1. Duurzame inzetbaarheid en stages
• Nevin Akbasoglu
• Ministerie van BZK (BWOB)
• Stages in het kader van duurzame
inzetbaarheid:
- Meedenken
- Praktijkervaringen
- Meedoen?
2. Programma BWOB:
Programma “Beter werken in het Openbaar
Bestuur”:
- Samen met partners in het openbaar
bestuur
- Een kleiner, goedkoper én beter openbaar
bestuur
3. 3 lijnen:
• Oplossen acute problematiek, bevorderen
mobiliteit
• Voorkomen toekomstige tekorten en
flexibiliseren arbeidsinzet
• Meer ruimte voor de professional en
verhogen arbeidsproductiviteit
• Zie flyer en
www.beterwerkeninhetopenbaarbestuur.nl
4. Waarom duurzame inzetbaarheid?
• Op lange termijn tekort aan geschikte
medewerkers
• Verhoging van motivatie en productiviteit
nodig om huidige en toekomstige
problematiek op de arbeidsmarkt op te
vangen
• Door toenemende vergrijzing en
ontgroening wordt vervanging steeds
moeilijker
6. Huidige stand van zaken
• In 70% van de CAO’s afspraken over
duurzame inzetbaarheid
• Themastudie BZK 2011
• Geen systematische benadering van
duurzame inzetbaarheid in de publieke
sector
7. SZW offensief gericht op duurzame
inzetbaarheid
• SZW congres 26 maart jl.
• Topontmoetingen met 100 aansprekende
bedrijven en organisaties (succesfactoren,
hoe medewerkers te prikkelen?)
• Regio- en branchemeetings: kennis en
ervaring verspreiden
• Kennis uitwisselen tussen bedrijven die
gebruikmaken van Europees subsidiegeld
8. BZK/BWOB inzet
• Oplossingen dichtbij de belevingswereld
van medewerkers:
- Talentmanagement
- Nieuwe medewerkers zelf opleiden
- Interne mobiliteit bevorderen
- Binding van medewerkers versterken
- Onderling detacheren
9. Toename van generieke
competenties
• Naast vaktechnische kennis, steeds vaker
gedragskundige competenties
• Competentietekorten in:
probleemoplossing, relaties met klanten of
burgers, omgaan met veranderingen,
netwerkvorming, flexibiliteit en initiatief
• Snelle veroudering van competenties
• Duurzaam inzetbaar: Blijven leren en
blijven ontwikkelen
10. Duurzame inzetbaarheid: Een
leven lang leren óp de werkplek
• Mensen leren voor 90% op de werkplek
(10% via trainingen en cursussen)
• Informeel leren geeft een hoog rendement
• Leren op het werk wordt belangrijker
• Dynamiek op de arbeidsmarkt
(werkzaamheden kennisintensiever, meer
nadruk op creativiteit en sociale innovatie,
toename van opleidingseisen in alle
functies)
11. Leren op de werkplek (informeel
leren
• Niet via om- , bij- of nascholing
• Door en tijdens het werk
• Gunstige relatie tussen learning by doing
en productiviteitsstijging en
kennisverhoging (spill-over effect)
• Je leert het meest van nieuwe en
uitdagende taken en taken die
samenwerking vereisen
12. Duurzaam inzetbaar =
duurzaam leren
• Gunstig leerklimaat gericht op leren en
ontwikkelen
• Verandermanagement
• Duurzaam lerende organisatie
• Duurzaam lerende medewerker
• Leren en ontwikkelen betreft de hele
organisatie: de lerende organisatie
13. Stage en duurzame inzetbaarheid
. Medewerkers tijdelijk in een andere context
krijgen
. Competenties op peil houden én ontwikkelen
. Talentontwikkeling (employability)
. Mobiliteit
. Motiveringsinstrument: (werken aan leren,
ontwikkelen, veranderingsbereidheid)
. Autodidakten (ervaringsleren)
. Laagdrempelig, bekend, bestaande behoefte
14. Stage ten volle benutten
• Stageprogramma, i.e.:
- Gedeelde verantwoordelijkheid van organisatie en
medewerker
- De organisatie ziet het als een onderdeel van HRM-
beleid (idealiter als onderdeel van strategische
personeelsplanning)
- Er wordt zichtbaar gecommuniceerd over nut en
noodzaak van stages
- Er wordt instrumentarium ontwikkeld (bij elkaar brengen
van vraag en aanbod)
• Medewerkers faciliteren (bedenken, kiezen, organiseren
en regelen van de stage)
15. Stage en invulling
• Verrijkingsstage (kennis maken met een andere
omgeving, inzichten, contacten)
• Verdiepingsstage (verdieping van (vak)kennis)
• Uitwisselingsstage (kennis uitwisselen tussen
organisaties)
• Werkstage (daadwerkelijk functioneren bij een
andere organisatie)
• Professionele ontwikkelingsstage of projectstage
(inhoudelijke opdracht of mini-project)
• Persoonlijke ontwikelingsstage (ontwikkelen van
talent)
16. Follow-up
• Zichtbaar maken en bespreken van wat er
geleerd is
• Hoe kan de opgedane kennis benut worden voor
de medewerker én organisatie?
• Bijhouden (e-portfolio?) van de leeroogst om
inzichtelijk te maken voor de organisatie
• Structureel maken (blijven werken aan
leerdoelen via andere leersituaties of
vervolgstages)
17. Vragen
• Meedenken
• Praktijkervaringen?
• Wat mist u?
• Zou u mee willen werken aan
interbestuurlijke en intersectorale stage
arrangementen?