de zorgverlening moet voldoen, waarvan een minimale rechtsbescherming van de cliënt
deel uitmaakt.
Het onderzoek beantwoordt volgende vragen:
1. Welke instrumenten worden gehanteerd en wat is hun juridische waarde, zowel in de
rechtsverhouding tussen de zorginstelling en de overheid? Wordt het meest gepaste
instrument gehanteerd? En wat zijn de rechtsgevolgen van een bepaald instrument voor de
cliënt?
2. Naast de vragen over elk sturingsinstrument afzonderlijk, rijzen vragen met betrekking tot de
instrumentenmix. Volstaat het huidige overheidsinstrumentarium in de zorgsector als
‘incentive’? En worden de ‘juiste’ instrumenten gehanteerd in functie van de doelstelling (de
individuele doelstelling van het instrument in combinatie met de ‘incentive’ doelstelling) en
in functie van de andere sturingsinstrumenten (instrumentenmix)?
Promotor en onderzoeker:
K.U.Leuven: Prof. dr. Johan Put, dr. Vanessa Verdeyen
23. De netwerken van Integrale Jeugdhulp geanalyseerd vanuit een keten‐ en
netwerkmanagementperspectief
In dit onderzoek worden de praktijken van ketens en netwerken in Vlaanderen geanalyseerd met een
focus op de inzet van netwerkmanagementinstrumenten en zijn succes‐ en faalfactoren. De
onderzoeksvragen zijn:
1. Welke instrumenten worden er ontwikkeld en (praktijkgericht) ingezet met het oog op
samenwerking in functie van een betere dienstverlening voor de cliënt?
2. Wat zijn de kritische succes‐ en faalfactoren voor het eigenlijke gebruik van deze
instrumenten? Welke instrumenten worden daadwerkelijk ingezet en gebruikt door de
hulpverlenende instellingen? Welke factoren belemmeren/dragen bij tot het uiteindelijke
gebruik van het ontwikkelde instrument?
3. Wat is de rol van de Vlaamse overheid en de structuren opgezet door de Vlaamse overheid in
de ontwikkeling en ingebruikname van die instrumenten?
Daartoe is de keten‐ en netwerkliteratuur doorgenomen en is het kader afgebakend van waaruit
cases bestudeerd kunnen worden. Ook de keten‐ en netwerkpraktijk in Nederland werd onderzocht
om hieruit te leren voor de Vlaamse cases.
De twee Vlaamse cases op basis waarvan het onderzoek wordt gevoerd zijn de integrale jeugdhulp
en de hulp‐ en dienstverlening aan gedetineerden. In de eerste case wordt de theorie aan de praktijk
getoetst en worden succes‐ en faalfactoren van het werken in netwerken zoals opgestart in het kader
van Integrale Jeugdhulp (IJH) in kaart gebracht. In de tweede case worden de bevindingen van het
werken in netwerken rond IJH getoetst aan de praktijken van het samenwerken rond de hulp‐ en
dienstverlening aan gedetineerden.
Promotoren en onderzoeker:
K.U.Leuven: Prof. dr. Joris Voets, Prof. dr. Koen Verhoest, Nele Van Tomme
25. Feiten & Cijfers
(te downloaden van http://www.steunpuntwvg.be/swvg/nl/Publicaties.html)
SWVG Feiten & Cijfers 15
Zorggebruik, ‐behoefte en ‐tevredenheid bij kwetsbare
ouderen
SWVG Feiten & Cijfers 14 Een goede oude dag?
SWVG Feiten & Cijfers 13
Een educatieve interventie op voeding en beweging in
kinderdagverblijven kan de ontwikkeling van overgewicht voorkomen
SWVG Feiten & Cijfers 12
Determinanten van levenskwaliteit van adolescenten met een
handicap en hun ouders
SWVG Feiten & Cijfers 11
Hoe beleven ouders het ouderschap en wat zijn hun eerste vragen?
SWVG Feiten & Cijfers 10
Kwaliteit van leven van adolescenten met een handicap en hun
familieleden
SWVG Feiten & Cijfers 9 Menstruatiepatroon en menstruele klachten bij 12‐jarigen in
Vlaanderen
SWVG Feiten & Cijfers 8 Beschrijving van de KANS steekproef: representativiteit,
demografische en socio‐economische kenmerken,
gezondheidstoestand en zorggebruik
SWVG Feiten & Cijfers 7 Als mama rookt, rookt de baby mee
SWVG Feiten & Cijfers 6 Een wereld van verschil. Zien baby’s aantallen?
SWVG Feiten & Cijfers 5 Kleine kinderen, kleine zorgen? Ondersteuningsbehoeften van ouders
met zuigelingen in relatie tot ouder‐, kind‐ en gezinskenmerken
SWVG Feiten & Cijfers 4 Depressieve klachten bij kwetsbare ouderen die thuiszorg gebruiken
SWVG Feiten & Cijfers 3 Preventie van spina bifida en andere neuralebuisdefecten door
foliumzuursuppletie tijdens de zwangerschap
SWVG Feiten & Cijfers 2 Het hulpaanbod voor mensen met depressieve klachten in (I)CAW en
OCMW: beantwoordt het aanbod aan de vraag?
SWVG Feiten & Cijfers 1 Depressieve klachten en suïcidaliteit in de (I)CAW en OCMW:
onderzoek naar de ernst en de relatie tot armoede
26. Rapporten
(te downloaden van http://www.steunpuntwvg.be/swvg/nl/Publicaties.html)
Rapport 17 2011/06 Sociaal‐demografisch profiel, perinatale gezondheid en gezondheid
tijdens de eerste levensweken van de Vlaamse geboortecohorte JOnG!
Rapport 16 2011/05 KANS: Theoretische achtergronden en onderzoeksopzet
Rapport 15 2011/04 De Vlaamse Ouderen Zorg Studie: methodologisch rapport
Rapport 14 2011/03 De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van de
zorg?
Rapport 13 2011/02 Evaluatie van de huidige screening van adoptieouders uitgevoerd door
Diensten voor maatschappelijk onderzoek van de CAW’s in het kader
van de geschiktheidprocedure voor interlandelijke adoptie gevoerd
voor de jeugdrechtbank
Rapport 12 2011/01 EFeKT ‐ Evalueren van eFfecten en Kernprocessen van preventieve
meThodieken, ontwikkeld binnen de Vlaamse
gezondheidsdoelstellingen
Rapport 11 2010/02 JOnG! Theoretische achtergronden, onderzoeksopzet en verloop van
het eerste meetmoment
Rapport 09 2009/06 Onderzoek naar verklarende factoren voor de verschillen in
suïcidecijfers in Vlaanderen in vergelijking met Europese landen
Rapport 08 2009/05 Indicatoren als basis voor een zelfevaluatie‐ en auditinstrument van
CGG
Rapport 07 2009/04 Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaamse
gewest
Rapport 06 2009/03 Vraagverheldering in de preventieve gezinsondersteuning van Kind &
Gezin: Een onderzoek naar de validering van de IJsbrekermethodiek
Rapport 05 2009/02 Effectevaluatie Spreekuur volgens de methodiek van Triple P en
vergelijking met het huidige Spreekuur Opvoedingsondersteuning
Rapport 04 2009/01 Personen met een verstandelijke handicap onderhevig aan een
interneringsmaatregel
Rapport 03 2008/08 Evaluatie Time‐outprojecten ‐ Bijzondere jeugdbijstand
Rapport 02 2008/06 De prioriteiten op het vlak van welzijn en gezondheid: visies van
betrokkenen in 8 regio's
Rapport 01 2008/03 Toekomstig ziekenhuislandschap in Vlaanderen