SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  13
Télécharger pour lire hors ligne
Faillissement van gezin economie en
maatschappij
Hoe onze persoonlijke welvaart en geluk door modellen teniet worden gedaan
Datum: 01-02-2020
Versie: 1.0
Ing. M. M. Hofman MBA
E-mail: mmhofman@gmail.com
LinkedIn: www.martijnhofman.nl
2000
2015
2030
Inleiding
In Nederland worden doorgaans de kabinetsplannen inclusief amendementen daarop doorgerekend
door het Centraal PlanBureau (CPB). Het is mijns inziens goed als een onafhankelijke partij de
politieke plannen doorrekend. Vraag is wel hoe onafhankelijk en hoe betrouwbaar de uitkomsten
zijn. Het CPB gebruikt voor de doorrekening van belastingeffecten op de werkgelegenheid het
MICSIM model1
. Is de uitkomst inderdaad dat, wat we verwachten?
Bovenstaande vraag heeft mij de laatste jaren bezig gehouden. Uitkomsten van de laatste tijd waren
namelijk volstrekt onlogisch. Los daarvan werden er wel beslissingen in de politiek genomen op basis
van deze uitslagen. Wat als we ons zouden leiden door onjuiste beeldvorming? Wat als we
vervolgens miljoenen investeren in zaken met een uitkomst die we eigenlijk niet willen?
Ook de politiek zelf en de publieke media stelden vragen aan het CPB m.b.t. de betrouwbaarheid van
de doorrekeningen. Daarom heeft het CPB op 12 februari 2016 een informatiebijeenkomst gehouden
voor politici en journalisten. Daarbij is een toelichting gegeven op de gehanteerde modellen. Naar
aanleiding van de daarbij gegeven presentatie heb ik een eerste document geschreven. Naar
aanleiding van het zoveelste rapport wat de problematiek aangeeft, dit keer van de SER heb ik dit
document geschreven om nogmaals te wijzen op de negatieve effecten van deze modellen en de
besluitvorming naar aanleiding daarvan.
Rapport SER volatiliteit
“De afgelopen twintig jaar is er beperkte vooruitgang geboekt met het verhogen van de groei van het
vrij besteedbare inkomen van huishoudens.” heeft de SER in hun publicatie2
geconstateerd.
Vervolgens volgt er een analyse waarom dit zo is. Het blijkt dat een veelheid aan diverse maatregelen
ervoor heeft gezorgd dat economische groei geen persoonlijke welvaartsgroei betekende voor een
groot deel van de burgers.
Logisch huishoudens minder geld
Hoe komt het toch dat economische groei niet leidt tot groei in de welvaart voor een groot deel van
de burgers? De generieke oorzaak zit in het de CPB modellen die de grondslag zijn voor de
besluitvorming in de “democratische” besluitvormingsorganen van de regering. Heel kort
samengevat leiden de modellen ertoe dat de wetgeving gericht is op minder verdiensten, meer
belastingheffing om te zorgen dat iedereen betaalde arbeid gaat verrichten. De samenvatting hier
weer van is dat burgers steeds armer worden en bedrijven / instellingen / de regering steeds rijker.
In dit document willen we u meenemen in de technische kant van de CPB modellen en de uitwerking
daarvan in onze maatschappij.
1
Zie: http://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-presentatie-12feb2016-modellen-en-
voorspellen-een-kijkje-de-machinekamer-van-het-cpb.pdf
2
https://www.ser.nl/nl/Publicaties/volatiliteit-economie
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................................... 2
1 Werkgelegenheid, banen en beroepsbevolking.............................................................................. 4
1.1 Werkgelegenheid .................................................................................................................... 4
1.2 Banen....................................................................................................................................... 4
1.3 Beroepsbevolking & Werkloosheid......................................................................................... 5
2 Werkgelegenheidseffecten ............................................................................................................. 6
2.1 De term werkgelegenheidseffecten........................................................................................ 6
2.2 Gevolgen van “werkgelegenheidseffecten”............................................................................ 7
2.3 Groei in banen door groei aan beroepsbevolking?................................................................. 8
2.3.1 Niet altijd geldig............................................................................................................... 8
2.3.2 Geldig in de toekomst?.................................................................................................... 9
2.4 Samenvatting werkgelegenheidseffecten............................................................................. 10
3 Belastingdruk................................................................................................................................. 11
3.1 Burgerbevolking .................................................................................................................... 11
3.2 Onvrede bij burgers............................................................................................................... 11
4 Wat moet er gebeuren?................................................................................................................ 12
4.1 Sturing op werkgelegenheid.................................................................................................. 12
4.2 Hervormingen........................................................................................................................ 13
4.2.1 Politiek & Beleid ............................................................................................................ 13
4.2.2 Adviesinstellingen.......................................................................................................... 13
1 Werkgelegenheid, banen en beroepsbevolking
1.1 Werkgelegenheid
Wat is werkgelegenheid? Een geraadpleegd woordenboek is er kort in en omschrijft werkgelegenheid
als “mogelijkheden voor betaald werk” en “totaal aantal arbeidsplaatsen“. Volgens het Centraal
Bureau van de Statistiek (CBS) is werkgelegenheid een containerbegrip voor de al dan niet vervulde
vraag naar arbeid van zowel werknemers als zelfstandigen. Meerdere begrippen vallen onder deze
noemer: arbeidsplaatsen (zowel vervulde arbeidsplaatsen, oftewel banen, als onvervulde
arbeidsplaatsen, oftewel openstaande vacatures), werkzame personen, werkzame beroepsbevolking
en arbeidsvolume. Ik sluit me in dit document aan bij de definitie van het CBS.
1.2 Banen
Laten we eens in onderstaande grafiek kijken naar het aantal banen in Nederland.
Bron: CBS
Als we kijken naar het aantal banen zien we over de lange termijn een stijging. We zouden dan ook
kunnen stellen dat het goed gaat met de werkgelegenheid. Zijn we dan in politiek opzicht klaar met
de werkgelegenheid? Helaas nee. Het gaat niet primair om groei aan werkgelegenheid, het gaat om
de balans tussen werkgelegenheid (lees: het aantal banen) en de beroepsbevolking. In het volgende
hoofdstuk kijken we daarom naar de beroepsbevolking.
1.3 Beroepsbevolking & Werkloosheid
De beroepsbevolking is de optelsom van de groep werkende personen en de groep werklozen. Als
het gaat om de definitie van werkloosheid kijken we weer even naar het CBS. Het CBS hanteert als
definitie voor “Werkloze beroepsbevolking” de personen zonder betaald werk, die recent naar werk
hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.
Als we kijken naar bovenstaande grafiek in samenhang met de eerder getoonde grafiek m.b.t. het
aantal banen, dan kunnen we blij zijn met de afnemende werkloosheid. Toch is er nog een forse
politieke uitdaging. De groei in banen is namelijk niet één op één te relateren is de afname van de
werkloosheid. In het volgende hoofdstuk kijken we naar de doorrekeningen van het CPB m.b.t. de
werkgelegenheidseffecten.
2 Werkgelegenheidseffecten
2.1 De term werkgelegenheidseffecten
In de voorgaande hoofdstukken hebben we stilgestaan bij werkgelegenheid, banen,
beroepsbevolking en werkloosheid. Als we daar de samenhang van zien komen we op de volgende
schematische voorstelling:
Hierbij zien we dat de beroepsbevolking (blauw) bestaat uit de delen A (werkloosheid) en B
(ingevulde functies). De werkgelegenheid (oranje) bestaat uit de delen B (ingevulde functies) en C
(vacatures).
In de rapporten van het CPB wordt gesproken over de term werkgelegenheidseffecten. Het is
opvallend dat het CPB deze term niet nader definieert en dat dit ook geen algemeen gangbare term
is. Persoonlijk definieer ik deze term als: De effecten van o.a. wetsvoorstellen op de
werkgelegenheid. Werkgelegenheid is vervolgens weer, zoals we eerder hebben gezien te vertalen in
banen. Daarmee wordt de suggestie gewekt dat het CPB met werkgelegenheidseffecten heeft over
het effect van te nemen maatregelen op het aantal beschikbare banen. Dat komt mooi uit! Die
hebben we nu net nodig zoals we eerder hebben gezien.
In de onderliggende berekeningen zien we dat het CPB bij de term werkgelegenheidseffecten kijkt
naar de beroepsbevolking. Vervolgens wordt de beroepsbevolking gelijk gesteld aan de
werkgelegenheid. Dus vergeleken met bovenstaande afbeelding geeft het CPB aan dat de delen A + B
gelijk zijn aan de delen B + C. Dat dit grote gevolgen heeft kunnen we wel raden. Welke effecten dit
zijn gaan we zien in de volgende paragraaf.
2.2 Gevolgen van “werkgelegenheidseffecten”
In het voorgaande paragraaf zijn we tot de verrassende constatering gekomen dat de term
“werkgelegenheidseffecten” niet gaat over het effect op banen, maar over het effect van
wetsvoorstellen op de beroepsbevolking. Het CPB gaat ervan uit dat iemand die de arbeidsmarkt
betreedt ook een baan vindt. Dit komt doordat het gebruikte model is opgesteld op basis van
wetmatigheden die gelden in een periode van economische groei waarbij er een tekort is aan
beroepsbevolking. In tijden van (financiële) crisis en recessie en mogelijk wel voor altijd (digitalisering
en robotisering) gelden dergelijke wetmatigheden niet meer. Het door het CPB gehanteerde
“Werkzoekers = Banen” moet veranderd worden in “Werkzoekers ≠ Banen”. Wat is het risico
daarvan? Laten we eerst kijken naar de effecten van de CPB doorrekeningen.
We zien tijdens debatten in de Tweede Kamer en ook in verkiezingstijd dat de verschillende politieke
partijen elkaar graag de oren wassen met de CPB doorrekeningen. Daarmee is bevestigd dat het werk
van CPB er toe doet. De uitkomsten worden zeer serieus genomen. Daarnaast wordt dit beeld
versterkt doordat wetsvoorstellen het i.v.m. de doorrekening van het CPB het soms niet halen en
worden weggestemd. Ook zien we meer specifiek gekeken naar ons onderwerp dat zowel de media
als de politiek aan de haal gaat met de “Werkgelegenheidseffecten” als ware het banen waar het om
zou gaan. Helaas gaat het niet om banen, maar om werkgelegenheidseffecten volgens de CPB
definitie ofwel werkzoekers. Met de maatregelen die nu genomen worden door het kabinet kijken
we dus of dat een positief effect heeft op de groei van werkloosheid i.p.v. banen. Als we dit weer
even schematisch bekijken zien we het volgende:
We zien hierbij:
 Gelijk aantal banen!
 Meer mensen die door o.a. belastingdruk moeten3
werken!
 Nog meer werklozen!
3
Ook mensen die niet kunnen werken i.v.m. chronische ziekte of taken op het gebied van participatie en / of
zorg worden nu gedwongen om te gaan werken.
2.3 Groei in banen door groei aan beroepsbevolking?
Deze paragraaf is toegevoegd aan het oorspronkelijke document na een discussie met het CPB.
Hierbij is nader ingezoomd op het uitgangspunt van het CPB dat de werkgelegenheid (=banen) het
arbeidsaanbod (=beroepsbevolking) volgt4
. Om dit uitgangspunt niet steeds in het geheel te hoeven
uitschrijven noemen we dit in het vervolg: het uitgangspunt.
2.3.1 Niet altijd geldig
Terecht geeft het CPB aan dat het uitgangspunt kan afwijken als de conjuncturele situatie tijdelijk
anders (lees minder, dan wel laagconjunctuur) is. Dit is logisch omdat in een periode van
economische groei er in het verleden ook altijd een groei was in werkgelegenheid (=banen) en deze
groei een trekkende functie had op de vraag naar arbeidskrachten.
In tijden van economische groei (hoogconjunctuur) was het de laatste eeuwen5
zo dat bedrijven en
overheden dit weer investeerden en dat deze investeringen leiden tot meer banen. Als er geen
medewerkers (vaste dienst of ingeleend) waren voor die banen bleven deze onvervuld (en vaak ook
onvermeld) tot het moment dat deze wel ingevuld konden worden. Dit had een remmend effect op
de economie. Instroom op de arbeidsmarkt leidde in deze eeuwen dan ook altijd (feit, is
wetenschappelijk onderbouwd) op termijn tot meer banen. De tijd die hiervoor nodig was moet
gezocht worden in bedrijfseconomische processen zoals instroom, doorstroom, uitstroom middels
4
Een verdere toelichting is hier te vinden:
http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/effecten-belastingplan-op-korte-en-lange-termijn
5
In de eeuwen dat de economie een minder grote rol had zoals in de tijd van de jacht en de familiebedrijven
(landbouw, veehouderij en visserij) was dit effect er niet dan wel zeer minimaal.
opleiding / scholing en training on the job. Banen die erbij kwamen waren namelijk vaak
specialistisch terwijl de instroom op de arbeidsmarkt nog ervaring moet opdoen.
De trekkende kracht van economische groei aan banen en vervolgens aan arbeidskrachten is er niet
tijdens een periode van laagconjunctuur. Dan is het namelijk andersom. Investeringen nemen af
waardoor het aantal banen afneemt en er dus ook minder arbeidskrachten nodig zijn. Met deze
simpele redenering is bevestigd dat het inderdaad zo is wat het CPB ook aangeeft dat in tijden van
laagconjunctuur het uitgangspunt niet valide is. Toch houd het CPB vast aan het uitgangspunt er
gemakshalve ervan uitgaand dat de economische groei er ooit weer komt. Persoonlijk heb ik hier
grote moeite mee. In tijden van economische achteruitgang moeten we deze actief ombuigen naar
weer economische groei. Het tegen beter weten in blijven sturen6
op groei in arbeidskrachten leidt
dan namelijk niet tot meer economische groei, maar tot minder. Werklozen kosten geld en
verjonging van de arbeidsmarkt, doorstroom en mobiliteit stagneren. Het opkrabbelen uit een
recessie duurt dan onnodig veel langer.
Conclusie van het voorgaande is dat we in tijden van economische achteruitgang of stagnatie het
uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt niet moeten hanteren en we
eerst actief de economische groei moeten bevorderen. Dit met de voorwaarde dat economische
groei trekt aan banen.
2.3.2 Geldig in de toekomst?
Resultaten in het verleden, bieden geen garantie voor de toekomst. Daarom moeten we voorzichtig
zijn met algemeen gangbare principes en uitgangspunten. Tijden veranderen, de economie, de
werkgelegenheid, de arbeidsparticipatie veranderd. Als de digitalisering en de robotisering doorzet
is het niet meer zo dat de economische groei trekt aan banen en werkgelegenheid! Zodra dit het
geval is kan ook het uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt de prullenbak
in. Hieruit volgt dat het heel schadelijk is als we ondanks deze trends toch dit uitgangspunt blijven
hanteren.
We hebben nu alleen nog maar gekeken naar het primair economische belang van het gehanteerde
uitgangspunt. In het kort wil ik u onder de aandacht brengen wat de gevolgen zijn van het eenzijdig
hanteren daarvan. Bij het uitsluitend en primair kijken naar economische belangen en het daarbij
hanteren van het uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt zal het
daaropvolgend beleid ervoor zorgen dat alles en iedereen om persoonlijke economische noodzaak de
arbeidsmarkt op wordt gejaagd. Ook mensen die eigenlijk graag (deels) vrijwilligerswerk, mantelzorg
of zorg voor kinderen op zich willen nemen worden dan door overheidsmaatregelen gedwongen. Dit
is in direct conflict met de doelstellingen om een Participatiemaatschappij te bevorderen omdat
iemand die dan gedwongen werkt niet op hetzelfde moment vrijwilliger of mantelzorger kan zijn.
Uiteindelijk zijn we dan zelfs weer duurder uit omdat ook de zorg, de kinderopvang en de zorg voor
natuur en milieu weer meer gaat kosten. In tijden dat we een participatiemaatschappij voorstaan is
het uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt dan ook niet het juiste
stuurinstrument. In plaats daarvan moeten we sturen op directe economische groei waardoor we
juist minder hoeven te werken. #omdenken
6
Wat je meet, daar stuur je op en waar je op stuurt krijg je ook.
2.4 Samenvatting werkgelegenheidseffecten
Instroom van beroepsbevolking zal niet resulteren in meer werkgelegenheid als er geen trekkende
functie meer is vanuit de economische groei. Bijvoorbeeld:
1. Als de economische groei er niet is of te beperkt is om de voorraad aan onbenutte
arbeidsaanbod (= de groep werklozen) aan te spreken.
2. Als de economische groei niet meer direct gekoppeld is aan arbeid, bijvoorbeeld door
digitalisering / robotisering.
Het niet gevalideerd / onderzocht ervanuit gaan dat er ook in de toekomst sprake is van een
trekkende functie van werkgelegenheid op de vraag naar arbeidskrachten is dan ook een aanname
en een eigen veronderstelling en past niet als primair stuurinstrument voor politieke beslissingen.
In een situatie zoals boven geschetst zal door wetgeving gedwongen instroom van de
beroepsbevolking leiden tot een verhoogde werkloosheid. Dit leidt weer tot:
A. Gedwongen beroepsbevolking die een verjonging van de werkende beroepsbevolking in de
weg staat;
B. Een conflict met de doelstellingen om een Participatiemaatschappij te bevorderen omdat
iemand die dan gedwongen werkt niet op hetzelfde moment vrijwilliger of mantelzorger kan
zijn.
C. Hogere kosten voor de maatschappij.
Het CPB zal in een periode van grote of groeiende werkloosheid een ander model moeten hanteren
dan in tijden van economische voorspoed. Ik roep het CPB van harte op om in tijden van grote of
groeiende werkloosheid een banencijfer te rapporteren wat geen werkloosheidcijfer is, maar
gevalideerd afgeleid is van de economische verwachting, waardoor zowel de tweede Kamer als de
Eerste Kamer het juiste stuur in handen hebben voor een maximale economische voorspoed.
3 Belastingdruk
3.1 Burgerbevolking
We hebben in de eerdere hoofdstukken gezien dat kabinetsplannen langst een meetlat wordt gelegd
die een hogere economische groei toekent aan plannen die zorgen dat er meer mensen gaan
werken. Gevolg daarvan is dat plannen die het inkomen verlaagt om zo te zorgen dat er nog meer
gewerkt moet worden voor het inkomen, hoger scoren op de economie meetlat. Dit zorgt ervoor dat
we nu jaren, na jaren wetgeving hebben gemaakt die huishoudens onder druk zet. Daarmee hebben
we zelf democratisch op basis van verkeerde modellen en uitgangspunten gekozen voor meer
belastdingdruk in de verwachting dat wij daar als maatschappij rijker van zouden worden. Dat rijker
worden is afhankelijk van tal van factoren en was voornamelijk zo in het verleden. Daarnaast is dat
rijker worden gericht op de bedrijven, instellingen en regering, maar juist niet op de burgerbevolking.
3.2 Onvrede bij burgers
Jaar naar jaar via allerlei maatregelen sluipenderwijs doorvoeren van belastingverhogingen zal
uiteindelijk leiden tot onvrede van burgers. Niet alleen als gevolg van minder besteedbaar inkomen,
maar vooral ook omdat dit doorwerkt in tal van andere maatschappelijke thema’s zoals de toename
van:
 (psychosociale / jeugd)zorg
 echtscheidingen
 abortus (geen geld voor kinderen)
 euthanasie (geen toekomst meer)
 onbetaalbaarheid van woningen
 dakloosheid
 afgunst (naar rijken, asielzoekers, enz.)
 protesten / algehele onvrede
 enz.
Dit is precies dat wat we nu zien gebeuren.
Politieke partijen die deze onvrede weten te
verwoorden scoren goed in de peilingen, maar
het risico is groot dat het blijft bij praten
omdat de grondslag (de meting op basis van de
verkeerde modellen) onveranderd blijft.
Politici nemen nu eenmaal niet graag besluiten
die volgens de “wetenschap” slecht zouden
zijn voor de economie. Nederland heeft
behoefte aan een politieke partij die echte
wetenschap weet te combineren met de
primaire zorg voor gewone burgers.
4 Wat moet er gebeuren?
4.1 Sturing op werkgelegenheid
Het CPB heeft in februari 2016 tijdens een informatiesessie aan politici en journalisten in een
presentatie7
nog steeds aan dat de groei aan werkzoekers op lange termijn gelijk is aan de groei in
banen met daarbij de opmerking: "Maar in een laagconjunctuur duurt het natuurlijk langer voordat
iedereen zijn keuze kan realiseren". Inderdaad in tijden van (financiële) crisis en recessie en mogelijk
wel voor altijd (robotisering) gelden dergelijke wetmatigheden niet meer.
Meer werkloosheid is slecht voor de economie en daarnaast slecht voor allerlei andere zaken zoals
veiligheid en leefbaarheid. Het beste zou zijn als de beroepsbevolking en het aantal banen gelijk
zouden zijn.
Om bovenstaande doel te bereiken zal de politiek moeten gaan sturen op de afzonderlijke
elementen waarbij de effecten van wetsvoorstellen doorgerekend worden op zowel de banen als
op de beroepsbevolking. Alleen dan kan er gestuurd worden op maximale economische
voorspoed. En gezien de hoofdstukken 1 en 2 zal duidelijk zijn dat we nu eerst moeten werken aan
meer banen i.p.v. een grotere beroepsbevolking.
7
http://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-presentatie-12feb2016-modellen-
en-voorspellen-een-kijkje-de-machinekamer-van-het-cpb.pdf
4.2 Hervormingen
4.2.1 Politiek & Beleid
Het is geen oplossing om de besluitvorming van de afgelopen jaren zomaar terug te draaien vanwege
de verkeerde basis die gebruikt is. We leven nu in een moderne tijd die om moderne valide, sociale
wetgeving vraagt. Niet op basis van modellen gebaseerd op de oude wereld, maar juist gericht op de
toekomst. Er moet dan ook werk gemaakt worden van vernieuwing. Politieke partijen en de advies
gevende instanties moeten hun wereldbeeld en wereldvisie herzien en op basis daarvan ook hun
modellen en meetinstrumenten.
4.2.2 Adviesinstellingen
Daarnaast hebben we gezien hoe schadelijk het is als het CPB zoveel invloed heeft, waardoor heel de
maatschappij door een onjuist gebruik van de verkeerde beelden, visies en modellen wordt
ontwricht. Om dit te voorkomen en politieke debatten weer te laten gaan over inhoud kan het CPB
bijvoorbeeld opgeknipt / verdeeld worden over de verschillende politiek gelieerde wetenschappelijke
bureaus. Dan komt elke partij met eigen doorrekeningen en valideren ze elkaar, waarbij elke partij
zijn eigen politieke afweging kan maken op basis van wetenschappelijke argumenten.
Dan rest mij u nog hartelijk te bedanken voor het uitlezen van dit document.

Contenu connexe

Tendances

CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017CNV Vakcentrale
 
Concept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNV
Concept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNVConcept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNV
Concept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNVCNV Vakcentrale
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016CNV Vakcentrale
 
Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012
Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012
Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012CNV Vakcentrale
 
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetInbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetCNV Vakcentrale
 
Whitepaper_Tarieven_2015
Whitepaper_Tarieven_2015Whitepaper_Tarieven_2015
Whitepaper_Tarieven_2015Niels Huismans
 

Tendances (8)

CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
 
Concept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNV
Concept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNVConcept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNV
Concept Arbeidsvoorwaardennota 2015 CNV
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
 
Cnv jaarverslag 2009
Cnv jaarverslag 2009Cnv jaarverslag 2009
Cnv jaarverslag 2009
 
Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012
Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012
Cnv beleggingscode pensioenfondsen 2012
 
Visie het-nieuwe-werken
Visie het-nieuwe-werkenVisie het-nieuwe-werken
Visie het-nieuwe-werken
 
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetInbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
 
Whitepaper_Tarieven_2015
Whitepaper_Tarieven_2015Whitepaper_Tarieven_2015
Whitepaper_Tarieven_2015
 

Similaire à Faillissement van gezin, economie en maatschappij

Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025CNV Vakcentrale
 
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017Peter van Heuveln
 
PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)
PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)
PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)Wouter de Heij
 
Pamflet nieuwjaarsreceptie CD&V
Pamflet nieuwjaarsreceptie CD&VPamflet nieuwjaarsreceptie CD&V
Pamflet nieuwjaarsreceptie CD&VLBC_REALDOLMEN
 
R 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei def
R 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei defR 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei def
R 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei defHans Hemmes
 
Pamflet nieuwjaarsreceptie SPA
Pamflet nieuwjaarsreceptie SPAPamflet nieuwjaarsreceptie SPA
Pamflet nieuwjaarsreceptie SPALBC_REALDOLMEN
 
Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?Christiaan van Gorkum
 
Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030
Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030
Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030Hays Netherlands
 
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereenEen inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereenRein Poels
 
Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009
Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009
Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009Kirstin van Veen
 
Yer Executive Round Tabel Kcc
Yer Executive Round Tabel KccYer Executive Round Tabel Kcc
Yer Executive Round Tabel KccPeternieuwland
 
YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009
YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009
YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009guestaf93f5
 
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkRAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkFinext
 
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkRAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkFinext
 
RAAT Magazine
RAAT MagazineRAAT Magazine
RAAT MagazineFinext
 
Netwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomst
Netwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomstNetwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomst
Netwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomstKING
 

Similaire à Faillissement van gezin, economie en maatschappij (20)

Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
 
121008 cbs hv bovern 1
121008 cbs hv bovern 1121008 cbs hv bovern 1
121008 cbs hv bovern 1
 
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
Doorrekening verkiezingsprogramma Politieke Partijen 2017
 
PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)
PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)
PBL Lezing - Misbruik van modellen (04 november 2022, Pieter Omtzigt)
 
Pamflet nieuwjaarsreceptie CD&V
Pamflet nieuwjaarsreceptie CD&VPamflet nieuwjaarsreceptie CD&V
Pamflet nieuwjaarsreceptie CD&V
 
R 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei def
R 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei defR 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei def
R 2798 verkenning wmjl versie raad 20 mei def
 
Pamflet nieuwjaarsreceptie SPA
Pamflet nieuwjaarsreceptie SPAPamflet nieuwjaarsreceptie SPA
Pamflet nieuwjaarsreceptie SPA
 
Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?Vergrijzing en wie betaald de rekening?
Vergrijzing en wie betaald de rekening?
 
Pwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagility
Pwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagilityPwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagility
Pwc arbeidsmarkt-digitalisering-robotisering-employagility
 
Werken aan maatschappelijk rendement
Werken aan maatschappelijk rendementWerken aan maatschappelijk rendement
Werken aan maatschappelijk rendement
 
Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030
Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030
Baan van de Toekomst de financiële sector in 2030
 
Prof. dr. Jouke van Dijk
Prof. dr. Jouke van DijkProf. dr. Jouke van Dijk
Prof. dr. Jouke van Dijk
 
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereenEen inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
Een inclusieve arbeidsmarkt voor iedereen
 
Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009
Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009
Yer Executive Round Table KCC 12 Nov 2009
 
Yer Executive Round Tabel Kcc
Yer Executive Round Tabel KccYer Executive Round Tabel Kcc
Yer Executive Round Tabel Kcc
 
YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009
YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009
YER Executive Roundtable KCC 12/11/2009
 
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkRAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
 
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is MensenwerkRAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
RAAT Magazine: Finance is Mensenwerk
 
RAAT Magazine
RAAT MagazineRAAT Magazine
RAAT Magazine
 
Netwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomst
Netwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomstNetwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomst
Netwerkbijeenkomst monitor 1 dec impressie bijeenkomst
 

Dernier

(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...VNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijksVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverleningVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereikenVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeentenVNG Realisatie
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met VrijwilligersVNG Realisatie
 

Dernier (6)

(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
(Be)spreekuur - 15 april 2024 -vroegsignalering in de routekaart Financiële Z...
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - afdracht maandelijks of jaarlijks
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
(Be)spreekuur - 18 april 2024- Elementen van de basisdienstverlening
 
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
(Be)spreekuur 23 april 2024 - Ondernemers bereiken
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Kindregeling II Voorbeelden gemeenten
 
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
(Be)spreekuur - 18 april 2024 - Samenwerken met Vrijwilligers
 

Faillissement van gezin, economie en maatschappij

  • 1. Faillissement van gezin economie en maatschappij Hoe onze persoonlijke welvaart en geluk door modellen teniet worden gedaan Datum: 01-02-2020 Versie: 1.0 Ing. M. M. Hofman MBA E-mail: mmhofman@gmail.com LinkedIn: www.martijnhofman.nl 2000 2015 2030
  • 2. Inleiding In Nederland worden doorgaans de kabinetsplannen inclusief amendementen daarop doorgerekend door het Centraal PlanBureau (CPB). Het is mijns inziens goed als een onafhankelijke partij de politieke plannen doorrekend. Vraag is wel hoe onafhankelijk en hoe betrouwbaar de uitkomsten zijn. Het CPB gebruikt voor de doorrekening van belastingeffecten op de werkgelegenheid het MICSIM model1 . Is de uitkomst inderdaad dat, wat we verwachten? Bovenstaande vraag heeft mij de laatste jaren bezig gehouden. Uitkomsten van de laatste tijd waren namelijk volstrekt onlogisch. Los daarvan werden er wel beslissingen in de politiek genomen op basis van deze uitslagen. Wat als we ons zouden leiden door onjuiste beeldvorming? Wat als we vervolgens miljoenen investeren in zaken met een uitkomst die we eigenlijk niet willen? Ook de politiek zelf en de publieke media stelden vragen aan het CPB m.b.t. de betrouwbaarheid van de doorrekeningen. Daarom heeft het CPB op 12 februari 2016 een informatiebijeenkomst gehouden voor politici en journalisten. Daarbij is een toelichting gegeven op de gehanteerde modellen. Naar aanleiding van de daarbij gegeven presentatie heb ik een eerste document geschreven. Naar aanleiding van het zoveelste rapport wat de problematiek aangeeft, dit keer van de SER heb ik dit document geschreven om nogmaals te wijzen op de negatieve effecten van deze modellen en de besluitvorming naar aanleiding daarvan. Rapport SER volatiliteit “De afgelopen twintig jaar is er beperkte vooruitgang geboekt met het verhogen van de groei van het vrij besteedbare inkomen van huishoudens.” heeft de SER in hun publicatie2 geconstateerd. Vervolgens volgt er een analyse waarom dit zo is. Het blijkt dat een veelheid aan diverse maatregelen ervoor heeft gezorgd dat economische groei geen persoonlijke welvaartsgroei betekende voor een groot deel van de burgers. Logisch huishoudens minder geld Hoe komt het toch dat economische groei niet leidt tot groei in de welvaart voor een groot deel van de burgers? De generieke oorzaak zit in het de CPB modellen die de grondslag zijn voor de besluitvorming in de “democratische” besluitvormingsorganen van de regering. Heel kort samengevat leiden de modellen ertoe dat de wetgeving gericht is op minder verdiensten, meer belastingheffing om te zorgen dat iedereen betaalde arbeid gaat verrichten. De samenvatting hier weer van is dat burgers steeds armer worden en bedrijven / instellingen / de regering steeds rijker. In dit document willen we u meenemen in de technische kant van de CPB modellen en de uitwerking daarvan in onze maatschappij. 1 Zie: http://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-presentatie-12feb2016-modellen-en- voorspellen-een-kijkje-de-machinekamer-van-het-cpb.pdf 2 https://www.ser.nl/nl/Publicaties/volatiliteit-economie
  • 3. Inhoudsopgave Inleiding................................................................................................................................................... 2 1 Werkgelegenheid, banen en beroepsbevolking.............................................................................. 4 1.1 Werkgelegenheid .................................................................................................................... 4 1.2 Banen....................................................................................................................................... 4 1.3 Beroepsbevolking & Werkloosheid......................................................................................... 5 2 Werkgelegenheidseffecten ............................................................................................................. 6 2.1 De term werkgelegenheidseffecten........................................................................................ 6 2.2 Gevolgen van “werkgelegenheidseffecten”............................................................................ 7 2.3 Groei in banen door groei aan beroepsbevolking?................................................................. 8 2.3.1 Niet altijd geldig............................................................................................................... 8 2.3.2 Geldig in de toekomst?.................................................................................................... 9 2.4 Samenvatting werkgelegenheidseffecten............................................................................. 10 3 Belastingdruk................................................................................................................................. 11 3.1 Burgerbevolking .................................................................................................................... 11 3.2 Onvrede bij burgers............................................................................................................... 11 4 Wat moet er gebeuren?................................................................................................................ 12 4.1 Sturing op werkgelegenheid.................................................................................................. 12 4.2 Hervormingen........................................................................................................................ 13 4.2.1 Politiek & Beleid ............................................................................................................ 13 4.2.2 Adviesinstellingen.......................................................................................................... 13
  • 4. 1 Werkgelegenheid, banen en beroepsbevolking 1.1 Werkgelegenheid Wat is werkgelegenheid? Een geraadpleegd woordenboek is er kort in en omschrijft werkgelegenheid als “mogelijkheden voor betaald werk” en “totaal aantal arbeidsplaatsen“. Volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) is werkgelegenheid een containerbegrip voor de al dan niet vervulde vraag naar arbeid van zowel werknemers als zelfstandigen. Meerdere begrippen vallen onder deze noemer: arbeidsplaatsen (zowel vervulde arbeidsplaatsen, oftewel banen, als onvervulde arbeidsplaatsen, oftewel openstaande vacatures), werkzame personen, werkzame beroepsbevolking en arbeidsvolume. Ik sluit me in dit document aan bij de definitie van het CBS. 1.2 Banen Laten we eens in onderstaande grafiek kijken naar het aantal banen in Nederland. Bron: CBS
  • 5. Als we kijken naar het aantal banen zien we over de lange termijn een stijging. We zouden dan ook kunnen stellen dat het goed gaat met de werkgelegenheid. Zijn we dan in politiek opzicht klaar met de werkgelegenheid? Helaas nee. Het gaat niet primair om groei aan werkgelegenheid, het gaat om de balans tussen werkgelegenheid (lees: het aantal banen) en de beroepsbevolking. In het volgende hoofdstuk kijken we daarom naar de beroepsbevolking. 1.3 Beroepsbevolking & Werkloosheid De beroepsbevolking is de optelsom van de groep werkende personen en de groep werklozen. Als het gaat om de definitie van werkloosheid kijken we weer even naar het CBS. Het CBS hanteert als definitie voor “Werkloze beroepsbevolking” de personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn. Als we kijken naar bovenstaande grafiek in samenhang met de eerder getoonde grafiek m.b.t. het aantal banen, dan kunnen we blij zijn met de afnemende werkloosheid. Toch is er nog een forse politieke uitdaging. De groei in banen is namelijk niet één op één te relateren is de afname van de werkloosheid. In het volgende hoofdstuk kijken we naar de doorrekeningen van het CPB m.b.t. de werkgelegenheidseffecten.
  • 6. 2 Werkgelegenheidseffecten 2.1 De term werkgelegenheidseffecten In de voorgaande hoofdstukken hebben we stilgestaan bij werkgelegenheid, banen, beroepsbevolking en werkloosheid. Als we daar de samenhang van zien komen we op de volgende schematische voorstelling: Hierbij zien we dat de beroepsbevolking (blauw) bestaat uit de delen A (werkloosheid) en B (ingevulde functies). De werkgelegenheid (oranje) bestaat uit de delen B (ingevulde functies) en C (vacatures). In de rapporten van het CPB wordt gesproken over de term werkgelegenheidseffecten. Het is opvallend dat het CPB deze term niet nader definieert en dat dit ook geen algemeen gangbare term is. Persoonlijk definieer ik deze term als: De effecten van o.a. wetsvoorstellen op de werkgelegenheid. Werkgelegenheid is vervolgens weer, zoals we eerder hebben gezien te vertalen in banen. Daarmee wordt de suggestie gewekt dat het CPB met werkgelegenheidseffecten heeft over het effect van te nemen maatregelen op het aantal beschikbare banen. Dat komt mooi uit! Die hebben we nu net nodig zoals we eerder hebben gezien. In de onderliggende berekeningen zien we dat het CPB bij de term werkgelegenheidseffecten kijkt naar de beroepsbevolking. Vervolgens wordt de beroepsbevolking gelijk gesteld aan de werkgelegenheid. Dus vergeleken met bovenstaande afbeelding geeft het CPB aan dat de delen A + B gelijk zijn aan de delen B + C. Dat dit grote gevolgen heeft kunnen we wel raden. Welke effecten dit zijn gaan we zien in de volgende paragraaf.
  • 7. 2.2 Gevolgen van “werkgelegenheidseffecten” In het voorgaande paragraaf zijn we tot de verrassende constatering gekomen dat de term “werkgelegenheidseffecten” niet gaat over het effect op banen, maar over het effect van wetsvoorstellen op de beroepsbevolking. Het CPB gaat ervan uit dat iemand die de arbeidsmarkt betreedt ook een baan vindt. Dit komt doordat het gebruikte model is opgesteld op basis van wetmatigheden die gelden in een periode van economische groei waarbij er een tekort is aan beroepsbevolking. In tijden van (financiële) crisis en recessie en mogelijk wel voor altijd (digitalisering en robotisering) gelden dergelijke wetmatigheden niet meer. Het door het CPB gehanteerde “Werkzoekers = Banen” moet veranderd worden in “Werkzoekers ≠ Banen”. Wat is het risico daarvan? Laten we eerst kijken naar de effecten van de CPB doorrekeningen. We zien tijdens debatten in de Tweede Kamer en ook in verkiezingstijd dat de verschillende politieke partijen elkaar graag de oren wassen met de CPB doorrekeningen. Daarmee is bevestigd dat het werk van CPB er toe doet. De uitkomsten worden zeer serieus genomen. Daarnaast wordt dit beeld versterkt doordat wetsvoorstellen het i.v.m. de doorrekening van het CPB het soms niet halen en worden weggestemd. Ook zien we meer specifiek gekeken naar ons onderwerp dat zowel de media als de politiek aan de haal gaat met de “Werkgelegenheidseffecten” als ware het banen waar het om zou gaan. Helaas gaat het niet om banen, maar om werkgelegenheidseffecten volgens de CPB definitie ofwel werkzoekers. Met de maatregelen die nu genomen worden door het kabinet kijken we dus of dat een positief effect heeft op de groei van werkloosheid i.p.v. banen. Als we dit weer even schematisch bekijken zien we het volgende: We zien hierbij:  Gelijk aantal banen!  Meer mensen die door o.a. belastingdruk moeten3 werken!  Nog meer werklozen! 3 Ook mensen die niet kunnen werken i.v.m. chronische ziekte of taken op het gebied van participatie en / of zorg worden nu gedwongen om te gaan werken.
  • 8. 2.3 Groei in banen door groei aan beroepsbevolking? Deze paragraaf is toegevoegd aan het oorspronkelijke document na een discussie met het CPB. Hierbij is nader ingezoomd op het uitgangspunt van het CPB dat de werkgelegenheid (=banen) het arbeidsaanbod (=beroepsbevolking) volgt4 . Om dit uitgangspunt niet steeds in het geheel te hoeven uitschrijven noemen we dit in het vervolg: het uitgangspunt. 2.3.1 Niet altijd geldig Terecht geeft het CPB aan dat het uitgangspunt kan afwijken als de conjuncturele situatie tijdelijk anders (lees minder, dan wel laagconjunctuur) is. Dit is logisch omdat in een periode van economische groei er in het verleden ook altijd een groei was in werkgelegenheid (=banen) en deze groei een trekkende functie had op de vraag naar arbeidskrachten. In tijden van economische groei (hoogconjunctuur) was het de laatste eeuwen5 zo dat bedrijven en overheden dit weer investeerden en dat deze investeringen leiden tot meer banen. Als er geen medewerkers (vaste dienst of ingeleend) waren voor die banen bleven deze onvervuld (en vaak ook onvermeld) tot het moment dat deze wel ingevuld konden worden. Dit had een remmend effect op de economie. Instroom op de arbeidsmarkt leidde in deze eeuwen dan ook altijd (feit, is wetenschappelijk onderbouwd) op termijn tot meer banen. De tijd die hiervoor nodig was moet gezocht worden in bedrijfseconomische processen zoals instroom, doorstroom, uitstroom middels 4 Een verdere toelichting is hier te vinden: http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/effecten-belastingplan-op-korte-en-lange-termijn 5 In de eeuwen dat de economie een minder grote rol had zoals in de tijd van de jacht en de familiebedrijven (landbouw, veehouderij en visserij) was dit effect er niet dan wel zeer minimaal.
  • 9. opleiding / scholing en training on the job. Banen die erbij kwamen waren namelijk vaak specialistisch terwijl de instroom op de arbeidsmarkt nog ervaring moet opdoen. De trekkende kracht van economische groei aan banen en vervolgens aan arbeidskrachten is er niet tijdens een periode van laagconjunctuur. Dan is het namelijk andersom. Investeringen nemen af waardoor het aantal banen afneemt en er dus ook minder arbeidskrachten nodig zijn. Met deze simpele redenering is bevestigd dat het inderdaad zo is wat het CPB ook aangeeft dat in tijden van laagconjunctuur het uitgangspunt niet valide is. Toch houd het CPB vast aan het uitgangspunt er gemakshalve ervan uitgaand dat de economische groei er ooit weer komt. Persoonlijk heb ik hier grote moeite mee. In tijden van economische achteruitgang moeten we deze actief ombuigen naar weer economische groei. Het tegen beter weten in blijven sturen6 op groei in arbeidskrachten leidt dan namelijk niet tot meer economische groei, maar tot minder. Werklozen kosten geld en verjonging van de arbeidsmarkt, doorstroom en mobiliteit stagneren. Het opkrabbelen uit een recessie duurt dan onnodig veel langer. Conclusie van het voorgaande is dat we in tijden van economische achteruitgang of stagnatie het uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt niet moeten hanteren en we eerst actief de economische groei moeten bevorderen. Dit met de voorwaarde dat economische groei trekt aan banen. 2.3.2 Geldig in de toekomst? Resultaten in het verleden, bieden geen garantie voor de toekomst. Daarom moeten we voorzichtig zijn met algemeen gangbare principes en uitgangspunten. Tijden veranderen, de economie, de werkgelegenheid, de arbeidsparticipatie veranderd. Als de digitalisering en de robotisering doorzet is het niet meer zo dat de economische groei trekt aan banen en werkgelegenheid! Zodra dit het geval is kan ook het uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt de prullenbak in. Hieruit volgt dat het heel schadelijk is als we ondanks deze trends toch dit uitgangspunt blijven hanteren. We hebben nu alleen nog maar gekeken naar het primair economische belang van het gehanteerde uitgangspunt. In het kort wil ik u onder de aandacht brengen wat de gevolgen zijn van het eenzijdig hanteren daarvan. Bij het uitsluitend en primair kijken naar economische belangen en het daarbij hanteren van het uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt zal het daaropvolgend beleid ervoor zorgen dat alles en iedereen om persoonlijke economische noodzaak de arbeidsmarkt op wordt gejaagd. Ook mensen die eigenlijk graag (deels) vrijwilligerswerk, mantelzorg of zorg voor kinderen op zich willen nemen worden dan door overheidsmaatregelen gedwongen. Dit is in direct conflict met de doelstellingen om een Participatiemaatschappij te bevorderen omdat iemand die dan gedwongen werkt niet op hetzelfde moment vrijwilliger of mantelzorger kan zijn. Uiteindelijk zijn we dan zelfs weer duurder uit omdat ook de zorg, de kinderopvang en de zorg voor natuur en milieu weer meer gaat kosten. In tijden dat we een participatiemaatschappij voorstaan is het uitgangspunt dat de werkgelegenheid de beroepsbevolking volgt dan ook niet het juiste stuurinstrument. In plaats daarvan moeten we sturen op directe economische groei waardoor we juist minder hoeven te werken. #omdenken 6 Wat je meet, daar stuur je op en waar je op stuurt krijg je ook.
  • 10. 2.4 Samenvatting werkgelegenheidseffecten Instroom van beroepsbevolking zal niet resulteren in meer werkgelegenheid als er geen trekkende functie meer is vanuit de economische groei. Bijvoorbeeld: 1. Als de economische groei er niet is of te beperkt is om de voorraad aan onbenutte arbeidsaanbod (= de groep werklozen) aan te spreken. 2. Als de economische groei niet meer direct gekoppeld is aan arbeid, bijvoorbeeld door digitalisering / robotisering. Het niet gevalideerd / onderzocht ervanuit gaan dat er ook in de toekomst sprake is van een trekkende functie van werkgelegenheid op de vraag naar arbeidskrachten is dan ook een aanname en een eigen veronderstelling en past niet als primair stuurinstrument voor politieke beslissingen. In een situatie zoals boven geschetst zal door wetgeving gedwongen instroom van de beroepsbevolking leiden tot een verhoogde werkloosheid. Dit leidt weer tot: A. Gedwongen beroepsbevolking die een verjonging van de werkende beroepsbevolking in de weg staat; B. Een conflict met de doelstellingen om een Participatiemaatschappij te bevorderen omdat iemand die dan gedwongen werkt niet op hetzelfde moment vrijwilliger of mantelzorger kan zijn. C. Hogere kosten voor de maatschappij. Het CPB zal in een periode van grote of groeiende werkloosheid een ander model moeten hanteren dan in tijden van economische voorspoed. Ik roep het CPB van harte op om in tijden van grote of groeiende werkloosheid een banencijfer te rapporteren wat geen werkloosheidcijfer is, maar gevalideerd afgeleid is van de economische verwachting, waardoor zowel de tweede Kamer als de Eerste Kamer het juiste stuur in handen hebben voor een maximale economische voorspoed.
  • 11. 3 Belastingdruk 3.1 Burgerbevolking We hebben in de eerdere hoofdstukken gezien dat kabinetsplannen langst een meetlat wordt gelegd die een hogere economische groei toekent aan plannen die zorgen dat er meer mensen gaan werken. Gevolg daarvan is dat plannen die het inkomen verlaagt om zo te zorgen dat er nog meer gewerkt moet worden voor het inkomen, hoger scoren op de economie meetlat. Dit zorgt ervoor dat we nu jaren, na jaren wetgeving hebben gemaakt die huishoudens onder druk zet. Daarmee hebben we zelf democratisch op basis van verkeerde modellen en uitgangspunten gekozen voor meer belastdingdruk in de verwachting dat wij daar als maatschappij rijker van zouden worden. Dat rijker worden is afhankelijk van tal van factoren en was voornamelijk zo in het verleden. Daarnaast is dat rijker worden gericht op de bedrijven, instellingen en regering, maar juist niet op de burgerbevolking. 3.2 Onvrede bij burgers Jaar naar jaar via allerlei maatregelen sluipenderwijs doorvoeren van belastingverhogingen zal uiteindelijk leiden tot onvrede van burgers. Niet alleen als gevolg van minder besteedbaar inkomen, maar vooral ook omdat dit doorwerkt in tal van andere maatschappelijke thema’s zoals de toename van:  (psychosociale / jeugd)zorg  echtscheidingen  abortus (geen geld voor kinderen)  euthanasie (geen toekomst meer)  onbetaalbaarheid van woningen  dakloosheid  afgunst (naar rijken, asielzoekers, enz.)  protesten / algehele onvrede  enz. Dit is precies dat wat we nu zien gebeuren. Politieke partijen die deze onvrede weten te verwoorden scoren goed in de peilingen, maar het risico is groot dat het blijft bij praten omdat de grondslag (de meting op basis van de verkeerde modellen) onveranderd blijft. Politici nemen nu eenmaal niet graag besluiten die volgens de “wetenschap” slecht zouden zijn voor de economie. Nederland heeft behoefte aan een politieke partij die echte wetenschap weet te combineren met de primaire zorg voor gewone burgers.
  • 12. 4 Wat moet er gebeuren? 4.1 Sturing op werkgelegenheid Het CPB heeft in februari 2016 tijdens een informatiesessie aan politici en journalisten in een presentatie7 nog steeds aan dat de groei aan werkzoekers op lange termijn gelijk is aan de groei in banen met daarbij de opmerking: "Maar in een laagconjunctuur duurt het natuurlijk langer voordat iedereen zijn keuze kan realiseren". Inderdaad in tijden van (financiële) crisis en recessie en mogelijk wel voor altijd (robotisering) gelden dergelijke wetmatigheden niet meer. Meer werkloosheid is slecht voor de economie en daarnaast slecht voor allerlei andere zaken zoals veiligheid en leefbaarheid. Het beste zou zijn als de beroepsbevolking en het aantal banen gelijk zouden zijn. Om bovenstaande doel te bereiken zal de politiek moeten gaan sturen op de afzonderlijke elementen waarbij de effecten van wetsvoorstellen doorgerekend worden op zowel de banen als op de beroepsbevolking. Alleen dan kan er gestuurd worden op maximale economische voorspoed. En gezien de hoofdstukken 1 en 2 zal duidelijk zijn dat we nu eerst moeten werken aan meer banen i.p.v. een grotere beroepsbevolking. 7 http://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-presentatie-12feb2016-modellen- en-voorspellen-een-kijkje-de-machinekamer-van-het-cpb.pdf
  • 13. 4.2 Hervormingen 4.2.1 Politiek & Beleid Het is geen oplossing om de besluitvorming van de afgelopen jaren zomaar terug te draaien vanwege de verkeerde basis die gebruikt is. We leven nu in een moderne tijd die om moderne valide, sociale wetgeving vraagt. Niet op basis van modellen gebaseerd op de oude wereld, maar juist gericht op de toekomst. Er moet dan ook werk gemaakt worden van vernieuwing. Politieke partijen en de advies gevende instanties moeten hun wereldbeeld en wereldvisie herzien en op basis daarvan ook hun modellen en meetinstrumenten. 4.2.2 Adviesinstellingen Daarnaast hebben we gezien hoe schadelijk het is als het CPB zoveel invloed heeft, waardoor heel de maatschappij door een onjuist gebruik van de verkeerde beelden, visies en modellen wordt ontwricht. Om dit te voorkomen en politieke debatten weer te laten gaan over inhoud kan het CPB bijvoorbeeld opgeknipt / verdeeld worden over de verschillende politiek gelieerde wetenschappelijke bureaus. Dan komt elke partij met eigen doorrekeningen en valideren ze elkaar, waarbij elke partij zijn eigen politieke afweging kan maken op basis van wetenschappelijke argumenten. Dan rest mij u nog hartelijk te bedanken voor het uitlezen van dit document.