2. Bevoegdheden
• Sinds 1993 (Sint-Michielsakkoord):
In foro interno, in foro externo
• 2001: Lambermont akkoord.
Misverstand of staatsgreep op federale OS?
“Niet uitgevoerd?” Of “juridisch zinledig?”
• Raad van state (eind 2003): Parallelle en niet-
concurrentiële bevoegdheden
Federaal: omvattende bevoegdheid
Gemeenschappen en gewesten: voor de eigen bevoegdheden.
Mogen niet ingaan tegen fundamentele keuzes van buitenlands
beleid (bvb. niet samenwerken met niet door België erkende
staten)
3. Standpunt NZ-beweging
• Alle overheden hebben een (morele) verantwoordelijkheid tot
internationale solidariteit. Ze moeten daarvoor eigen middelen
inzetten op een kwalitatieve en efficiënte manier.
• Niet in concurrentie met elkaar maar in samenwerking.
Streven naar ACTIEVE complementariteit
(nu vooral passief: “elkaar niet voor de voeten lopen” en “hier en
daar hiaten opvullen”)
Beleidsnota 2009-2013: kleine kentering (ICBB)
• De parallelle bevoegdheden zijn op zich niet het probleem.
4. Concreet
• Geen afbreuk aan federale OS. Geen instrumenten uit handen nemen van
de federatie, geen opdeling in exclusieve bevoegdheden
• Bulk van middelen/bestedingen OS moet van (con)federale overheid
komen. Zo niet kan België zijn internationale rol als erkende VN lidstaat,
met de daarbij horende rechten en plichten niet langer spelen en is
coherent beleid veel moeilijker.
• Vraag naar gemeenschappelijk visie voor de hele (con)federatie (cf. OESO-
DAC evaluatie)
• Vraag naar coördinatie, actief zoeken naar complementariteit.
(samenwerkingsakkoord?)
• ICBB kan slechts eerste aanzet zijn.
5. EU remedie voor BE – VL?
• Joint-EU strategy:
– Enerzijds: noodzakelijk kader voor alle EU-
donoren.
– Anderzijds: brede rug om je achter te
verstoppen.
Doelstellingen hulpdoeltreffendheid, DAC
rapportering en DoL zijn per land, los van
interne staatsstructuur => nood aan goede
afspraken binnen BE
6. Te druk in de keuken?
• Meerwaarde en specificiteit bepalen.
– In het noorden: VL kan als organisator/sponsor van onderwijs,
sociaal, cultureel en jeugdwerk een belangrijke rol spelen i.v.m.
draagvlak.
– In het zuiden: Kies voor decentrale/regionale samenwerking.
Een extra kok is enkel nuttig als „t een specialist is en als de
zaak en het aantal klanten uitbreid.
• Dichter bij de burger?
Voor de sector is de afstand naar Karmelietenstraat of
Boudewijngebouw even groot.