Het kabinet heeft op 17 februari 2021 het meerjarige Nationaal Programma Onderwijs gepresenteerd met een ongekend budget van 5,8 miljard euro voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit bedrag is bedoeld voor het inhalen van vertragingen en het ondersteunen van leerlingen die het moeilijk hebben als gevolg van schoolsluitingen door corona. De mr moet het ‘schoolprogramma’ goedkeuren waarin de gekozen interventies, zoals gratis bijles aanbieden of een zomerschool opzetten, zijn opgenomen. Wat is de insteek van schoolbesturen en scholen? Zijn er genoeg handen in de klas om de maatregelen tot uitvoer te brengen?
Vraaggestuurde scholing. We willen geen praatje en een plaatje, maar een inte...
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
1. MR magazine, nummer 4, mei 2021
4
Het wegwerken van vertragingen en achterstanden
door corona en de rol van de mr
MILJARDENINJECTIE
IN HET ONDERWIJS
Het kabinet heeft op 17 februari 2021 het meerjarige Nationaal
Programma Onderwijs gepresenteerd met een ongekend budget van
5,8 miljard euro voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit bedrag
is bedoeld voor het inhalen van vertragingen en het ondersteunen
van leerlingen die het moeilijk hebben als gevolg van schoolsluitingen
door corona. De mr moet het ‘schoolprogramma’ goedkeuren waarin
de gekozen interventies, zoals gratis bijles aanbieden of een zomer-
school opzetten, zijn opgenomen. Wat is de insteek van schoolbestu-
ren en scholen? Zijn er genoeg handen in de klas om de maatregelen
tot uitvoer te brengen? Frederik Smit
D
e eerste Nederlandse onderzoe-
ken laten zien dat kinderen
gedurende de eerste lockdown
gemiddeld twee tot drie maanden vertra-
ging hebben opgelopen. In het Nationaal
Programma Onderwijs (NPO) wordt
duidelijk gesteld dat niet meedoen geen
optie is voor scholen. Basisscholen ont-
vangen komend schooljaar gemiddeld
180 duizend euro om leerlingen de kans
te geven door corona opgelopen vertra-
gingen en ontstane achterstanden in ruim
twee jaar in te halen. Ze moeten de mid-
delen doelmatig besteden en er zo snel
mogelijk mee beginnen. De inhaalslag
dient volgens het ministerie ‘duurzaam’ te
zijn en te leiden tot ‘structurele verbete-
ringen’. Kernvragen zijn: welk type inter-
ventie of welke interventies moet je op je
school inzetten?Wat zijn passende, wel-
doordachte, systematische aanpakken
voor ondersteuning bij leervertragingen
en – achterstanden door corona? Het
Tijdlijn Nationaal Programma
Onderwijs
• April 2021: Scholen brengen in kaart via een scan welke problemen en behoeftes
er zijn bij leerlingen en school.
• Mei 2021: Scholen kiezen op basis van de scan uit een keuzemenu welke maat-
regelen ze gaan nemen.
• Juni 2021: Scholen horen welk budget er per leerlingen beschikbaar is.
•Voor start schooljaar 2021/2022: Scholen hebben een programma opgesteld met
alle maatregelen voor de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023. De mr moet dit
goedkeuren.
• Start schooljaar 2021/2022: budget wordt uitgekeerd, start uitvoering schoolpro-
gramma.
• Jaarverslag: scholen rapporteren over aanpak en resultaten.
NPO beschrijft de aanpak en hoe de in-
terventies te bekostigen.
Advies Onderwijsraad in
de wind geslagen
De Onderwijsraad heeft deTweede Ka-
mer en het ministerie van Onderwijs in
2018 geadviseerd om naast de reguliere
lumpsumbekostiging onderwijsinstellin-
gen geen incidenteel geld meer te geven.
Het kabinet sloeg dit advies in de wind
en besloot met extra coronageld onder-
wijsprogramma’s te financieren. In het
verleden zijn vaker incidentele gelden
2. 5
MR magazine, nummer 4, mei 2021
>
verstrekt, bijvoorbeeld om meer jonge
leraren aan te trekken of om de kansen-
ongelijkheid en de werkdruk te vermin-
deren. Achteraf is het bijna altijd ondui-
delijk waar die middelen aan zijn besteed
en of ze effect hebben gehad.Volgens
de hoogleraren economieWim Groot
(Universiteit Maastricht) en Henriëtte
Maassen van den Brink (Universiteit
van Amsterdam) laten evaluaties van de
Algemene Rekenkamer zien dat scholen
incidenteel geld, ‘doelfinanciering’, bijna
nooit besteden aan de dingen waarvoor
het is bedoeld. Scholen gebruiken het
meestal niet om het onderwijs te verbete-
ren, maar bijvoorbeeld om klassen te ver-
kleinen om de werkdruk van leraren te
verminderen of ze potten het op, omdat
ze weten dat het maar tijdelijk is. Onze-
kerheid over de financiële toekomst
maakt schoolbesturen zuinig en risico-
mijdend. Scholen mogen bij deelname
aan het NPO, op basis van een keuze-
menu, hun geld naar eigen inzicht beste-
den. Ze dienen in hun jaarverslag te rap-
porteren over de aanpak en de resultaten.
De mr speelt een sleutelrol in het besluit-
vormingsproces bij het opstellen van een
schoolprogramma en bij de controle over
de besteding van de middelen (zie kaders
op pagina 6 en 7). De Algemene Reken-
kamer adviseerde eind maart 2021 in een
brief aan deTweede Kamer van meet af
aan scherp toezicht te houden op de be-
steding van de coronagelden en op de
resultaten daarvan, omdat het om pu-
bliek geld gaat. Er is vooraf duidelijkheid
nodig over de doelgroepen en maat-
schappelijke doelen die onderwijsinstel-
lingen moeten bereiken. Die duidelijk-
heid vooraf maakt het programma beter
uitvoerbaar, navolgbaar en creëert de
mogelijkheid tussentijds van gerealiseer-
de resultaten te leren. Zonder die duide-
lijkheid ligt volgens de Algemene Reken-
kamer misbruik en willekeur op de loer.
Effectief bewezen
interventies
Geert Driessen, tot recent onderzoeker
aan de Radboud Universiteit, wijst erop
dat de 20 miljard euro die OCW in een
halve eeuw heeft uitgegeven aan het On-
derwijsachterstandenbeleid niet zichtbaar
tot een verkleining van de achterstanden
heeft geleid; sterker nog, die achterstan-
den zijn de laatste jaren alleen maar toe-
genomen. Allereerst ontbreekt het aan
gedegen onderzoek, maar waarschijnlijk
is ook de niet-geoormerkte, ongerichte en
niet-wetenschappelijke onderbouwde in-
zet van de extra middelen daar debet
aan. ‘OCW is nu op zoek naar effectief
bewezen interventies op basis van gede-
gen wetenschappelijk onderzoek, waaruit
scholen in mei 2021, afhankelijk van hun
specifieke populatie en problemen, kun-
nen kiezen bij de aanpak van coronaver-
tragingen en -achterstanden. In de litera-
tuur wordt dit aangeduid als evidence
based interventies. Helaas blijkt uit re-
viewstudies naar bijvoorbeeld burger-
schapskunde, voor- en vroegschoolse
educatie, variatie in schooltijden (bij-
voorbeeld naschools, in weekends en
zomervakanties) dat de effecten van
dergelijke interventies doorgaans
hooguit zwak, niet significant en niet
blijvend zijn. Kortom: niet bewezen ef-
fectief.' Driessen vindt dit zeer zorgelijk;
Onderzoeker Geert Driessen
'Het zou goed zijn als er een
OMT voor het onderwijs komt'
3. 6 MR magazine, nummer 4, mei 2021
hij vreest voor een herhaling van de inef-
fectiviteit van het Onderwijsachterstan-
denbeleid, waar het extra budget vaak in
de grote pot verdween: ‘Waarschijnlijk
zullen scholen zich bij gebrek aan beter
tevreden moeten stellen met zogenoemde
evidence informed interventies waarvan de
evidence niet is gebaseerd op gedegen
wetenschappelijk onderzoek dat de effec-
tiviteit ervan empirisch ondersteunt.
Daarom zou het goed zijn als er een
(streng) Outbreak ManagementTeam
voor het onderwijs komt, naast de inge-
stelde begeleidingscommissie voor de uit-
voering van het NPO, om de vinger aan
de pols houden wat betreft de kwaliteit
van de interventies.’
Meerjarenplan
De school heeft de regie en de verant-
woordelijkheid voor de uitvoering van
het NPO. Dit betekent dat ze van alle
leerlingen de opgelopen vertragingen
en achterstanden in kaart brengen in
het cognitieve, executieve en sociale do-
mein. De school stelt op basis van haar
analyse van de opgelopen vertragingen,
samen met het schoolbestuur, een meer-
jarenplan op en integreert dit in het re-
guliere programma, waarvoor instem-
ming benodigd is van de mr. Het
bestuur vraagt na goedkeuring extra
middelen aan OCW en legt hierover
periodiek verantwoording af. Daarnaast
treedt het in overleg met de gemeente
die ondersteuning aan de school kan
bieden, met name aan ‘scholen met ex-
tra uitdagingen’. Als het plan is goedge-
keurd, afgestemd met de kinderopvang
en keuzes zijn gemaakt voor bepaalde
interventies, moeten de leraren zich
deze eigen gaan maken, nadat ze even-
tueel een vertaalslag hebben gemaakt
naar hun eigen specifieke situatie.
Wachten op nadere
informatie
Stéphane Cépèro, voorzitter van het col-
lege van bestuur van Lowys Porquin,
een stichting met 31 scholen voor basis-
onderwijs, speciaal basisonderwijs en
praktijkonderwijs en ruim 40 kinderop-
vanglocaties in West-Brabant en Tholen:
‘Ik heb in overleg met de directeuren
van onze scholen besloten voorlopig op
Checklist voor de mr
Iedere school krijgt vanaf schooljaar 2021/2022 middelen voor een eigen school-
programma. De mr heeft een sleutelrol bij het benutten van de kennis, ervaring en
betrokkenheid van de gemeenschap in en rondom de school bij het realiseren van
de kwaliteitsverbetering van het onderwijs.
Kernvragen:
• Leiden de gekozen doelen en interventies tot kwalitatief beter onderwijs? Zijn er
mogelijkheden om tussentijds van gerealiseerde resultaten te leren?
• Krijgen leerlingen die het extra lastig hebben, extra hulp en ondersteuning?
• Hoe zijn de interventies voor het inhalen van vertragingen en het inlopen van
ontstane achterstanden geïntegreerd in het reguliere onderwijsprogramma?
• Krijgen leraren als ze buiten de reguliere schooltijden werken, zoals in het week-
end en in de zomervakantie, extra betaald?
• Is er een duidelijke begroting opgesteld?
•Verschaft de schoolleiding de mr een ‘slim en slank informatiearrangement’, zo-
dat op een effectieve manier de resultaten van het extra geld in onderlinge samen-
hang in beeld komen?
• Organiseert de mr eigenstandig tegenspraak bij het financieel beleid door het in-
schakelen van een financieel expert of via een onafhankelijke instantie als bijvoor-
beeld een lokale rekenkamer, met als doel een betere besluitvorming en controle
over de besteding van de middelen?
• Is voor de gmr duidelijk hoe de gelden verdeeld worden over de verschillende
scholen? Die met de meeste leerlingen met vertraging of leerlingen met de meeste
vertraging het meeste geld?
Bestuurder van Lowys Porquin Stéphane Cépèro
4. 7
MR magazine, nummer 4, mei 2021
schoolniveau even niets te doen met het
verzoek van het ministerie in het kader
van het Nationaal Programma Onder-
wijs. De inhoud van de eerste brief is
nog veel te vaag en er spreekt helemaal
geen vertrouwen uit in de professionali-
teit van onze sector.We wachten op na-
dere informatie.’ Het Nederlandse on-
derwijs kent een relatief beperkte cen-
trale sturing door de overheid en een
grote autonomie voor besturen en scho-
len. Cépèro legt uit waarom hij niet en-
thousiast is over het programma: ‘Ik
vind dat minister Slob met dit program-
ma op de stoel van de bestuurder en die
van de directeuren gaat zitten. De mi-
nister wil bepalen hoe ons onderwijs-
aanbod eruit gaat zien op basis van een
verplichte scan en een keuze uit vooraf
geselecteerde interventies.Wij moeten
daarvoor verantwoordelijkheid nemen
en daarover verantwoording afleggen
aan OCW. Dat klopt niet. De directeu-
ren bepalen wat er gebeurt op onze
scholen en het bestuur is eindverant-
woordelijk. En daarover leggen we ver-
antwoording af aan de Onderwijsinspec-
tie.’ Cépèro vervolgt: ‘Ik vind de rol van
de mr ontzettend belangrijk bij de be-
sluitvorming op onze scholen.Waar zeg-
genschap is, moet medezeggenschap
zijn.’
In gesprek gaan met
leerlingen
Angela Horsten is directeur Onderwijs
en Kwaliteit bij SALTO Eindhoven, een
openbaar schoolbestuur met 20 basis-
scholen en twee scholen voor speciaal
basisonderwijs, inclusief een internatio-
nale afdeling: ‘De gevolgen van de
schoolsluiting verschillen per school en
per leerling. Ik denk dat het Nationaal
Programma Onderwijs een krachtige
aansporing kan zijn om de mogelijke
leervertragingen of impact op de sociaal-
emotionele ontwikkeling van leerlingen
op scholen aan te pakken, de kennis en
vaardigheden van leraren verder te ont-
wikkelen en daardoor het kwaliteitsden-
ken op een hoger peil te brengen en te
verduurzamen. De aanpak van het pro-
gramma komt in eerste instantie nogal
betuttelend over om bijvoorbeeld bij het
maken van een analyse verplicht gebruik
te maken van een voorgeschreven scan
bij het in kaart brengen van de leerrende-
menten, omdat we zelf daar ook uitste-
kende tools voor hebben en dit minimaal
tweejaarlijks doen met elkaar om afge-
stemd onderwijs te kunnen verzorgen.’
Wat zijn succesfactoren voor het slagen
van het programma? Horsten: ‘Het lijkt
me van belang faalangst bij kinderen te
vermijden (door de framing in de media)
en vooral bij de start van het programma
aandacht te hebben voor de gevolgen van
de coronapandemie voor hun sociaal-
emotionele ontwikkeling. Met leerlingen
in gesprek te gaan om vast te stellen wat
voor hen belangrijk is, waar ze behoefte
aan hebben en daar goed in te differenti-
eren om alle kinderen een passend aan-
bod te bieden. Scholen moeten individu-
ele leerlingen, kinder- en leerlingenraden
nauw betrekken bij de te kiezen aanpak.
Het helder formuleren van de ambitie en
de beoogde effecten in het jaarplan om
de resultaten vervolgens te borgen en
verankeren in de school horen daarbij.’
Horsten geeft aan dat veel schoolleiders
tijdens de pandemie frequenter met de
mr hebben overlegd. ‘Leraren en ouders
zijn het belang van de mr meer gaan in-
zien, het begrip over en weer is toegeno-
men en de band is versterkt.’
Hoge toetsresultaten voor
rekenen
Anne Suijdendorp is directeur van
De Dorpsbeuk in Scherpenzeel (170
leerlingen) en de Jan Ligthartschool in
Rol mr bij vaststellen
schoolprogramma
Het schoolprogramma beschrijft op welke manier een school vertragingen en ach-
terstanden op leerlingniveau gaat aanpakken. Het programma vormt een aanvul-
ling op het al vastgestelde schoolplan.
• De mr heeft instemmingsbevoegdheid bij de vaststelling/wijziging van het
schoolplan (artikel 10 lid 1, onder bWms). De mr moet instemmen met het vast-
stellen van het schoolprogramma, omdat het een aanvulling en wijziging van het
schoolplan is.
• De mr ontvangt jaarlijks de begroting en bijbehorende beleidsvoornemens op
financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied (artikel 8 lid 2, onder a
Wms).
• De mr heeft adviesbevoegdheid bij de vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen
van het meerjarig financieel beleid van de school (artikel 11 lid 1, onder bWms).
Instemmingsrecht komt eraan!
Directeur Onderwijs en Kwaliteit bij
SALTO Eindhoven Angela Horsten >
5. 8 MR magazine, nummer 4, mei 2021
Woudenberg (220 leerlingen) van stich-
ting Eem-Vallei Educatief in Utrecht en
Gelderland. ‘Door corona heeft een deel
van de kinderen vertraging opgelopen,
omdat ze thuis niet optimaal konden
werken.We merken dat leerlingen in
groep 3 doorgaans te weinig hebben ge-
lezen.We zijn aan het brainstormen wel-
ke aanpakken we willen opnemen in ons
op te stellen schoolprogramma.We den-
ken aan het inschakelen van onderwijsas-
sistenten en stagiairs om leerkrachten vrij
te roosteren om leerlingen met vertraging
intensiever te kunnen begeleiden. Zij
kunnen dan activiteiten ontplooien ge-
richt op onderwijsontwikkeling en -inno-
vatie voor leerlingen met opgelopen ach-
terstanden, zoals samen lessen en/of
toetsen ontwikkelen.’ Opmerkelijk zijn de
hoge toetsresultaten voor rekenen na de
lockdownperiode. Suijdendorp: ‘Vooral
de leerlingen in de middenbouw zijn be-
ter gaan rekenen, omdat ze van ons thuis
veel moesten herhalen en kennis of vaar-
digheden moesten automatiseren: bij-
voorbeeld de tafels van vermenigvuldi-
ging en het toepassen van een reken-
strategie, zoals onder elkaar optellen.We
gaan in onze rekenaanpak daar rekening
mee houden.’
Personeel zo maar
ontslaan?
Wim Spijkerboer, directeur van excellen-
te basisschool DeWaai (542 leerlingen)
in Cuijk, onderdeel van stichting Opti-
mus Primair Onderwijs: ‘Klinkt leuk dat
er zo’n enorme zak geld ligt te wachten,
zo’n € 700 per leerling. Goed bedoeld,
maar hoe vind je personeel voor twee
jaar? Je kunt personeelsleden toch niet
na twee jaar zo maar ontslaan als je met
teveel personeel zit? Zakelijk geredeneerd
zou mijn idee zijn om zzp'ers in te hu-
ren.’ Spijkerboer vervolgt: ‘Op basis van
de eerste lockdown hebben we allemaal
heel veel geleerd; een duidelijker beeld
gekregen hoe we optimaler met elkaar,
met ouders en de buurt kunnen samen-
werken en elkaars ontwikkelingen kun-
nen versterken. Dat is winst.We zijn ge-
focust op het aanbieden van structureel
goed onderwijs voor ieder kind.We gaan
in het kader van het NPO geen bijlessen
en zomerkampen organiseren die stigma-
tiserend kunnen werken voor ‘kansar-
men’. Laat leerlingen en leerkrachten lek-
Dr. Frederik Smit is onderzoeker
en adviseur onderwijs, https://
frederiksmit.net.
• VOO, 1 april 2021. Handrei-
king voor MR over NPO.
• https://www.rijksoverheid.nl/
onderwerpen/coronavirus-co-
vid-19/onderwijs-en-kinderop-
vang/nationaal-programma-on-
derwijs
• G. Driessen, 2 maart 2021.
Arme schoolleiders, arme lera-
ren. Didactief online.
• W. Groot & H. Maassen van
den Brink, 27 februari 2021. On-
derwijsmiljarden verbeteren het
onderwijs niet. Wynia’s Week.
• O. Meshcheriakova, L. Borg-
hans, R. Haenbeukers en T.
Schils, november 2020. Lim-
burgse leerlingen op de basis-
school ten tijde van corona. On-
derwijsMonitor Limburg.
• Onderwijsraad (2018). Advies
inzicht in en verantwoording van
onderwijsgelden.
Directeur van DeWaai Wim Spijkerboer
ker vakantie houden en geloof in de
natuurlijke groeikracht van kinderen.’ <
Zie ook:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/
rapporten/2021/04/08/stappenplan-bij-de-
schoolscan---basisonderwijs
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/
brochures/2021/04/08/q-a-s-nationaal-pro-
gramma-onderwijs
Directeur van De Dorpsbeuk Anne Suijden-
dorp