Johan de Witt: een staat voor en door burgers Tijdens het bewind van Johan de Witt (1625-1672) groeide de Nederlandse Republiek uit tot een uitzonderlijke staat. Geholpen door bijzondere historische omstandigheden kon De Witt in een uit monarchieën en vorstendommen samengesteld Europa gestalte geven aan een puur burgerlijke republiek. Aan de hand van het leven van de beroemde raadpensionaris vertelt Luc Panhuysen hoe De Witt zijn eigen tijd ervoer, welke kansen en welke gevaren hij zag. Niet allen zijn grote verdiensten komen daarbij aan bod, maar ook de blinde vlekken die hij in de loop van zijn twintigjarige bestuurstermijn ontwikkelde en die hebben bijgedragen aan zijn ondergang. Luc Panhuysen (1962) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Groningen. Over de godsdienstwaanzin in de zestiende eeuw schreef hij De beloofde stad. Opkomst en ondergang van het koninkrijk der wederdopers (2000). Hij brak door met zijn dubbelbiografie De Ware Vrijheid. De levens van Johan en Cornelis de Witt (2005) en met zijn dicht op de huid van zeventiende-eeuwers geschreven Rampjaar 1672. Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte (2009). Onlangs verscheen een bundeling van zijn artikelen met als titel De Gouden Eeuw. 17 portretten en momenten.