2. Lied voor de Dienst:
JdH 112: 1, 4 en 5
Ik weet niet waarom Gods genâ,
3. Ik weet niet waarom Gods genâ
aan mij ook werd betoond,
en Hij mij, gans onwaardig mens,
steeds zoveel liefde toont.
(refrein:)
Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
tot die dag bewaart voor mij.
4. Ik weet niet hoe mijn weg zal zijn,
die Hij voor mij bereidt;
wat kruis ik draag, voordat ik Hem
zal zien in heerlijkheid.
(refrein :)
Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
tot die dag bewaart voor mij.
5. Ik weet niet, wen mijn Heer weêrkomt,
of waar ik Hem begroet,
of dat 'k moet sterven voordat ik
Hem in de lucht ontmoet.
(refrein :)
Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,
tot die dag bewaart voor mij.
8. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
9. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
10. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
11. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
12. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
13. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
14. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
15. Psalm 19 (LvdK) t. W. Barnard, F. Schurer; m. Genève 1542/1543
16. Stil gebed
Votum en groet
Klein Gloria:
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
32. 20 Wie verstandig omgaat met het woord, zal het
goede vinden, en wie op de HEERE vertrouwt:
welzalig is hij.
21 De wijze van hart wordt verstandig genoemd,
en zoetheid van lippen vermeerdert het inzicht.
22 Het verstand is voor de bezitters ervan een
bron van leven, maar de vermaning van dwazen
is dwaasheid.
33. 23 Het hart van een wijze maakt zijn mond
verstandig, en zal op zijn lippen het inzicht
vermeerderen.
24 Lieflijke woorden zijn een honingraat, zoet
voor de ziel, en genezing voor de beenderen.