1. Congres 30 jaar De Heide Management van verbondenheid Workshop 4 Van niets naar iets Ontwikkelen van nieuwe teams en leiders Bruno en Danny

5. Getuigenis: van niets naar iets harde kant

7. Getuigenis: van niets naar iets harde kant zachte kant

10. Het team-ontwikkelings-model TOM

11. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 De visie is een toetssteen voor het alledaagse handelen op de werkvloer. 1 – 2 – 3 – 4 Medewerkers helpen de visie ontwikkelen. 1 – 2 – 3 – 4 De missie wordt op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en geactualiseerd in een beleidsplan en doorvertaald naar individuele doelstellingen. 1 – 2 – 3 – 4 Medewerkers kennen de missie van de organisatie en worden er regelmatig mee geconfronteerd. 1. Missie / Visie

12. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 Medewerkers hebben voldoende ruimte om te werken zodat ze vlug op de vraag van cliënten kunnen antwoorden. Tussen uitvoeren en beslissen is er slechts één stap. 1 – 2 – 3 – 4 Medewerkers weten wat ze mogen uitvoeren en beslissen waarvoor ze een mandaat moeten vragen. 1 – 2 – 3 – 4 De taak- en functieomschrijving is een toetssteen in de begeleiding van de medewerker. 1 – 2 – 3 – 4 Er is voor iedere medewerker een duidelijke taak- en functieomschrijving. 2. Structuur

13. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 De systemen van het team worden beheerd door het team zelf. 1 – 2 – 3 – 4 Er is een performant kwaliteitssysteem. 1 – 2 – 3 – 4 De informatie is binnen de organisatie breed verspreid. 1 – 2 – 3 – 4 Er is een performant overlegsysteem waarbij alle betrokken disciplines aanwezig zijn. 1 – 2 – 3 – 4 Het uurrooster is opgebouwd op basis van de noden van de (leef)groep. 3. Organisatorische competenties / systemen

14. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 Iedere medewerker heeft individuele doelstellingen en teamtaken. 1 – 2 – 3 – 4 Het meerjarenplan wordt vertaald in teamplannen. 1 – 2 – 3 – 4 Er is een meerjarenplanning. 1 – 2 – 3 – 4 Er is een actief kwaliteitssysteem. 1 – 2 – 3 – 4 De organisatie analyseert regelmatig zijn sterktes, zwaktes, uitdagingen en bedreigingen. 4. Strategisch handelen

15. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 Er is in het team voldoende competentie aanwezig om de taak te vervullen. 1 – 2 – 3 – 4 Ieder teamlid is bereid om te investeren in leerprocessen. 1 – 2 – 3 – 4 Het team is divers samengesteld naar opvoedingsstijl. 1 – 2 – 3 – 4 Er is een goede balans tussen denkers en doeners, tussen mannen en vrouwen, tussen oud en jong. 5. Teamsamenstelling

16. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 De leidinggevende kan zijn team loslaten. 1 – 2 – 3 – 4 De leidinggevende ontwikkelt een ontwikkelingspad voor zijn team voor de volgende vijf jaar. 1 – 2 – 3 – 4 De leidinggevende vertaalt de visie van de organisatie naar zijn medewerkers. 1 – 2 – 3 – 4 De leidinggevende richt zijn team zowel op individuele als op teamleerprocessen. 1 – 2 – 3 – 4 De leidinggevende kan zowel coachen als sturen. 6. Leiderschap

17. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 Macht wordt pas aangewend wanneer dit nodig is. 1 – 2 – 3 – 4 Persoonlijke invloed is belangrijker dan formele macht. 1 – 2 – 3 – 4 Als basismedewerker is het mogelijk om invloed uit te oefenen op het beleidsniveau. 1 – 2 – 3 – 4 De leidinggevende kan mensen op de voorgrond en op de achtergrond plaatsen [en omgekeerd]. 1 – 2 – 3 – 4 Ieder teamlid heeft zijn ‘ding’. 7. Machtsdynamiek

18. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 Er is een open samenwerking met andere disciplines. 1 – 2 – 3 – 4 De hulpverleningsstijl van eenieder kan openlijk besproken worden. 1 – 2 – 3 – 4 Conflicten worden communicatief doorgemaakt. 1 – 2 – 3 – 4 Er is een sfeer van vertrouwen tussen het team en de leidinggevende. 1 – 2 – 3 – 4 Het team kan over emoties praten zonder dat er winnaars of verliezers zijn. 8. Socio-emotioneel klimaat

19. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 We kunnen in schoonheid afscheid nemen van teamleden. 1 – 2 – 3 – 4 Teamleden vertrekken op tijd uit het team. 1 – 2 – 3 – 4 Nieuwe teamleden worden vlot opgenomen in het team. 1 – 2 – 3 – 4 In het team blijven de medewerkers voldoende lang zodat ze een vertrouwensrelatie met de bewoners / cliënten kunnen opbouwen. 9. Groepsdynamische ontwikkeling

20. Gemiddelde 1 – 2 – 3 – 4 Medewerkers zien en horen relevante veranderingen in de omgeving. 1 – 2 – 3 – 4 Iedereen heeft toegang tot een brede set van communicatiemiddelen. 1 – 2 – 3 – 4 Er zijn verscheiden aanspreekpunten voor relevante derden. 1 – 2 – 3 – 4 Medewerkers hebben een relevant netwerk opgebouwd. 1 – 2 – 3 – 4 In de organisatie kijken ook de basiswerkers naar de ontwikkelingen binnen hun werkveld. 10. Interne – externe gerichtheid

21. Ingevuld TOM

29. Congres 30 jaar De Heide Management van verbondenheid Feedback op de workshop Van niets naar iets Ontwikkelen van nieuwe teams en leiders Bruno en Danny