Les 18b+19 tm planning en methodiek van de jeugdtraining
1. Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining 1
Trainer B Voetbal
Algemeen Gedeelte
Trainingsmethodiek
Planning en methodiek jeugdtraining
2. Titel
• Probleemstelling
• Belasting van de energetische systemen bij jeugdigen
• Belasting van het neuromusculair systeem
• Praktijk per leeftijdsfase
Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining 2
Planning en methodiek jeugdtraining
3. • moeilijk uit te maken of veranderingen tijdens de evolutie van kind
naar volwassene het gevolg zijn van:
– groei, maturatie (vroeg – normaal – laat), ontwikkeling
– training
– Aanleg
• steeds speelt de invloed van de genetische bepaling
– kinderen met dezelfde biologische leeftijd reageren
VERSCHILLEND op dezelfde trainingsprikkel
• vooral een ethisch probleem
– Kinderen beschermen tegen immorele invloeden van
mediatisering en commercialisering?
– Prestaties ter ere van ouders, club of federatie?
1. Probleemstelling
3Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
4. 1. het aerobe systeem
2. het anaerobe systeem
2. Belasting van de energetische systemen bij jeugd
4Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
5. kinderen zijn reeds erg vroeg vatbaar voor uithoudings-
training, maar enkele parameters moeten anders bekeken
worden dan bij volwassenen:
• VO2max
kinderen lopen minder economisch
minder samenhang tussen aëroob vermogen en duurloopprestatie
VO2max is weinig relevant voor kinderen
• energiebron
door een betere vetverbranding zijn kinderen zeer geschikt voor
submaximale duurinspanningen
2.1 Het aerobe systeem
5Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
6. • temperatuurregeling
in normale temperaturen:
• kinderen hebben een relatief groot lichaamsoppervlak
gemakkelijk warmteafgifte door straling
• kinderen zweten minder dan volwassene
betere vochtbalans, waardoor lange inspanningen beter
verdragen worden
in extreme warmte:
• kinderen zweten minder dan volwassene
beperkte afgifte van warmte via zweten
het dragen van gepaste kledij is cruciaal voor kinderen (warm én
koud weer)
2.1 Het aerobe systeem
6Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
7. • duurtraining of intervaltraining?
- kinderen hebben bij het starten van een inspanning een snellere
toename van zuurstofopname
- kinderen bereiken sneller de VO2max
kinderen hebben een voorkeur voor kortere, intensere belasting
met rustpauzes
bovendien:
- interval is plezanter
(concentratie!)
- relatie duur van de belasting
optreden blessures
• )
2.1 Het aerobe systeem
7Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
8. • Hartfrequentie bij kinderen
– kleiner slagvolume
– Beter arterio-veneus zuurstofverschil
– Lagere hemoglobinegehalte
– Kleinere zuurstofcapaciteit
Inspanningen aan hogere hartslag
2.1 Het aerobe systeem
8Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
9. • korte hevige inspanningen: ja of neen?
– NEEN: recuperatie verloopt trager
– JA: compensatie door kleiner deficit en niet zo snel overbelasting
• in ieder geval:
– vóór de puberteit is het systeem minder ontwikkeld
– kinderen schatten vermoeidheid minder goed in
• bij het overdrijven van de aandacht van de begeleiders voor grote
prestaties zou het wel eens kunnen dat de fysiologische grenzen
overschreden worden
2.2 Het anaerobe systeem
9Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
10. 1. de kracht
2. de lenigheid
3. de snelheid
4. de coördinatie
3. Belasting van het neuromusculair systeem
10Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
11. • kinderen kunnen hun krachtenpotentieel boven het
groeigebonden niveau verhogen als dezelfde methodiek
wordt gebruikt als bij volwassenen
• fysiologische effecten
– toenamen van de maximale kracht
– weinig of geen toename van de spiermassa
– duidelijke toename elektrische activiteit
– betere coördinatie => betere krachtproductie
– geen verandering in vetmassa
3.1 De kracht
11Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
12. • voordelen krachttraining
– verbetering van de motorische vaardigheden en de sportprestatie
– preventief middel om kwetsuren te vermijden (groeispurt)
– gunstig effect op de gezondheidsgerelateerde fitheid
zeer goede begeleiding is fundamenteel
• gevaren krachttraining
– skelet in opbouw => kans op (blijvende) beschadiging!
• geen gebruik van zware lasten (tegen 1 RM)
• geen sprongen vanaf grote hoogte
• opgelet voor geweldinwerkingen (contactsporten,…)
3.1 De kracht
12Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
13. • kinderen zijn zeer lenig
• lenigheidsoefeningen kunnen dit behouden en zelfs
verbeteren
• “extreme” lenigheidsoefeningen staan gelijk met
geweldinwerkingen en geven risico op schade
3.2 De lenigheid
13Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
14. • snelheid en bewegingsfrequentie kunnen reeds zeer vroeg
getraind worden
– tussen 7 en 13 jaar: vooral frequentie
– tijdens de puberteit: snelkracht
• FUN: spelvormen
– jagersspelen
– reactie– en startspelen
– plaatswisselingsspelen
– balspelen
– eilandspringen (als snelkrachtoefening)
3.3 De snelheid
14Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
15. • op zeer jeugdige leeftijd vrij ingewikkelde coördinatieve
bewegingen mogelijk
3.4 De coördinatie
15Trainer B Voetbal - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek – Planning en methodiek jeugdtraining
17. 4.1 7-9-jarigen
Uithouding : -beperkt
-lopen erg oneconomisch maar evolueren snel
-kunnen lang sporten mits voldoende recuperatie
-recupereren snel
HOE TRAINEN ?
-niet specifiek
-sport en spel : psychomotoriek
-trainingsduur laten toenemen
Snelheid : reactiesnelheid : reageren in spelvormen op verschillende signalen
Kracht : geen krachttraining, enkel laten spelen met eigen lichaamsgewicht, in
spelvormen
Lenigheid : zeer lenig, algemene lenigheid, speels, natuurlijke beweeglijkheid
Coördinatie : bewegingsschool : algemene motorische vaardigheden ontwikkelen
dominantie en lateralisatie
Trainingsleer : het bewegingsspel staat centraal: al spelende leren
18. Uithouding : -beperkt
-kunnen reeds langdurige inspanningen verdragen (tot 30’)
HOE TRAINEN ?
-niet specifiek
-trainingsduur laten toenemen
-combinatie met looptechniek
-veel variatie, zoveel mogelijk met bal
Snelheid : startsnelheid vanuit de looptechniek
Kracht : beperkt, niet specifiek trainen, wel spingen, trekken-duwen,
hindernissen, startkracht, korte duels 1/1
Lenigheid : meest lenig op 8-9 jaar, nadien dalend met de leeftijd, in spelvorm,
eenvoudige oefeningen voor lies
Coördinatie : looptechnische scholing en sportspecifieke vaardigheden
Trainingsleer : veel recuperatie geven
4. Praktijk: 9-11
19. Uithouding : -steeds beter
-betere looptechniek = economischer bewegen
-onder de anaërobe grens blijven
-minder rustpauzes nodig
HOE TRAINEN ?
-niet specifiek
-trainingsduur laten toenemen, niet de intensiteit !
-combinatie met looptechniek
-veel variatie, zoveel mogelijk met bal
Snelheid : maximale snelheid trainen met veel recuperatie
Kracht : langzame ontwikkeling (eerst inter- en intramusculaire ontwikkeling), voornamelijk
met eigen lichaamsgewicht laten experimenteren, niet met zware gewichten laten
werken, enkel algemene kracht trainen met accent op techniek, wel veel
startoefeningen vanuit verschillende uitgangshoudingen, ook trapkracht en duels
Lenigheid : kracht neemt toe, lenigheid daalt, zeer goede coördinatie onderhouden, flexibiliteit
onderhouden, aandacht voor benen
Coördinatie : looptechnische scholing en sportspecifieke vaardigheden
Trainingsleer: psychomotoriek koppelen aan snelheidsaccent
4. Praktijk: 11-13
20. Uithouding : -ideale leeftijd om aërobe uith leren te trainen en eigen lichaam met zijn
mogelijkheden te leren kennen
-rekening houden met individuele verschillen (biologische leeftijd-
groeisprint)
HOE TRAINEN ?
-kan al specifiek : korte duurlopen (10’-15’)
-omvang primeert op intensiteit
-met bal in WV en TV
Snelheid : vanuit looptechniek opbouwen tot en met het versnekkingsvermogen
Kracht : via testosteron vergroot de kracht, meer spiermassa, nog geen powertraining,
wel een algemene veelzijdige krachttraining met lichte gewichten en
specifieke voetbalkracht (snelle uitvoeringen), doch individualiseren
Lenigheid : niet harmonieuze lichaamsontw. (snelle groei en hormonale veranderingen),
zeer veel aandacht aan besteden, elke dag alg. actieve lenigh.
Coördinatie : sommigen (in groeispurt) ogen plots slungachtig, individueel bekijken
Trainingsleer : trainingsprincipes toepassen
4. Praktijk: 13-15
21. Uithouding : -basis leggen voor goede atletische vorming
-zeer goed trainbaar maar op verantwoorde manier
-geen weerstand
HOE TRAINEN ?
-kan al specifiek : korte duurlopen (10’-15’) en duurinterval, alsook fartlek
-met bal in WV en TV
Snelheid : tot en met snelheiduithoudingsvermogen
Kracht : individuele verschillen, indien rijp voor : powertraining onder begeleiding,
regelmatig trainen van specifieke voetbalkracht, nog opletten met
plyometrie, beter sprongcoördinatie trainen
Vormspanningsoefeningen : huiswerk !!
Lenigheid : eventueel nog last van vorige periode, dagelijks onderhouden of bij eventuele
prestatievermindering specifiek op werken
Coördinatie : blijvend remediëren
Trainingsleer : alle mogelijke trainingsprincipes kunnen aangewend worden, doch op rustige
manier
4. Praktijk: 15-17