SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  20
Télécharger pour lire hors ligne
Personeels­
selectie
in Nederland
Aanbevelingen voor
selectie van personeel
in tijden van krapte
’Bouwen aan
      personele kwaliteit
      begint bij werven
      en selecteren.’




Inhoud
Inleiding                        3

Hoofdstuk 1
Onderzoek Yacht /
Universiteit van Amsterdam       5

Hoofdstuk 2
Aanbevelingen voor de praktijk   14

Hoofdstuk 3
Resultaten uit eerder
buitenlands onderzoek            16

Hoofdstuk 4
Aanbevolen selectiemethoden      17
Inleiding
Gezien de prognoses en de dagelijkse praktijk is het selecteren van het juiste
personeel voor de organisatie één van de grootste uitdagingen van nu en
de komende jaren. Directeuren en managers stellen toenemende hoge eisen
aan medewerkers, maar potentiële kandidaten stellen ook hoge eisen aan de
organisatie waar zij gaan werken. Het werven en selecteren van medewerkers is
de eerste stap om te komen tot een goede personele kwaliteit. Het management
en HR­managers doen er verstandig aan hier veel aandacht aan te schenken.
Excellent personeel is immers de enige mogelijkheid om je als organisatie goed te
kunnen onderscheiden in de hedendaagse kenniseconomie. Bouwen aan personele
kwaliteit begint bij werven en selecteren.

Yacht deed in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar
de manier van selecteren in Nederlandse organisaties en vergeleek de uitkomsten
met eerder onderzoek in het buitenland. Het onderzoek geeft een representatief
beeld van de selectiecriteria die selecteurs in de organisatie belangrijk vinden.
Ook is gevraagd naar de methoden van selecteren, de verbinding van selectie met
het organisatiebeleid en het nut van een kwalitatief goede personeelsselectie.

Yacht en de Universiteit van Amsterdam bieden graag inzicht in hoe Nederlandse
organisaties invulling geven aan het instrument ‘personeelsselectie’ en hopen met
de uitkomst van dit onderzoek een ieder die zich met personeelsselectie bezig
houdt tot denken aan te zetten.



Wij wensen u veel leesplezier!

Jean Paul Drabbe, regiodirecteur en HRM competencehouder
Rob Drost, HR­professional
1
                                Onderzoek Yacht en de
                                Universiteit van Amsterdam

                                Yacht vroeg 150 vertegenwoordigers van Nederlandse organisaties naar hun personeels­
                                selectie. Het onderzoek is uitgevoerd van juli tot en met september 2007.

                                Profiel van ondervraagden
                                De leeftijd van de respondenten varieerde van 23 tot 64 jaar, met een gemiddelde van 40 jaar.
                                Gemiddeld had men elf jaar ervaring in personeelsselectie en gemiddeld genomen stellen deze
                                organisaties 37 nieuwe werknemers per jaar aan.

                                De overige profielgegevens zijn grafisch weergegeven.




      Verdeling naar geslacht          Werkzaam in de volgende sectoren                          Verdeling Sectoren




                                                                                                               Overheid
                                           Nonprofit                                                            20%
                                                                                             Industrie-
                                             24%
     Mannen                                                                                    sector
      38%                                                                                       32%
                     Vrouwen
                       62%
                                                       Profitsector
                                                          76%                                             Dienstensector
                                                                                                               48%




    Ondervraagden werkzaam op               Positie ondervraagden               Training gevolgd op het gebied van personeelsselectie




        Overige
        afdeling                             Top
          11%                            management                                                              Recent
                                            18%                                                                 training
                                                         Werknemer                                              gevolgd
                                                           37%                                  Geen              32%
                                                                                              recente
                                                                                              training
                                            Middel
                                                                                              gevolgd
              HRM afdeling                management
                                                                                                68%
                 89%                         24%

                                                                   Lager
                                                                 management
                                                                    5%
Rapportopbouw
Yacht en de Universiteit van Amsterdam
deden in 2007 onderzoek hoe Nederlandse
organisatie uit diverse sectoren invulling
geven aan de personeelsselectie.

In de volgende paragrafen worden achtereen­
volgens de resultaten besproken van zeven
kernvragen:
1.1 Naar welke selectiecriteria wordt er
     gekeken?
1.2 Welke selectiemethode wordt gebruikt?
1.3 Wat is de aanpak van het selectie­
     interview en van assessment centers?
1.4 Wat is het nut van een selectiemethode?
1.5 Is er binnen de organisatie een gedeelde
     visie op selectie?
1.6 Is de selectie gericht op consolidatie
     of verandering?
1.7 Is er reflectie op personeelsselectie?

Waar mogelijk zijn resultaten afgezet tegen
resultaten in Amerika, Duitsland en Zwitser­
land, om aan te geven hoe in deze landen
invulling wordt gegeven aan bepaalde aspecten
in de personeelsselectie. De manier waarop
bijvoorbeeld Duitse personeelsselecteurs
een selectie­interview houden levert een
hogere voorspellende waarde over iemands
functioneren op dan de Nederlandse manier.

Als afsluiting worden aanbevelingen gegeven
om het personeelsselectietraject anders in te
richten.

De hierna volgende Nederlandse onderzoeks­
resultaten zullen worden opgenomen in
een internationaal onderzoek betreffende
personeelsselectie.
1.1    Naar welke selectiecriteria wordt er gekeken?

                                               Nederlandse organisaties hanteren verschillende criteria bij de selectie van nieuwe mede­
                                               werkers. In de onderzoeksresultaten is onderscheid gemaakt tussen profit en nonprofit
                                               organisaties en tussen de selectie van managers en specialisten (zie figuur 1).
                                               Nederlandse organisaties selecteren vooral op kennis en vaardigheden, het meeste bij
                                               specialistische functies. Sociale vaardigheden spelen een belangrijk rol als criteria bij
                                               managementfuncties.
                                               Personeelsselecteurs die in de nonprofitsector specialisten selecteren hechten veel waarde
                                               aan iemands mentale vaardigheden en persoonlijkheid. Opvallend is wel dat zij dit minder
                                               belangrijk vinden als het gaat om managementfuncties. In de nonprofitsector blijft bij
                                               managementfuncties ook onderbelicht of iemand past binnen de cultuur van de organisatie.
                                               Dat aspect is wel van belang in de profitsector met een uitschieter in de financiële sector.




Figuur 1. Selectiecriteria in Nederland                    Kennis en vaardigheden                                       Sociale vaardigheden


    Managers – Non-profit 3%                                                   75,0%                                                                   100,0%
    Managers – Profit (Industrie) 9%                                           76,9%                                                   69,2%
    Managers – Profit (Diensten) 10%                                                      100,0%                                     64,3%
    Managers – Profit (Financieel) 4%                                                     100,0%                                                       100,0%


    Specialisten – Non-profit (Overig) 4%                                                 100,0%                                               83,3%
    Specialisten – Non-profit (Overheid) 17%                                            95,7%                                        65,2%
    Specialisten – Profit (Industrie) 24%                                              90,9%                                   54,5%
    Specialisten – Profit (Diensten) 22%                                               93,1%                                 51,7%
    Specialisten – Profit (Financieel) 7%                                                 100,0%                             50,0%




                Persoonlijkheid                                        Fit                                              Mentale capaciteiten


                   50,0%                               25,0%                                       0,0%
                     53,8%                                          53,8%                             7,7%
                           64,3%                                          64,3%                           14,3%
                        60,0%                                                             100,0%   0,0%


                                       83,3%              33,3%                                                                      66,7%
                    52,2%                                         47,8%                                      17,4%
                       57,6%                                   42,4%                                      15,2%
                            65,5%                              44,8%                                            24,1%
                               70,0%                                         70,0%                                           50,0%




                                               1.2    Welke selectiemethode wordt gebruikt?

                                               Organisaties gebruiken diverse methoden om hun personeel te selecteren. De sollicitatiebrief,
                                               het CV en het selectie­interview worden vrijwel altijd als selectiemiddel ingezet. De bedrijfs­
                                               sectoren verschillen nauwelijks in hun methode van selecteren, maar het antecedenten­
                                               onderzoek wordt vrijwel uitsluitend gebruikt in de financiële­ en overheidssector (zie figuur 2).
                                               Personeelsselecteurs zetten verschillende tests in, vaker voor het selecteren van managers
                                               dan voor specialistische functies. Bij ongeveer de helft van de selecties wordt een
                                               capaciteitentest, persoonlijkheidtest of assessment center ingezet. Opmerkelijk aangezien de
                                               mentale capaciteiten voor managersfuncties minder belangrijk worden gevonden (zie figuur 1).
                                               Het lijkt erop dat organisaties de algemene trend willen volgen waarbij managers nu eenmaal
                                               een uitgebreider testonderzoek moeten ondergaan.

                                               De Nederlandse selectiemethoden zijn in 1982 voor het laatst onderzocht. Als de resultaten
                                               daartegen worden afgezet zien we dat het gebruik van een sollicitatieformulier sterk is
                                               verminderd (57% in 1982 en 15% in 2007). Het belang dat wordt toegekend aan de sollicitatie­
                                               brief en het CV is daarentegen toegenomen maar de populariteit van het selectie­interview is
                                               hetzelfde gebleven (94% in 1982).
Figuur 2. Selectiemethoden in Nederland
100%

90%                                                                                                            Managers
80%                                                                                                            Specialisten
70%

60%

50%

40%

30%

20%

 10%

  0%




                                                             ta es



                                                              en er
                                                                      s)



                                                                     st




                                                                    ch
              CV




                                                                      g
                           w



                                                                      s




                                                                       r



                                                                     ts



                                                                     ts



                                                                    ek
                                                              rs g
                                                                      n


                                                                   te
                                                                   ie




                                                                   la
                                                          pe rin
                                                                 oo




                                                                tie
                         ie




                                                                  lij
                                                          ag li
                                                                es



                                                                es




                                                          es pl
                                                                zo




                                                                 is
                                                               nt




                                                               en




                                                               rs
                                                       vr u
                       rv
               n




                                                       pr m




                                                             og
                                                             st



                                                             nt
                                                      et va




                                                    e rm
                                                            er
             fe




                                                            re




                                                            ve
                                                           tC
                     te




                                                   ak sa
                                                           id



                                                         ite




                                                          ol
                                                   m er




                                                         nd
                                                         fe




                                                 ch efo
           ie



                   In




                                                       he




                                                       ch
                                                       en




                                                        af
                                                ta rk
                                                      te
                                                      Re
        br




                                                     no
                                                       e




                                                    Gr
                                                     is
                                             fis ti
                                                   ijk
                                                    er




                                                    m




                                            re Wo
                                                    ci




                                          ra ita
                                                  te




                                                 ed
                                                ss
                                                rd




                                               pa
                                                 nl




                                              en




                                        og lic




                                              M
                                             oo
                                             Ee




                                             se




                                            Ca



                                           ed




                                      bi Sol
                                          As



                                          rs




                                         ba
                                        ec
                                        Pe




                                       on
                                      nt



                                    to
                                     A



                                  an
                               (a




   1.3         Wat is de aanpak van het selectie-interviews
               en van assessment centers?

   Het selectie­interview met de kandidaat is een populaire manier van selecteren en de
   voorspellende waarde is hoog wanneer het gesprek goed wordt voorbereid. Maar daar
   mankeert het in veel Nederlandse organisaties aan. Het selectie­interview wordt slechts
   zelden voorbereid (zie figuur 3).
   Interviewers praten graag gezellig en over persoonlijke zaken met de kandidaten en willen
   hen graag op hun gemak stellen. Dat gaat ten koste van de structuur van het selectie­
   interview. Wil de selecteur het goed aanpakken, dan stelt hij elke kandidaat dezelfde vragen
   over concreet gedrag en hanteert hij een score per kandidaat zodat objectieve onderlinge
   vergelijking beter mogelijk is.




                                                                                                           Figuur 3. Aanpak selectie-interview


                                                                                                               dezelfde vragen
                                                                                                               gedetailleerde vragen
                                                                                                               hypothetische situaties
                                                                                                               taak uitvoeren / resultaat eerder werk
                                                                                                               persoonlijke conversatie
                                                                                                               doorvragen
                                                                                                               formele beoordeling



nooit                           zelden           soms                   regelmatig                altijd




   In een assessment center wordt de toekomstige werksituatie van de kandidaat nagebootst en
   zijn gedrag geobserveerd. Eenennegentig procent van de assessment centers duurt een dag.
   De ruime meerderheid van de personeelsselecteurs laat slechts één kandidaat een assessment
   center doen (65 procent). Met uitzondering van enkele grootschalige assessments worden
   er vrijwel nooit meer dan vier kandidaten getest op deze manier. Het meest voorkomende
   onderdeel van een assessment is het rollenspel. Minder vaak moet de kandidaat een
   presentatie houden en een in­basket(postbak)oefening doen. In nog geen tien procent van
   de gevallen is er een groepsdiscussie (figuur 4). Managers krijgen vaker rollenspellen en
   in­baskets te doen dan specialisten.
Figuur 4. Klassieke onderdelen van een
          assessment center
                                                                                                                                                                60%

    altijd
                                                                                                                                                                50%
    soms
    nooit
                                                                                                                                                                40%


                                                                                                                                                                30%


                                                                                                                                                                20%


                                                                                                                                                                10%


                                                                                                                                                                0%
                                                                         Rollenspel                            Presentaties   In-basket     Groepsdiscussie




                                                                 1.4         Wat is het nut van een selectiemethode?

                                                                 Organisaties willen door middel van selectie de beste kandidaat voor een vacante functie
                                                                 binnenhalen. Uit wetenschappelijk onderzoek is bekend dat niet iedere selectiemethode een
                                                                 even goed rendement oplevert. Dat wil zeggen, selectiemethoden verschillen nogal wat betreft
                                                                 hun voorspellend vermogen. Gaat de geselecteerde kandidaat ook echt goed presteren in de
                                                                 functie?
                                                                 Organisaties die valide selectieprocedures gebruiken profiteren van betere werkprestaties
                                                                 van hun medewerkers en een hogere jaarlijkse winst en groei, vooral in de financiële­ en
             Terpstra, D.E., & Rozell, E.J. (1993) – 1           dienstensector.1

                                                                 Personeelsselecteurs in Nederland hebben hoge verwachtingen van de voorspellende
                                                                 waarde van assessment centers, capaciteitentest, aantoonbare werkprestaties en het ­
                                                                 ongestructureerde ­ selectie­interview (zie figuur 5).
                                                                 In figuur 5 zijn de verwachte kosten van een methodiek opgenomen. Eerder onderzoek
                                                                 suggereert dat het investeren in personeelsselectie mede afhangt van financiële
                            Schein, E.H. (1996) – 2              overwegingen.2
                                                                 Het beeld klopt over het algemeen redelijk goed met de werkelijke voorspellende waarde
                                                                 van de selectiemethoden. Dat geldt vooral voor capaciteitentests. Nederlandse selecteurs
                                                                 onderschatten echter de waarde van aantoonbare werkprestaties en overschatten de waarde
                                                                 van assessment centers en ongestructureerde interviews. Het laten uitvoeren van assessment
                                                                 centers kost veel geld. Veel personeelsselecteurs denken dat dit een goede methode is,
                                                                 mogelijk juist omdat het veel geld kost. Uit het onderzoek blijkt dat dit vaak een misvatting is.

                 Harrel­Cook, G & Ferris (1997) – 3


Figuur 5. Verwachte waarde en kosten
          van selectiemethoden 3
                                                                                                                                                                 HOOG




    kosten (geld & tijd)
    voorspelt werkprestaties
                                                                                                                                                                 GEMIDDELD
                                                                                                                                                                 GEEN
                                                                                                                                       ta es




                                                                                                                                       en er
                                                                                                                                              s)




                                                                                                                                             st
                                                               ew




                                                                                                                                             ts




                                                                                                                                               r




                                                                                                                                              g
                                                                                  s



                                                                                                ts




                                                                                                                                            ek




                                                                                                                                           CV
                                                                                                                                       rs g
                                                                                                                                              n
                                                                                                                                           te
                                                                                ie




                                                                                                                                           la




                                                                                                                                    pe rin
                                                                                                                                         tie




                                                                                                                                          oo
                                                                                                                                          lij
                                                                                                                                    ag li
                                                                                              es




                                                                                                                                         es




                                                                                                                                    es pl




                                                                                                                                         zo
                                                                  i




                                                                              nt




                                                                                                                                        en




                                                                                                                                        rs




                                                                                                                                  vr u
                                                               rv




                                                                                                                                         n
                                                                                                                                 pr m
                                                                                            st




                                                                                                                                       nt




                                                                                                                                 et va
                                                                                                                               e rm
                                                                                                                                      er




                                                                                                                                      fe
                                                                           re




                                                                                                                                     ve
                                                                                                                                    tC
                                                            te




                                                                                                                              ak sa
                                                                                            id




                                                                                                                                    te




                                                                                                                              m er
                                                                                                                                   nd
                                                                        fe




                                                                                                                            ch efo




                                                                                                                                   ie
                                                         In




                                                                                       he




                                                                                                                                  ch
                                                                                                                                 en
                                                                                                           i




                                                                                                                           ta rk
                                                                                                        te
                                                                      Re




                                                                                                                                br
                                                                                                                                no




                                                                                                                                 e
                                                                                                                        fis ti
                                                                                                                               is
                                                                                      ijk




                                                                                                                              er
                                                                                                                              m



                                                                                                                       re Wo
                                                                                                      ci




                                                                                                                     ra ita
                                                                                                                             te
                                                                                                                            ed
                                                                                                                           ss




                                                                                                                           rd
                                                                                                    pa
                                                                                 nl




                                                                                                                         en



                                                                                                                  og lic
                                                                                                                         M
                                                                                oo




                                                                                                                        Ee
                                                                                                                        se
                                                                                                 Ca




                                                                                                                     ed



                                                                                                                bi Sol
                                                                                                                    As
                                                                              rs




                                                                                                                    ba




                                                                                                                   ec
                                                                           Pe




                                                                                                                 on




                                                                                                                 nt
                                                                                                              to




                                                                                                               A
                                                                                                            an
                                                                                                         (a
Simulaties zijn niet altijd representatief voor de toekomstige werksituaties en op een testdag
 krijg je een momentopname. Bovendien bereiden kandidaten zich steeds vaker voor op assess­
 ments waardoor zij de uitslag positief kunnen beïnvloeden. Ze presteren daardoor beter in de
 testsituatie dan in de feitelijke functie.
 Opvallend resultaat uit het onderzoek is dat maar twintig procent van alle organisaties de
 effectiviteit van de personeelsselectie meet.

 Voorkeur bij sollicitanten
 De selectiemethoden die organisaties inzetten heeft invloed op het binnenhalen van goed
 personeel. Ze zijn als het ware het visitekaartje van een organisatie. Een oneerlijke, onprettige,
 of onverschillige bejegening van sollicitanten heeft negatieve gevolgen voor het aanbod van
 nieuwe sollicitanten.
 In het onderzoek kwam naar voren dat kandidaten zo hun voorkeur blijken te hebben voor
 het selectie­interview, het cv en aantoonbare werkprestaties (figuur 6). Zij zien deze als
 de meest eerlijke selectiemethoden en staan ook welwillend tegenover capaciteitentests
 en het opvragen van referenties. Uit figuur 6 is op te maken dat Nederlandse selecteurs
 over het algemeen een wat te rooskleurig beeld hebben over hoe hoog kandidaten
 bepaalde selectiemethoden waarderen. Dat kan worden verklaard doordat kandidaten nogal
 terughoudend zijn met commentaar wanneer selecteurs hen hun mening over de selectie
 vragen.

                                                                                                                                                  4 – Hausknecht, Day, & Thomas (2004)


                                                                                                                                                  Figuur 6. Veronderstelde en gemeten voorkeur
                                                                                                                                                            van sollicitanten 4
HOOG




                                                                                                                                                      gemeten voorkeur
                                                                                                                                                      veronderstelde voorkeur
GEMIDDELD
GEEN




                                                                                                                                     ta es
                                                                                                                                             s)
            CV




                      ew




                                      s




                                                  s




                                                                                     t
                                                                  ts




                                                                                                         ts




                                                                                                                                             st
                                                                                     ei
                                    ie




                                                  ni




                                                                                                                                        tie
                                                                es




                                                                                                       es




                                                                                                                                         lij
                                                                                                                                   es pl
                                                                                  rit
                      vi




                                  nt




                                                  n




                                                                                                                                      en
                                                                                                                                 pr m
                                               ke




                                                              st




                                                                                                     nt
                     r




                                re




                                                                                eg
                  te




                                                                                                                              ak sa
                                                              id




                                                                                                                                   ag
                                                                                                  te
                             fe




                                              e




                                                                              nt
                 In




                                                            he
                                           ijk




                                                                                                    i




                                                                                                                                 vr
                                                                                                                           ta k
                                                                                                 te
                           Re




                                                                             :i




                                                                                                                        e or
                                                        ijk
                                          nl




                                                                                               ci




                                                                                                                               e
                                                                             id




                                                                                                                     ar W
                                          oo




                                                                                                                            ch
                                                                                             pa
                                                       nl




                                                                        he
                                                       oo




                                                                                                                        fis
                                        rs




                                                                                          Ca
                                                                       ijk
                                     Pe




                                                     rs




                                                                                                                     ra
                                                                   nl




                                                                                                          nb
                                                  Pe




                                                                                                                  og
                                                                   oo




                                                                                                          oo




                                                                                                               bi
                                                                 rs




                                                                                                        nt
                                                              Pe




                                                                                                      a
                                                                                                   (a




 1.5         Is er binnen de organisatie een gedeelde visie op selectie?

 Eerder onderzoek heeft aangetoond dat een gedeelde visie op selectie en ontwikkeling
 van personeel en een geïntegreerd HRM systeem zijn vruchten afwerpt. Dergelijke
 ‘High Performance’ systemen verminderen het vertrek van werknemers en verhogen de
 productiviteit. Zo kan een organisatie duidelijke en gedeelde richtlijnen ontwikkelen over hoe
 de werving en selectie van personeel moet worden aangepakt. Organisaties hebben niet altijd
 zo’n ‘High Performance’ systeem. Als dit ontbreekt dan hebben lijnmanagers ieder hun eigen
 ideeën en aanpak.

 Er is wel vaak een gedeelde visie in de vorm van een standaard aanpak of richtlijnen
 voor selectie­eisen aan sollicitanten, vooral voor managementfuncties en minder voor
 specialistische functies (zie figuur 7). Bij een vergelijking tussen sectoren is te zien dat een
 gedeelde visie vooral binnen de financiële sector bestaat. Binnen de non­profit sector is er
 weliswaar sprake van een gedeelde visie op de selectie­eisen van managementfuncties maar
 veel minder op die van specialistische functies.

 Veel organisaties hebben nauwelijks een organisatiebrede aanpak als het gaat om selectie­
 methoden die worden gebruikt. Doorgaans wordt de aanpak van de selectie overgelaten aan de
specifieke afdeling waar de vacature is. Dit impliceert dat selectie­eisen, selectiemethoden en
                                  organisatiestrategie niet of nauwelijks op elkaar zijn afgestemd. Dit komt eveneens naar voren
                                  in de wijze waarop het uiteindelijke selectiebesluit wordt genomen.
                                  Non­profit organisaties laten de selectie van managers en specialisten vaak over aan
                                  individuen. Van enige organisatiebrede afstemming of toetsing van dergelijke beslissingen is
                                  dan geen sprake.




Figuur 7. Gedeelde visie                                  Selectie-eisen


    Standaard aanpak                                                                                Managers – Non-profit
    Richtlijn                                                                                       Managers – Profit (Industrie)
    In overleg                                                                                      Managers – Profit (Diensten)
                                                                                                    Managers – Profit (Financieel)
    Soms consultatie
    Individuele beslissing
                                                                                                    Specialisten – Non-profit (Overig)
                                                                                                    Specialisten – Non-profit (Overheid)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Industrie)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Diensten)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Financieel)



                                                         Selectiemethode


                                                                                                    Managers – Non-profit
                                                                                                    Managers – Profit (Industrie)
                                                                                                    Managers – Profit (Diensten)
                                                                                                    Managers – Profit (Financieel)


                                                                                                    Specialisten – Non-profit (Overig)
                                                                                                    Specialisten – Non-profit (Overheid)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Industrie)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Diensten)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Financieel)



                                                         Selectiebeslissing


                                                                                                    Managers – Non-profit
                                                                                                    Managers – Profit (Industrie)
                                                                                                    Managers – Profit (Diensten)
                                                                                                    Managers – Profit (Financieel)


                                                                                                    Specialisten – Non-profit (Overig)
                                                                                                    Specialisten – Non-profit (Overheid)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Industrie)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Diensten)
                                                                                                    Specialisten – Profit (Financieel)


                             0%            20%          40%            60%         80%          100%




                                  1.6    Is de selectie gericht op consolidatie of verandering?

                                  Organisaties zijn geneigd kandidaten te selecteren die passen in de bestaande cultuur van
                                  de organisatie. Personeelsselecteurs zullen alleen bewust zoeken naar een ander type
                                  medewerker wanneer de organisatie een cultuuromslag wil maken. Uit het onderzoek blijkt dat
                                  70 procent van de nonprofitorganisaties wil veranderen en op zoek is naar een ´ander soort
                                  manager´. Over het geheel genomen is 60 procent van de Nederlandse organisaties bezig met
                                  een cultuurverandering. Ter vergelijking: in Duitsland blijkt 80 procent van de onderzochte
                                  organisaties gericht te zijn op behoud van de bestaande cultuur.
1.7             Is er reflectie op personeelsselectie?

We constateerden al dat slechts 20 procent van de Nederlandse organisaties de effectiviteit
van hun personeelsselectie meet. 50 procent van de organisaties reflecteert wel op de eigen
selectie en vraagt sollicitanten naar hun mening over het selectieproces. Deze zijn vaak
terughoudend in hun commentaar. Tien procent van de organisaties schakelt externen in om
de selectieprocedure te evalueren. De animo om te reflecteren op de eigen selectie is laag.
Selecteurs gaan vaak af op hun eigen gevoel over de selectie van kandidaten, zelfs wanneer
zij weten dat een meer gestructureerde manier van selecteren gunstiger is voor de prestaties
van de organisatie.
Uit het lage percentage organisaties dat interesse toont in de mening van personeels­
selecteurs over het proces, blijkt wel dat er weinig oog is voor reflectie (zie figuur 8).
Veertig procent heeft hier nauwelijks belangstelling voor.




Heeft iemand...                                                                                               Figuur 8. Reflectie op personeelsselectie


                                                                                                                  zeer vaak
... sollicitanten gevraagd naar hun
    mening over hetselectieproces?                                                                                regelmatig
                                                                                                                  soms

... selecteurs in de organisatie gevraagd                                                                         zelden
    naar hun mening over dit proces?                                                                              nooit

... overleg gepleegd met het
    hoger management over hoe dit
    proces aansluit bij de strategie
    van de organisatie?

... overleg gepleegd met een
    onderzoeker in personeelsselectie
    over hun mening over dit proces?

... (wetenschappelijk) onderzocht hoe
    goed ditselectieproces voorspelt
    hoe men het later in de baanzal doen?


... de kosten van het
    selectieproces berekend?




                                            0%   10%   20%   30%   40%   50%   60%   70%   80%   90%   100%
De resultaten van dit Yacht/UvA­onderzoek

geven aanleiding om eens te kijken wat

personeelsselecteurs kunnen leren uit de

resultaten van het onderzoek. Welke uitkomsten

zijn van belang voor de dagelijkse praktijk?

In de volgende paragraaf geven de onder­

zoekers 6 aanbevelingen.
’20% van alle organisaties
 meet de effectiviteit
 van de personeelsselectie.’
2
    Aanbevelingen
    voor de praktijk

    Aanbeveling 1
    Verbeter de kwaliteit van personeelsselectie

    De kwaliteit van de personeelsselectie kan nog aanzienlijk verbeteren. Maar weinig
    organisaties meten de effectiviteit van de eigen personeelsselectie. Heel vaak vertrouwen
    organisaties op ongestructureerde selectie­interviews, terwijl ze geen gebruik maken van
    selectiemethoden die een hogere voorspellende waarde hebben.
    Capaciteitentests, aantoonbare werkprestaties en gestructureerde en grondig voorbereide
    interviews met vragen die SMART ­ specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en
    tijdgebonden ­ worden gesteld hebben wel die hoge voorspellende waarde. Daardoor ontstaat
    een meer valide interview waarmee kandidaten goed kunnen worden vergeleken met behulp
    van een vooraf opgesteld scoringsssysteem.



    Aanbeveling 2
    Vergroot de kennis over voorspellende waarde
    Personeelsselecteurs kunnen nog meer inzicht krijgen in de voorspellende waarde van
    selectiemethoden. De waarde van mentale capaciteitentests wordt vaak onderschat.
    Assessment centers en ongestructureerde interviews zijn niet zo goed in het voorspellen
    van werkprestaties als veel mensen in de praktijk aannemen. Selecteurs zouden juist veel
    meer aandacht moeten hebben voor aantoonbare werkprestaties. De waarde daarvan wordt
    onderschat.



    Aanbeveling 3
    Registreer kosten en baten
    Dure selectie is niet altijd de beste selectie. Het is vooral oppassen geblazen bij diverse tests.
    Wordt een statistisch gevalideerde cognitieve capaciteitentest ingezet, dan kost dat aardig
    wat geld maar deze investering levert ook wel wat op. Zo’n test kent een hogere voorspellende
    waarde over iemands functioneren dan bijvoorbeeld een ongestructureerd selectie­interview.
    Deze methode kost naar verhouding minder geld maar heeft wel een hoge voorspellende
    waarde. Assessment centers zijn relatief de duurste selectiemethoden. Bedenk daarbij dat de
    validiteit op het eerste gezicht heel goed lijkt, maar dat deze selectievorm de daadwerkelijke
    werkprestaties vaak slechter voorspelt dan een goed voorbereid selectie­interview.
    Het is dan ook aan te bevelen om een registratie bij te houden van de ingezette
    selectiemethode per vacature zodat gemeten kan worden welke methode het beste rendement
    oplevert. Zo zou kunnen blijken dat een dure methode zoals het assessment center uiteindelijk
    minder rendabel is dan een goed ontworpen selectie interview.



    Aanbeveling 4
    Kijk meer naar mentale capaciteiten en inzetbaarheid
    Nederlandse personeelsselecteurs hebben vooral oog voor specifieke kennis en vaardigheden.
    Hoewel die aanpak vaak nuttig is voor duidelijk omschreven functies is het ook goed te
    beseffen dat functies en functie­eisen door de tijd heen veranderen. Kennis veroudert en
    nieuwe kennis en vaardigheden zijn nodig in de huidige snel veranderende markt. Selecteurs
    zouden dus ook moeten kijken naar mentale capaciteiten en bredere inzetbaarheid van de
    kandidaat. Zij kunnen op dit gebied een voorbeeld nemen aan Amerikanen die vaker selecteren
    op persoonlijkheid en intelligentie van de kandidaat.
Aanbeveling 5
Maak selectie onderdeel van
de organisatiestrategie

Men veronderstelt dat er binnen de organisatie
consensus is over de selectie­eisen, maar hoe
verder in het proces, des te meer verdeeldheid
er ontstaat over de selectie­eisen en selectie­
methoden. Aan het eind nemen veel selecteurs
hun eigen beslissing gebaseerd op hun eigen
goede gevoel dat ten koste gaat van de totale
kwaliteit van de selectie.
Uit dit onderzoek blijkt dat de voorspellende
waarde van iemands toekomstig functioneren
toeneemt wanneer de selectie­eisen, de
selectiemethoden en de selectiebeslissing
doordacht zijn en logisch met elkaar samen­
hangen. Wanneer selecteurs gestructureerd
volgens vooraf gemaakte afspraken selecteren,
dan is het mogelijk om bij de selectie de juiste
mensen aan te nemen die kunnen en willen
werken aan de organisatiestrategie.




Aanbeveling 6
Pas selectiemethoden aan om
een cultuuromslag te verkrijgen
Veel organisaties zijn bezig met een cultuur­
verandering maar zetten het instrument
personeelsselectie onvoldoende strategisch
in. Vooral in de non­profit sector blijken
organisaties geïnteresseerd in verandering van
hun organisatiecultuur. Een manier om dit te
doen is het selecteren van nieuw personeel,
maar dan alleen wanneer de organisatie een
heldere en gedeelde visie heeft van wat anders
moet en welke cultuur men wil.
Op basis van dat beeld kun je bijvoorbeeld een
ander soort manager aannemen, die de nieuwe
organisatiecultuur uitdraagt en overbrengt op
het huidige personeel.
3
                                                Resultaten uit eerder
                                                buitenlands onderzoek

                                                Er blijkt verschil te zijn in de criteria waarop organisaties personeel selecteren. Waar
                                                Amerikaanse organisaties bij voorkeur selecteren op de persoonlijkheid en intelligentie van de
                                                kandidaat, zien we dat Nederlandse organisaties vooral selecteren op kennis en vaardigheden.
                                                In 2005 werd in Duitsland en Zwitserland vergelijkbaar onderzoek gedaan naar
                                                selectiemethoden. In figuur 9 zijn deze uitkomsten gecombineerd met de uitkomsten van het
                                                recente Yacht/UvA­onderzoek.
                                                Gaat het om de selectiemethoden, dan kiezen Nederlandse organisaties net als Duitse en
                                                Zwitserse heel vaak voor de sollicitatiebrief, het cv en het selectie­interview.
                                                In Duitsland en Zwitserland vragen selecteurs veel vaker referenties op.
                                                Duitse personeelsselecteurs zien referenties als leidend onderdeel in de keuze voor een
                                                kandidaat. Zij maken ook meer gebruik van informatie over iemands taakprestaties en
                                                resultaten uit persoonlijkheids­ en capaciteitentests dan Nederlandse selecteurs.
                                                Wat verder opvalt, is dat Duitsland veel grondiger te werk gaat in de personeelsselectie.
                                                Meerdere methoden worden gecombineerd ingezet en men verkrijgt op die manier
                                                waarschijnlijk een grondiger en completer beeld van de kandidaat. Bovendien pakken zij
                                                het selectie­interview gestructureerd aan. Meer dan vijftig procent van de Duitse en dertig
                                                procent van de Zwitserse organisaties gebruikt vooraf opgestelde scoringssystemen en men
                                                let erop dat het selectie­interview volgens een bepaalde standaard verloopt. Daarna kunnen de
                                                selecteurs de verschillende kandidaten goed vergelijken.




Figuur 9. Selectiemethoden in Nederland,
          Duitsland en Zwitserland
                                                                                                                                            100%

    Nederland                                                                                                                               90%

    Duitsland                                                                                                                               80%
    Zwitserland                                                                                                                             70%

                                                                                                                                            60%

                                                                                                                                            50%

                                                                                                                                            40%

                                                                                                                                            30%

                                                                                                                                            20%

                                                                                                                                            10%

                                                                                                                                            0%
                                                                                          ta es



                                                                                          en er
                                                                                                  s)



                                                                                                  st
                                                                                               ew




                                                                                                   s




                                                                                                   r



                                                                                                 ts



                                                                                                 ts



                                                                                                ek




                                                                                                  g



                                                                                                ch
                                                CV




                                                                                          rs g
                                                                                                  n


                                                                                               te
                                                                                               ie




                                                                                               la
                                                                                            tie
                                                                                       pe rin
                                                                                             oo




                                                                                              lij
                                                                                       ag li
                                                                                            es



                                                                                            es




                                                                                       es pl
                                                                                            zo




                                                                                             is
                                                              i



                                                                                           nt




                                                                                           en




                                                                                           rs
                                                                                    vr u
                                                           rv
                                                n




                                                                                   pr m




                                                                                          og
                                                                                          nt
                                                                                          st
                                                                                  et va




                                                                                e rm
                                                                                         er
                                            fe




                                                                                         re




                                                                                        ve
                                                                                       tC
                                                        te




                                                                               ak sa
                                                                                       id



                                                                                      ite




                                                                                       ol
                                                                               m er




                                                                                      nd
                                                                                      fe




                                                                             ch efo
                                           ie



                                                     In




                                                                                    ch
                                                                                    he
                                                                                   en




                                                                                    af
                                                                            ta rk
                                                                                   te
                                                                                  Re
                                           br




                                                                                 no
                                                                                    e




                                                                                Gr
                                                                         fis ti




                                                                                 is
                                                                               ijk
                                                                                er




                                                                              sm




                                                                        re Wo
                                                                                ci




                                                                      ra ita
                                                                              te




                                                                             ed
                                                                            rd




                                                                            pa
                                                                             nl
                                                                           es




                                                                          en




                                                                   og lic




                                                                          M
                                                                         oo
                                                                         Ee




                                                                       Ca
                                                                       ss




                                                                      ed




                                                                 bi Sol
                                                                      rs




                                                                     ba
                                                                     A




                                                                    ec
                                                                   Pe




                                                                  on
                                                                  nt



                                                               to
                                                                A



                                                             an
                                                           (a
4
   Aanbevolen
   selectiemethoden

   Uit eerder onderzoek van Schmidt en Hunter (1998) kunnen we concluderen dat de ene
   selectiemethode meer informatie over de kandidaat oplevert dan de andere. De methoden
   die het beste inzicht geven in de geschiktheid van de kandidaat zijn: de aantoonbare
   taakprestaties, de capaciteitentest die de mentale vermogens test, het gestructureerde
   selectie­interview en de capaciteitentest die kennis meet (zie figuur 10). Iemands referenties
   voorspellen nauwelijks hoe iemand zal functioneren.

   Aantoonbare taakprestaties
   De selecteur kan een goed inzicht krijgen in de geschiktheid van de kandidaat als hij goed in
   beeld krijgt wat kandidaten eerder hebben gepresteerd, welke taken zij uitvoerden, op welke
   wijze zij dat deden en wat daarvan het resultaat was. Daarnaast is het mogelijk om kandidaten
   daadwerkelijk concrete taken te laten uitvoeren. Met deze aantoonbare werkprestaties is de
   hoogste voorspellende waarde te behalen.

   Capaciteitentest
   Het voorspellend vermogen van een capaciteitentest is hoog, vooral wanneer de brede mentale
   vermogens worden getest.




                                                                                                    5 – Schmidt & Hunter (1998)


                                                                                                    Figuur 10. Het voorspellend vermogen van
                                                                                                               selectiemethoden 5
 0,60


 0,50


 0,40


 0,30


 0,20


 0,1 0


 0,00
                                                                                      ta es
                                                                                              id
                                                                                      ar id:




                                                                                              s)
                                                                                              f)




                                                                                               r




                                                                                              st
                                          n)




                                           d




                                           d




                                                                                               s




                                                                                               t



                                                                                              s)
                                                                                            ei




                                                                                           te
                                                                                          tie
                                        er




                                        er




                                                                                         tie




                                                                                         tie
                                                                                         he




                                                                                          ni




                                                                                          lij
                                       re




                                                                                   es pl
                                                                                   ba e




                                                                                        rit




                                                                                       en
                                     re




                                     re




                                                                                w jkh




                                                                                      en




                                                                                      en
                                                       n




                                                                                pr m
                                    ja




                                                                                      ni
                                                    re




                                                                                     eg
                                  tu
                                  tu




                                                                                    tc



                                                                            ak sa
                                                                                    (k



                                                                                   og




                                                                                   ag
                                                                             ou li
                                (in




                                                 fe




                                                                                  nt
                               uc
                               uc




                                                                         tr on




                                                                                en




                                                                                vr
                                                                                (c
                                                                                st




                                                                        ta rk
                                               re




                                                                               :i
                              g




                             tr
                            tr




                                                                      be rso




                                                                             m
                                                                             te




                                                                    re Wo
        rin




                                                                            st




                                                                             e
                                                                            id
                          es
                         es




                                                                          ss




                                                                         ch
                                                                         te
                                                                        he




                                                                          n
                                                                        pe
      va




                      tg




                       :g




                                                                      ite




                                                                      se




                                                                     fis
                                                                      n
                                                                    ijk
    r




                     w
                    ie




                                                                  ite




                                                                   as
 ke




                                                                   te




                                                                  ra
                                                                 ba
                                                                 nl
                  ie
                :n




                                                                ci
 er




                                                               og
                                                               te
                                                             oo
               rv




                                                             on
                                                            pa
             ew
w




                                                            ci




                                                            bi
            te




                                                           rs




                                                          to
                                                         pa
                                                         ca
               i



          in




                                                        pe
            rv




                                                        an
                                                      ca
         te




                                                     (a
       in
Selectie-interview

Uit eerder onderzoek blijkt dat het selectie­interview ondanks de nodige
mankementen een bruikbaar middel is als het goed wordt voorbereid en
gestructureerd wordt gehouden. Het ‘ideale’ selectie­interview ziet er
dan ook als volgt uit:

1. Richt de vragen op de belangrijkste functie­eisen en bereidt ze
   goed voor met alle personen die de kandidaat interviewen
2. Stel specifieke vragen over concreet gedrag
   (in het verleden, heden of toekomst).
   Een handige kandidaat die ‘mooie praatjes’ verkoopt
   moet door de mand kunnen vallen.
3. Stel aan alle kandidaten dezelfde vragen.
   Alleen op deze manier kunnen kandidaten
   (op eerlijke wijze) met elkaar worden vergeleken.
4. Hanteer een scoringsmethodiek als basis voor de uiteindelijke beslissing.
’Iemands referenties
 voorspellen nauwelijks
 hoe iemand
 zal functioneren.’




                   Colofon

                   Samenstelling
                   Yacht, competence HRM
                   Jean Paul Drabbe, regiodirecteur en compentencehouder HRM
                   Rob Drost, HR­professional
                   Dr. U.C. Klehe,
                   Arbeids­ & Organisatiepsychologie, Universiteit van Amsterdam
                   Prof. Dr. A.E.M. van Vianen,
                   Arbeids­ & Organisatiepsychologie, Universiteit van Amsterdam
                   W. Boendermaker, student assistent,
                   Arbeids­ & Organisatiepsychologie, Universiteit van Amsterdam

                   Hoofdredactie: Yacht M&C
                   Lay-out: CoeK Design, Zaandam
                   Druk: PlantijnCasparie, Capelle ad. IJssel

                   Speciale dank gaat uit naar initiatiefnemer Johan Kanis.



                   © Yacht BV., Diemen 2008

                   Samensteller(s) zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke
                   uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor
                   onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen of waarvan gemeend wordt dat
                   die is ontstaan, door hetgebruik van de in deze publicatie vermelde gegevens. Niets uit
                   deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel
                   van druk, fotokopie, microfilm, ofop welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande
                   schriftelijke toestemming van de uitgever.
www.yacht.nl

Contenu connexe

En vedette

Aprendemos a comer bien
Aprendemos a comer bienAprendemos a comer bien
Aprendemos a comer bienMaite Morales
 
INTEGRASI AWAL SAINS
INTEGRASI AWAL SAINSINTEGRASI AWAL SAINS
INTEGRASI AWAL SAINSnurulanwar
 
递进民主
递进民主递进民主
递进民主Jayson Xu
 
Presentacion De La Comida
Presentacion De La ComidaPresentacion De La Comida
Presentacion De La Comidaismablan
 
Portafolio de diseño
Portafolio de diseñoPortafolio de diseño
Portafolio de diseñovalentin
 
Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...
Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...
Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...Nicolas Valenzuela
 
Presentación de Linklab - Comunicación Estratégica
Presentación de Linklab - Comunicación EstratégicaPresentación de Linklab - Comunicación Estratégica
Presentación de Linklab - Comunicación EstratégicaSantiago
 
Decreto N° 2640 09 Gripe A
Decreto N° 2640 09 Gripe ADecreto N° 2640 09 Gripe A
Decreto N° 2640 09 Gripe Aaletheia Jacobo
 
Dora.ppt
Dora.pptDora.ppt
Dora.pptdora
 
实验一 Mathematica软件简介
实验一   Mathematica软件简介实验一   Mathematica软件简介
实验一 Mathematica软件简介guestfe33f0e
 

En vedette (19)

Aprendemos a comer bien
Aprendemos a comer bienAprendemos a comer bien
Aprendemos a comer bien
 
INTEGRASI AWAL SAINS
INTEGRASI AWAL SAINSINTEGRASI AWAL SAINS
INTEGRASI AWAL SAINS
 
Unidad 4
Unidad 4Unidad 4
Unidad 4
 
递进民主
递进民主递进民主
递进民主
 
Presentacion De La Comida
Presentacion De La ComidaPresentacion De La Comida
Presentacion De La Comida
 
Madre
MadreMadre
Madre
 
Les Tic a l'educació
Les Tic a l'educacióLes Tic a l'educació
Les Tic a l'educació
 
Portafolio de diseño
Portafolio de diseñoPortafolio de diseño
Portafolio de diseño
 
Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...
Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...
Usar el remarketing en la Red de Display de Google con la etiqueta de Google ...
 
Presentación de Linklab - Comunicación Estratégica
Presentación de Linklab - Comunicación EstratégicaPresentación de Linklab - Comunicación Estratégica
Presentación de Linklab - Comunicación Estratégica
 
Decreto N° 2640 09 Gripe A
Decreto N° 2640 09 Gripe ADecreto N° 2640 09 Gripe A
Decreto N° 2640 09 Gripe A
 
Ghosts
GhostsGhosts
Ghosts
 
Link XD
Link XDLink XD
Link XD
 
Tp Emilio
Tp EmilioTp Emilio
Tp Emilio
 
Dora.ppt
Dora.pptDora.ppt
Dora.ppt
 
Assignment12
Assignment12Assignment12
Assignment12
 
Logotyper
LogotyperLogotyper
Logotyper
 
实验一 Mathematica软件简介
实验一   Mathematica软件简介实验一   Mathematica软件简介
实验一 Mathematica软件简介
 
Recurso Especial - 1.378.094
Recurso Especial - 1.378.094Recurso Especial - 1.378.094
Recurso Especial - 1.378.094
 

Similaire à Onderzoeksrapport Personeelsselectie in Nederland

Employer Branding
Employer BrandingEmployer Branding
Employer Brandingjanperdijk
 
Whitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuw
Whitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuwWhitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuw
Whitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuwMitchell de Bos
 
Whitepaper-Y-generatie-2015
Whitepaper-Y-generatie-2015Whitepaper-Y-generatie-2015
Whitepaper-Y-generatie-2015Mitchell de Bos
 
Talent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagement
Talent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagementTalent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagement
Talent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagementSjoerd de Vries
 
Trends In Controlling 2011
Trends In Controlling 2011Trends In Controlling 2011
Trends In Controlling 2011Suzanne Heinen
 
Rapportage alumnionderzoek FM 2015
Rapportage alumnionderzoek FM 2015Rapportage alumnionderzoek FM 2015
Rapportage alumnionderzoek FM 2015Ben Knoop
 
Tweetalige Slides Oudenaarde1708
Tweetalige Slides Oudenaarde1708Tweetalige Slides Oudenaarde1708
Tweetalige Slides Oudenaarde1708YANA2TQM c.v.
 
Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...
Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...
Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...verzekeringsbranchedag
 
Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...
Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...
Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...mhpbraakman
 
Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...
Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...
Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...mhpbraakman
 
De Wendbare Oganisatie
De Wendbare OganisatieDe Wendbare Oganisatie
De Wendbare Oganisatieberrjaco
 
Rapport nationale opleidings enquête 2012
Rapport nationale opleidings enquête 2012Rapport nationale opleidings enquête 2012
Rapport nationale opleidings enquête 2012Freia_Randstad
 
Employ And More Bedrijfsadvies En Interim Management
Employ And More Bedrijfsadvies En Interim ManagementEmploy And More Bedrijfsadvies En Interim Management
Employ And More Bedrijfsadvies En Interim ManagementEmploy and More Consultancy
 
Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011ronaldisa
 
Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011ToonJanssen
 
De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013
De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013
De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013Marlene De Koning
 
Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6
Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6
Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6René Verweijmeren
 
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den BreejenJan-Dirk den Breejen ∴
 

Similaire à Onderzoeksrapport Personeelsselectie in Nederland (20)

Employer Branding
Employer BrandingEmployer Branding
Employer Branding
 
Whitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuw
Whitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuwWhitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuw
Whitepaper Y-generatie 2015 Neomax nieuw
 
Whitepaper-Y-generatie-2015
Whitepaper-Y-generatie-2015Whitepaper-Y-generatie-2015
Whitepaper-Y-generatie-2015
 
Talent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagement
Talent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagementTalent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagement
Talent management Raet_HR_Benchmark_2016_onderzoeksrapport_talentmanagement
 
Tendensen in leren en ontwikkeling in organisaties
Tendensen in leren en ontwikkeling in organisatiesTendensen in leren en ontwikkeling in organisaties
Tendensen in leren en ontwikkeling in organisaties
 
Trends In Controlling 2011
Trends In Controlling 2011Trends In Controlling 2011
Trends In Controlling 2011
 
Rapportage alumnionderzoek FM 2015
Rapportage alumnionderzoek FM 2015Rapportage alumnionderzoek FM 2015
Rapportage alumnionderzoek FM 2015
 
Tweetalige Slides Oudenaarde1708
Tweetalige Slides Oudenaarde1708Tweetalige Slides Oudenaarde1708
Tweetalige Slides Oudenaarde1708
 
Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...
Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...
Nationale-Nederlanden, Erik van de Crommenacker & Erik van Marle: Gezocht ris...
 
Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...
Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...
Presentatie branchemeter 2012 en samenwerking tusen brancheorganisaties, bije...
 
Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...
Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...
Presentatie Branchemeter 2012 En Samenwerking Tusen Brancheorganisaties, Bije...
 
De Wendbare Oganisatie
De Wendbare OganisatieDe Wendbare Oganisatie
De Wendbare Oganisatie
 
Rapport nationale opleidings enquête 2012
Rapport nationale opleidings enquête 2012Rapport nationale opleidings enquête 2012
Rapport nationale opleidings enquête 2012
 
Employ And More Bedrijfsadvies En Interim Management
Employ And More Bedrijfsadvies En Interim ManagementEmploy And More Bedrijfsadvies En Interim Management
Employ And More Bedrijfsadvies En Interim Management
 
Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011
 
Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011Branchebericht ICT 2011
Branchebericht ICT 2011
 
De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013
De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013
De top 5 Nederlandse trends in recruitment 2013
 
Purpose werkdruk onderzoek
Purpose werkdruk onderzoekPurpose werkdruk onderzoek
Purpose werkdruk onderzoek
 
Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6
Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6
Operational excellence 3.0 Editie 2018 Deel 6
 
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
091911_Personeelbeleid_Artikel Jan den Breejen
 

Onderzoeksrapport Personeelsselectie in Nederland

  • 2. ’Bouwen aan personele kwaliteit begint bij werven en selecteren.’ Inhoud Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Onderzoek Yacht / Universiteit van Amsterdam 5 Hoofdstuk 2 Aanbevelingen voor de praktijk 14 Hoofdstuk 3 Resultaten uit eerder buitenlands onderzoek 16 Hoofdstuk 4 Aanbevolen selectiemethoden 17
  • 3. Inleiding Gezien de prognoses en de dagelijkse praktijk is het selecteren van het juiste personeel voor de organisatie één van de grootste uitdagingen van nu en de komende jaren. Directeuren en managers stellen toenemende hoge eisen aan medewerkers, maar potentiële kandidaten stellen ook hoge eisen aan de organisatie waar zij gaan werken. Het werven en selecteren van medewerkers is de eerste stap om te komen tot een goede personele kwaliteit. Het management en HR­managers doen er verstandig aan hier veel aandacht aan te schenken. Excellent personeel is immers de enige mogelijkheid om je als organisatie goed te kunnen onderscheiden in de hedendaagse kenniseconomie. Bouwen aan personele kwaliteit begint bij werven en selecteren. Yacht deed in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar de manier van selecteren in Nederlandse organisaties en vergeleek de uitkomsten met eerder onderzoek in het buitenland. Het onderzoek geeft een representatief beeld van de selectiecriteria die selecteurs in de organisatie belangrijk vinden. Ook is gevraagd naar de methoden van selecteren, de verbinding van selectie met het organisatiebeleid en het nut van een kwalitatief goede personeelsselectie. Yacht en de Universiteit van Amsterdam bieden graag inzicht in hoe Nederlandse organisaties invulling geven aan het instrument ‘personeelsselectie’ en hopen met de uitkomst van dit onderzoek een ieder die zich met personeelsselectie bezig houdt tot denken aan te zetten. Wij wensen u veel leesplezier! Jean Paul Drabbe, regiodirecteur en HRM competencehouder Rob Drost, HR­professional
  • 4. 1 Onderzoek Yacht en de Universiteit van Amsterdam Yacht vroeg 150 vertegenwoordigers van Nederlandse organisaties naar hun personeels­ selectie. Het onderzoek is uitgevoerd van juli tot en met september 2007. Profiel van ondervraagden De leeftijd van de respondenten varieerde van 23 tot 64 jaar, met een gemiddelde van 40 jaar. Gemiddeld had men elf jaar ervaring in personeelsselectie en gemiddeld genomen stellen deze organisaties 37 nieuwe werknemers per jaar aan. De overige profielgegevens zijn grafisch weergegeven. Verdeling naar geslacht Werkzaam in de volgende sectoren Verdeling Sectoren Overheid Nonprofit 20% Industrie- 24% Mannen sector 38% 32% Vrouwen 62% Profitsector 76% Dienstensector 48% Ondervraagden werkzaam op Positie ondervraagden Training gevolgd op het gebied van personeelsselectie Overige afdeling Top 11% management Recent 18% training Werknemer gevolgd 37% Geen 32% recente training Middel gevolgd HRM afdeling management 68% 89% 24% Lager management 5%
  • 5. Rapportopbouw Yacht en de Universiteit van Amsterdam deden in 2007 onderzoek hoe Nederlandse organisatie uit diverse sectoren invulling geven aan de personeelsselectie. In de volgende paragrafen worden achtereen­ volgens de resultaten besproken van zeven kernvragen: 1.1 Naar welke selectiecriteria wordt er gekeken? 1.2 Welke selectiemethode wordt gebruikt? 1.3 Wat is de aanpak van het selectie­ interview en van assessment centers? 1.4 Wat is het nut van een selectiemethode? 1.5 Is er binnen de organisatie een gedeelde visie op selectie? 1.6 Is de selectie gericht op consolidatie of verandering? 1.7 Is er reflectie op personeelsselectie? Waar mogelijk zijn resultaten afgezet tegen resultaten in Amerika, Duitsland en Zwitser­ land, om aan te geven hoe in deze landen invulling wordt gegeven aan bepaalde aspecten in de personeelsselectie. De manier waarop bijvoorbeeld Duitse personeelsselecteurs een selectie­interview houden levert een hogere voorspellende waarde over iemands functioneren op dan de Nederlandse manier. Als afsluiting worden aanbevelingen gegeven om het personeelsselectietraject anders in te richten. De hierna volgende Nederlandse onderzoeks­ resultaten zullen worden opgenomen in een internationaal onderzoek betreffende personeelsselectie.
  • 6. 1.1 Naar welke selectiecriteria wordt er gekeken? Nederlandse organisaties hanteren verschillende criteria bij de selectie van nieuwe mede­ werkers. In de onderzoeksresultaten is onderscheid gemaakt tussen profit en nonprofit organisaties en tussen de selectie van managers en specialisten (zie figuur 1). Nederlandse organisaties selecteren vooral op kennis en vaardigheden, het meeste bij specialistische functies. Sociale vaardigheden spelen een belangrijk rol als criteria bij managementfuncties. Personeelsselecteurs die in de nonprofitsector specialisten selecteren hechten veel waarde aan iemands mentale vaardigheden en persoonlijkheid. Opvallend is wel dat zij dit minder belangrijk vinden als het gaat om managementfuncties. In de nonprofitsector blijft bij managementfuncties ook onderbelicht of iemand past binnen de cultuur van de organisatie. Dat aspect is wel van belang in de profitsector met een uitschieter in de financiële sector. Figuur 1. Selectiecriteria in Nederland Kennis en vaardigheden Sociale vaardigheden Managers – Non-profit 3% 75,0% 100,0% Managers – Profit (Industrie) 9% 76,9% 69,2% Managers – Profit (Diensten) 10% 100,0% 64,3% Managers – Profit (Financieel) 4% 100,0% 100,0% Specialisten – Non-profit (Overig) 4% 100,0% 83,3% Specialisten – Non-profit (Overheid) 17% 95,7% 65,2% Specialisten – Profit (Industrie) 24% 90,9% 54,5% Specialisten – Profit (Diensten) 22% 93,1% 51,7% Specialisten – Profit (Financieel) 7% 100,0% 50,0% Persoonlijkheid Fit Mentale capaciteiten 50,0% 25,0% 0,0% 53,8% 53,8% 7,7% 64,3% 64,3% 14,3% 60,0% 100,0% 0,0% 83,3% 33,3% 66,7% 52,2% 47,8% 17,4% 57,6% 42,4% 15,2% 65,5% 44,8% 24,1% 70,0% 70,0% 50,0% 1.2 Welke selectiemethode wordt gebruikt? Organisaties gebruiken diverse methoden om hun personeel te selecteren. De sollicitatiebrief, het CV en het selectie­interview worden vrijwel altijd als selectiemiddel ingezet. De bedrijfs­ sectoren verschillen nauwelijks in hun methode van selecteren, maar het antecedenten­ onderzoek wordt vrijwel uitsluitend gebruikt in de financiële­ en overheidssector (zie figuur 2). Personeelsselecteurs zetten verschillende tests in, vaker voor het selecteren van managers dan voor specialistische functies. Bij ongeveer de helft van de selecties wordt een capaciteitentest, persoonlijkheidtest of assessment center ingezet. Opmerkelijk aangezien de mentale capaciteiten voor managersfuncties minder belangrijk worden gevonden (zie figuur 1). Het lijkt erop dat organisaties de algemene trend willen volgen waarbij managers nu eenmaal een uitgebreider testonderzoek moeten ondergaan. De Nederlandse selectiemethoden zijn in 1982 voor het laatst onderzocht. Als de resultaten daartegen worden afgezet zien we dat het gebruik van een sollicitatieformulier sterk is verminderd (57% in 1982 en 15% in 2007). Het belang dat wordt toegekend aan de sollicitatie­ brief en het CV is daarentegen toegenomen maar de populariteit van het selectie­interview is hetzelfde gebleven (94% in 1982).
  • 7. Figuur 2. Selectiemethoden in Nederland 100% 90% Managers 80% Specialisten 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ta es en er s) st ch CV g w s r ts ts ek rs g n te ie la pe rin oo tie ie lij ag li es es es pl zo is nt en rs vr u rv n pr m og st nt et va e rm er fe re ve tC te ak sa id ite ol m er nd fe ch efo ie In he ch en af ta rk te Re br no e Gr is fis ti ijk er m re Wo ci ra ita te ed ss rd pa nl en og lic M oo Ee se Ca ed bi Sol As rs ba ec Pe on nt to A an (a 1.3 Wat is de aanpak van het selectie-interviews en van assessment centers? Het selectie­interview met de kandidaat is een populaire manier van selecteren en de voorspellende waarde is hoog wanneer het gesprek goed wordt voorbereid. Maar daar mankeert het in veel Nederlandse organisaties aan. Het selectie­interview wordt slechts zelden voorbereid (zie figuur 3). Interviewers praten graag gezellig en over persoonlijke zaken met de kandidaten en willen hen graag op hun gemak stellen. Dat gaat ten koste van de structuur van het selectie­ interview. Wil de selecteur het goed aanpakken, dan stelt hij elke kandidaat dezelfde vragen over concreet gedrag en hanteert hij een score per kandidaat zodat objectieve onderlinge vergelijking beter mogelijk is. Figuur 3. Aanpak selectie-interview dezelfde vragen gedetailleerde vragen hypothetische situaties taak uitvoeren / resultaat eerder werk persoonlijke conversatie doorvragen formele beoordeling nooit zelden soms regelmatig altijd In een assessment center wordt de toekomstige werksituatie van de kandidaat nagebootst en zijn gedrag geobserveerd. Eenennegentig procent van de assessment centers duurt een dag. De ruime meerderheid van de personeelsselecteurs laat slechts één kandidaat een assessment center doen (65 procent). Met uitzondering van enkele grootschalige assessments worden er vrijwel nooit meer dan vier kandidaten getest op deze manier. Het meest voorkomende onderdeel van een assessment is het rollenspel. Minder vaak moet de kandidaat een presentatie houden en een in­basket(postbak)oefening doen. In nog geen tien procent van de gevallen is er een groepsdiscussie (figuur 4). Managers krijgen vaker rollenspellen en in­baskets te doen dan specialisten.
  • 8. Figuur 4. Klassieke onderdelen van een assessment center 60% altijd 50% soms nooit 40% 30% 20% 10% 0% Rollenspel Presentaties In-basket Groepsdiscussie 1.4 Wat is het nut van een selectiemethode? Organisaties willen door middel van selectie de beste kandidaat voor een vacante functie binnenhalen. Uit wetenschappelijk onderzoek is bekend dat niet iedere selectiemethode een even goed rendement oplevert. Dat wil zeggen, selectiemethoden verschillen nogal wat betreft hun voorspellend vermogen. Gaat de geselecteerde kandidaat ook echt goed presteren in de functie? Organisaties die valide selectieprocedures gebruiken profiteren van betere werkprestaties van hun medewerkers en een hogere jaarlijkse winst en groei, vooral in de financiële­ en Terpstra, D.E., & Rozell, E.J. (1993) – 1 dienstensector.1 Personeelsselecteurs in Nederland hebben hoge verwachtingen van de voorspellende waarde van assessment centers, capaciteitentest, aantoonbare werkprestaties en het ­ ongestructureerde ­ selectie­interview (zie figuur 5). In figuur 5 zijn de verwachte kosten van een methodiek opgenomen. Eerder onderzoek suggereert dat het investeren in personeelsselectie mede afhangt van financiële Schein, E.H. (1996) – 2 overwegingen.2 Het beeld klopt over het algemeen redelijk goed met de werkelijke voorspellende waarde van de selectiemethoden. Dat geldt vooral voor capaciteitentests. Nederlandse selecteurs onderschatten echter de waarde van aantoonbare werkprestaties en overschatten de waarde van assessment centers en ongestructureerde interviews. Het laten uitvoeren van assessment centers kost veel geld. Veel personeelsselecteurs denken dat dit een goede methode is, mogelijk juist omdat het veel geld kost. Uit het onderzoek blijkt dat dit vaak een misvatting is. Harrel­Cook, G & Ferris (1997) – 3 Figuur 5. Verwachte waarde en kosten van selectiemethoden 3 HOOG kosten (geld & tijd) voorspelt werkprestaties GEMIDDELD GEEN ta es en er s) st ew ts r g s ts ek CV rs g n te ie la pe rin tie oo lij ag li es es es pl zo i nt en rs vr u rv n pr m st nt et va e rm er fe re ve tC te ak sa id te m er nd fe ch efo ie In he ch en i ta rk te Re br no e fis ti is ijk er m re Wo ci ra ita te ed ss rd pa nl en og lic M oo Ee se Ca ed bi Sol As rs ba ec Pe on nt to A an (a
  • 9. Simulaties zijn niet altijd representatief voor de toekomstige werksituaties en op een testdag krijg je een momentopname. Bovendien bereiden kandidaten zich steeds vaker voor op assess­ ments waardoor zij de uitslag positief kunnen beïnvloeden. Ze presteren daardoor beter in de testsituatie dan in de feitelijke functie. Opvallend resultaat uit het onderzoek is dat maar twintig procent van alle organisaties de effectiviteit van de personeelsselectie meet. Voorkeur bij sollicitanten De selectiemethoden die organisaties inzetten heeft invloed op het binnenhalen van goed personeel. Ze zijn als het ware het visitekaartje van een organisatie. Een oneerlijke, onprettige, of onverschillige bejegening van sollicitanten heeft negatieve gevolgen voor het aanbod van nieuwe sollicitanten. In het onderzoek kwam naar voren dat kandidaten zo hun voorkeur blijken te hebben voor het selectie­interview, het cv en aantoonbare werkprestaties (figuur 6). Zij zien deze als de meest eerlijke selectiemethoden en staan ook welwillend tegenover capaciteitentests en het opvragen van referenties. Uit figuur 6 is op te maken dat Nederlandse selecteurs over het algemeen een wat te rooskleurig beeld hebben over hoe hoog kandidaten bepaalde selectiemethoden waarderen. Dat kan worden verklaard doordat kandidaten nogal terughoudend zijn met commentaar wanneer selecteurs hen hun mening over de selectie vragen. 4 – Hausknecht, Day, & Thomas (2004) Figuur 6. Veronderstelde en gemeten voorkeur van sollicitanten 4 HOOG gemeten voorkeur veronderstelde voorkeur GEMIDDELD GEEN ta es s) CV ew s s t ts ts st ei ie ni tie es es lij es pl rit vi nt n en pr m ke st nt r re eg te ak sa id ag te fe e nt In he ijk i vr ta k te Re :i e or ijk nl ci e id ar W oo ch pa nl he oo fis rs Ca ijk Pe rs ra nl nb Pe og oo oo bi rs nt Pe a (a 1.5 Is er binnen de organisatie een gedeelde visie op selectie? Eerder onderzoek heeft aangetoond dat een gedeelde visie op selectie en ontwikkeling van personeel en een geïntegreerd HRM systeem zijn vruchten afwerpt. Dergelijke ‘High Performance’ systemen verminderen het vertrek van werknemers en verhogen de productiviteit. Zo kan een organisatie duidelijke en gedeelde richtlijnen ontwikkelen over hoe de werving en selectie van personeel moet worden aangepakt. Organisaties hebben niet altijd zo’n ‘High Performance’ systeem. Als dit ontbreekt dan hebben lijnmanagers ieder hun eigen ideeën en aanpak. Er is wel vaak een gedeelde visie in de vorm van een standaard aanpak of richtlijnen voor selectie­eisen aan sollicitanten, vooral voor managementfuncties en minder voor specialistische functies (zie figuur 7). Bij een vergelijking tussen sectoren is te zien dat een gedeelde visie vooral binnen de financiële sector bestaat. Binnen de non­profit sector is er weliswaar sprake van een gedeelde visie op de selectie­eisen van managementfuncties maar veel minder op die van specialistische functies. Veel organisaties hebben nauwelijks een organisatiebrede aanpak als het gaat om selectie­ methoden die worden gebruikt. Doorgaans wordt de aanpak van de selectie overgelaten aan de
  • 10. specifieke afdeling waar de vacature is. Dit impliceert dat selectie­eisen, selectiemethoden en organisatiestrategie niet of nauwelijks op elkaar zijn afgestemd. Dit komt eveneens naar voren in de wijze waarop het uiteindelijke selectiebesluit wordt genomen. Non­profit organisaties laten de selectie van managers en specialisten vaak over aan individuen. Van enige organisatiebrede afstemming of toetsing van dergelijke beslissingen is dan geen sprake. Figuur 7. Gedeelde visie Selectie-eisen Standaard aanpak Managers – Non-profit Richtlijn Managers – Profit (Industrie) In overleg Managers – Profit (Diensten) Managers – Profit (Financieel) Soms consultatie Individuele beslissing Specialisten – Non-profit (Overig) Specialisten – Non-profit (Overheid) Specialisten – Profit (Industrie) Specialisten – Profit (Diensten) Specialisten – Profit (Financieel) Selectiemethode Managers – Non-profit Managers – Profit (Industrie) Managers – Profit (Diensten) Managers – Profit (Financieel) Specialisten – Non-profit (Overig) Specialisten – Non-profit (Overheid) Specialisten – Profit (Industrie) Specialisten – Profit (Diensten) Specialisten – Profit (Financieel) Selectiebeslissing Managers – Non-profit Managers – Profit (Industrie) Managers – Profit (Diensten) Managers – Profit (Financieel) Specialisten – Non-profit (Overig) Specialisten – Non-profit (Overheid) Specialisten – Profit (Industrie) Specialisten – Profit (Diensten) Specialisten – Profit (Financieel) 0% 20% 40% 60% 80% 100% 1.6 Is de selectie gericht op consolidatie of verandering? Organisaties zijn geneigd kandidaten te selecteren die passen in de bestaande cultuur van de organisatie. Personeelsselecteurs zullen alleen bewust zoeken naar een ander type medewerker wanneer de organisatie een cultuuromslag wil maken. Uit het onderzoek blijkt dat 70 procent van de nonprofitorganisaties wil veranderen en op zoek is naar een ´ander soort manager´. Over het geheel genomen is 60 procent van de Nederlandse organisaties bezig met een cultuurverandering. Ter vergelijking: in Duitsland blijkt 80 procent van de onderzochte organisaties gericht te zijn op behoud van de bestaande cultuur.
  • 11. 1.7 Is er reflectie op personeelsselectie? We constateerden al dat slechts 20 procent van de Nederlandse organisaties de effectiviteit van hun personeelsselectie meet. 50 procent van de organisaties reflecteert wel op de eigen selectie en vraagt sollicitanten naar hun mening over het selectieproces. Deze zijn vaak terughoudend in hun commentaar. Tien procent van de organisaties schakelt externen in om de selectieprocedure te evalueren. De animo om te reflecteren op de eigen selectie is laag. Selecteurs gaan vaak af op hun eigen gevoel over de selectie van kandidaten, zelfs wanneer zij weten dat een meer gestructureerde manier van selecteren gunstiger is voor de prestaties van de organisatie. Uit het lage percentage organisaties dat interesse toont in de mening van personeels­ selecteurs over het proces, blijkt wel dat er weinig oog is voor reflectie (zie figuur 8). Veertig procent heeft hier nauwelijks belangstelling voor. Heeft iemand... Figuur 8. Reflectie op personeelsselectie zeer vaak ... sollicitanten gevraagd naar hun mening over hetselectieproces? regelmatig soms ... selecteurs in de organisatie gevraagd zelden naar hun mening over dit proces? nooit ... overleg gepleegd met het hoger management over hoe dit proces aansluit bij de strategie van de organisatie? ... overleg gepleegd met een onderzoeker in personeelsselectie over hun mening over dit proces? ... (wetenschappelijk) onderzocht hoe goed ditselectieproces voorspelt hoe men het later in de baanzal doen? ... de kosten van het selectieproces berekend? 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
  • 12. De resultaten van dit Yacht/UvA­onderzoek geven aanleiding om eens te kijken wat personeelsselecteurs kunnen leren uit de resultaten van het onderzoek. Welke uitkomsten zijn van belang voor de dagelijkse praktijk? In de volgende paragraaf geven de onder­ zoekers 6 aanbevelingen.
  • 13. ’20% van alle organisaties meet de effectiviteit van de personeelsselectie.’
  • 14. 2 Aanbevelingen voor de praktijk Aanbeveling 1 Verbeter de kwaliteit van personeelsselectie De kwaliteit van de personeelsselectie kan nog aanzienlijk verbeteren. Maar weinig organisaties meten de effectiviteit van de eigen personeelsselectie. Heel vaak vertrouwen organisaties op ongestructureerde selectie­interviews, terwijl ze geen gebruik maken van selectiemethoden die een hogere voorspellende waarde hebben. Capaciteitentests, aantoonbare werkprestaties en gestructureerde en grondig voorbereide interviews met vragen die SMART ­ specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden ­ worden gesteld hebben wel die hoge voorspellende waarde. Daardoor ontstaat een meer valide interview waarmee kandidaten goed kunnen worden vergeleken met behulp van een vooraf opgesteld scoringsssysteem. Aanbeveling 2 Vergroot de kennis over voorspellende waarde Personeelsselecteurs kunnen nog meer inzicht krijgen in de voorspellende waarde van selectiemethoden. De waarde van mentale capaciteitentests wordt vaak onderschat. Assessment centers en ongestructureerde interviews zijn niet zo goed in het voorspellen van werkprestaties als veel mensen in de praktijk aannemen. Selecteurs zouden juist veel meer aandacht moeten hebben voor aantoonbare werkprestaties. De waarde daarvan wordt onderschat. Aanbeveling 3 Registreer kosten en baten Dure selectie is niet altijd de beste selectie. Het is vooral oppassen geblazen bij diverse tests. Wordt een statistisch gevalideerde cognitieve capaciteitentest ingezet, dan kost dat aardig wat geld maar deze investering levert ook wel wat op. Zo’n test kent een hogere voorspellende waarde over iemands functioneren dan bijvoorbeeld een ongestructureerd selectie­interview. Deze methode kost naar verhouding minder geld maar heeft wel een hoge voorspellende waarde. Assessment centers zijn relatief de duurste selectiemethoden. Bedenk daarbij dat de validiteit op het eerste gezicht heel goed lijkt, maar dat deze selectievorm de daadwerkelijke werkprestaties vaak slechter voorspelt dan een goed voorbereid selectie­interview. Het is dan ook aan te bevelen om een registratie bij te houden van de ingezette selectiemethode per vacature zodat gemeten kan worden welke methode het beste rendement oplevert. Zo zou kunnen blijken dat een dure methode zoals het assessment center uiteindelijk minder rendabel is dan een goed ontworpen selectie interview. Aanbeveling 4 Kijk meer naar mentale capaciteiten en inzetbaarheid Nederlandse personeelsselecteurs hebben vooral oog voor specifieke kennis en vaardigheden. Hoewel die aanpak vaak nuttig is voor duidelijk omschreven functies is het ook goed te beseffen dat functies en functie­eisen door de tijd heen veranderen. Kennis veroudert en nieuwe kennis en vaardigheden zijn nodig in de huidige snel veranderende markt. Selecteurs zouden dus ook moeten kijken naar mentale capaciteiten en bredere inzetbaarheid van de kandidaat. Zij kunnen op dit gebied een voorbeeld nemen aan Amerikanen die vaker selecteren op persoonlijkheid en intelligentie van de kandidaat.
  • 15. Aanbeveling 5 Maak selectie onderdeel van de organisatiestrategie Men veronderstelt dat er binnen de organisatie consensus is over de selectie­eisen, maar hoe verder in het proces, des te meer verdeeldheid er ontstaat over de selectie­eisen en selectie­ methoden. Aan het eind nemen veel selecteurs hun eigen beslissing gebaseerd op hun eigen goede gevoel dat ten koste gaat van de totale kwaliteit van de selectie. Uit dit onderzoek blijkt dat de voorspellende waarde van iemands toekomstig functioneren toeneemt wanneer de selectie­eisen, de selectiemethoden en de selectiebeslissing doordacht zijn en logisch met elkaar samen­ hangen. Wanneer selecteurs gestructureerd volgens vooraf gemaakte afspraken selecteren, dan is het mogelijk om bij de selectie de juiste mensen aan te nemen die kunnen en willen werken aan de organisatiestrategie. Aanbeveling 6 Pas selectiemethoden aan om een cultuuromslag te verkrijgen Veel organisaties zijn bezig met een cultuur­ verandering maar zetten het instrument personeelsselectie onvoldoende strategisch in. Vooral in de non­profit sector blijken organisaties geïnteresseerd in verandering van hun organisatiecultuur. Een manier om dit te doen is het selecteren van nieuw personeel, maar dan alleen wanneer de organisatie een heldere en gedeelde visie heeft van wat anders moet en welke cultuur men wil. Op basis van dat beeld kun je bijvoorbeeld een ander soort manager aannemen, die de nieuwe organisatiecultuur uitdraagt en overbrengt op het huidige personeel.
  • 16. 3 Resultaten uit eerder buitenlands onderzoek Er blijkt verschil te zijn in de criteria waarop organisaties personeel selecteren. Waar Amerikaanse organisaties bij voorkeur selecteren op de persoonlijkheid en intelligentie van de kandidaat, zien we dat Nederlandse organisaties vooral selecteren op kennis en vaardigheden. In 2005 werd in Duitsland en Zwitserland vergelijkbaar onderzoek gedaan naar selectiemethoden. In figuur 9 zijn deze uitkomsten gecombineerd met de uitkomsten van het recente Yacht/UvA­onderzoek. Gaat het om de selectiemethoden, dan kiezen Nederlandse organisaties net als Duitse en Zwitserse heel vaak voor de sollicitatiebrief, het cv en het selectie­interview. In Duitsland en Zwitserland vragen selecteurs veel vaker referenties op. Duitse personeelsselecteurs zien referenties als leidend onderdeel in de keuze voor een kandidaat. Zij maken ook meer gebruik van informatie over iemands taakprestaties en resultaten uit persoonlijkheids­ en capaciteitentests dan Nederlandse selecteurs. Wat verder opvalt, is dat Duitsland veel grondiger te werk gaat in de personeelsselectie. Meerdere methoden worden gecombineerd ingezet en men verkrijgt op die manier waarschijnlijk een grondiger en completer beeld van de kandidaat. Bovendien pakken zij het selectie­interview gestructureerd aan. Meer dan vijftig procent van de Duitse en dertig procent van de Zwitserse organisaties gebruikt vooraf opgestelde scoringssystemen en men let erop dat het selectie­interview volgens een bepaalde standaard verloopt. Daarna kunnen de selecteurs de verschillende kandidaten goed vergelijken. Figuur 9. Selectiemethoden in Nederland, Duitsland en Zwitserland 100% Nederland 90% Duitsland 80% Zwitserland 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ta es en er s) st ew s r ts ts ek g ch CV rs g n te ie la tie pe rin oo lij ag li es es es pl zo is i nt en rs vr u rv n pr m og nt st et va e rm er fe re ve tC te ak sa id ite ol m er nd fe ch efo ie In ch he en af ta rk te Re br no e Gr fis ti is ijk er sm re Wo ci ra ita te ed rd pa nl es en og lic M oo Ee Ca ss ed bi Sol rs ba A ec Pe on nt to A an (a
  • 17. 4 Aanbevolen selectiemethoden Uit eerder onderzoek van Schmidt en Hunter (1998) kunnen we concluderen dat de ene selectiemethode meer informatie over de kandidaat oplevert dan de andere. De methoden die het beste inzicht geven in de geschiktheid van de kandidaat zijn: de aantoonbare taakprestaties, de capaciteitentest die de mentale vermogens test, het gestructureerde selectie­interview en de capaciteitentest die kennis meet (zie figuur 10). Iemands referenties voorspellen nauwelijks hoe iemand zal functioneren. Aantoonbare taakprestaties De selecteur kan een goed inzicht krijgen in de geschiktheid van de kandidaat als hij goed in beeld krijgt wat kandidaten eerder hebben gepresteerd, welke taken zij uitvoerden, op welke wijze zij dat deden en wat daarvan het resultaat was. Daarnaast is het mogelijk om kandidaten daadwerkelijk concrete taken te laten uitvoeren. Met deze aantoonbare werkprestaties is de hoogste voorspellende waarde te behalen. Capaciteitentest Het voorspellend vermogen van een capaciteitentest is hoog, vooral wanneer de brede mentale vermogens worden getest. 5 – Schmidt & Hunter (1998) Figuur 10. Het voorspellend vermogen van selectiemethoden 5 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,1 0 0,00 ta es id ar id: s) f) r st n) d d s t s) ei te tie er er tie tie he ni lij re es pl ba e rit en re re w jkh en en n pr m ja ni re eg tu tu tc ak sa (k og ag ou li (in fe nt uc uc tr on en vr (c st ta rk re :i g tr tr be rso m te re Wo rin st e id es es ss ch te he n pe va tg :g ite se fis n ijk r w ie ite as ke te ra ba nl ie :n ci er og te oo rv on pa ew w ci bi te rs to pa ca i in pe rv an ca te (a in
  • 18. Selectie-interview Uit eerder onderzoek blijkt dat het selectie­interview ondanks de nodige mankementen een bruikbaar middel is als het goed wordt voorbereid en gestructureerd wordt gehouden. Het ‘ideale’ selectie­interview ziet er dan ook als volgt uit: 1. Richt de vragen op de belangrijkste functie­eisen en bereidt ze goed voor met alle personen die de kandidaat interviewen 2. Stel specifieke vragen over concreet gedrag (in het verleden, heden of toekomst). Een handige kandidaat die ‘mooie praatjes’ verkoopt moet door de mand kunnen vallen. 3. Stel aan alle kandidaten dezelfde vragen. Alleen op deze manier kunnen kandidaten (op eerlijke wijze) met elkaar worden vergeleken. 4. Hanteer een scoringsmethodiek als basis voor de uiteindelijke beslissing.
  • 19. ’Iemands referenties voorspellen nauwelijks hoe iemand zal functioneren.’ Colofon Samenstelling Yacht, competence HRM Jean Paul Drabbe, regiodirecteur en compentencehouder HRM Rob Drost, HR­professional Dr. U.C. Klehe, Arbeids­ & Organisatiepsychologie, Universiteit van Amsterdam Prof. Dr. A.E.M. van Vianen, Arbeids­ & Organisatiepsychologie, Universiteit van Amsterdam W. Boendermaker, student assistent, Arbeids­ & Organisatiepsychologie, Universiteit van Amsterdam Hoofdredactie: Yacht M&C Lay-out: CoeK Design, Zaandam Druk: PlantijnCasparie, Capelle ad. IJssel Speciale dank gaat uit naar initiatiefnemer Johan Kanis. © Yacht BV., Diemen 2008 Samensteller(s) zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen of waarvan gemeend wordt dat die is ontstaan, door hetgebruik van de in deze publicatie vermelde gegevens. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, ofop welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.