4. DEFINITIES
Voedingsstoffen / Nutriënt (engels)
Een nutriënt of voedingsstof is elk molecuul dat op enige wijze door het lichaam opgenomen kan
worden, en dat tevens door het lichaam nuttig gebruikt kan worden.
Voedingsmiddelen
Een voedingsmiddel is elk soort voeding dat een organisme tot zich neemt. Een voedingsmiddel
hoeft geen eenduidige samenstelling te hebben en kan dus bestaan uit meerdere voedingstoffen.
Joule
Een joule (J) kan gedefinieerd worden als de energie nodig om een gewicht van 1 kilogram (kg) over
een afstand van 1 meter (m) te verplaatsen met een kracht van 1 newton (N).
(Bron: Wikipedia, Dikke van Dale, Trainingsleer van A tot Z)
5. DEFINITIES
Calorie
• De hoeveelheid warmte die nodig is om de temperatuur van 1 gram water 1 graad Celsius te laten
stijgen.
• De hoeveelheid warmte die nodig is om bij een normale atmosferische druk van 1013 hPa, 1
gram water van 14,5 C naar 15,5 C te laten stijgen, 1 cal15 = 4,1858 Joule.
• 1/100e van de warmte die nodig is om 1 gram water van 0 tot 100 C te verwarmen.
• Op de 5de International Conference on the Properties of Steam in 1956 in Londen werd opnieuw
een internationale calorie vastgesteld, ditmaal op exact 4,1868 Joule. Dit getal werd gekozen
omdat het makkelijk door 9 te delen is, waarmee omrekeningen tussen kg, C, Btu (British
thermal unit), F systemen vergemakkelijkt werden.
(Bron: Wikipedia, Dikke van Dale, Trainingsleer van A tot Z)
13. Ziekte en aandoeningen t.a.v. Overgewicht
Ziekten en aandoeningen die samenhangen met (ernstig) overgewicht
•Diabetes mellitus type 2
•Hart- en vaatziekten
•Enkele soorten kanker
•Aandoeningen van de galblaas
•Aandoeningen van het bewegingsstelsel (waaronder artrose)
•Aandoeningen van de ademhalingswegen (verminderde longfunctie, slaapapneu)
•Onvruchtbaarheid
•Depressie
•Angststoornissen
•Suïcide (zelf toegebracht letsel)
(Bron: RIVM)
14. Koolhydraten
• Koolhydraten
In de scheikunde is een koolhydraat (ook wel suiker of sacharide genoemd) een bepaald type
verbinding van Koolstof-, waterstof en zuurstofatomen waarbij de waterstof- en
zuurstofatomen in een verhouding 2:1 voorkomen. Ook derivaten met andere atoomtypen
en andere verhoudingen worden wel onder de suikers gerekend zolang ze dezelfde
basisstructuur hebben. Koolhydraten zijn een van de 5 voedingsstoffen die een mens moet
binnenkrijgen om gezond te blijven. Cn(H2O)n
• Grootste aandeel in onze dagelijkse voeding 40 tot 70 %
• Wat zijn koolhydraten:
Granen, meel producten, brood en gebak, suikers, stroop, honing, enz
• Te weinig
Het niveau van spierglycogeen te laag, dus snel moe.
• Te veel
Slecht voor het serum-triglyceridengehalte.
15. Dagelijkse hoeveelheid koolhydraten
(leeftijds)groep aanbevolen
hoeveelheid
(als percentage van alle
calorieën op een dag)
0 t/m 5 maanden 45
6 t/m 11 maanden 50
1 t/m 3 jaar 45
4 t/m 8 jaar 45
9 t/m 13 jaar 45
14 t/m 18 jaar 40
19 t/m 30 jaar 40
31 t/m 50 jaar 40
51 t/m 70 jaar 40
> 70 jaar 40
Zwangere vrouwen 40
Vrouwen die borstvoeding geven 40
17. Definitie
Een ander woord voor proteïne. Het is een chemische verbinding
bestaande uit een keten van aminozuren, die de specifieke
vorm en functie van het eiwit bepaald.
18. Functie
Veel eiwitten katalyseren chemische reacties.
Ze zijn verantwoordelijk voor de stofwisseling
Voedingsstoffen Bouwstoffen & energie
23. Producten met veel eiwitten
• vlees- en viswaren,
• peulvruchten,
• gevogelte, eieren,
• zuivelproducten,
• noten,
• groenten,
• tarweproducten
24. Meisjes en
vrouwen
0 t/m 2 maanden 1,8 8 8
3 t/m 5 maanden 1,4 9 6
6 t/m 11 maanden 1,2 10 6
1 t/m 3 jaar 0,9 13 5
4 t/m 8 jaar 0,9 21 5
9 t/m 13 jaar 0,9 37 6
14 t/m 18 jaar 0,8 49 8
19 jt/m 30 jaar 0,8 52 9
31 t/m 50 jaar 0,8 50 9
51 t/m 70 jaar 0,8 52 10
> 70 jaar 0,8 51 11
zwangerschap 0,9 62 9
borstvoeding 1 65 9
Jongens en
mannen In grammen
per kilogram
per dag
In grammen per dag (op basis van
een gemiddeld lichaamsgewicht)
In energieprocent
0 t/m 2
maanden
1,8 9 8
3 t/m 5
maanden
1,4 10 7
6 t/m 11
maanden
1,2 10 6
1 t/m 3 jaar 0,9 14 5
4 t/m 8 jaar 0,9 22 5
9 t/m 13
jaar
0,9 36 6
14 t/m 18
jaar
0,8 56 7
19 t/m 30
jaar
0,8 61 8
31 t/m 50
jaar
0,8 59 8
51 t/m 70
jaar
0,8 60 9
> 70 jaar 0,8 60 11
25. Vetten
• Definitie:
Organische stof van plantaardige of dierlijke oorsprong, die onder andere in olie zit.
• Vetten:
• koolstof,waterstof,zuurstofatomen,energiebron,Vaste/vloeibare stof
• Functies:
• Energiebron,Isolatie,Bescherming,opslag en transport
• Verzadigde vetten
• Kaas,melk,rundvlees,ijs
• Onverzadigde vetten
Sla dressing,vis,noten,olijven
• Transvetzuren (Hydrogenering)
van vloeibaar olie naar vaste vetten,langer houdbaar
http://www.cholesterolvoorlichting.nl/cholesterol/ldl-hdl-cholesterol
http://www.gezondheidsnet.nl/goed-in-je-cholesterol/videos/99/te-hoog-cholesterol
26. • Dagelijkse hoeveelheid
• Te weinig:
Hart- en vaatziekten, Verhoogde kans op kanker, Obesitas
• Te veel:
Zorgen voor een verhoogde kans op aderverkalking,
Obesitas,verhoogde kans op kanker,Diabetes
27. Vitamines: a,b,c,d,e en k
• Definitie vitamine:
Een `vitamine` is een micronutriënt die een organisme zoals de mens nodig heeft, maar die
het organisme niet of in onvoldoende mate zelf kan maken. Aanvankelijk dacht men dat alle
vitaminen een amine-structuur hadden, iets dat niet bleek te kloppen. De naam, die bedacht
werd door Casimir Funk, is dan ook een samenstelling van vitale en amine.
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
28. • Goede ogen- tegen nachtblindheid- gezonde huid- gezond
haar- gezond tandvlees- opbouw/groei botten- weerstand
tegen ziekte.
• Te veel:
schaadt het ongebore kind.
• Te weinig:
nachtblindheid, huidafwijkingen.
• Maakt ons eigen lichaam niet aan
Vitamine a
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
29. Vitamine b 1,2,3,6 en 11
• 1: goed voor verbranding koolhydraten- goede werking op
hart- zenuwstelsel.
• 2: gezond houden huid en haar.
• 3: energie uit eten halen.
• 6: productie rode bloedcellen- eiwitstofwisseling.
• 11: maakt rode bloedcellen- verhoogd de vruchtbaarheid.
• Te veel:
Zenuwschade
• Te weining:
Geheugen verlies, depressie.
• Maakt ons lichaam niet aan.
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
30. Vitamine c
• Houdt botten, tanden, bloedvaten en steunweefsel gezond-
bevordert de opname van ijzer.
• Te veel:
Misselijkheid, diarree en beschadigd de maagwand.
• Te weinig:
Scheurbuik.
• Maakt ons lichaam niet aan
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
31. Vitamine d
• Zorgt voor goede opname calcium en fosfor (dus goed voor
botten en tanden)- tegen botontkalking.
• Te veel:
Lever schade.
• Te weinig:
Rachitis en botontkalking.
• Kan ons lichaam worden aangemaakt.
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
32. Vitamine e
• Positief effect op rode bloedcellen en celwand- beschermt
tegen meervoudig onverzadigde vetten- nog niet bewezen
maar mogelijk verminderde rol hart- en vaatziekten.
• Te veel:
Vertraagt de bloedstolling.
• Te weinig:
Komt niet voor alleen bij een stoornis.
• Maakt ons lichaam zelf niet aan.
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
33. Vitamine k
• Goed voor een goede bloedstolling- mogelijk aanmaak botten.
• Te veel:
Niet bekend.
• Te weinig:
Bij een tekort bij baby's kans op ernstige bloeding.
• Maakt ons eigen lichaam aan.
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
36. Alcohol
• Defenitie: 1. chemische stof, afgeleid van koolwaterstoffen 2. ethanol, de alcohol zoals wij die
kennen als genotmiddel in (sterke) drank.
• Te weinig: bestaat niet
• Te veel: Korte termijn: black out- kater- maagstoornissen.
Langer termijn: “vetlever”- levercirrose- kanker- zenuwaantasting.
• Afbraak: 5 à 6 kwartier per glas.
• Ontnuchtering: koffie- koude douche- buiten lucht. Werken niet.
• Waar ligt de grens: Mannen: vijf dagen per week 2 glaasjes.
Vrouwen: vijf dagen per week 1 glaasje.
(bron: boek: voeding en gezondheid.
Internet: encyclo.)
48. Uitleg workshop
In de workshop is het de bedoeling dat iedereen een top 3 maakt voor de doelgroep die ze
toegewezen hebben gekregen. De voedingstoffen moeten over het totaal van belangrijk naar
minst belangrijk.
Bij elke voedingsstof moeten jullie dan 3 verschillende voedingsproducten bedenken.
Als dit gedaan is moeten jullie je top 3 verantwoorden in een kleine presentatie.
Deze presentatie toont de nieuwe mogelijkheden van PowerPoint en kan het beste worden bekeken als een diavoorstelling. Deze dia's zijn ontworpen om u fantastische ideeën aan te reiken voor de presentaties die u gaat maken in PowerPoint 2010.Voor meer voorbeeldsjablonen klikt u op het tabblad Bestand en klikt u vervolgens op het tabblad Nieuw op Voorbeeldsjablonen.