Ondersteunend document in Fraude onderzoek deel B.
Het is onmogelijk, dat een metalen object in heeft kunnen dalen in de nek vanuit het hoofd, binnenin de nekwervels tegen de zenuwbanen aan gelegen, om vervolgens te blijven steken (probleemloos/frictieloos) tussen de tweede en de derde nekwekwervel.
Pre studie RX. Ondersteunend document voor deel B fraude-onderzoek.
1. BRON VOOR CERVICALE AFBEELDINGEN ter vergelijk van nekwervels en foramen met afbeeldingen via internet verkregen:
UIT DEZE BRON EEN SELECTIE VAN ONDERSTAANDE WEBPAGINA’S EN EEN REEKS AFBEELDINGEN TER VERGELIJK VOOR X_RAY
ONDERZOEK. IK CLAIM MANIPULATIE VAN RONTGENSCANS, ONDERSTAANDE VERZAMELDE MEDISCHE BEELDINFORMATIE IS VAN
INTERNET TER VERGELIJK EN TER DUIDING VAN MANIPULATIE. Het is onmogelijk dat een metalen voorwerp van enige centimeters vanuit het
hoofd in kan dalen tot in de nek door het Foramen Magna heen in een maand tijd zonder dat ik ook maar enige klachten van heb ondervonden.
www.google.nl/search?
q=cervical+x+ray+views&noj=1&tbm=isch&tbo=u&source=univ&sa=X&ei=QUO8UduLBImSOK63gMgL&ved=0CDQQsAQ&biw=1272&bih=655#facrc=_&imgrc=ySvUCze
NoyCIjM%3A%3BmDvepqotfeGQUM%3Bhttp%253A%252F%252Fcalsprogram.org%252Fmanual%252Fvolume2%252FSection10_XraySkills%252FXrayGraphics
%252F3_xs_2_F.jpg%3Bhttp%253A%252F%252Fcalsprogram.org%252Fmanual%252Fvolume2%252FSection10_XraySkills%252F03-XraySk2CerSpineXrayInterp13.html
%3B719%3B761 EN www.flickr.com/search/?q=foramen%20magnum
1] Incissive fossa
2] Hard Palate : Maxilla & Palatine bot
3] Temporal bot
4] Mandibular fossa
5] Medial palatine suture
6] Foramen magnum
7] Occipital condyle
8] External occipital knobbel
9] Jugular foramen
10] Carotid canal
11] Foramen lacerum
12] Foramen ovale
1
2. Next INDALEN VAN EEN ANOTGANISCH OBJECT ZOU PROBLEEMLOOS DOOR HET FORAMEN MAGNUM
TOT IN DE NEK HEBBEN MOETEN PLAATSVINDEN IN EEN MAAND TIJD, OM VERVOLGENS DERTIEN JAAR
TE HEBBEN MOETEN BLIJVEN ZITTEN IN HET RUGGEMERG ZONDER MEDISCHE HINDER? Onmogelijk…
2
3. http://en.wikipedia.org/wiki/Foramen_magnum Het foramen magnum ofwel achterhoofdsgat is een opening in de
menselijke schedel. Hierdoor verlaat het ruggenmerg de schedel en loopt het in het ruggenmergkanaal in de wervelkolom.
Het ligt vlak onder de ruimte waar de kleine hersenen en hersenstam zich bevinden, in het midden van de schedelbasis. Hier
lopen aders, zenuwen en ruggenmerg van C2 door heen, niet bepaald ruimte om een artefact doorheen te laten indalen. Het
ruggenmerg (Latijn: medulla spinalis, Grieks: μύελος, muelos) is bij gewervelde dieren dat deel van het centrale
zenuwstelsel dat zich in een kanaal in de wervelkolom, het wervelkanaal bevindt. Als dusdanig is het ruggenmerg bij
volwassenen ongeveer 40 tot 45 cm lang met een doorsnede van ongeveer 1 cm. Het ruggenmerg wordt tot het centrale
zenuwstelsel gerekend omdat het naast zenuwbanen ook zenuwcellen bevat die al een deel van de signaalverwerking van de
zintuigen en de uitgaande signalen naar de spieren voor hun rekening nemen. Zo lopen bijvoorbeeld de
spierrekkingsreflexen zoals de kniepeesreflex over het ruggenmerg zonder tussenkomst vanuit de hersenen. Ook is het
ruggenmerg net als de hersenen omgeven door de harde en zachte hersenvliezen. Het ruggenmerg bevindt zich in de
holte die wordt gevormd door de op een lijn liggende gaten in de wervels tussen de wervellichamen en de wervelboog. De
wervels worden door sterke ligamenten en spieren op hun plaats gehouden en het ruggenmerg is dus meestal zeer goed
beschermd. In het midden van het ruggenmerg is het centrale kanaal (canalis centralis) te zien. Dit kanaal is gevuld met
hersenruggenmergvloeistof (liquor cerebrospinalis). Rond dit centrale kanaal bevindt zich een vlindervormige grijze stof.
De grijze stof is te onderscheiden in twee stompe voorhoornen (cornu anterius, bij dieren cornu ventrale) met daarin het
motorische gedeelte (voor beweging) en twee scherpe achterhoornen (cornu posterius, bij dieren cornu dorsale) met daarin
gelegen het sensibele gedeelte (voor positie-, temperatuur-, vibratie- en pijnzin). De voor- en achterhoornen zijn met elkaar
verbonden door het intermediaire gedeelte. De beide vleugels worden met elkaar door een dwarsverbinding verbonden, die
voor of achter de canalis centralis ligt, respectievelijk de commissura grisea anterior en de commissura grisea posterior. De
grijze kleur in dit deel van het ruggenmerg komt voort uit de ongemyeliniseerde cellichamen van de neuronen. De
achterhoorn wordt traditioneel ingedeeld in drie evenredige delen. Het eerste deel aan de rugzijde (dorsaal) heet de
substantia gelatinosa van Rolando. Deze structuur bestaat uit kleine cellen en bevat maar weinig gemyeliniseerde vezels. In
het middelste derde deel bevindt zich de nucleus proprius, met hierin middelgrote cellen en vrij veel gemyeliniseerde
vezels. Het aan de buikzijde (ventraal) van de achterhoorn gelegen derde deel heeft geen eigen naam.
3
4. Als een object ingedaald was vanuit het hoofd tot in de nek, dan zou het aan de binnenzijde achter het hersenvlies hebben
moeten indalen door het foramen magnum heen, waar technisch geen ruimte voor is, omdat die ruimte gebruikt wordt voor
het ruggenmerg, zenuwen en aders, bovendien zou het clipje dan hebben moeten indalen langs het ruggenmerg? Het object
zat namelijk eerst in het hoofd onder het hersenvlies. Het hersenvlies zit rond de hersenen en het ruggenmerg, en wordt in
steun omgeven door botweefsel (wervels en schedel). Een andere optie is dat men een extra gat bij heeft gemaakt voor een
shunt (drainage) experiment? Als het object buiten de nek zit dan is het er langs andere weg terecht gekomen. Ik heb een
fors litteken tot bij de vierde nekwervel. Dat er metaal zit is duidelijk, maar gegeven dat we drie keer nu al röntgenfoto
-manipulatie hebben mogen bevinden, is het niet ondenkbaar dat het metalen object van geheel andere aard is dan op de
foto.
4
5. Vertaling van selectie uit ‘The Foramen Magnum and Neurodegenerative Diseases’ (Om smalle ruimtes
(Foramen) tussen hoofd en nek zichtbaar te maken) Bron: http://www.upright-health.com/foramen-magnum.html
Foramen magnum betekent in het Latijn groot gat. Het is de
grootste opening van meerdere openingen in het hoofd die
foramen of doorgangskanaal worden genoemd om het passeren
van zenuwen, bloedvaten, hersenvloeistof (circulatie) en
verbindend materiaal in en uit de hersenen mogelijk te maken.
Het is gelegen in het onderste deel van het achterhoofdsbot
(occipitaal bot). De afbeelding toont de schedelbasis van onder
af gezien met de voorzijde van de schedel boven aan, en het
Foramen Magnum is de grootste opening die niet benoemd is.
Er zijn verschillende belangrijke structuren die dor het
foramen magnum (FM) heen passeren. Het bovenste
gedeelte van het spinaal-kanaal Medulla Oblongata en de bij de
wervelkolom behorende hersenzenuwen, de nek-aders, de voor
en achter gelegen wervel-aderen en de toegankelijke emissie
van de veneuse drainage-route van de hersenen voor in
rechtopstaande positie. Naast het FM, maak het betrokken
drainage systeem ook gebruik van hypoglossal en condylar
kanalen welke nauw verbonden zijn met het FM vanwege hun
doorgang door het occipitaal condyles.
Het occipitaal bot vormt een groot belangrijk deel van de basis
van de schedel. Het verzorgt de passage van veel structuren
van de hersenen. Het verbindt de schedel met het bovenste
gedeelte van de nek wervelkolom via condyles op oppervlakte
van de aan de buitenzijde gelegen basis. Bovendien, delen van
het bovenste kant van de nek wervelkolom is voorgekomen uit
dezelfde primitieve weefsel als de basis van de schedel.
5
6. Het Foramen Magna is de enige opening die wijd genoeg is om een gesuggereerd metalen object van enige centimeters te kunnen
laten passeren. Alhoewel… De afbeelding rechts maakt duidelijk dat de wervelkolom een compacte massa is van ruggenmerg (is
materiaal binnen in de wervel) met daarom heen het verlengde van de hersenvliezen met daarom heen gelegen botweefsel met aders,
met daar weer omheen gelegen spieren en pezen, die het geheel op zijn plaats moet houden. In het ruggenmerg lopen 32 paar
zenuwbanen die voor de functie van het lichaam dienen. Het hersenvlies bestaat uit drie lagen. Het harde hersenvlies Dura Mater is
de buitenste laag van drie beschermende lagen welke de hersen en het ruggenmerg omgeven. Op de caudal (bodem) einde van de
wervelkolom is de Dura Mater bevestigd aan delen van de wervelkolom binnenin het sacrum van het bekken. In toevoeging op het
harde hersenvlies toont het binnenste zachte hersenvlies Pia Mater ook vastgezet te zijn aan het Foramen Magnum. Pia Mater is de
binnenste laag van de drie hersenen ruggenmerg omhullende lagen. Tussen het Pia Mater en het ruggenmerg en/of Spinaal Kanaal zou
dan een metalen object van enige centimeters hebben moeten indalen in een maand tijd?
6
7. 7
Er is nauwe ruimte voor hersenvloeistof circulatie,
maar die ruimte is niet geschikt voor het verplaatsen
van een metalen object van enige centimeters.
Rugge-Merg van C2
de tweede nekwervel
Atlas C1
C1
Tussen-wervel schijf
C2
Spinaal-kanaal
Occipitaal bot
8. 8
RIB
Het Spinaal Kanaal is nauw omhult door het vliezenstelsel (Mater). De aftakkingen zijn zenuwbanen. Er is weinig tot geen plek voor
een metalen object om probleemloos in te dalen om daarna frictieloos te blijven steken tussen de tweede en de derde nekwervel.
Nekwervels zijn beweeglijker dan
Thoraxwervels, maar de anatomische
situatie met een Spinaalkanaal en
omhullend vlies binnen in de wervelkolom
gelegen blijft indetiek aan de situatie voor
Thoraxwerevls zoals dit hier wordt
getoond.
9. In the Spinaal Kanaal (Spinal Cord)
lopen 32 paar zenuwbanen. Tussen het
Spinaal Kanaal en de Processus
Spinoza (Spinous Processus) zou een
metalen object van enige centimeters in
gedaald hebben en klem hebben komen
te zitten tussen C2 en C3. Ik merk op
dat het hoofd beweegbaar is; als daar
een object van enige centimeters daar
aanwezig was, dan zou er met het
bewegen van het hoofd frictie hebben
ontstaan, en daarmee druk op de
zenuwen. Dit zou dan een schade-
berokkenend effect te weeg moeten
hebben gebracht.
Bovendien als daar een object was
gelegen, dan had het C3 niet naar
binnen toe omkneld, zoals we op MRI
kunnen zien, maar dan had het C3 naar
buiten toe open gedrukt.
Ook deze afbeelding maakt duidelijk
dat het erg onwaarschijnlijk is dat een
metalen object ingedaald is van
binnenin in het hoofd tot in de nek. (De
afbeelding is afkomstig van internet;
we zijn allen dankbaar voor het online
delen van informatie op the internet.)
9
10. Naast anatomisch onderzoek omtrent een eventuele (on-)mogelijkheid van ruimte voor een anorganisch object om in te dalen tot in de
nek, is er ook anatomisch materiaal verzameld om een normale correcte weergave van nekwervels in vergelijk te tonen, omdat op de
röntgenfoto’s ook hiermee gemanipuleerd is geworden. Naast het gegeven dat het technisch/praktisch gesproken onmogelijk is dat een
object vanuit het hoofd tot in de nek indaalt in een maand tijd zonder bemerkte problemen, bleek ook de weergave van wervels op een
aantal foto’s niet te kloppen, waarmee de onjuistheid (manipulatie) van foto’s sowieso als een bewezen feit is te benoemen, bovendien
toont de MRI overeenkomstige beelden gelijke die van normale röntgenfoto’s. (NB: Tijdens het vervaardigen van een recent gemaakte
serie röntgenfoto’s moest ik op een aan de wand hangende uitklapbare stoel gaan zitten met het lijf tegen de fotowand. Zodoende is
dan het lichaam in stilstand gefixeerd en voorkom je dat de röntgenfoto’s bewogen zijn.)
Bron: http://calsprogram.org/manual/volume2/Section10_XraySkills/03-XraySk2CerSpineXrayInterp13.html
X-ray Skills 2: Selectie uit ‘Cervical Spine X-ray Interpretation’
Selectie uit de instructie voor diagnose van cervicale fracturen.
Maakt het tellen van wervels makkelijk.
(1. De voorliggende ruimte ter hoogte van C3 dient minder te
zijn dan 5 mm. Deze ruimte is moeilijk te bepalen bij kinderen
omdat deze flink kan variëren met slikken, ademen en huilen.
De voor-vertebrale ruimte moet niet de wijdte van het lichaam
C2 overschrijden. De prevertebrale ruimte onder de larnys sou
niet de wijdte van het lichaam van C6 moeten overschrijden.)
De afbeelding toont zeven nekwervels, en onderaan de eerste
borstwervel (Thorax) T1. De eerste nekwervel C1 wordt ook
wel de Atlas genoemd en de draagt het hoofd, het occipitaal bot
van de schedelbasis rust er op. Het uitsteeksel van C1 is om het
hoofd op en neer te bewegen. De tweede nekwervel C2 steekt
midden door C1 heen, en daar vanuit lopen uit het merg van C2
de 32 paar spinal-zenuwbanen naar de hersenstam toe.
10
11. (C1 heeft maar een uitsteeksel. Er is een röntgenfoto van mij, ZHS1H, waar we zelfs twee ten opzicht van elkaar gespiegeld Posteriore
Bogen zien die elkaar raken, met tevens twee Processus Spinoza van C2!)
11
14. Referentie ten behoeve van het anatomisch kunnen interpreteren van röntgenfoto’s. Let op T1 en het sleutelbeen (Clavicula)
14
15. De
15
Deze röntgenfoto dient ter vergelijk met de frontale röntgenfoto’s van mijzelf. De vullingen amalgaam (zit kwik in)
slaan wit uit, omdat ze straling tegenhouden bij röntgennegatieven. In positief kan dat ook een zwarte uitsparing zijn.
16. 16
De eerste Thorax-wervel T1 onderscheidt zich duidelijk van de laatste nekwervel C7 door haar forse zijwaartse uitsteeksels.
T1
17. 17
Anatomische benoeming van nekwervels in een frontale genomen röntgenfoto van de nek ter vergelijkende ondersteuning.
18. 18
In een saggitale scan van de nek is het uitsteeksel van de Atlas C1 een goed herkenbaar punt om de nekwervels te benoemen.
C2 steekt door C1 heen; C1 is als een soort ring die om het naar boven stekende deel van C2 heen ligt en de schedel draagt.
Het occipitaal bot ligt op C1 als basis van de schedel. Aan het uitsteeksel van C1 naar achteren toe zitten spieren aangehecht die
nodig zijn om het hoofd te op en neer te kunnen bewegen.
19. 19
Deze anatomische tekening laat zien hoe C2 midden door C1 tot in de schedel reikt. Hierlangs zou dan een metalen object van enige
centimeters hebben moeten indalen binnen in de wervel onder het hersenvlies tegen het merg aan en onder het wervelbot? Bevreemdend!
20. Tot slot ter vergelijk nog een afbeelding van een röntgenfoto’s waarop een cervicale en een orthodentische prothese te zien is.
Bij een röntgenfoto worden de röntgenstralen door metaal tegen gehouden. Aan de contouren is het metaal in de nek als een prothese
te herkennen (wervel-lifting). Maar een echte doortekening van het implantaat is niet zichtbaar, zoals op een gewone foto in detail wel
mogelijk is. Op MRI scan werkt metaal magnetisme meting-verstorend en is het moeilijker om beelden van een eventueel implantaat
te verkrijgen. Ondanks de verstoring is bij benadering wel een contourlijn te bepalen van de uitgebrande/uitgespaarde beeldvorm van
het implantaat, zoals in het onderzoeksgeschrift ‘Medisch Onderzoek deel A” verslag van is gegeven.
Einde röntgenfoto-interpretatietheorie geschrift. Siegfried van Hoek
20