1. De 10 tips voor blended learning:
 TIP 1: KNIP DE LEERSTOF IN STUKJES
 TIP 2: RESERVEER TIJD IN JE AGENDA
 TIP 3: BENUT DE KRACHT VAN HERHALING
 TIP 4: GEBRUIK EEN KOPTELEFOON
 TIP 5: STEL DIRECT VRAGEN ALS JE IETS NIET BEGRIJPT
 TIP 6: PROBEER ALVAST WAT UIT
 TIP 7: VRAAG EN GEEF FEEDBACK
 TIP 8: MAAK GEBRUIK VAN JE BEGELEIDER
 TIP 9: ZORG VOOR AFWISSELING EN ENERGIE
 TIP 10: WEES VOORBEREID OP DE KLASSIKALE TRAINING

2. Tip 1: knip de leerstof in stukjes
 Doe telkens een deel van je
opdrachten: zo blijf je
gemotiveerd
 Bepaal van te voren wat je gaat
doen en hoeveel tijd je er aan
wil besteden. Zet desnoods een
wekker
 Stop dan ook echt: zo blijf je fris

3. Tip 2: reserveer tijd in je agenda
 Blok tijd in je agenda (vanaf
een kwartier) zodat je ook echt
toekomt aan het doen van je
opdrachten. We gaan ervan uit
dat je alle opdrachten hebt
gedaan als je aanschuift bij de
training…
 In de ochtend ben je meer
helder dan in de middag: plan
je leeswerk ‘s ochtends, je
opdrachten ‘s middags
 Neem je gereserveerde tijd
serieus als afspraak met jezelf.
Laat ‘m niet te makkelijk
overrulen door anderen

4. Tip 3: benut de kracht van herhaling
 Hanteer een vaste indeling als
je meer wil onthouden
 Herhaal de leerstof zes keer:






5 min. na de bestudering
dezelfde dag
na één dag
volgende week
volgende maand
6 maanden
 Kennismodules kun je zo vaak
terugkijken als je wil. Tot een
jaar na je eerste keer inloggen
blijft de leeromgeving
beschikbaar. Doe er je voordeel
mee en benut ‘t als naslagwerk

5. Tip 4: gebruik een koptelefoon
 Je onthoudt de leerstof beter
als je zowel kijkt als luistert
naar de filmpjes
 Gesproken tekst blijft beter
hangen als je de koptelefoon
gebruikt. Je neemt dus méér
informatie op!
 Met koptelefoon hebben
mensen in je omgeving geen
last van ‘t geluid. Je kunt dan
leren waar en wanneer je wil,
ook met je smartphone of
tablet!

6. Tip 5: stel direct vragen als je iets niet
begrijpt
 Spaar je vragen niet op tot de
trainingsdag.
 In de leeromgeving heb je de
mogelijkheid ervaringen en
vragen uit te wisselen met je
mededeelnemers, begeleider of
trainer. Maak er gebruik van!
Twee weten immers meer dan
één …
 Uitwisseling van leerstof met
anderen stimuleert het leren; je
maakt nieuwe verbindingen in
je hersenen. Zo onthoud je
leerstof beter!

7. Tip 6: probeer alvast wat uit
 Probeer alvast wat theorie uit in
jouw werkpraktijk. Zo leer je de
theorie toe te passen en ontdek
je waar jouw ‘gemak’ en
‘moeite’ zit.
 Een mooie methode om de
theorie te verwerken, is het
maken van een mindmap, een
samenvatting in je eigen
woorden, een tabel of schema
dat voor jou duidelijk is. Deel
het met je collega-deelnemers
via de berichten!

8. Tip 7: vraag en geef feedback
 Als je iets uitprobeert in je
eigen werkpraktijk, vraag dan
eens aan een collegadeelnemer om je feedback te
geven op hoe je het doet
 Zorg ervoor dat je om gerichte
feedback vraagt: waar wil jij dat
de ander op let?
 Wanneer je feedback geeft aan
een ander, zorg dan ook voor
gerichte feedback.
 Ter opfris: feedback = gedrag +
effect

9. Tip 8: maak gebruik van je begeleider
 Je bent zelf verantwoordelijk
voor je leerproces. Maar mocht
het ergens spaak lopen, ga dan
naar je begeleider. Die kan
meedenken over praktische
obstakels, maar bijv. ook over
het vinden van een geschikte
praktijkopdracht

10. Tip 9: zorg voor afwisseling en energie
 Van een wandelpauze fris je
meer op dan van een
koffiepauze
 Water, fruit en
volkorenproducten geven je de
energie om te blijven leren
 Houd rekening met je bioritme.
Geen avondmens? Reserveer
dan overdag tijd of andersom

11. Tip 10: wees voorbereid op de klassikale
training
 We gaan er van uit dat je alle
opdrachten hebt gedaan en alle
leerstof hebt gelezen: in de
klassikale training
veronderstellen we de stof als
bekend.
 In de training leer je praktisch
oefenen met de bestudeerde
modellen en theorie
 Zorg dus dat je een aantal
voorbeeldsituaties bij de hand
hebt waar je mee wil oefenen