2. In de vorige update…
• Ging Merle voor het eerst aan het werk in haar praktijk als
kinderpsychologe. Ze maakte er kennis met de kleine Annabel.
• Groeide Elfie op tot kind. Vreemd genoeg zijn Anke en Devon niet naar haar
feestje gekomen.
• Maakte Olivia zich zorgen over haar sociale leven op de universiteit.
• Groeide de drieling Mirthe, Janne en Sarah op tot kind. Ook Wouter en
Noortje waren jarig, zij werden tieners.
• Trouwden Kelsy en Martijn. Hoewel Kelsy aangaf dat ze door haar slechte
kleutertijd nog haar onzeker was over het moederschap, bleek ze toch
zwanger te zijn.
Ben je terug mee? Dan gaan we weer verder…
3. Iris,
Lex,
Valentina
& Elfie
“Devon!” Elfie vliegt hem om de hals, “Ik ben zo blij dat je
gekomen bent. En wat ben je trouwens opeens groot
geworden!”
4. “Hoor wie het zegt!”, lacht Devon, “Jij ben anders ook niet
meer zo klein als toen ik je voor de laatste keer zag!”
5. “Maar nu even serieus,” zegt hij wanneer Elfie hem
eindelijk heeft losgelaten, “Kan je je mama er even bij
roepen, ik zou willen vertellen waarom ik gisteren niet op
je verjaardag kon zijn.”
6. “Jullie weten dat mama op latere leeftijd weer zwanger is
geworden…”, begint hij zijn verhaal, “Wel, gisteren kreeg
ze opeens erge krampen in haar buik, ze kon amper nog
lopen.”
7. “Ik heb meteen de dokter gebeld, die vaststelde dat de
bevalling begonnen was… drie maanden te vroeg! En…”
8. “… ze hebben nog geprobeerd om de weeën tegen te
houden, maar het is niet meer gelukt. Vannacht is mijn
zusje Rebecca geboren…”
9. “Is het baby‟tje geboren?”, vraagt Elfie, en ze hupt
enthousiast op en neer op haar moeders schoot, “Waarom
ben je dan niet blij, een baby is toch leuk?”
10. “In dit geval niet, Elfie…”, mompelt Devon moeilijk, “Ze
was nog veel te klein, er kan nu nog zoveel misgaan…”
11. “Gaan we dan naar het ziekenhuis? Ik wil zo snel mogelijk
weten of alles in orde is met mijn zus en nichtje!”
Verschrikt kijken de drie op, wanneer ze Iris achter de
zetel zien staan.
12. Die knipoogt: “Hé, je kan misschien veel, maar dingen
voor mij verborgen houden… daar moeten jullie nog eens
extra op oefenen!”
Dan wordt de blik in haar ogen weer ernstig: “Zijn we dan
weg?”
13. Ziekenhuis
“Hé zussie!”, is het eerste wat Iris zegt wanneer ze de
ziekenhuiskamer binnenkomen, “Ik zie dat het al heel wat
beter met je gaat!
Vervolgens buigt ze zich naar het babybedje: “Ach, wat
een schatje toch! Mag ik haar even pakken?”
14. “Ik ook, ik ook?” roept Elfie ertussendoor, en ze nestelt
zich tussen Anke en Valentina op het bed.
Maar Valentina doet teken dat ze even haar mond moet
houden: “Laat Anke eerst eens vertellen wat er nu precies
gebeurd is.”
15. “Tja, veel valt er niet echt te vertellen,” zegt Anke, “We
stonden net klaar om naar Elfie‟s verjaardagsfeestje te
vertrekken, toen ik opeens in elkaar gezakt ben. Toen ik
weer wakker werd, lag ik hier, en vertelde de dokter me
dat de baby elk moment kon geboren worden.”
16. “En verder?”, vraagt Valentina, “Devon zei iets over de
gevaren van een vroeggeboorte…”
“De dokter is hier net geweest,” valt Anke haar in de rede,
“Rebecca is blijkbaar echt een vechtertje, ze gaat veel
sneller vooruit dan we hadden kunnen hopen! Al blijft het
op z‟n minst afwachten tot haar eerste verjaardag…”
17. “Volgens mij gaat alles de goede kant op!”, bevestigt Iris,
nadat ze de baby ook nog eens van alle kanten heeft
onderzocht. Daarna geeft ze het meisje door aan
Valentina: “Hier, wil jij haar ook even vasthouden?”
18. “Nee, ik wil!”, springt Elfie enthousiast op.
“Daar zijn jullie allebei nog iets te klein voor, Elfie!”, lacht
Valentina, “Maar je mag natuurlijk wel even met haar
spelen!”
19. Wanneer Valentina de kleine Rebecca weer in haar bedje
heeft gelegd, omhelst Iris haar zus: “Hou je taai, Anke! We
komen nog wel eens op bezoek!”
20. Kelsy
& Martijn
“Dus…”, zegt Shania, “Je maakt je zorgen over je
zwangerschap, omdat je denkt dat je geen goede moeder
zal kunnen zijn?”
Ze moet moeite doen om haar lach in te houden: “Dat is
volkomen absurd, zusje! Wat kan onze moeder nu met
jouw manier van opvoeden te maken hebben?”
21. Kelsy staart somber voor zich uit: “Zowat alles… als ik
tante Ris hoor vertellen, heeft mama me vlak na de
bevalling op de keukenvloer achtergelaten om zelf
televisie te gaan kijken, en deed ze geen enkele moeite
om me ook maar enige liefde te geven…”
22. “En wat dan nog?”, valt Shania haar in de rede, “Je was
nog een peuter toen je daar werd weggehaald, jíj hebt een
goede opvoeding gehad bij tante Ris en oom Lex! Bij mij
heeft het tot mijn tienertijd geduurd eer mama inzag dat ze
verkeerd bezig was… en ik heb niet het gevoel dat ik een
slechte moeder ben voor Thibo!”
23. “Kan best zijn!”, mompelt Kelsy, “Maar jij hebt Merle nog
altijd, als psychologe kan ze je vanuit haar kennis bijstaan
op moeilijke momenten.”
24. Als gebeten schiet Shania overeind: “Wat wil je daarmee
zeggen, misschien? Dat ik geen goede moeder ben, dat
het door Merle komt dat Thibo bij ons een goede thuis
heeft?!”
25. “Maar nee, dat bedoelde ik toch helemaal niet!”, stottert
Kelsy, “Het enige wat ik wou zeggen was…”
26. Maar Shania geeft haar geen kans om uit te spreken: “Ik
doe mijn best om je te begrijpen, maar jij hebt blijkbaar
geen zin om naar me te luisteren! Als je denkt dat je het
beter kunt, bekijk het dan maar!”
En voordat Kelsy nog één ding kan zeggen, is ze weg.
27. “Fantastisch…”
Kelsy strompelt naar de babykamer en laat zich tegen de
muur zakken: “Zelfs mijn eigen zus jaag ik tegen me in het
harnas… nee, een goede moeder zal ik nooit worden…”
28. “Kels? Kelsy, wat scheelt er?”
Zonder dat ze het doorhad, is Martijn de kamer
binnengelopen, en hij kijkt haar bezorgd aan: “Was er iets
niet in orde met Shania?”
29. “Met haar is alles in orde,” zucht Kelsy, “Maar ik denk dat
ik iets verkeerds gezegd heb. Of beter: dat ik iets op een
verkeerde manier gezegd heb. Nu denkt ze dat ik haar een
slechte moeder vind…”
30. “Hé, dat komt toch allemaal wel goed”, probeert Martijn
haar op te peppen, “Straks bel je haar gewoon eens om de
hele situatie uit te leggen, en voor je het weet is de ruzie
bijgelegd!”
31. “En jij moet je niet zoveel zorgen maken, maar gewoon
genieten van je zwangerschap,” gaat hij verder, terwijl hij
liefdevol haar buik streelt.
Kelsy‟s gezicht betrekt: “Uhm, over die zwangerschap
gesproken…”
32. “… ik geloof dat die zo stilaan op haar einde begint te
lopen!”
33. Martijn probeert zijn vrouw zo goed als hij kan bij te staan,
maar door de grote paniek brengt hij het zelf ook niet
verder dan wat gekreun en gestamel.
34. “Ophouden, jij! Ik ben hier degene die moet bevallen, en
pijn moet lijden, niet jij!”, bijt Kelsy hem toe. Martijn houdt
snel zijn mond, en wendt zijn hoofd af. Hij kan niet
toekijken hoe zijn vrouw afziet van de bevalling.
35. Pas wanneer hij babygehuil hoort, kijkt hij op. Lachend
houdt Kelsy een baby in haar armen: “Welkom op de
wereld, mijn kleine meid! Kom eens kijken Martijn, we
hebben een dochtertje. En ze lijkt helemaal op jou!”
36. Stralend neemt Martijn het meisje over: “Dag Maïté, ik ben
je papa!”
Even zit hij helemaal in zijn eigen wereld, samen met zijn
dochtertje. En daardoor hoort hij zelfs niet eens dat Kelsy
zijn naam roept.
37. “Martijn!”, roept Kelsy nog eens, met paniek in haar stem,
“Ik denk… ik geloof dat er nog één komt!”
Martijn weet weer niet waar kijken, en richt al zijn aandacht
weer op Maïté.
38. Ook deze keer moet Kelsy het dus alleen doen, en even
later heeft ze nog een baby in haar armen: “Een jongen
deze keer!”, lacht ze, “Een prachtig ventje, dat helemaal
op zijn vader en tweelingzus lijkt!”
39. “Een tweeling!”, brengt Martijn verbaasd uit.
“Ja, daar kan je niet naast kijken!”, zegt Kelsy laconiek,
“We hebben twee prachtige kinderen: Maïté en Leander.”
40. “En we gaan onze uiterste best doen om hen de mooiste
thuis te geven die we kunnen!”
42. “Je hebt gelijk…”, fluistert Jasmin, en ze kijkt betrapt naar
de grond, “In de klas kan ik goed mee, maar van zodra ik
thuis ben en huiswerk moet maken, kan ik me niet meer
concentreren…”
43. Ze laat zich van de stoel afglijden en komt naast haar
achternichtje op hat bed zitten.
“Het komt door Staf… sinds hij bij ons is ingetrokken, voel
ik me helemaal niet meer op mijn gemak.”
44. “Ik bedoel… hij is de vader van de drieling, en van Carlijn.
En ik val er gewoon buiten, ik heb het gevoel dat ik er niet
meer bij hoor…”
45. “Gisterenavond zaten ze met z‟n allen plezier te maken:
Staf deed een poging om Nienke te leren biljarten, en
mama zat met Roos, Simon en Carlijntje een spelletje ze
doen.”
46. “En ik… tja, ik stond erbij en ik keek ernaar. En opeens
voelde ik me zo…”, ze slikt even, “Zo buitengesloten. Zij
zijn het gelukkige gezinnetje, en ik hoor daar niet bij.”
47. “Ik ben maar het kind van iemand die mama een tijdje
heeft „gebruikt‟ omdat ze Staf zo miste, en ik heb het
gevoel dat Staf me daar maar steeds wil op wijzen. Terwijl
híj toch als eerste is die is weggegaan…”
48. Jasmin staart zwijgend voor zich uit, en ook Katrien weet
even niet wat zeggen. Ook zij is niet Maartens dochter,
maar ze heeft helemaal niet het gevoel daardoor buiten
het gezin te vallen.
49. “Als je maar weet dat je hier altijd welkom bent.”, zegt ze
na een tijdje, “Heb je misschien zin om hier vanavond te
blijven eten? Voor mama, maakt het niet uit, een persoon
meer of minder aan tafel!”
50. “Klinkt goed!”, antwoordt Jasmin, “Ik bel wel even naar
huis dat ze op mij niet moeten wachten voor het eten. En
zo moet ik tenminste niet meer de hele avond op Staf zijn
stomme kop zitten kijken…”
51. Shania,
Merle
& Thibo
“Dus toen beweerde Kelsy dat Thibo hier alleen maar een
goede thuis heeft omdat ik toevallig psycholoog ben en
goed met mensen om kan?”
Ongelovig schudt Merle haar hoofd: “Ik kan me moeilijk
voorstellen dat ze het zo bedoeld heeft!”
52. “Dat heb ik ook wel begrepen…”, zucht Shania, “Ze is
onverwacht zwanger, ongetwijfeld spelen haar hormonen
op en bovendien is ze zó onzeker… maar intussen heb ik
haar wel vreselijk gekwetst door zo tegen haar uit te
vallen.”
53. “Dat loopt wel weer los,” stelt Merle haar gerust, terwijl ze
een prachtige taart uit de oven haalt, “De volgende keer
dat jullie elkaar zien, praten jullie het gewoon uit. En je zal
zien, binnenkort lach je erom!”
54. Shania wil protesteren, maar Merle legt haar het zwijgen
op: “En nu gaan we het over iets anders hebben!
Vanavond is het feest voor Thibo, en morgen…”, haar
ogen beginnen te twinkelen, “Morgen komt ons tweede
kindje!”
55. Met enige moeite tilt ze Shania van de tafel af: “En hé, een
kindje moet eigenlijk toch eerst „gemaakt‟ worden? Wat als
we ons daar nu eens mee bezig houden?”
56. “Maar… Thibo‟tje…”
“Ik heb Thibo daarstraks in zijn bedje gelegd, schat,” lacht
Merle, “Wees blij dat hij nu nog op een leeftijd is dat hij
hier niet elk moment kan komen binnenlopen!”
Dan verdwijnen ze samen onder de lakens.
57. Tot ze een halfuurtje later gewekt worden door Thibo.
“Mamaaaa! Moekeee! Thibo jarig, Thibo wil uit!”
58. Snel schiet Merle in haar kleren.
“Zo, mannetje,” zegt ze terwijl ze Thibo op het potje zet,
“Wil je zo meteen zien wat moeke voor je gemaakt heeft.”
59. Wanneer het jongetje enthousiast knikt, neemt ze hem
mee naar de schildersezel.
“Ikke!”, roept Tibo lachend, wanneer hij zichzelf herkent,
en hij klapt vrolijk in zijn handjes.
60. Nog even blijft hij gefascineerd naar het schilderij kijken,
maar dan wipt hij ongeduldig op en neer op Merles arm:
“Moeke, nu taart?”
61. “Zullen we nu samen eens heel luid „mama‟ roepen, zodat
ze komt?”, zegt Merle tegen Thibo, “Want ik heb zo het
idee dat jij niet echt veel geduld meer hebt!”
62. Thibo knikt hard: “Eén, twee, drie… MAMAAAAA!!!”
“Ja, rustig maar Thibo‟tje, ik ben er al!”, lacht Shania terwijl
ze de trap afloopt, “Ik was alleen nog even wat op orde
aan het zetten in de kamer van je nieuwe zusje. Blaas nu
de kaarsjes maar uit!”
63. Dat doet Thibo, en even later staat hij te wiebelen op zijn
beentjes.
“Hihi, kietelt!”, giechelt hij.
64. Maar dan schiet hij plots de lucht in, om als een grote
jongen weer neer te komen: “Wow, dat ging snel!”
“Ga maar snel op je kamer kijken, in je kast liggen nog wat
nieuwe kleren!”, zegt Shania.
65. Wanneer Thibo een ander setje kleren heeft uitgezocht,
klimt hij in zijn bed: “Wauw, een hoogslaper! Moet ik wel
opletten dat ik tijdens het slapen niet naar beneden val!”
66. “Dan zullen we wel een bons horen!”, lacht Shania, en ze
kijkt vertederd toe hoe haar zoontje de kamer goedkeurt.
“O, en we hadden nog een cadeau voor je, dat je samen
moet delen met je zusje. Ga je mee naar boven, dan kan
je ermee spelen!”
67. Opgewonden loopt Thibo achter zijn beide moeders aan
naar boven.
“Een tekentafel!”, roept hij blij uit, en hij begint meteen een
tekening te maken: “Deze is voor mijn zusje, dan kan ze
die meteen zien wanneer ze in de kamer binnenkomt.”
68. “Ik kan niet wachten tot we hier morgen met ons tweeën
kunnen spelen!”, zegt hij, terwijl hij Shania een nachtzoen
geeft, “Welterusten, mama!”
69. De volgende ochtend stapt Thibo vol goede moed op de
schoolbus: “Dag meneer de buschauffeur! Ik ben Thibo, ik
ga voor de eerste keer naar school, en ik ben best wel
zenuwachtig! En weet je? Als ik straks thuiskom, is mijn
kleine zusje er ook!”
70. Ook Merle en Shania zitten nerveus aan de ontbijttafel.
“Gelukkig weten we nu al wat ons te wachten staat,” zegt
Shania, “Anders zou ik nu echt kapotgaan van de
zenuwen, ik kan niet wachten om ons kleine meisje in mijn
armen te houden!”
71. “Ik ook niet!”, lacht Merle, “Maar ik stress tenminste niet zo
als jij!”
Op dat moment kijkt ze door het raam en laat haar vork
naast haar bord vallen: “Daar is ze!”
72. Hoewel ze eerst zei geen stress te hebben, is Merle in een
paar seconden tijd de trap afgelopen. Shania doet het net
iets rustiger aan, en daardoor heeft Merle de eer om als
eerste kennis te maken met hun dochtertje: Mare.
73. “Vertel eens kleine schat,“ zegt ze, “Zullen wij eens naar je
kamer gaan om nieuwe kleertjes aan te trekken?”
“Ja!”, roept Mare, en ze trappelt enthousiast met haar
beentjes.
74. Als snel heeft Mare andere kleertjes aan gekregen, en ze
kijkt nieuwsgierig naar het eerste wat haar in de kamer
opviel: “Eendje!”
75. “Dat is het potje, Mare!”, lacht Merle, “Wil jij eens proberen
een plasje te doen op het potje? Het is een braaf eendje,
het zal niet in je billetjes bijten!”
76. Gewillig laat Mare zich op het potje zetten, en daarna is
het tijd om naar haar bedje te gaan.
“Slaap maar lekker, kleine schat! Als je straks wakker
wordt, is je broer Thibo er om te spelen!”
77. Enkele uren later stapt Thibo inderdaad opgewonden van
de schoolbus: “En nu wil ik meteen naar boven om mijn
zusje te zien!”
78. Met twee treden tegelijk spurt hij de trap op, en loopt de
kamer binnen: “Dag zusje, ik ben Thibo! Hoe heet jij?”
“Mare…”, mompelt het meisje verlegen, “Jij mee tekene?”
79. “Ja hoor!”, lacht Thibo, en hij gaat op zijn knieën aan de
tekentafel zitten, “Ik ga een tekening maken voor jou,
Mare!”
“En ikke bouw toren voor jou!”, schatert Mare.
80. Een tijdje zitten ze daar samen te spelen, tot Mare begint
te huilen: “Thibo, ikke moe! Ikke wil in bedje…”
“Rustig maar,” probeert Thibo haar te sussen, “Ik zal
mama of moeke wel even gaan halen.”
81. “En ik beloof dat ik altijd voor je zal zorgen, lief zusje…”
82. Tot de En nog even een
volgende foto van de
keer!!! cutige
schilderijtjes die
Merle van de
kindjes maakte