Ce diaporama a bien été signalé.
Le téléchargement de votre SlideShare est en cours. ×

Raam en Deur 2014 - gevel van de toekomst 1 - atto harsta

Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Publicité
Chargement dans…3
×

Consultez-les par la suite

1 sur 3 Publicité

Plus De Contenu Connexe

Les utilisateurs ont également aimé (20)

Publicité

Similaire à Raam en Deur 2014 - gevel van de toekomst 1 - atto harsta (20)

Plus par Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie (20)

Publicité

Plus récents (20)

Raam en Deur 2014 - gevel van de toekomst 1 - atto harsta

  1. 1. design | techniek | toepassing | productnieuws | regelgeving Vakblad voor gevelopeningen, beveiliging, raam- en deurtechniek jaargang 16, 2014 1
  2. 2. Vaktueel Door Louis Jongeleen, beeld: Marcus Peters De gevel van de toekomst (1) Atto Harsta: “De vitaliserende gevel zal ons energiek en gezond maken” Atto Harsta is directeur van ingenieursbureau ‘Aldus bouwinnovatie’. Als oprichter van de ‘Stichting Living Daylights’, als voorzitter van innovatieplatform voor de bouw ‘Booosting’ en als organisator, spreker en publicist was hij afgelopen decennia een onvermoei­baar ijveraar voor fundamentele veranderingen in bouwen. 16 I 1 / 2014 raam en deur U heeft de bouw aan het denken gezet over het belang van daglicht, gezonde lucht, energiezuinigheid, comfort en gebruik van natuurlijke materialen. Waarom hielden juiste deze onderwerpen u bezig? Atto Harsta: “Panisch optimisme noem ik het. Het is een soort verbazing of verwondering waarmee ik al rondliep toen ik bouwkunde studeerde aan de TU Delft. Ik vroeg me af hoe het mogelijk was dat ze me daar wilde leren hoe je zou moeten bouwen, terwijl ze volledig voorbijgingen aan de meest primaire behoeften van mensen: licht en lucht. Ik wilde dat anders gaan doen. Voor mij was toen al zonneklaar dat bouwen niet mocht bijdragen aan een verslechtering van onze leefwereld. Dat is op den duur niet vol te houden. We moeten juist streven naar een ‘volhoudbare samenleving’. Wat gezond leven is en waarvan ik energie krijg, weet ik uit eigen ervaring. Als je bent opgegroeid op een boerderij weet je hoe het is om op een zondagochtend te worden gewekt door de zon en het koeren van duiven in de bomen. Het licht en de ruimte van het buitenleven voel ik nog altijd. Daarom is mijn basishouding kritisch ten opzichte van hoe we bouwen. We bouwen en we vergeten het licht. Om dat te veranderen, startte ik tien jaar geleden de Stichting Living Daylights. De boodschap van de SLD richting bouwwereld is: Let op, daglicht is goed voor onze gezondheid en noodzakelijk voor ons bioritme.” Dat de bouw nu razendsnel verandert, is voor een belangrijk deel het werk van enkele gangmakers. Zij ontwikkelen nieuwe methoden voor het maken van gebouwen die goed zijn voor mensen in plaats van het omgekeerde. In de toekomst zal de gevel een technologisch hoogwaardig onderdeel zijn van elk gebouw, afgestemd op de behoeften van de gebruikers. Raam & Deur vraagt zes koplopers in bouwinnovatie naar hun visie op ‘De Gevel van de Toekomst’. Werd dat kritische geluid opgepikt? “Niet meteen. Wel merkte ik dat bij bezoekers van de lezingen en congressen van Living Daylights wat bleef hangen. Langzamerhand kwam het onderwerp ‘daglicht en gezonde binnenlucht’ op de agenda’s te staan van architecten, opdrachtgevers en adviseurs. In enkele jaren is het besef gegroeid dat de bouwregels op deze punten heel minimaal zijn. Ook zag je dat bij de bouweisen steeds meer aandacht kwam voor goede ventilatie en gezond licht. Het programma voor Frisse Scholen kwam van de grond. Het dringt de laatste jaren echt door dat we in onze gebouwen behoefte hebben aan voldoende natuurlijk licht, dat goed regelbaar is zodat we geen hinder hebben van te veel warmte en schittering. Licht dat we op de juiste tijd kunnen benutten voor het gewenste doel. Bijvoorbeeld voor het ontspannen kunnen lezen van een digitaal schoolbord. De mogelijkheid om het licht te kunnen regelen naar behoefte is cruciaal. Maar behalve het licht zou je ook andere invloeden van buiten willen regelen. De gevel van de toekomst zal de
  3. 3. Vaktueel lijke (biobased) materialen met een lage CO2- footprint. Je zou kunnen zeggen dat PassiefHuis en Active House elkaar wederzijds aanvullen. Tegelijkertijd besef ik dat vooral PassiefHuis heel wat op gang heeft gebracht in Nederland als het gaat om duurzaam bouwen.” “Mijn ‘panisch optimisme’ begint weer op te spelen als ik zie hoe de bouw het energievraagstuk aanpakt. De focus is volledig gericht op de bouwfase, maar hoe een gebruiker omgaat met dat gebouw, blijft goeddeels buiten beschouwing. Het zal de aannemer een zorg zijn of bewoners het nieuwgebouwde huis volplempen met bubbelbaden en plasmaschermen. Maar een bouwer die zich realiseert dat de meeste energie verstookt wordt in de gebruiksfase van het huis, zal voorzieningen aanbrengen die energieverspilling tegengaan. De eerste energiewinst kunnen we binnenhalen door gedragsverandering, bijvoorbeeld door het licht uit te doen en de verwarming uit te schakelen als we weggaan.” Hoe kunnen we gevels bouwen voor gebouwen die gezond en prettig zijn en die geen verslechtering van onze leefomgeving veroorzaken? “We staan voor de opgave om gebouwen te maken die volhoudbare prestaties leveren. Daarbij zal het niet alleen gaan om de gemeten bouwprestatie bij oplevering, maar ook om de prestaties in het gebruik. En dan telt alles mee, niet uitsluitend het functionele aspect. Een zeer goed geïsoleerd sluitend raam dat je niet kunt openen als je wilt, scoort dus minder goed dan hetzelfde raam dat je wel naar believen kunt openen. Goed licht, zonlichtbeheersing in het gebouw en een goede CO2-balans zijn essentieel. Die prestaties worden alle-maal geleverd door de gevel. De gevel is als overgang tussen buiten en binnen beslissend voor de prestaties van het hele gebouw. En alle aspecten van de gevel moeten regelbaar zijn. De temperatuur vraagt om regeling bij voorbeeld door middel van verstelbaar overstek. Ook de warmteweerstand zouden we moeten kunnen regelen. Binnen afzienbare tijd beschikken we over isolatiemateriaal dat een flexibele Rc-waarde heeft. De natuur dient daarbij als voorbeeld. In de heden-daagse materiaalkunde heet dit ‘bio-mimicry’. Je wilt ook de luchttoe-voer door de gevel beheersbaar maken, bijvoorbeeld door te zorgen voor regelbare, natuurlijke zomernachtkoeling. De gevel heeft intussen ook invloed op de gezondheid en het comfort in de omgeving van het gebouw. Daarom zullen de materialen waaruit de gevel is samengesteld, gezonde materialen zijn met een positieve CO2- footprint. In plaats van radon-gas in geïsoleerde beglazing en formaldehyde-lij-men in spaanplaat zullen we steeds vaker gezonde alternatieven toe-passen. En we gaan meer letten op de totale levenscyclus van materia-len, vanaf de winning van de grondstof tot en met de verwerking als reststof na het gebruik. De gevel van de toekomst bestaat in mijn visie alleen maar uit na-groeibare, bio-based materialen. Er bestaat nu al een Nederlands bedrijf dat gevelplaten vervaardigt van afval van auberginekwekerijen. Die platen kun je na gebruik gewoon laten ver-gaan in de grond. Daarmee bemest je die grond weer, zodat er weer planten op kan laten groeien. Met deze manier van bouwen, sluit je de organische kringloop. Bij deze vorm van ’bio-based bouwen’ hoort een Re-Generatiegevel, een bouwdeel dat deel uitmaakt van een kringloop, dat zelf energie opwekt en dat ons gezonder maakt.” impact van temperatuur, licht, stof en geluid afstemmen op de voortdurend veranderende wensen van de gebruikers van het gebouw.” PasssiefHuis en Active House zijn twee duurzame bouwconcepten die in Nederland steeds vaker worden toegepast. Zijn dit concurrerende bouwsystemen? “De ambities op het gebied van energiebesparing zijn voor PassiefHuis en voor Active House dezelfde. Alleen, bij PassiefHuis bestaat het gevaar dat de nadruk op energiezuinigheid te eenzijdig wordt. Dat is niet altijd in het belang van de gebruiker van een gebouw. Je zou je een woning kunnen voorstellen die zo dicht en isolerend is als een thermosfles. Zeer energiezuinig dus, maar je zou er niet in willen wonen. Ik geloof in het Active House-concept. Dat beperkt zich niet tot energiebesparing. Het gaat in principe over heel de mens en zijn leefomgeving. In Active House is ook aandacht voor de energie en de milieubelasting die gemoeid is met het realiseren en onderhouden van een huis. Je kunt bijvoorbeeld een keuze maken voor milieuvriende- raam en deur 1 / 2014 I 17

×