SlideShare a Scribd company logo
1 of 5
Notities bij een samenloop van omstandigheden
Florette Dijkstra

Deze zomer verlieten vele afgestudeerden de kunstacademies van
Nederland. Als elke zomer is het de vraag wie van hen het zal
redden in de kunsten.Hebben ze tijdens hun studie voldoende
handreikingen gekregenom de kunst verder te kunnen ontwikkelen
en, in het verlengde daarvan, om hun weg te vinden in de
kunstwereld?
     Om met dat laatste te beginnen: startstipendia werden
afgeschaft, provinciale subsidies zijn stopgezet, een
werkbeurs aanvragen is vergeefse moeite en een masterstudie
volgen is vaak onmogelijk doordat de studiebeurs van de
student schoon op is. De musea zijn dankzij het huidige
regeringsbeleid vooral gefocust op overleven en nemendus geen
risico’s. Het zijn enkelingen die uit de
eindexamententoonstellingen worden gepikt en een podium
ontwikkelen in de stal van een galerie.Van de overige jonge
kunstenaarshoudt een groot deelde kunst na verloop van tijd
voor gezien. Een ander deel mist aansluiting bij musea en
gevestigde galeries, maar gaat door enduikt het alternatieve
circuit in.
     Presentaties van het werk van die laatste groep worden
voornamelijk bezocht door jonge collega-kunstenaars. Zij
opereren gezamenlijk in een welhaast gesloten circuit
waarinhard wordt gewerkt aan het scheppen vaneen micro-
cultuurter vervanging van de beschermende atmosfeer die de
academie tot voor kort bood. Tijdens hun studie leefden ze in
eenwereld waarin de verbeelding welig kon tieren – het blijkt
een wereld waar de buitenwacht blind en doof voor is.Deze
kunstenaars hebben geen geld voor het huren van een atelier en
dus werken ze op locatie. Hunpresentatieplek is werkplek en
omgekeerd. Daarmee redden ze zich – ze zijn absoluut niet
zielig. Ze beseffen dat de situatie waarin ze werkengevolgen
heeft voor de inhoud van hun kunst en in het verlengde daarvan
voor de inhoud van ‘de’ kunst. Want de toekomst van de kunst
wordt allang niet meer bepaald door het officiële
kunstcircuit.
     De jonge kunstenaars worden ook geconfronteerd met het
feit dat er gedurende de afgelopen eeuw in de kunstvele
grenzen zijn geslecht. Alles wat is gedaan, is door
kunstenaars met goede opleidingen ooit steengoed gedaan. Dat
werkt verlammend: het lijktonmogelijkdie kunstenaars te
weerstreven. Jonge kunstenaarswenden daarom hun blik af van
het verleden en kijken met open vizierde eigentijdse wereld
in. Die wereld verlangt ernaar dat kunst haar autonomie
opgeeft om meer design te worden, meer creatieve therapie,
meer de wijk in te gaan, meer sociaal-maatschappelijke
betekenis te krijgen. Ook dat gaat over het slechten van
grenzen, maar niet ten behoeve van de vrijheid van kunst en


                                                                 1
kunstenaar. De hedendaagse wereld verlangt eenvoudigweg dat de
kunst zichzelf opheft.
     De jonge kunstenaar staptdus in een wereld die
onverschillig tegenover hem staat. Hij heeft geen podium in de
kunstwereld en het heeft dus ook geen zin om gefixeerde
objecten te maken. Hij probeert voor zichzelf en zijn werk een
nieuw kader te scheppen: een waarin hij zijn verbeelding
verder kan ontwikkelen. Dat kader wordt niet meer bepaald door
de officiële kunstgeschiedenis, niet door het officiële
kunstcircuit en niet door de belevingswereld van de mensen. De
jonge kunstenaar loodst vluchtigheid,tijdelijkheid en
ongrijpbaarheid zijn werkbinnen. Hij is een Deleuziaanin hart
en nieren: het vluchtige is zijn natuur. Hij creëert een
nieuwe kunst: het is een ‘anti-kunst’ tegenover de
kunstgeschiedenis die torenhoog en onverzettelijk achter hem
oprijst en het is een ‘anti-kunst’ tegenover de kunstwereld
die hem in de steek laat en alleen nog met zelfbevlekking
bezig is.
     Zijn manier van werken geeft hem grote vrijheid,
ogenschijnlijk de grootste die er bestaat, want alles wat zich
voordoet kan inzet zijn voor zijn werk. Het‘hier en nu’
vormthet kader.Op dezespecifieke plek, op
ditbepaaldemomentwordt het werk gemaakt en direct ook getoond
aan degene die het wil zien. Daarvoor en daarna bestaat het
niet. Het werk is ook nooit ‘af’, het wordt na een presentatie
verder ontwikkeld enkan op een dag mislukken. Het is eigenlijk
pas ‘af’op het moment dat het vernietigd wordt.
     Het werk heeft, hoe dan ook, een input en een output.
Ruimte, materialen en gedachten vormen de input. De ruimte
waarin het werk ontstaat is een restruimte: een kelder, een
slooppand of een kooppand dat niet verkocht wordt. Zo’n ruimte
is getekend door verlating en aftakeling: het is een voorbije
wereld waarin niet meer wordt geleefd.De materialen die de
ruimte worden binnengebracht zijn eveneens restanten: ze komen
van de straat, van het grofvuil of zijn gescheurd uit een
aantekeningenboekje. Overbodig geworden, weggewaaid en
vergeten, vinden ze een nieuwe waarde in het kunstproject. Het
kunstwerk kan refereren aan andere kunstwerken, aan
kunstbeschouwing en filosofie, aande voorwaarden voor het
bestaan, aan verleden en toekomst. Er is geen grens, de kern
van het werk ligt in die gelaagdheid en in de bewegingen die
mogelijk zijn van de ene laag naar de andere. Daarmee is het
verleggen van grenzen niet meer het doel van kunst, maar haar
inhoud geworden.

Het bovenstaande wordt zichtbaar op Kelderwerk I, een
tentoonstelling die plaatsvindt in de voormalige schuilkelder
onder de tentoonstellingsruimte van het CBK in Den Bosch. Het
is een ondergrondse ruimte met een beladen geschiedenis. De
oorspronkelijke functie krijgt nieuw leven ingeblazen nu vijf


                                                                 2
jonge kunstenaars er hun werk- en tentoonstellingsplek hebben
ingericht.
     RaimonSibilo, Yorick Poortvliet, Maarten Bel, Femke
Dekkers en Timo van Grinsvenzijn tot elkaar veroordeeld in de
kelderruimte, die van zichzelf dominant en sfeerbepalend is.
Het verledentrilt als het ware nain de gehavende vloeren,
wanden en plafonds. Gedurende de werkperiode die voorafging
aan hunpresentatie, zijn de vijf kunstenaars met elkaar en met
de ruimte de confrontatie aangegaan. Er zijn onderling
samenwerkingsverbanden ontstaan en weer verbroken. Er is
ingebroken in elkaars installaties. Er zijn conflicten
beslecht. Er ontstonden onzichtbare grenzen in de ruimte. Het
kwam bijna tot een gevecht, maar erzijn geen slachtoffers
gevallen.Er werdendenkbeeldigeverbindingslijnen getrokken
tussen de ruimte en de werken, en tussen de werken onderling.
Elke verplaatsing van een voorwerp leidde tot het verbreken
van oude verbanden en het creëren van nieuwe. Op den duur nam
elk facet in de ruimte deel aan het veranderlijke geheel.
     RaimonSibilo en Yorick Poortvliet besloten, na enkele
weken de kelder te hebben verkend, samen te werken.
Samenwerken houdt in dat je je individualiteit deels opgeeft.
Het kan leiden tot kunstwerken die volkomen losstaan van
eerder werk, eerdere doelen én van de realiteit. Omdat het nu
eenmaal noodzakelijk is. Omdat het kunstenaarschap in gevaar
is, bijvoorbeeld.Sibiloo en Poortvlietcreëerden in eendonkere
nis een broedplaats voor ideeën over de bovengrondse
werkelijkheid; ideeën die langzaam maar zeker radicaliseerden.
     De kleine neonsculptuur in het schemerige trappenhuis naar
de kelder geeft al te denken. De tekstZIEK?licht er
onopvallend op. Het doet je afvragen wie er ziek zijn: de
kunstenaars in de onderwereld of ‘wij’, de bezoekers uit de
bovenwereld. Dát die twee groepen te onderscheiden zijn, duidt
al op een maatschappij die tenminste een beetje ‘ziek’ is.
     Beneden gekomen wordt je ontvangen aan een servicebalie,
waar informatie, geestelijke ondersteuning en consumpties te
verkrijgen zijn. Een baliemedewerker leidt je naar de
laboratoriumachtige werkplek van Sibilo en Poortvliet, diedoet
denken aan debroedplaats van een Anders Breivik in de dop.
Boven wapentuig en ander gereedschap hangt een plattegrond van
Nederland: je ziet er directeen potentieel doelwit in. Sibilo
en Poortvliet zijn, zoals ze zelf zeggen, pubers die te lang
in hun fantasiewereld zijn blijven hangen. Eris een
onoverbrugbare afstand gegroeid tussen hun ideeënwereld en de
werkelijkheid. Ze tonen zich in de kelder
alsgeïsoleerdekunstenaars die jarenlang in stilte werkten aan
de creatie van een nieuwe werkelijkheid en die het tijd vinden
omde confrontatie met de buitenwereld aan te gaan.Wordt het
een terroristische actie? Terreur is de uiterste daad die een
eenling zich kan stellen, teneinde de buitenwereld naar zijn
verbeeldende hand te zetten.In elke terrorist schuiltdaarom
een kunstenaar.

                                                              3
Ik zag het broedlab in wording. De actie van Sibilo en
Poortvliet heeftmogelijkreeds plaatsgevonden, Nederland is
wellicht voorgoed veranderd: ‘Ons landzal nooit meer hetzelfde
zijn, maar we blijven geloven in de waarde van de menselijke
vrijheid’, hoor je ze in de bovenwereld al zeggen. Als de daad
is gesteld, zal het lab voer voor rechercheurs en
archeologenworden.

In de ruimte naast het lab van Sibilo en Poortvliet is een
archeologisch onderzoek in volle gang, zij het dat de
archeoloog in kwestie de kelderruimte onderzoekt en niet
specifiekde daden van zijn collega’s in het activistisch lab.
Maarten Belspeurt als kunstenaar-archeoloog de ondergrondse
ruimte af naar voorwerpen uit het verleden,waarvan de
betekenisniet direct duidelijk is. In aantekeningen, aan de
muur bevestigd, tast hij hun oorspronkelijke functies af. Maar
de voorwerpen zijn functieloos geworden nu er niet meer
geschuild wordt onder de grond (hoewel: na de actie van Sivilo
en Poortvliet?). Ze hebben hun ‘nulpunt’ bereikt.
     Dat ‘nulpunt’ is voor Bel het punt waarop de dingen
‘kunst’ worden: sommige voorwerpen heeft hij gereconstrueerd
en als kunstwerken op sokkels geplaatst. Via de kunst krijgen
ze de kanseen nieuw leven te beginnen. Net als Sibilo en
Poortvliet heeft Bel de kelderruimte op zijn betekenissen
doorzocht, maar anders dan zijn collega’s geefthijde
betekenissenvrijaan de kunst.

Activisme en archeologie zijn geen kenmerken van het werk van
Femke Dekkers en Timo van Grinsven. Hun werken zijn
allereerstbeelden zonder punt van fixatie.
     Op de foto’s van Femke Dekkers, waarvan er een in de
kelder iste zien, zijn voorwerpen zodanig in een ruimte
geplaatst dat ze door het oog van de camera gezien een
uitgebalanceerd tweedimensionaal beeld vormen. Het doet
vermoeden dat Dekkers tijdens hetmaken van zo’n werk
voortdurend door het oog van de camera heeft gekeken en van de
duizenden perspectieven op de dingen en de ruimte juistdat
heeft gekozen waarbinnen de krachten van materie en ruimte
elkaar in evenwicht houden. In een wereld waarin alles onzeker
is, zul je zelf de verbindingslijnen moeten uitzetten. Een
millimeter naar rechts of links en het geheel valt uiteen.
Dekkers laat zich bij elk werk uitdagen door de gegevenheden
van een plek waar ze schijnbaar achteloos voorwerpen
groepeert. Het geeft de indruk dat de ontmoeting van de
kunstenaar met de dingen een toevallige samenloop van
omstandigheden is.
     In een kleine ruimteheeft Dekkerseen installatie gebouwd,
of liever: ze heeft de identiteit van de ruimte door middel
van haar werk opgeheven. Het was van oorsprong een ruimte
waarvan de vervuilde en afgebrokkelde wanden, de grauwe vloer
en geblindeerde vensters zo dominant aanwezig waren, dat er

                                                                 4
niets aan was toe te voegen. Dekkers besloot de ruimte met
plastic en andere materialen af te plakken. Zo ontstond
een‘werkbare’ ruimte diemeteen ook eenruimtelijk werk is.
Daarmee creëerde ze ruimte en vrijheid, en veroorloofde ze
zich een vrijheid: de camera wordt niet ingezet, er komt geen
foto van. Als toeschouwer word je zelf het oog van de camera
en tast je de opgeheven ruimte af naar het enige en juiste
punt van fixatie.Het zal onvindbaar zijn.

Timo van Grinsvenheeft latten, stukken plastic, stof en andere
verloren voorwerpen de kelder binnengesleept.Daarmee stelt hij
beelden samen die tijdelijke samenkomsten zijn van materialen.
Zoals bij een traditioneel beeld de materie wordt ingezet ten
behoeve van het beeld, gebeurt nu het omgekeerde: het beeld is
dienstbaar gemaakt aan de materie. De betekenis van het werk
ligt vermoedelijk daarin: het beeld wil niets anders zijn dan
de samengevoegde materie en in die hoedanigheid beleefd
worden. Je kunt je voorstellen dat de werken gisteren een
andere gedaante hadden en dat zeer morgen weer heel anders
uitzien. Van Grinsvenkan eeuwig doorbouwen en de stadia
fotografisch vastleggen als momenten van verandering in het
leven van de dingen. Die momenten kunnenwerkelijk beleefd
worden binnen de korte tijdsspanne van een presentatie. Het is
een spel met de dingen, waarbij geen rekening wordt gehouden
met museale houdbaarheid. Of het werk goed is of niet, wordt
bepaald door oog. Als het oog vindt dat het goed is, wordt de
verandering nog even uitgesteld.

Op de dag waarop ik de kelder bezocht, een week voor de
opening, was alles in wording en verandering. Ik zag er vormen
die wellicht weer zijn afgebroken. Ik hoorde spreken over
acties die nog moesten komen. Ik kreeg zin om een index aan te
leggen van alle verbindingen die ik meende te ontdekken tussen
werken, materialen, eigenschappen, betekenissen, vormen,
onderwereld en bovenwereld. Het zou een psychologie van de
jonge hedendaagse kunst kunnen worden. Het is zeker dat de
uiteindelijke presentatie er heel anders uitziet dan hierboven
beschreven. Daarin schuiltde kracht van de kunstenaars: ze
blijven veranderen. Het kan zijn dat de bovenwereld er
inmiddels ook heel anders uitziet.




                                                                 5

More Related Content

Similar to Kelderwerk 1 'I didn't think I experimented' CBK 's-Hertogenbosch Text by F. Dijkstra

College 6 codart 2010pp2003
College 6 codart 2010pp2003College 6 codart 2010pp2003
College 6 codart 2010pp2003jhngln
 
Famous Artist School - Vriend van bavink
Famous Artist School - Vriend van bavinkFamous Artist School - Vriend van bavink
Famous Artist School - Vriend van bavinkLisa van de Weerthof
 
Poging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenberg
Poging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenbergPoging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenberg
Poging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenbergD66 Amsterdam
 
Van hoge en lage beweringen
Van hoge en lage beweringenVan hoge en lage beweringen
Van hoge en lage beweringeneironeia
 
Elle Magazine copy
Elle Magazine copyElle Magazine copy
Elle Magazine copyMimmy Ebobo
 
Kunst zien en kunstzinnig in Galerie Donkersvoort
Kunst zien en kunstzinnig in Galerie DonkersvoortKunst zien en kunstzinnig in Galerie Donkersvoort
Kunst zien en kunstzinnig in Galerie Donkersvoortnvdo
 
StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015
StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015
StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015Nathalie Schalke
 
Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07TdW1991
 
Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07TdW1991
 
Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013
Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013
Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013OntdekdeSpoorzone013
 
Presentatie boek
Presentatie boekPresentatie boek
Presentatie boekMimmy Ebobo
 

Similar to Kelderwerk 1 'I didn't think I experimented' CBK 's-Hertogenbosch Text by F. Dijkstra (20)

College 6 codart 2010pp2003
College 6 codart 2010pp2003College 6 codart 2010pp2003
College 6 codart 2010pp2003
 
Famous Artist School - Vriend van bavink
Famous Artist School - Vriend van bavinkFamous Artist School - Vriend van bavink
Famous Artist School - Vriend van bavink
 
Poging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenberg
Poging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenbergPoging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenberg
Poging om kunst van mode te onderscheiden. & stalenberg
 
Van hoge en lage beweringen
Van hoge en lage beweringenVan hoge en lage beweringen
Van hoge en lage beweringen
 
Expressionisme
ExpressionismeExpressionisme
Expressionisme
 
Finale h4 2013
Finale h4 2013Finale h4 2013
Finale h4 2013
 
Elle Magazine copy
Elle Magazine copyElle Magazine copy
Elle Magazine copy
 
De Groene Amsterdammer
De Groene AmsterdammerDe Groene Amsterdammer
De Groene Amsterdammer
 
Kunst zien en kunstzinnig in Galerie Donkersvoort
Kunst zien en kunstzinnig in Galerie DonkersvoortKunst zien en kunstzinnig in Galerie Donkersvoort
Kunst zien en kunstzinnig in Galerie Donkersvoort
 
Paintwerp
PaintwerpPaintwerp
Paintwerp
 
Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6
Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6
Dag van de Cultuureducatie 04/02/2014 - sessie 6
 
StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015
StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015
StC Kunst voor EM de Jong woonkrant najaar 2015
 
Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07
 
Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07Beelden aan zee_07
Beelden aan zee_07
 
Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013
Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013
Kaarten Antony Kok - Ontdek de Spoorzone 013
 
informatiefolder
informatiefolderinformatiefolder
informatiefolder
 
Camelot 01 2019-spread-lr
Camelot 01 2019-spread-lrCamelot 01 2019-spread-lr
Camelot 01 2019-spread-lr
 
Presentatie boek
Presentatie boekPresentatie boek
Presentatie boek
 
Sessie 10 Urban culture- Michael De Cock
Sessie 10 Urban culture- Michael De CockSessie 10 Urban culture- Michael De Cock
Sessie 10 Urban culture- Michael De Cock
 
Educatief pakket: De Zee
Educatief pakket: De ZeeEducatief pakket: De Zee
Educatief pakket: De Zee
 

Kelderwerk 1 'I didn't think I experimented' CBK 's-Hertogenbosch Text by F. Dijkstra

  • 1. Notities bij een samenloop van omstandigheden Florette Dijkstra Deze zomer verlieten vele afgestudeerden de kunstacademies van Nederland. Als elke zomer is het de vraag wie van hen het zal redden in de kunsten.Hebben ze tijdens hun studie voldoende handreikingen gekregenom de kunst verder te kunnen ontwikkelen en, in het verlengde daarvan, om hun weg te vinden in de kunstwereld? Om met dat laatste te beginnen: startstipendia werden afgeschaft, provinciale subsidies zijn stopgezet, een werkbeurs aanvragen is vergeefse moeite en een masterstudie volgen is vaak onmogelijk doordat de studiebeurs van de student schoon op is. De musea zijn dankzij het huidige regeringsbeleid vooral gefocust op overleven en nemendus geen risico’s. Het zijn enkelingen die uit de eindexamententoonstellingen worden gepikt en een podium ontwikkelen in de stal van een galerie.Van de overige jonge kunstenaarshoudt een groot deelde kunst na verloop van tijd voor gezien. Een ander deel mist aansluiting bij musea en gevestigde galeries, maar gaat door enduikt het alternatieve circuit in. Presentaties van het werk van die laatste groep worden voornamelijk bezocht door jonge collega-kunstenaars. Zij opereren gezamenlijk in een welhaast gesloten circuit waarinhard wordt gewerkt aan het scheppen vaneen micro- cultuurter vervanging van de beschermende atmosfeer die de academie tot voor kort bood. Tijdens hun studie leefden ze in eenwereld waarin de verbeelding welig kon tieren – het blijkt een wereld waar de buitenwacht blind en doof voor is.Deze kunstenaars hebben geen geld voor het huren van een atelier en dus werken ze op locatie. Hunpresentatieplek is werkplek en omgekeerd. Daarmee redden ze zich – ze zijn absoluut niet zielig. Ze beseffen dat de situatie waarin ze werkengevolgen heeft voor de inhoud van hun kunst en in het verlengde daarvan voor de inhoud van ‘de’ kunst. Want de toekomst van de kunst wordt allang niet meer bepaald door het officiële kunstcircuit. De jonge kunstenaars worden ook geconfronteerd met het feit dat er gedurende de afgelopen eeuw in de kunstvele grenzen zijn geslecht. Alles wat is gedaan, is door kunstenaars met goede opleidingen ooit steengoed gedaan. Dat werkt verlammend: het lijktonmogelijkdie kunstenaars te weerstreven. Jonge kunstenaarswenden daarom hun blik af van het verleden en kijken met open vizierde eigentijdse wereld in. Die wereld verlangt ernaar dat kunst haar autonomie opgeeft om meer design te worden, meer creatieve therapie, meer de wijk in te gaan, meer sociaal-maatschappelijke betekenis te krijgen. Ook dat gaat over het slechten van grenzen, maar niet ten behoeve van de vrijheid van kunst en 1
  • 2. kunstenaar. De hedendaagse wereld verlangt eenvoudigweg dat de kunst zichzelf opheft. De jonge kunstenaar staptdus in een wereld die onverschillig tegenover hem staat. Hij heeft geen podium in de kunstwereld en het heeft dus ook geen zin om gefixeerde objecten te maken. Hij probeert voor zichzelf en zijn werk een nieuw kader te scheppen: een waarin hij zijn verbeelding verder kan ontwikkelen. Dat kader wordt niet meer bepaald door de officiële kunstgeschiedenis, niet door het officiële kunstcircuit en niet door de belevingswereld van de mensen. De jonge kunstenaar loodst vluchtigheid,tijdelijkheid en ongrijpbaarheid zijn werkbinnen. Hij is een Deleuziaanin hart en nieren: het vluchtige is zijn natuur. Hij creëert een nieuwe kunst: het is een ‘anti-kunst’ tegenover de kunstgeschiedenis die torenhoog en onverzettelijk achter hem oprijst en het is een ‘anti-kunst’ tegenover de kunstwereld die hem in de steek laat en alleen nog met zelfbevlekking bezig is. Zijn manier van werken geeft hem grote vrijheid, ogenschijnlijk de grootste die er bestaat, want alles wat zich voordoet kan inzet zijn voor zijn werk. Het‘hier en nu’ vormthet kader.Op dezespecifieke plek, op ditbepaaldemomentwordt het werk gemaakt en direct ook getoond aan degene die het wil zien. Daarvoor en daarna bestaat het niet. Het werk is ook nooit ‘af’, het wordt na een presentatie verder ontwikkeld enkan op een dag mislukken. Het is eigenlijk pas ‘af’op het moment dat het vernietigd wordt. Het werk heeft, hoe dan ook, een input en een output. Ruimte, materialen en gedachten vormen de input. De ruimte waarin het werk ontstaat is een restruimte: een kelder, een slooppand of een kooppand dat niet verkocht wordt. Zo’n ruimte is getekend door verlating en aftakeling: het is een voorbije wereld waarin niet meer wordt geleefd.De materialen die de ruimte worden binnengebracht zijn eveneens restanten: ze komen van de straat, van het grofvuil of zijn gescheurd uit een aantekeningenboekje. Overbodig geworden, weggewaaid en vergeten, vinden ze een nieuwe waarde in het kunstproject. Het kunstwerk kan refereren aan andere kunstwerken, aan kunstbeschouwing en filosofie, aande voorwaarden voor het bestaan, aan verleden en toekomst. Er is geen grens, de kern van het werk ligt in die gelaagdheid en in de bewegingen die mogelijk zijn van de ene laag naar de andere. Daarmee is het verleggen van grenzen niet meer het doel van kunst, maar haar inhoud geworden. Het bovenstaande wordt zichtbaar op Kelderwerk I, een tentoonstelling die plaatsvindt in de voormalige schuilkelder onder de tentoonstellingsruimte van het CBK in Den Bosch. Het is een ondergrondse ruimte met een beladen geschiedenis. De oorspronkelijke functie krijgt nieuw leven ingeblazen nu vijf 2
  • 3. jonge kunstenaars er hun werk- en tentoonstellingsplek hebben ingericht. RaimonSibilo, Yorick Poortvliet, Maarten Bel, Femke Dekkers en Timo van Grinsvenzijn tot elkaar veroordeeld in de kelderruimte, die van zichzelf dominant en sfeerbepalend is. Het verledentrilt als het ware nain de gehavende vloeren, wanden en plafonds. Gedurende de werkperiode die voorafging aan hunpresentatie, zijn de vijf kunstenaars met elkaar en met de ruimte de confrontatie aangegaan. Er zijn onderling samenwerkingsverbanden ontstaan en weer verbroken. Er is ingebroken in elkaars installaties. Er zijn conflicten beslecht. Er ontstonden onzichtbare grenzen in de ruimte. Het kwam bijna tot een gevecht, maar erzijn geen slachtoffers gevallen.Er werdendenkbeeldigeverbindingslijnen getrokken tussen de ruimte en de werken, en tussen de werken onderling. Elke verplaatsing van een voorwerp leidde tot het verbreken van oude verbanden en het creëren van nieuwe. Op den duur nam elk facet in de ruimte deel aan het veranderlijke geheel. RaimonSibilo en Yorick Poortvliet besloten, na enkele weken de kelder te hebben verkend, samen te werken. Samenwerken houdt in dat je je individualiteit deels opgeeft. Het kan leiden tot kunstwerken die volkomen losstaan van eerder werk, eerdere doelen én van de realiteit. Omdat het nu eenmaal noodzakelijk is. Omdat het kunstenaarschap in gevaar is, bijvoorbeeld.Sibiloo en Poortvlietcreëerden in eendonkere nis een broedplaats voor ideeën over de bovengrondse werkelijkheid; ideeën die langzaam maar zeker radicaliseerden. De kleine neonsculptuur in het schemerige trappenhuis naar de kelder geeft al te denken. De tekstZIEK?licht er onopvallend op. Het doet je afvragen wie er ziek zijn: de kunstenaars in de onderwereld of ‘wij’, de bezoekers uit de bovenwereld. Dát die twee groepen te onderscheiden zijn, duidt al op een maatschappij die tenminste een beetje ‘ziek’ is. Beneden gekomen wordt je ontvangen aan een servicebalie, waar informatie, geestelijke ondersteuning en consumpties te verkrijgen zijn. Een baliemedewerker leidt je naar de laboratoriumachtige werkplek van Sibilo en Poortvliet, diedoet denken aan debroedplaats van een Anders Breivik in de dop. Boven wapentuig en ander gereedschap hangt een plattegrond van Nederland: je ziet er directeen potentieel doelwit in. Sibilo en Poortvliet zijn, zoals ze zelf zeggen, pubers die te lang in hun fantasiewereld zijn blijven hangen. Eris een onoverbrugbare afstand gegroeid tussen hun ideeënwereld en de werkelijkheid. Ze tonen zich in de kelder alsgeïsoleerdekunstenaars die jarenlang in stilte werkten aan de creatie van een nieuwe werkelijkheid en die het tijd vinden omde confrontatie met de buitenwereld aan te gaan.Wordt het een terroristische actie? Terreur is de uiterste daad die een eenling zich kan stellen, teneinde de buitenwereld naar zijn verbeeldende hand te zetten.In elke terrorist schuiltdaarom een kunstenaar. 3
  • 4. Ik zag het broedlab in wording. De actie van Sibilo en Poortvliet heeftmogelijkreeds plaatsgevonden, Nederland is wellicht voorgoed veranderd: ‘Ons landzal nooit meer hetzelfde zijn, maar we blijven geloven in de waarde van de menselijke vrijheid’, hoor je ze in de bovenwereld al zeggen. Als de daad is gesteld, zal het lab voer voor rechercheurs en archeologenworden. In de ruimte naast het lab van Sibilo en Poortvliet is een archeologisch onderzoek in volle gang, zij het dat de archeoloog in kwestie de kelderruimte onderzoekt en niet specifiekde daden van zijn collega’s in het activistisch lab. Maarten Belspeurt als kunstenaar-archeoloog de ondergrondse ruimte af naar voorwerpen uit het verleden,waarvan de betekenisniet direct duidelijk is. In aantekeningen, aan de muur bevestigd, tast hij hun oorspronkelijke functies af. Maar de voorwerpen zijn functieloos geworden nu er niet meer geschuild wordt onder de grond (hoewel: na de actie van Sivilo en Poortvliet?). Ze hebben hun ‘nulpunt’ bereikt. Dat ‘nulpunt’ is voor Bel het punt waarop de dingen ‘kunst’ worden: sommige voorwerpen heeft hij gereconstrueerd en als kunstwerken op sokkels geplaatst. Via de kunst krijgen ze de kanseen nieuw leven te beginnen. Net als Sibilo en Poortvliet heeft Bel de kelderruimte op zijn betekenissen doorzocht, maar anders dan zijn collega’s geefthijde betekenissenvrijaan de kunst. Activisme en archeologie zijn geen kenmerken van het werk van Femke Dekkers en Timo van Grinsven. Hun werken zijn allereerstbeelden zonder punt van fixatie. Op de foto’s van Femke Dekkers, waarvan er een in de kelder iste zien, zijn voorwerpen zodanig in een ruimte geplaatst dat ze door het oog van de camera gezien een uitgebalanceerd tweedimensionaal beeld vormen. Het doet vermoeden dat Dekkers tijdens hetmaken van zo’n werk voortdurend door het oog van de camera heeft gekeken en van de duizenden perspectieven op de dingen en de ruimte juistdat heeft gekozen waarbinnen de krachten van materie en ruimte elkaar in evenwicht houden. In een wereld waarin alles onzeker is, zul je zelf de verbindingslijnen moeten uitzetten. Een millimeter naar rechts of links en het geheel valt uiteen. Dekkers laat zich bij elk werk uitdagen door de gegevenheden van een plek waar ze schijnbaar achteloos voorwerpen groepeert. Het geeft de indruk dat de ontmoeting van de kunstenaar met de dingen een toevallige samenloop van omstandigheden is. In een kleine ruimteheeft Dekkerseen installatie gebouwd, of liever: ze heeft de identiteit van de ruimte door middel van haar werk opgeheven. Het was van oorsprong een ruimte waarvan de vervuilde en afgebrokkelde wanden, de grauwe vloer en geblindeerde vensters zo dominant aanwezig waren, dat er 4
  • 5. niets aan was toe te voegen. Dekkers besloot de ruimte met plastic en andere materialen af te plakken. Zo ontstond een‘werkbare’ ruimte diemeteen ook eenruimtelijk werk is. Daarmee creëerde ze ruimte en vrijheid, en veroorloofde ze zich een vrijheid: de camera wordt niet ingezet, er komt geen foto van. Als toeschouwer word je zelf het oog van de camera en tast je de opgeheven ruimte af naar het enige en juiste punt van fixatie.Het zal onvindbaar zijn. Timo van Grinsvenheeft latten, stukken plastic, stof en andere verloren voorwerpen de kelder binnengesleept.Daarmee stelt hij beelden samen die tijdelijke samenkomsten zijn van materialen. Zoals bij een traditioneel beeld de materie wordt ingezet ten behoeve van het beeld, gebeurt nu het omgekeerde: het beeld is dienstbaar gemaakt aan de materie. De betekenis van het werk ligt vermoedelijk daarin: het beeld wil niets anders zijn dan de samengevoegde materie en in die hoedanigheid beleefd worden. Je kunt je voorstellen dat de werken gisteren een andere gedaante hadden en dat zeer morgen weer heel anders uitzien. Van Grinsvenkan eeuwig doorbouwen en de stadia fotografisch vastleggen als momenten van verandering in het leven van de dingen. Die momenten kunnenwerkelijk beleefd worden binnen de korte tijdsspanne van een presentatie. Het is een spel met de dingen, waarbij geen rekening wordt gehouden met museale houdbaarheid. Of het werk goed is of niet, wordt bepaald door oog. Als het oog vindt dat het goed is, wordt de verandering nog even uitgesteld. Op de dag waarop ik de kelder bezocht, een week voor de opening, was alles in wording en verandering. Ik zag er vormen die wellicht weer zijn afgebroken. Ik hoorde spreken over acties die nog moesten komen. Ik kreeg zin om een index aan te leggen van alle verbindingen die ik meende te ontdekken tussen werken, materialen, eigenschappen, betekenissen, vormen, onderwereld en bovenwereld. Het zou een psychologie van de jonge hedendaagse kunst kunnen worden. Het is zeker dat de uiteindelijke presentatie er heel anders uitziet dan hierboven beschreven. Daarin schuiltde kracht van de kunstenaars: ze blijven veranderen. Het kan zijn dat de bovenwereld er inmiddels ook heel anders uitziet. 5