25. Middelen:
• Identiteit (wie ben ik)
• De logica van identiteit versus de logica van
voorkeuren.
• Kennis (wat kan ik)
26. Middelen:
• Identiteit (wie ben ik)
• De logica van identiteit versus de logica van
voorkeuren.
• Kennis (wat kan ik)
• De logica van actie versus de logica van
overtuiging
27. Middelen:
• Identiteit (wie ben ik)
• De logica van identiteit versus de logica van
voorkeuren.
• Kennis (wat kan ik)
• De logica van actie versus de logica van
overtuiging
28. Middelen:
• Identiteit (wie ben ik)
• De logica van identiteit versus de logica van
voorkeuren.
• Kennis (wat kan ik)
• De logica van actie versus de logica van
overtuiging
29. Middelen:
• Identiteit (wie ben ik)
• De logica van identiteit versus de logica van
voorkeuren.
• Kennis (wat kan ik)
• De logica van actie versus de logica van
overtuiging
• Netwerk (Wie ken ik)
30. Middelen:
• Identiteit (wie ben ik)
• De logica van identiteit versus de logica van
voorkeuren.
• Kennis (wat kan ik)
• De logica van actie versus de logica van
overtuiging
• Netwerk (Wie ken ik)
• De logica van toewijding versus de logica van
transactie.
31. Middelen:
• Identiteit (wie ben ik)
• De logica van identiteit versus de logica van
voorkeuren.
• Kennis (wat kan ik)
• De logica van actie versus de logica van
overtuiging
• Netwerk (Wie ken ik)
• De logica van toewijding versus de logica van
transactie.
33. Identiteit (wie ben ik)
Kennis (wat kan ik)
Netwerk (wie ken ik)
Middelen Beschikbaar
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
34. Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
35. Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
36. Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met “stakeholder
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen commitment”
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
37. Nieuwe
middelen
Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met “stakeholder
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen commitment”
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
38. Uitbreidende cirkel van bronnen
Nieuwe
middelen
Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met “stakeholder
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen commitment”
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
39. Uitbreidende cirkel van bronnen
Nieuwe
middelen
Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met “stakeholder
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen commitment”
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
Nieuwe
doelen
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
40. Uitbreidende cirkel van bronnen
Nieuwe
middelen
Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met “stakeholder
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen commitment”
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
Nieuwe
doelen
Convergerende cirkel van transformatie van de “onderneming”
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
41. Uitbreidende cirkel van bronnen
Nieuwe
middelen
Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met “stakeholder
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen commitment”
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
Nieuwe
doelen
Convergerende cirkel van transformatie van de “onderneming”
Nieuwe markten
(en andersoortige
ondernemingen)
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
42. Uitbreidende cirkel van bronnen
Nieuwe
middelen
Doelen/ Plan van aanpak
Identiteit (wie ben ik) Actie
Interactie met “stakeholder
Kennis (wat kan ik) (wat kan ik
mensen commitment”
Netwerk (wie ken ik) doen?)
Middelen Beschikbaar
Nieuwe
doelen
Convergerende cirkel van transformatie van de “onderneming”
Nieuwe markten
(en andersoortige
ondernemingen)
(bron: Sarasvathy, 2001; Dew et.al. 2009)
43.
44. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
45. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
46. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
• middelen gedreven in plaats van doelgericht
47. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
• middelen gedreven in plaats van doelgericht
48. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
• middelen gedreven in plaats van doelgericht
• “wat ben ik bereid te verliezen” boven verwachte
opbrengst
49. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
• middelen gedreven in plaats van doelgericht
• “wat ben ik bereid te verliezen” boven verwachte
opbrengst
50. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
• middelen gedreven in plaats van doelgericht
• “wat ben ik bereid te verliezen” boven verwachte
opbrengst
• het verkiezen van strategische partners boven
concurrentie analyses
51. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
• middelen gedreven in plaats van doelgericht
• “wat ben ik bereid te verliezen” boven verwachte
opbrengst
• het verkiezen van strategische partners boven
concurrentie analyses
52. • Het verkiezen van een niet-voorspellende strategie
boven een doelgerichte-voorspellende strategie
• middelen gedreven in plaats van doelgericht
• “wat ben ik bereid te verliezen” boven verwachte
opbrengst
• het verkiezen van strategische partners boven
concurrentie analyses
• “Leveraging Contingencies Principle” (Het verkiezen
van het omzetten van tegenslagen in nieuwe
mogelijkheden boven het het vermijden van risico.)
53.
54. “To the extent that we can predict the
future, we can control it.”
“To the extent that we can
control the future, we do not need to
predict it.”
55. Causaal
“To the extent that we can predict the
future, we can control it.”
Effectual
“To the extent that we can
control the future, we do not need to
predict it.”
Sarasvathi ,2001
57. “Interesting people and interesting organizations construct
complicated theories of themselves. In order to do this, they
need to supplement the technology of reason with a
technology of foolishness. Individuals and organizations need
ways of doing things for which they have no good reason.
Not always. Not usually. But sometimes. They need to act
before they think.”
March, 1978