2. Opdracht bijeenkomst blended learning
1. Maak aantekeningen
2. Beantwoord aan het einde
van de bijeenkomst de
vragen:
a. Welke inzichten neem je
mee?
b. Hoe zou je ICT ’morgen’
willen inzetten om het
leren van studenten te
ondersteunen?
c. Wat vraagt dat van jou
en de leeromgeving?
3. Laad je smartphone alvast
op….
6. Toverstokje?
“Juist in een tijd waarin technologische ontwikkelingen
steeds sneller gaan, moeten we de verleiding weerstaan
om te denken dat de inzet van technologie
vanzelfsprekend bijdraagt aan de kwaliteit van het
onderwijs”.
uit Fransen, 2015 (lectorale rede)
7. “Technology can amplify great teaching,
but great technology cannot replace
poor teaching” (Andreas Schleicher)
“De leraar is de meest bepalende factor in de
schoolprestaties van de leerling, niet de computer”
(Toine Maes, Kennisnet)
8. Door de inzet van [ICT-toepassing] bereik ik dat
[opbrengst], want ik weet [bewijslast]
9. Perspectief (2)
• Redeneren vanuit leerprocessen en
didactische verrijking
• Redeneren vanuit flexibilisering
• Redeneren vanuit technologie?
– Impuls voor onderwijsvernieuwing
– Leidt niet tot duurzame onderwijsverbetering
10. Trends in hoger onderwijs (SURF, 2016)
Meer info: http://www.leervlak.nl/index.php/icto/surf-trendrapport-2016-owd2016-
blogsowd.html
11. Context blended learning
• Didactische verrijking van bestaande leerpraktijken (herontwerp)
• Organiseren van flexibilisering (ontwikkeling hoger onderwijs)
• Adaptief leren
• Maatschappelijke ontwikkeling
– Leven lang leren > diverse studentpopulatie > vraag flexibele- en
gepersonaliseerde leerwegen
• Technologische ontwikkeling
– Persoonlijke mobiele technologie > leren kan overal, altijd en met
iedereen
– Virtual en augmented reality > betekenisvolle ‘laag’ over instructie- en
oefenomgeving van student
– Big data > learning analytics > adaptieve software
12. Blended learning:
“Een mix van eLearning en andere vormen van leren,
waarbij het gaat om distributie van leerinhouden,
vormen van communicatie en didactische methoden in
relatie tot soorten leerprocessen, of combinaties
hiervan.“ (Fransen & Swager, 2007, p.1)
14. Blended learning:
• Bij het toepassen van blended learning gaat het om
een beargumenteerde inzet van ICT. Goed onderwijs!
• Let op! Blended learning vs blended teaching!
15. Door de inzet van [ICT-toepassing] bereik ik dat
[opbrengst], want ik weet [bewijslast]
17. Onderzoek Griffioen (2016)
• Geflipte leeromgeving
• Studenten FtC scoren beter op toets dan
studenten hoorcollege
• Positief verband tussen aantal bekeken
kennisclips en resultaat
• Diepgaand leren en betrokkenheid
• Do’s & don’ts
http://www.leervlak.nl/index.php/icto/de-dos-and-donts-van-flipping-the-classroom-
in-jouw-onderwijspraktijk-blogsowd-owd2016.html
18. Inzet van weblectures
Meer info: https://www.inholland.nl/onderzoek/onderwijzen-en-leren-in-
diversiteit/teaching-learning-technology/didactische-inzet-van-video/
19. Inzet van weblectures
Via Saxion:
https://video.saxion.nl/category/Service+Departments%3EICT%26Onderwijs+%28IC
T%26O%29%3EKennisclips/64694572
20. Cirkelen rond peer-review
Uit Götte, Fransen & Swager (2016)
https://www.inholland.nl/media/16113/gotte_etal_2016_peerreview_in_de_afstud
eerfase.pdf
21. Cirkelen rond peer-review
Meer info: http://www.leervlak.nl/index.php/leren-innoveren/over-scripting-van-
peerreview.html
23. Students response systems
1. Kies een app
2. Maak een account aan
3. Verken de (didactische)
mogelijkheden
4. Het volgende college ga
je deze app inzetten....
Begin maar alvast!
24. Door de inzet van [ICT-toepassing] bereik ik dat
[opbrengst], want ik weet [bewijslast]
25. 1. Doel – strategie – evaluatie
2. Soort leerproces
3. Welke aspecten van het leerproces
spelen een rol
4. Learning? Teaching?
5. Karakteristieken lerenden?
6. Hoe ontwikkel je en distribueer je
leerinhouden?
7. Hoe kies je media?
8. Van welk soort communicatie is er
sprake?
(uit Fransen & Swager, 2007)
26. 1. Doel – strategie - evaluatie
• Wat is het doel?
• Hoe komen we daar?
• En hoe weten we hoe het doel bereikt is?
• Wanneer, wat, waarom, wie, wijze, waarom
28. 2. LEERPROCESSEN
• Wat voor soort leerproces staat centraal?
• En wat betekent dat?
• Hoe lok je het juiste studiegedrag uit?
• Zelfstudie (distributing)
• Interactie met expert (interaction)
• Samenwerkend leren (collaboration)
• Communicatie-omgeving en oefenomgeving met daarin feedback
30. Learning by
distributing
Learning by
interacting
Learning by
collaborating
Functie van
de media
Positie van
de cursist
Learning
from
information
Distribution
Learning
from
feedback
Interaction
Learning
from
perspectives
Collaboration
33. → Opgegroeid met technologie [Digital Natives]
→ Actief in allerlei netwerken [Net-Generation]
→ Andere kennisontwikkeling [Generatie Einstein]
Nieuwe generatie lerenden
36. • Kester & Van Merrienboer,
2013
• Werking van het
geheugen
1. De aandacht van de
lerende richten
2. Complexiteit van
leermateriaal te
verkleinen
3. Ondersteuning te bieden
4. Irrelevante informatie
weg houden
5. Beroep doen op visueel-
en auditief systeem
45. Een kwestie van kiezen
Keuzes in:
1. Tijd
2. Inhoud
3. Toegangseisen per studieonderdeel
4. Instructie en bronnen
5. Aanbieden onderwijs en logistiek
6. Evaluatie
Afhankelijk van de karakteristiek van de
leerpraktijk en de kenmerken van de student
(Fransen & Swager, 2007)
46. Opdracht bijeenkomst blended learning
1. Maak aantekeningen
2. Beantwoord aan het einde
van de bijeenkomst de
vragen:
a. Welke inzichten neem je
mee?
b. Hoe zou je ICT ’morgen’
willen inzetten om het
leren van studenten te
ondersteunen?
c. Wat vraagt dat van jou
en de leeromgeving?
3. Laad je smartphone alvast
op….
47. Opdracht bijeenkomst blended learning
4. Werk de antwoorden op de
vragen 2a t/m c uit
5. Maak een korte vlog (2
minuten) met je smartphone
6. Upload de vlog via MS Stream
- stream.microsoft.com/
- Aanmelden met Inholland-
account
- Mijn Inhoud > Mijn Groepen
- Selecteer groep BDB-HLM-
1718
- Upload video
48. De juiste ‘blend’?
1. Typering leerpraktijk: maak een keuze en breng alle
factoren in kaart (definieeractiviteiten)
2. Didactische strategie: kies voor relevante werkvormen
en beargumenteer deze (ontwikkelactiviteiten)
3. Inrichting DLWO: keuzes in media en
communicatievormen (ontwikkelactiviteiten)
4. Evalueer en stel bij (evaluatieactiviteiten)
49. Uitgangspunten bij het (her)ontwerpen van
leerpraktijken op basis van blended learning
• Betekenisvolle interacties zijn belangrijk: ze leiden tot
dieper begrip en betekenisvol leerresultaat; ze
kunnen tevens misconcepties voorkomen (Laurillard,
2008)
• Feedback is een belangrijk onderdeel van interacties
(Brown & Voltz, 2005; Laurillard, 2008)
• ICT kan de interacties gericht ondersteunen.
50. Praktisch!
Tien ICT-toepassingen die je morgen (of volgende week)
direct kunt inzetten…
1. Padlet
2. Socrative/Kahoot/Mentimeter/Answergarden
3. Kennisclip in combinatie met Flipping the Classroom
4. Ondersteunen van feedback en peer-review in LMS
5. Microsoft Stream (snel video’s uploaden)
6. Discussieforum in LMS
7. Microsoft Forms (formatief toetsen)
8. Mindmaps maken met Inspiration
9. Pas je presentaties aan: multimedia leren
10. Samenwerken aan documenten via Office 365
Notes de l'éditeur
Een begrip dat vanuit veel perspectieven benaderd kan worden.
Tony Bates, een specialist als het gaat om online (hoger) onderwijs hield op de Onderwijsdagen van Surf en Kennisnet een keynote, en presenteerde daar zijn “continuüm of technology-based learning”.
Dit is echter een technologische benadering: het gaat hier om delivery modes.
Blended learning is een begrip dat vanuit veel perspectieven benaderd kan worden.
Dat betekent dat docenten deze vraag moeten beantwoorden bij het ontwerpen van leerprakrijken met inzet van ICT.
In het script wordt gesproken over peerfeedback. Dit is een onderdeel dat we veel terug zien in de herontwerpen bij opleidingen. Hierbij wordt vaak de workshop module van Moodle ingezet. Collega Bob Gotte heeft hier onderzoek naar gedaan.
Uit https://www.inholland.nl/media/16113/gotte_etal_2016_peerreview_in_de_afstudeerfase.pdf
In het script wordt gesproken over peerfeedback. Dit is een onderdeel dat we veel terug zien in de herontwerpen bij opleidingen. Hierbij wordt vaak de workshop module van Moodle ingezet. Collega Bob Gotte heeft hier onderzoek naar gedaan.
Uit https://www.inholland.nl/media/16113/gotte_etal_2016_peerreview_in_de_afstudeerfase.pdf
Dat betekent dat docenten deze vraag moeten beantwoorden bij het ontwerpen van leerprakrijken met inzet van ICT.
Fransen maakt onderscheid in twee vormen van leren. Allereerst benoemt hij ervaringsleren, waarbij een handeling leidt tot een effect en waarbij je uit de omgeving impliciete feedback krijgt op deze handeling. Leren door doen. Het tweede type leren betreft het leren over de wereld aan de hand van beschrijvingen van de wereld, zoals dat in het onderwijs gebeurt. Bij dit leren heb je een expert nodig, een docent, die controleert of bij de student het juiste begrip ontstaat. De docent geeft hierbij expliciete feedback. Leren op basis van beschrijvingen vraagt een leerproces, waarbij de beschrijvingen toegankelijk worden gemaakt en waarbij de student deze informatie om kan zetten in kennis om deze vervolgens productief te maken. Fransen stelt zich dit leerproces voor als een aantal stappen (gebaseerd op Mellander) waarbij studenten voorkennis activeren, nieuwe informatie toevoegen, deze informatie verwerken om vervolgens de verworven kennis toe te passen en te reflecteren op de leeropbrengst. Belangrijk hierbij is het principe van constructive alignment, waarin er een duidelijke relatie moet zijn tussen leerdoelen, de leeractiviteiten om deze doelen te bereiken en de vorm van toetsing om vast te stellen of deze doelen zijn bereikt.
Waar wil je ICT voor inzetten? Insteuctie, voorkennis activeren, verwerkeb van informatie, samen verwerken van informatie, toetsen: formatief, summatief?
Er zijn veel soorten leerprocessen te onderscheiden, waaronder het type leerproces in relatie tot wat er wordt geleerd [kennis, houding, vaardigheden]. Er kan echter ook een indeling worden gemaakt door relaties te leggen met leertheoretische tradities [behaviorisme, cognitivisme en ‘constructivisme’]. Je kunt dat bijvoorbeeld koppelen aan uitwerkingen als de zelfstudie, begeleide leerprocessen en samenwerkend leren.
In dat perspectief kun je vervolgens kijken naar de functie die media daarbij dienen te vervullen: distributie van leerinhouden, interactie met de leerstof, of communicatie in het kader van samenwerken en kennisconstructie. Die uitwerking levert de volgende voorstelling op van mogelijke leerpraktijken, waarbij moet worden opgemerkt dat er ook leerpraktijken denkbaar zijn waarin sprake is van een combinatie, of juist van een overgang van het ene type in het andere. Bij leren op basis van distributie [zelfstudie] gaat het om het verwerven van weinig complexe en goed gestructureerde kennis of het oefenen van vaardigheden. Het beschikbaar stellen binnen de leeromgeving in de juiste vorm zou dan kunnen volstaan. Bij het verwerven van meer complexe kennis en vaardigheden is interactie met een expert of begeleider noodzakelijk en die interactie zul je op het juiste moment in het proces moeten vormgeven, want instructie [feed-up] is iets anders dan sturing en begeleiding geven [feed-forward], of het beoordelen van resultaten [feedback]. Als er sprake is van het ontwikkelen van nieuwe kennis en/ of producten, dan kan samenwerken een meerwaarde hebben vanwege de inbreng vanuit verschillende invalshoeken, en omdat daarmee de waarde van nieuwe kennis kan worden bepaald. Deze samenwerking moet je dan optimaal ondersteunen in de leeromgeving.
de complexiteit van leerprocessen verder aan de hand van het conversational framework van Laurillard. Dit model beschrijft de interacties tussen student en docent op een conceptueel niveau, met daarin een communicatiecyclus, en een toepassingsniveau met daarin een modelleercyclus. In de communicatiecyclus is er sprake van een docent die uitlegt en de student die laat zien of hij de stof begrijpt waarna de docent bij evt. misconcepties corrigeert en/of de uitleg verder verdiept. In de modelleercyclus betreft het de interacties via leeractiviteiten en leertaken die gericht zijn op het toepassen van de verworven kennis. Het betreft een oefenomgeving waarbij de student op basis van feedback zijn handelen bij stelt. Tussen de twee niveaus vindt ook interactie plaats. De docent richt op basis van het conceptueel niveau van de student een passende oefenomgeving in met passende leertaken (en reflecteert hierop), de student past zijn kennis toe, reflecteert op basis van de feedback uit de oefenomgeving op deze verworven kennis en integreert deze verder in zijn bestaande schema’s van deze kennis. Dit vraagt een ‘interne dialoog’ bij de student, waarin de student zich zelf ‘kritisch bevraagd’: actief leren. Het belang van feedback, zowel impliciet als expliciet, is groot, en de juiste combinatie kan leiden tot versterking van het leerproces. Er is sprake van een succesvol leerproces wanneer alle fases in de model worden doorlopen.
Jongeren opgegroeid met technologie.
Debat digital nativesGebrek aan basis digitale basisvaardigheden
Een waardevol document ten aanzien van het effectief verwerken van informatie met multimedia is het 4W-artikel van Kester en Van Merrienboer uit 2013. Zij beschrijven (en verwijzen naar) onderzoek dat ons iets leert over effectief leren met multimedia. Belangrijk daarbij zijn de inzichten vanuit de multimedia theorie van Mayer, en al het onderzoek dat vervolgens is gedaan.
Vanuit de maatschappij, ouders, lerenden zelf, komt steeds meer de vraag om ‘maatwerk’, het onderwijs moet zoveel mogelijk recht doen aan verschillen. Ten Brummelhuis geeft aan dat de inzet van ICT hierbij vanzelfsprekend is. Ten Brummelhuis beschrijft drie vormen van gepersonaliseerd leren, waarbij het steeds gaat om de vraag: wat leert de lerende, hoe, waar en wanneer. Dat zijn de keuzes die gemaakt kunnen worden. De leraar kan deze keuzes maken. De lerende kan deze keuzes maken. En er zijn allerlei tussenvormen. Waar ligt de sturingsverantwoordelijkheid: zelfstandig werken, zelfstandig leren en zelfverantwoordelijk leren.
Nu de inzet van ICT: het hulpmiddel. Bij de leraargestuurde variant betekent dat je ICT de keuzes laat maken. Het wordt een programmagestuurde variant. Lerenden werken met adaptieve software (bijvoorbeeld Taalzee, Rekentuin) die zich aanpassen aan het tempo en niveau van de leerlingen. Heel simpel geformuleerd: als een leerling bij het oefenen de antwoorde goed heeft, dan maakt het systeem de oefeningen moeilijker, heeft de leerling een serie antwoorden fout, dan worden de oefeningen iets makkelijker. Het systeem sluit als het ware aan bij de zone van naaste ontwikkeling. Bovendien geeft de software direct feedback, en dat is heel belangrijk. Een docent kan in de praktijk differentiëren tussen 2, 3 leerlingen? ICT kan differentieren met 30 leelringen te gelijk! Bovendien krijgt de docent overzicht van de prestaties van zijn leelringen en kan besluiten om extra instructie te bieden.
Let op! Dit kan alleen bij onderwerpen waar we eigenlijk alle stappen van een leerweg in beeld hebben.
Conclusie: in dit soort gevallen is ICT dus effectiever dan de docent. Automatisering van het onderwijs is in deze context mogelijk, en de techniek kan ons echt helpen in het maken van keuzes
Er is minder bekend over de opbrengsten als het gaat om de inzet van ICT bij de leerlinggestuurde variant: het ondersteunen van zelfstandig leren en zelfgestuurd leren met behulp van ICT. Leerlingen die een hoge mate beschikken over zelfregulatie en ICT inzetten presteren goed! Leerlingen die deze sturingsverantwoordelijkheid niet goed aankunnen gaan in ieder geval niet zomaar beter presteren door inzet van ICT. Wat we wel weten is dat ICT allerlei nieuwe vormen van gepersonaliseerd leren mogelijk maakt, we weten alleen nog weinig over de leeropbrengsten.
Keuzes in tijd: wanneer kan start plaatsvinden c.q. kan afronding van de leereenheid plaatsvinden? Wanneer kunnen opdrachten worden afgerond? Welke interactie kan plaatsvinden? Hoe flexibel is de opleiding qua tempo, of moment van tentamen doen?
Keuzes over de inhoud: welke onderwerpen kies je? In welke volgorde doorloop je de module? Begin je bij de theorie of juist bij de praktijk? Welke materialen wil je gebruiken?
Keuzes betreffende toegangseisen per studieonderdeel: staan die vast of zij ze flexibel?
Keuzes van instructie en bronnen: is alles face-to-face of online of kan je kiezen? Kan het individueel of moet het in een groep? Welke bronnen kunnen we gebruiken? Hoe vindt de begeleiding plaats?
Keuzes betreffende het aanbieden onderwijs en logistiek: wanneer en hoe overleg? Met welke hulpmiddelen (videocontact, face-to-face)? Hoe krijg je hulp?
Keuzes in de manier waarop je evalueert: hoe controleer je dat er geleerd wordt wat je beoogde? Hoe controleer je de opgedane kennis?