4. Belang van ICT voor ontwikkeling “The single most transformative technology for development” – Jeffrey Sachs <-> Heeft Afrika geen problemen die meer aandacht nodig hebben (bvb te lage productiviteit van kleine boeren, onderwijs,...)
5. Kader: technology threadmill Idee: geen vooruitgang door productivieitsverhogende technologie zonder een afzetmarkt Effect van innovatie afhankelijk van prijselastciteit van de vraag: Inelastisch: gevraagde hoeveelheid stijgt weinig bij gegeven prijsdaling (verticale vraagcurve) Elastisch: gevraagde hoeveelheid stijgt veel bij gegeven prijsdaling (horizontale vraagcurve) >bepalend voor welzijnseffecten van innovatie
6. Kader: technology threadmill Landbouwproducten zoals mais hebben een lage prijselasticiteit Op lange termijn stijgt aanbod zo sterk dat prijzen kelderen Innoverende boeren zijn slechter af dan voor de innovatie (hoewel consumenten beter af zijn) > belangrijke voorwaarde: goed geintegreerde markten – arbitrage: belang van informatie!
7. gebruik In W landen: sociaal/status symbool In OL compleet andere impact: Dikwijls eerste technologische vooruitgang Sector zelf heeft enorme impact op locale economie: Telefoonshops Prepaid verdelers Batterij opladers,... Technologie dikwijls zeer goed aangepast aan context (geen electriciteit, eenvoudig te bedienen,...)
8.
9. Aangepaste services M-pesa MIS Gezondheidsmonitoring Prepaid – zeer kleine bedragen Flexiebele systemen om te herladen Mobiel internet (tethering)
10. Impact Bijzonder veel anecdotisch materiaal te vinden in bvb technology quarterly van economist, BBC world,... Vissers in Zanzibar Taxichauffeurs in Dar es Salaam Slagers en andere producenten van bederfbare producten Etc...
12. Impact - macro Roller and Waverman (AER 2001): impact van telecom infrastructuur, maar voor vaste lijnen Fush, Meschi and Waverman (2005): 10 percent toename in mobile telefoonadoptie -> 0.6 % snellere groei dan gelijkaardige landen Qiang (2009): 10 percent toename in mobile telefoonadoptie -> 0.8 % toename in GDP/capita MAAR: hoe loopt causaliteit?
15. Handelaars in graan in Nigeria Studie van Jenny Aker. Quasi-experiment: 2001-2006 Nadruk op zoekkosten van hadelaars Hogere reservatieprijs koper Lagere marge tussen verschillende market MAAR: wie komt deze besparing ten goede? De producent (hogere prijs), de consument (lagere prijs).
16. The man in the middle Middlemen zijn traditioneel niet zo graag gezien – niet productief, parasieten, leugenaars,... MAAR: zeer belangrijke functie in economie! Studie in Tanzania die inzoemt op het onderhandelingsproces tussen boeren en middlemen
17. Kleine maisboeren in Tanzania 1100 boeren bevraagd, nadruk op marketing van mais. Focus op onderhandelingspositie van de boer Zowel economische als gedragsfactoren meenemen: Hoe staat de boer tegenover risico? Hoe ongeduldig is de boer? Hoe goed is de boer op de hoogte van de prijzen in andere markten? Uitkomstvariabele: verschil tussen prijs in de winkel en prijs op de boerderij op moment van transactie (arbitrage over ruimte) Verschil tussen prijs op de boerderij tijdens oogst en prijs op de boerderij tijdens verkoop (arbitrage over de tijd)
25. Conclusie Moeten we collectieven voor marketing aanmoedigen (zie special issue JDS)? Of geeft private prijsinformatie een “first mover advantage” in een competitieve markt?