2. Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Het digitale eiland 4
Hoofdstuk 1.1 Wel of geen massamedium? 4
Hoofdstuk 1.2 Plaats binnen organisatie 5
Hoofdstuk 1.3 Van paid naar owned media 6
Hoofdstuk 1.4 Rol externe partners versterkt versnippering 6
Hoofdstuk 1.5 Complexiteit 7
Hoofdstuk 2 Noodzaak tot optimaliseren kennisniveau 8
Hoofdstuk 2.1 Experimenteren leidt tot kennis 8
Hoofdstuk 2.2 Publishers schieten tekort 8
Hoofdstuk 2.3 Verkopers nieuwe stijl 9
Hoofdstuk 2.4 De macht van topadverteerders 9
Hoofdstuk 2.5 Strategische opleiding gevraagd 9
Hoofdstuk 3 Meten is weten, behalve bij digital branding 10
Hoofdstuk 3.1 Performance vs. Branding 10
Hoofdstuk 3.2 Terug naar een beperkte set KPI’s 10
Hoofdstuk 3.3 Aanpassen bestaande instrumenten 10
Hoofdstuk 3.4 Verenigen industrie vergroot bereik 11
Hoofdstuk 4 Kansen voor uitgevers, adverteerders en bureaus 12
iab. Merkeffecten via digitale media | 2
3. Mind the Gap!
Er is op dit moment geen mediatype dat zo snel groeit als digitaal.
Digitale reclame is de laatste 10 jaar van 100 miljoen naar één miljard euro
omzet gegroeid. Toch wordt deze jaarlijkse groei bedreigd door een toenemende
kloof tussen adverteerders en digitale publishers. Dit is met name zichtbaar in de
rol die digitale marketing speelt bij het bouwen van een merk. Er is namelijk een
duidelijke toename te zien in bestedingen op het gebied van performance.
De bestedingen gericht op branding van merken, zoals naamsbekendheid of
imago blijven echter ver achter. Adverteerders raken de weg kwijt in het digitale
ecosysteem en uitgevers, reclame- en mediabureaus weten adverteerders hier
onvoldoende in te sturen en transparantie te bieden.
De branche mist op dit moment het zelfregulerend vermogen om de problematiek
aan te pakken. Niet alleen is er een noodzaak tot betere samenwerking tussen
partijen en afstemming ten aanzien van het meten van effectiviteit, maar ook het
kennisniveau moet aanzienlijk omhoog. Kortom, het grote potentieel van digitale
media wordt door marketeers nog onvoldoende benut. IAB Nederland deed een
verkennend maar tevens uitgebreid onderzoek naar de oorzaken hierachter.
Welke kansen liggen er voor de verschillende partijen? Er zijn diepte-interviews
gehouden met de top 20 grootste adverteerders van Nederland en er zijn surveys
afgenomen onder de uitgevers.
Joris van Heukelom
Voorzitter IAB
iab. Merkeffecten via digitale media | 3
4. 1. Het digitale eiland
Het digitale medium is heel anders dan de traditionele mediatypen die
we kennen. Digitaal wordt binnen organisaties beleidsmatig vaak op
een eiland geplaatst.
1.1 WEL OF GEEN MASSAMEDIUM?
Wanneer de betekenis van het woord ‘massamedium’ opgezocht wordt
in het woordenboek krijgt men het volgende: ‘Een communicatiemiddel
dat de massa van het volk bereikt, zoals thans radio en televisie.’
Digitale media worden zelden opgenomen in de lijst van massamedia.
Dit heeft alles te maken met de versnippering van het digitale landschap.
Merken willen op grote schaal invloed uitoefenen en dit wordt met digitale
media minder eenvoudig gerealiseerd dan met een commercial op televisie.
Digitale media worden wel ingezet als middel voor engagement, activatie
en (in)directe verkoop.
“We zien
online primair
als medium om
engagement en
activatie
te stimuleren,
voor sommige
doelgroepen
kan het ook als
bereiksmedium
interessant zijn,
maar dit is vaak
additioneel
en secundair”
Roderik de Maar,
Beiersdorf
iab. Merkeffecten via digitale media | 4
5. 1.2 PLAATS BINNEN ORGANISATIE
Adverteerders worstelen waar ze digitaal moeten plaatsen in de organisatie.
Marketeers kunnen niet altijd het gehele complexe digitale ecosysteem
overzien waardoor er versnippering ontstaat of een aparte tak opgezet wordt.
Het marketingteam beheert bijvoorbeeld niet de eigen website, terwijl ze
wel de verantwoordelijkheid dragen voor interactieve campagnes.
Wanneer alle digitale activiteiten binnen één apart team worden geplaatst,
loopt de organisatie het risico dat digitaal als eiland fungeert en onvoldoende
is geïntegreerd in de overall strategie. Hetzelfde gevaar ontstaat wanneer
verschillende afdelingen digitaal ‘erbij nemen’. Als we kijken naar de allocatie
van budgetten van adverteerders zien we dat het budget voor digitale
marketing vaak verdeeld is over verschillende plekken. Er is behoefte aan
een digital director die het totale strategische overzicht houdt. De plaats
van digitaal binnen een organisatie is overigens ook afhankelijk van de
verkoopkanalen die het bedrijf hanteert. Merken die gericht zijn op verkoop
via internet blijken optimaler ingericht op digital marketing dan bedrijven
die voornamelijk via de traditionele weg verkopen.
“Het budget ligt
op veel plekken.”
Jarno Stolk,
KPN
-
“Ik geloof niet
in digitaal
als een los
communicatie-
middel. Het is
een integraal
onderdeel van je
mediamix”
Manon Daggers,
PepsiCo
iab. Merkeffecten via digitale media | 5
6. 1.3 VAN PAID NAAR OWNED MEDIA
Adverteerders houden zich bezig met digital paid media zoals banners
en pre-roll advertising, met earned media, zoals social media en ook steeds
meer met owned media, wetende eigen kanalen met content. Er is een duidelijke
verschuiving zichtbaar in de budgetten van paid media naar owned media.
Binnen de earned media ligt vooral de nadruk op interactie met de consument,
maar hier worden zelden directe merkdoelstellingen bereikt. Deze doelstellingen
worden wel nagestreefd binnen de eigen content-kanalen van de adverteerder,
maar dit moet dan wel gebeuren met de juiste content. Wanneer je als bedrijf
24 uur per dag aanwezig wil zijn met relevante content kost je dat veel tijd,
vooral voor kleine adverteerders die geen gebruik kunnen maken van een
internationale content library, zoals bijvoorbeeld Unilever die heeft. Daarbij
hebben adverteerders vaak niet de juiste mensen in huis om deze relevante
content te kunnen maken. Hier ligt een kans voor publishers en andere externe
partijen om deze rol op te pakken.
“Wij kijken altijd
kritisch naar de
1.4 EXTERNE PARTNERS VERSTERKEN VERSNIPPERING
toegevoegde
Doordat adverteerders worstelen met het inbedden van digitaal in de organisatie
en de complexiteit van het ecosysteem worden externe partners aangetrokken. waarde van
Niet één bureau, maar verschillende partijen zijn nodig om te kunnen voorzien online bestedingen
in de behoeften van adverteerders. Het traditionele reclamebureau is sterk in het
bouwen van het merk en het in de gaten houden van de merkwaarden, maar als onderdeel van
mist vaak expertise in het bedenken van online concepten. De nieuwe generatie onze campagnes,
reclamemakers zijn hier veel creatiever in. Echter, deze bureaus zijn van oorsprong
geen echte merkenbouwers. Kortom, de adverteerder heeft niet alleen moeite met
maar het kan zijn
het inbedden van digitaal in de eigen organisatie, maar ook bij externe partners dat budgetten niet
is er veel versnippering wat de overall digitale strategie in de weg staat. Het is lastig
toereikend zijn om
voor de adverteerder om de verschillende bureaus aan te sturen en er is daarom
behoefte aan een regisseur die tussen de adverteerders en bureaus instaat. online aanvullend
in te zetten.”
Birgit Blomberg,
Campina
-
“We willen niet
weten welk bureau
welk idee heeft
verzonnen,
we willen dat ze
samenwerken.”
Willem-Albert Bol,
Vodafone
iab. Merkeffecten via digitale media | 6
7. 1.5 COMPLEXITEIT
Wanneer adverteerders een bepaald marketingbudget in willen zetten
bij televisie zijn er in principe drie grote partijen waarmee onderhandeld
moet worden. Wanneer men ditzelfde budget wil investeren in digitaal
zijn er ontelbaar veel relevante partijen. Iedere site heeft een bepaald bereik,
een bepaalde doelgroep en voor iedere partij moet vaak andere relevante
content in een andere vorm worden gemaakt. Dit vraagt veel mankracht en
dus productiekosten. Het resultaat van deze extra inspanning en kosten is
daarnaast veel moeilijker aan te tonen dan bij een campagne op televisie.
De adverteerder ervaart een grote mate van complexiteit wanneer hij met
vijf of zes lokale uitgevers wil werken. Er is niet één standaard waarmee
gewerkt wordt, maar iedere uitgever hanteert zijn eigen principes en regels.
Volgens Joris van Heukelom, voorzitter van het IAB, maken lokale uitgevers
het adverteerders onnodig lastig: ‘Er is vanuit de uitgevers weinig empathie
met de adverteerders. Een voorbeeld is het tailormade moeten maken van
“De creatie online
campagnes vanwege de aparte formaten die elke uitgever aanhoudt, is vaak erg
net als een team van eigen verkopers. Dat maakt het heel lastig voor
arbeidsintensief.
grote adverteerders om hier zaken te doen. Bij een televisiecampagne
bijvoorbeeld is het one-size-fits-all, terwijl men bij digitale media met Als je het goed
verschillende maten en vormen moet werken. De homepage take-overs van wilt doen, heb je
Nu.nl en de Telegraaf zijn compleet verschillend.’ Door deze complexiteit
wenden adverteerders zich steeds vaker tot grote internationale uitgevers ontzettend veel
als Google en Facebook. Deze partijen maken het voor de adverteerders varianten nodig.
veel gemakkelijker, consistenter en transparanter.
Dan staan de
plaatsingskosten niet
meer in verhouding
tot de creatiekosten.”
Esmee Rozemeyer,
Ahold
-
“Er zitten heel veel
operationele zaken
aan, dat zijn veel
uren als je het
relateert aan
het budget dat
wordt weggezet.”
Jarno Stolk,
KPN
iab. Merkeffecten via digitale media | 7
8. 2. Noodzaak tot optimaliseren kennisniveau
Een andere oorzaak van de kloof tussen adverteerder en externe partijen bevindt
zich in het kennisniveau van digitale media. De expertise bij de betrokken partijen
binnen het digitale ecosysteem is op dit gebied betrekkelijk laag.
2.1 EXPERIMENTEREN LEIDT TOT KENNIS
Er is geen wereld die zo snel verandert en zich zo snel ontwikkelt als de digitale
mediabranche. Dit vergt veel aanpassingsvermogen en inzicht van marketeers.
Een van de belangrijkste vragen waar marketeers dagelijks mee worstelen is:
‘Hoe zet ik digitale media zo optimaal mogelijk in?’ Het antwoord op deze
vraag is moeilijk te beantwoorden omdat er te weinig kennis is bij de marketeers
over de mogelijkheden van het digitale speelveld. De meeste kennis is te vinden
bij bedrijven die de tijd hebben genomen om te experimenteren. Dankzij deze “Je moet bij de inzet
experimentele fase hebben de bedrijven zich mee kunnen ontwikkelen met de van online door
branche en lopen ze vandaag de dag voorop.
een fase heen en
Het is een goede manier in deze veranderende tijden om concurrenten voor het is geen
te kunnen blijven, vindt Lauren van der Heijden, directeur IAB: ‘Ondanks het feit
weggegooid geld,
dat je er als adverteerder pas morgen geld mee verdient is het wel belangrijk
om op alle gebieden, zowel bij performance als branding doelstellingen, maar leergeld
te experimenteren. Dit levert je in de toekomst concurrentievoordeel op.
geweest. We weten
Je kan wel de kat uit de boom kijken, maar leren van je fouten is essentieel
om vooruit te komen.’ nu wat werkt
en wat niet.”
2.2 PUBLISHERS SCHIETEN TEKORT
Bert Kamp,
Waar adverteerders worstelen met hun kennisniveau proberen ze in hun
samenwerking met lokale publishers toch tot creatieve oplossingen te komen. Rabobank
Adverteerders vinden de benodigde expertise echter ook niet bij de uitgevers.
Ze missen niet alleen kennis van het vak, maar ook inzicht in de wensen van
de andere partij. De input van publishers komt vaak niet overeen met de wensen
-
van adverteerders. De focus ligt nog te vaak op de standaard mogelijkheden
die er zijn rondom digital advertising en niet op creatieve concepten om
“Digitaal wordt
aan het merk te bouwen. Bij een branding campagne wil een adverteerder
vaak geen homepage take-over, maar juist creatief uitgedaagd worden. minder ingezet
Adverteerders krijgen vaak voorstellen voor op zichzelf staande campagnes,
voor branding
maar zelden een meer duurzame en strategische samenwerking gericht op
het langere termijn bouwen van het merk, aangeboden. doelstellingen.
Dat komt ook
door het digitale
ecosysteem zelf,
immers voor branding
zijn mogelijkheden
mager”
Willem-Albert Bol,
Vodafone
iab. Merkeffecten via digitale media | 8
9. 2.3 VERKOPERS NIEUWE STIJL
Daarnaast stoort het adverteerders dat ze regelmatig te maken krijgen
met verkopers die ingewikkelde taal bezigen om indruk te maken,
maar uiteindelijk niet kunnen uitleggen wat de adverteerder concreet
moet doen om de merkdoelstellingen te behalen. Hier staat tegenover dat
publishers het als lastig ervaren om de adverteerder als klant te benaderen.
Verkopers worden vaak geweerd en men stuit soms op een gesloten houding
van de adverteerder. Om die reden kan het moeilijk zijn om wensen en
doelstellingen in kaart te brengen en met een goed advies te komen.
Lauren van der Heijden denkt dat er een ander type verkoper nodig is om
de relatie tussen de partijen te verbeteren: ‘Door de trend in automatisering
die gaande is op het gebied van het kopen van banners bijvoorbeeld wordt
er geld bespaard. Wanneer deze automatisering verder wordt doorgevoerd
kan de besparing op het verkoopapparaat geïnvesteerd worden in goede
creatieve verkopers, want creativiteit wordt ernstig gemist.’ Naast de issues
waar de partijen mee te maken hebben binnen de Nederlandse markt, zijn er
ook nog invloeden van buitenaf. De internationale partijen kapen adverteerders
weg bij de lokale uitgevers. Dit heeft alles te maken met de complexiteit die
adverteerders ervaren in de samenwerking met lokale publishers.
“Ik praat liever
2.4 DE MACHT VAN TOPADVERTEERDERS inhoudelijk met een
Wanneer we naar het kennisniveau kijken binnen de verschillende publisher dan met
mediabureaus en publishers loopt dit erg uiteen. Mensen met goede
digitale marketingkennis zijn schaars en worden aan adverteerderskant
een salespersoon;
vaak weggekaapt door topadverteerders. daar heb ik een
mediabureau voor.”
2.5 STRATEGISCHE OPLEIDING GEVRAAGD
Een gebrek aan kennis kan opgelost worden middels de juiste scholing.
Roderik de Maar,
Echter, op dit moment zijn er te weinig opleidingen die hierin kunnen voorzien. Beiersdorf
Door de snelle ontwikkelingen in het vak zijn opleidingen al snel achterhaald.
Daarnaast vinden bedrijven het lastig om medewerkers up-to-date te houden
met trainingen en workshops. De seminars die plaatsvinden zijn op microniveau -
en missen het strategische aspect. Kortom, bij een tekort aan juiste opleidingen
en trainingen is men verplicht om zichzelf te scholen, wat veel langzamer gaat
en waarbij het ook nog maar de vraag is of dit lukt. Deze belemmering op het “Het online
gebied van educatie staat een gedegen groei van de branche in de weg. ecosysteem maakt
Daarnaast wordt er misbruik gemaakt van het lage kennisniveau. Er is sprake
van een enorme mate van complexiteit op het gebied van digitale productie en
dingen soms te
de spelers die wel de benodigde kennis in huis hebben over middelen zoals ingewikkeld.
gaming maken hier misbruik van. Dit uit zich voor de adverteerder in vage
Reden lijkt om te
productiekosten en weinig transparante budgetten.
kunnen laten zien
hoe intelligent de
werking is.“
Willem-Albert Bol,
Vodafone
iab. Merkeffecten via digitale media | 9
10. 3. Meten is weten, behalve bij digital branding
Behalve kennis over goede creatieve concepten en kennis van elkaars behoeften
is er ook te weinig bekend over wat de inzet van digitaal voor branding doeleinden
oplevert.
3.1 PERFORMANCE VS. BRANDING
Een vraag die zowel aan de adverteerderskant als aan de bureaukant steeds
maar weer opnieuw gesteld wordt is: ‘Wat levert al mijn effort in digitaal
nou eigenlijk op?’ Hierin is een onderscheid te maken tussen het meten van
performance activiteiten en het meten van de effecten van branding. Er zijn
verscheidene studies gepubliceerd op het gebied van effectiviteit van digitale
branding. Dit zijn echter veelal internationale cases, er zijn nog te weinig
Nederlandse successen bekend. Bij het meten van performance kan alles
gemeten worden. Dit geldt met name voor direct online gedrag, dit laat zich
meten door de gemiddelde bezoekduur of het aantal clicks. Kenmerken die bij
branding horen zoals spontane merkbekendheid, imago of overweging tot
aankoop zijn een stuk lastiger te meten. Branding campagnes worden vaak ten
onrechte afgerekend op performance metrics. De adverteerders zijn vervolgens
terughoudend met het inzetten van voldoende budget om merkeffecten te
realiseren, waardoor de merkeffecten van digitale media overall onduidelijk
blijven. Juist bij de inzet van digitaal voor het bouwen van een merk is er een
grote behoefte om de merkeffecten in kaart te brengen.
3.2 TERUG NAAR EEN BEPERKTE SET KPI’S
In de zoektocht naar de juiste manier om de effectiviteit van branding te meten
komen we om in de verschillende meetinstrumenten en KPI’s. Als hiermee het
gewenste effect bereikt wordt is dit niet direct een probleem, maar de KPI’s geven
onvoldoende het resultaat weer van de investeringen in digitaal. De KPI’s sluiten
te weinig aan bij de merkdoelstellingen en zijn onvoldoende transparant.
Kortom, er is geen duidelijke meetstandaard voor branding. Adverteerders
roepen op om naar een beperkte set KPI’s terug te gaan die wel effect meten.
3.3 AANPASSEN BESTAAND TRACKING-ONDERZOEK
Een ander probleem vindt zich in bestaande tracking-onderzoeken.
Deze onderzoeken worden ingezet om een merkpositie binnen een bepaalde
tijd te volgen. De merkeffecten die voortkomen uit de inzet van digitale media
komen vaak niet terug in deze onderzoeken, waarschijnlijk omdat het bereik
van het digitale medium niet groot genoeg was. Om toch een indruk te krijgen
van de merkpositie voeren publishers zelf effectiviteitsonderzoeken uit.
Deze onderzoeken kunnen echter niet gelinkt worden aan de bestaande “De set aan metrics
tracking-onderzoeken en dit is noodzakelijk om de Return-On-Investment (ROI)
bij digital media
goed aan te kunnen tonen. Dit heeft als risico dat adverteerders gas terug
nemen in het investeren in digital branding omdat toch niet duidelijk is wat vind ik onvoldoende
het oplevert. Wanneer het bestaande tracking-onderzoek aangepast wordt
transparant.”
kunnen effectiviteits-onderzoeken op waarde geschat worden.
Robert Bennemeer,
C1000
iab. Merkeffecten via digitale media | 10
11. 3.4 VERENIGEN INDUSTRIE VERGROOT BEREIK
Eén van de verschillen tussen traditionele media en nieuwe media is het bereik.
Het is veel moeilijker om een groot bereik te realiseren binnen een specifieke
doelgroep via digitale media dan met traditionele mediumtypen. Het kost relatief
veel tijd om content te maken voor veel verschillende platformen en het gewenste
effect is zoals eerder beschreven moeilijk te achterhalen. Kortom, adverteerders
vragen zich af of alle inspanningen wel de moeite waard zijn. ‘Een oplossing
hiervoor kan het bundelen van uitgevers zijn’, zegt Lauren van der Heijden.
‘Uitgevers moeten samen tot een propositie komen voor specifieke domeinen,
bijvoorbeeld het kookdomein, om hier voldoende bereik te kunnen realiseren.
De mediabureaus zouden deze taak van het samenkomen van proposities op
zich moeten nemen, maar die rol pakken ze nog niet op.’ Adverteerders roepen
niet alleen op tot meer bereik, maar volgens hen moeten uitgevers zich ook
verenigen om duidelijke afspraken te maken rondom metrics, een beperkte set
KPI’s en benchmarks. Om zodoende meer overeenstemming en inzicht te krijgen
in de effecten van digital branding.
“Er zitten in digital
gewoon veel meer
“vuile kosten.”
Harry Dekker,
Unilever
iab. Merkeffecten via digitale media | 11
12. 4. Kansen voor uitgevers,
adverteerders en bureaus
De snelle digitale ontwikkelingen hebben de marketingindustrie drastisch
veranderd. De rol van digital binnen marketing is omvangrijk en heeft geleid
tot een complex ecosysteem, waarin adverteerder, bureau en uitgever elkaar
hard nodig hebben.
De relatie is echter verstoord door de kloof tussen adverteerders en externe
partners. Een stagnatie van de groei of zelfs een afname van investeringen
binnen digital branding budgetten kan het gevolg zijn als hier niet snel iets
aan gedaan wordt. De complicaties binnen deze kloof liggen verstopt in
versnippering van het digitale landschap, de eilandcultuur van het digitale
medium binnen organisaties, het lage kennisniveau, het niet goed kunnen
meten van de effectiviteit van online branding en de complexe samenwerking
tussen partijen. De adverteerder is de weg kwijt in het digitale ecosysteem
en wordt onvoldoende gestuurd door uitgevers en externe partners.
Er is op basis van deze issues te weinig vertrouwen in het investeren in
digital branding. ‘De budgetten van adverteerders gaan voornamelijk
naar de performance hoek, er wordt te weinig geïnvesteerd in branding.
Het is daarom en vanwege de nieuwe cookiewet die het ons lastig maakt
juist zo belangrijk dat adverteerders geloven in het online bouwen van
hun merk’, aldus Lauren van der Heijden.
“Digitale media
zitten nu in de
volwassenheidsfase.
We zijn simpelweg
de grootste mediatak
in dit land. Groter
dan televisie en
kranten. Daar horen
andere professionele
normen en
standaarden bij.”
Joris van Heukelom,
voorzitter IAB
iab. Merkeffecten via digitale media | 12
13. Er moet geïnvesteerd worden in goede educatie voor alle partijen om
ontwikkeling mogelijk te maken. De adverteerder moet allereerst het eigen
kennisniveau verbeteren, maar vervolgens ook kunnen vertrouwen op
de expertise van de mediabureaus, publishers en digitale bureaus.
Uitgevers moeten gaan samenwerken om een groter bereik te realiseren
binnen specifieke domeinen en overeenstemming te vinden ten aanzien van
relevante meetinstrumenten. Hierbij is het belangrijk om gezamenlijk tot een
lijst meetbare gedragsvariabelen en merkvariabelen te komen. Ook wordt er
van bureaus gevraagd om meer creatieve concepten aan te bieden aan de
adverteerder. Geen losse ideeën, maar duurzame strategieën vanuit de
merkgedachte. Hier zijn beide partijen verantwoordelijk voor. Enkel wanneer
adverteerders zich openstellen en transparant communiceren en wanneer
bureaus en publishers beter inzicht geven in de productiekosten kan hier
een slag in geslagen worden.
iab. Merkeffecten via digitale media | 13
14. Beleid IAB in 2013
Het onderzoek naar merkeffecten via digitale media en de kansen en bedreigingen
die hiermee blootgelegd worden heeft het IAB verwerkt in haar strategisch beleid
van 2013. Niet alleen op lokaal niveau staan de onderzochte thema’s hoog op de
agenda, maar ook op internationaal niveau. De volgende acties van het IAB zijn
van belang:
- In de US is het cross industry 3MS initiatief opgezet met als doel het ontwikkelen
van brand-building digital metrics en cross-platform measurement oplossingen.
- Op Europees niveau is de Brand Advertising Committee opgericht waar ook
IAB Nederland aan deelneemt. Het doel van deze taskforce is: Standardization
and Measurement of Brand Advertising. Dit Europese initiatief sluit nauw aan bij
het 3MS initiatief uit de US.
- IAB zal een overkoepelend educatietraject voor alle partijen binnen het
digitale ecosysteem opzetten om het kennisniveau te verhogen.
- IAB heeft Merkeffect benoemd als focuspunt in haar strategisch beleid voor
2013 en zal zich in gaan zetten om de gap tussen adverteerder en publisher
te verkleinen.
iab. Merkeffecten via digitale media | 14
15. Over het IAB
Het Interactive Advertising Bureau (IAB) is de brancheorganisatie voor de
online advertising en interactieve marketing industrie. Het IAB houdt zich
primair bezig met de professionalisering en stimulering van deze sector.
Secundair treedt het IAB op als onafhankelijk kennisplatform en vraagbaak
voor marketingprofessionals en vakpers. IAB Nederland heeft 170 leden en
vertegenwoordigt exploitanten, reclamebureaus, adverteerders, mediabureaus,
tv- en mediabedrijven en mobiele telefonieaanbieders. IAB Nederland werkt
nauw samen met IAB Europe en IAB USA.
Onderzoeksmethodologie
Deze whitepaper is tot stand gekomen door het afnemen van diepte interviews
met de top 20 grootste adverteerders van Nederland. Daarnaast zijn er aan
de halfjaarlijkse Deloitte Ad Spend Study die wordt gehouden bij de grootste
Nederlandse publishers een aantal vragen toegevoegd over digital brand
advertising.
Aan deze whitepaper werkten mee:
Joris van Heukelom, Lauren van der Heijden & Nathalie La Verge;
afnemen van de interviews en reportage
Leonie van der Plas: Verwerken gegevens
Jasper Ordelman: Methodologische begeleiding
Elke van Boxmeer: Tekstschrijver
iab. Merkeffecten via digitale media | 15