Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de eenendertigste zondag door het jaar C (C31 2022) op Ten Bos– Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos
2. Weet Je nog, Jezus, lang geleden,
van die Zacheüs op zijn tak?
En dat Je riep: 'Kom naar beneden'
want ik wil bij jou onderdak?'
en dat Je riep: 'Kom naar beneden',
en thuis het brood toen met hem brak.
Weet Je nog, Jezus, lang geleden,
van die Zacheüs op zijn tak?
3. Weet Je nog, Jezus, hoe hij lachte,
kleine Zacheüs, trots en blij?
Kom, laat ook mij niet langer wachten
en schuif aan deze tafel bij.
Kom, laat ook mij niet langer wachten
en eet vandaag een keer met mij.
Rond deze tafel waar we delen,
brood, liefde, visioen en wijn.
(naar Michel van der Plas / mel.: ‘Lied aan het licht’)
6. Diep in ons hart weerklinkt er een stem
die zingt: 'Eer aan God de Vader. Gloria!'
Zoon van de mensen, door Uw groot lijden
zijn wij dichter bij U. Gloria!
Geest van hoop en liefde,
Geest van licht en leven,
Geest van echte vrede. Gloria!
(Wyllin
José)
13. [voorganger]
Ik geloof
in de goede bedoelingen
van elke mens.
Ik geloof in elke mens
die eerlijk zijn weg zoekt in het leven,
die openstaat voor anderen.
14. [Allen]
Ik geloof dat écht leven ‘geven’ is:
het beste van jezelf,
al je talenten gebruiken
om deze wereld
leefbaarder te maken.
15. [voorganger]
Ik geloof dat ik pas
ten volle kan groeien als mens
als ik kan afstappen
van mijn eigen gelijk
en durf openstaan
voor andere volkeren en culturen,
voor andere visies en overtuigingen.
16. [allen]
Ik geloof dat God
zich op vele wijzen laat kennen:
doorheen mensen die Hem
eerlijk zoeken,
doorheen de arme en de kleine,
in wie Hij zich
het duidelijkst laat zien.
17. [voorganger]
Ik geloof dat wij moeten
samenwerken
en leren luisteren naar elkaar;
dat wij elkaar mogen bevragen
en aanvullen.
18. [allen]
Ik geloof dat wij meer moeten zoeken
naar wat ons samenbindt,
dan naar wat ons scheidt.
19.
20. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(Prins
Sieds
/
Löwenthal
Tom)
21.
22. God roept de mens in ied’re tijd
en spreekt tot hem van eeuwigheid;
Hij geeft niet om vrijblijvendheid,
maar vraagt zichzelf te geven.
Te horen naar wat Hij zegt
Zijn woord in ieders hart gelegd,
tezamen een taal die zegt
dat liefde staat voor delen.
23. Wie oren om te horen heeft
en handen om te geven heeft,
wie liefde voor het leven heeft
kan delen met elk ander.
Al werkend aan wat God wil
wordt ieder mens een beetje stil
en ziet door een nieuwe bril
het leven als geen ander.
'uit vuur en ijzer' (Poolse volk
24.
25. [voorganger]
Wij hebben Jou nooit gezien, God
maar Je bent niet ver
want mensen
komen elkaar steeds weer tegen
en trekken samen op:
daarvoor willen wij Jou danken.
26. [allen] Jij hebt geen naam god,
geen mond en geen voeten,
maar mensen omhelzen elkaar,
ze noemen Jou: ‘liefste’,
en Je wordt reisgenoot,
voeten op onze weg,
hand in de onze gelegd,
arm om ons heen geslagen,
huis en geliefde, bloeiende boom,
vruchtbare schoot, stad van de vrede:
genade op genade!
27. [voorganger]
Wij hebben Jou nooit gezien, God
maar Je bent niet ver,
want er is maar één weg
en wij komen Jou tegen,
op het kruispunt
waar mensen elkaar beminnen,
genade zijn voor elkaar
en de wereld dienen.
Daarvoor willen wij Jou danken!
28. [allen]
Je bent niet ver, God,
want er is geen heil in mensen alleen,
in eenzaam bezit,
in macht zonder dienstbaarheid.
Je bent niet ver, God,
want Jij geneest en geeft overvloed van leven,
overal waar mensen
worden gegeven aan mensen ...
29. [voorganger]
Wij hebben Jou nooit gezien, God,
maar Je geeft Jezelf aan ons
in een medemens, in een geliefde,
in een reisgezel, in Jezus,
de knecht van de wereld.
En daarvoor
kunnen wij Jou nooit genoeg danken!
Hij is onze medemens geworden helemaal,
en is ons voorgegaan in leven en in sterven.
30. [allen]
God, laat deze gezindheid van Jezus
ons allen bezielen,
wij die voortaan wijn en brood willen zijn
voor elkaar en voor velen
opdat uw Rijk kome in deze wereld
en opdat Jouw wil van vrede en
gerechtigheid overal geschiede.
31. Vader die in de hemel zijt,
verhaast in ons uw koninkrijk,
dat recht en vrede komen.
Maak ons vandaag nog bondgenoot
tot vriend van hen die zijn in nood,
wie alles is ontnomen.
Verlos ons heden van het kwaad,
van waanzin die voor brood doorgaat,
dat wij ons voor U schamen,
en nieuwe wegen leren gaan
die leiden tot een nieuw bestaan
van recht en vrede. Amen.
34. Geef ons Uw vrede,
geef vrede aan wie op U vertrouwt.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
(Taizé)
35.
36. Laat de woorden
die we hoorden
klinken in ons hart
Laat ze vruchten dragen
alle, alle dagen
door uw stille kracht
Laat ons weten,
nooit vergeten
hoe U tot ons spreekt:
sterker dan de machten
zijn de zwakke krachten,
vuur dat U ontsteekt.
Laat ons hopen,
biddend hopen,
dat de liefde wint.
Wil geloof ons geven
dat door zo te leven
hier Gods rijk begint.
37. Laat de woorden
die we hoorden
klinken in ons hart
Laat ze vruchten dragen
alle, alle dagen
door uw stille kracht
Laat ons weten,
nooit vergeten
hoe U tot ons spreekt:
sterker dan de machten
zijn de zwakke krachten,
vuur dat U ontsteekt.
Laat ons hopen,
biddend hopen,
dat de liefde wint.
Wil geloof ons geven
dat door zo te leven
hier Gods rijk begint.
38. Laat de woorden
die we hoorden
klinken in ons hart
Laat ze vruchten dragen
alle, alle dagen
door uw stille kracht
Laat ons weten,
nooit vergeten
hoe U tot ons spreekt:
sterker dan de machten
zijn de zwakke krachten,
vuur dat U ontsteekt.
Laat ons hopen,
biddend hopen,
dat de liefde wint.
Wil geloof ons geven
dat door zo te leven
hier Gods rijk begint.