1. 2.2

2. “Wat hebben we nu een leuk huis!” Zegt Grietje. “Ja de
bouwers hebben goed hun best gedaan zullen we binnen
gaan kijken?”

3. “Kijk! We hebben een papegaai!” Snel pakt grietje de
papegaai uit zijn kooi. “Zullen we hem Lulu noemen?”
Robin knikt.

4. “Ons huis is nu echt prachtig, je had gelijk Grietje!”
Grietje kikt, ze heeft net een hap in haar mond. “Maar
we moeten nu wel weer geld verdienen.” Grietje knikt.

6. Niet veel later komen er wat mensen bij het huis
aangelopen, Lotte past op Britt, Romy had college.

7. “Wat is mam aan het doen?” Zegt Folkert. “Oh die maakt
taart voor ons allemaal, dat is toch lekker?” Iedereen
knikt. Robin moet lachen.

8. “Mmm! Lekker taart mevrouw Magie.” Zegt Elisa.
“Bedankt, maar noem me maar gewoon Grietje, en als je
wil, wil ik heus wel een stukje taart aan je geven.” “Als
dat mag heel graag!”

9. “Wat vinden jullie eigenlijk van het nieuwe huis?” “Erg
leuk mam, misschien een beetje klein, maar het duurt
nog wel fftjes voordat wij van uni hier komen wonen.”
Grietje knikt. “Daarom :P misschien kunnen we dan wel
weer verbouwen.”

10. “Hallo Lola! Zal ik eens lekker met jou gaan spelen?”
Lola begint te piepen wanneer Britt Lola pakt. Britt moet
lachen.

11. “Britt leg Lola maar weer terug in haar kooi, jij gaat naar
bed!” “Aah! Mag ik nog heel even opblijven?” “Nee dat zei
je 10 minuten geleden ook al.” “Goed mama ik ga al”

12. Langzaam zodat Britt het kan bijhouden leest Lotte voor
uit het boek maar als ze opkijkt ziet ze dat Britt al ligt te
slapen.

13. Natuurlijk moet er ook nog geleerd worden, dus is
iedereen daar weer mee bezig.

14. Eindelijk had hij met haar een heel gesprek gevoerd en
vandaag zouden ze samen gaan shoppen. Snel eet
Adriaan zijn havermoutpap op en kleed zich aan, tijd om
te gaan!

15. Wanneer Adriaan binnen komt ziet hij Avril zitten snel
loopt hij naar haar toe. “Hai!” “Oh Adriaan hooi!” Ze
omhelzen elkaar. “Zullen we dan maar beginnen?”
Adriaan knikt.

16. Na een tijdje rondsnuffelen hebben ze allebij iets nieuws
gevoinden en gekocht.

17. “Avril ik vond het erg leuk vandaag, het is jammer dat je
niet kan blijven.” Avril glimlacht. “Het is nog moeilijker
voor mij om afscheid te nemen.” Vragend kijkt Adriaan
naar Avril.

18. Langzaam komt Avril naar voren. Adriaan kijkt nog
steeds raar. Maar wanneer hij Avril ’s lippen op de zijne
voelt, voelt hij weer alle liefde. Na die kus loopt Avril de
deur uit.

19. Op dagen dat Avril bij Adriaan is genieten ze van elkaar
en besteden ze nergens aan andere dingen. Maar als ze
er niet is, is Adriaan een netjes zakenman. (politie)

20. Adriaan had nu al een paar weken geen contact meer
met Avril, ze was ook niet op het werk.. Opeens gaat de
telefoon snel rent hij er naar toe en neemt op.

21. “Met Adriaan.” “Met Avril, mag ik asjeblieft naar je toe
komen?” “Natuurlijk maar waarom..” “Dat leg ik dan wel
allemaal uit tot zo!” En Avril hangt op Adriaan zucht.

22. “Zo jij bent dik geworden!” Zegt Adriaan glimlachend.
“Adriaan ik ben niet dik geworden, ik ben zwanger.. Van
jou” “Van mij!” Avril knikt. “Dus ik word vader?”

23. “Begrijp het dan! Ik kan hier gaan wonen en en dan
krijgen we samen een kindje!” Op Adriaans gezicht
speelt een glimlachje. “Goed! Alleen omdat ik van je
hou!”

24. Avril en Adriaan zoenen elkaar. Adriaan is alweer
vergeten wat hij had bedacht, dat hij nooit een vrouw
wou..

25. “Dus nu zijn jullie echt samen?” “Ja maar we kunnen
niet lang blijven, Avril moet goed rusten heeft de dokter
gezegd.” “Oh jammer, anders komen wij wel een keer
naar jullie toe!” Zegt Grietje glimlachend. Snel nemen ze
afscheid van elkaar.

26. “Zullen wij dan maar lekker gaan slapen, nu Adriaan en
Avril weg zijn?” “Goed hoor Robintje!” Rustig wandelen
Robin en Grietje naar boven en stappen in bed.

27. Om 6 uur worden Grietje en Robin weer wakker. Meteen
gaan ze weer dingen voor hunzelf doen, maar eerst eten.

28. Schokkend schrikt Romy wakker. Gelukkig is Elisa al
uit bed. Weer droomde ze over die ene jongen waar ze
mee gezoend had, ze wist niet of Folkert het heeft gezien
of niet, maar dan had hij er wel wat over gezegd… zin
om er nog over na te denken heeft Romy niet dus stapt
ze haar bed uit en kleed zich aan.

29. Als Romy de keuken in komt ziet ze Elisa staan. Romy
glimlacht. “Lekker geslapen?” Roy knikt, ze wil niks
laten merken dat ze zich ongemakkelijk voelt. Maar
wanneer Elisa naar haar toe komt om haar een kus te
geven kan Romy het niet meer houden en rent ze
huilend het huis uit.

30. Terwijl Romy weg rent laat ze een verwarde Elisa staan.
Bij Elisa vliegen allemaal gedachten door haar hoofd..
Was ze nog wel verliefd? Was ze ooit wel verliefd?

31. Lotte komt langzaam de kamer in lopen. “Hee! Elisa
weet je waar Romy is?” Elisa schut haar hoofd. Dan pas
ziet Lotte de tranen over Elisa's wangen glijden. Snel
omhelst ze haar.

32. Nadat Elisa helemaal is uitgehuild vertelt ze wat er is
gebeurd. “Ze komt heus wel terug, serieus! Ik ken haar
goed. Ze gaat niet zomaar weg.” Weer moet Elisa huilen.

33. “Hee! Niet weer gaan huilen! Ze komt terug, knoop dat
in je oren.” “Mama, kom je me helpen met kleren
uitzoeken.” Roept Britt vanuit haar kamer. “IK KOM
ERAAN! Ik moet nu gaan, en niet meer huilen. “ Dan
loopt Lotte weg.

34. “Ze is nog steeds niet terug en nergens te vinden.” “ Wat!
Maar ze is al weken weg..” “Ik weet het Avril, ik wou dat
ze contact met me op nam, ik was haar broertje!”

35. “Ik denk eigenlijk dat ze gewoon ergens op de uni haar
leven bij elkaar aan het rapen is, ze moet denk ik nog
vinden wie ze echt is.” “Dat kan, maar dan had ze dat
toch wel even tegen mij kunnen zeggen?”

36. “Ik ben haar broertje, haar beste broertje!” “Natuurlijk
ben jij har beste broertje! Maar ze had ook maar 1
broertje!” “ Ik was er wel voor haar toen Folkert zomaar
weg ging naar de uni! Ik wil dat ze contact opneemt!”

37. “Concentreer je nu maar op mij! Want de baby komt
AAaHH! Fuck Fuck” Adriaan zegt niks, hij weet hoe het
gaat hij ziet wel eens bevallingen op tv.

38. “Adriaan we hebben een zoon! En we noemen hem
dus, Mark” “Ja prachtige naam” Glimlach Adriaan.

39. Maar ne opdat moment gaat de telefoon en Adriaan
neemt op. “Hoi met Adriaan.” “…..” “ Wat! Waar?” “……”
“ Zal ik doen dag tot morgen!” “…” EN Adriaan hangt op.

40. “Adriaan ie was dat?” “ Oh iemand die verkeerd verbonden
was, een of ander iemand die karel heete, maar ik ga naar
bed jij?” “ Ja ik leg Mark ook op bed en dan kom ik!”

41. Als Adriaan de volgende morgen aankomt bij een huisje
hoopt hij dat dit het goeie huis is en belt hij aan.
Niemand mocht dit weten, waarom zal hij zo wel weten.

42. Wanneer de deur open word gedaan, herkent hij de
dame niet, maar als hij meteen word omhelst weet hij
meteen wie het is.

43. “Romy wat is er met jou gebeurt! Ben je in een pot verf
gevallen ofzo!” “Nee kom binnen dan vertel ik je het wel.”

44. Wanneer Adriaan binnen komt ziet hij een man zitten,
wat raar is want Romy was samen met Elisa, dat weet
Adriaan nou net wel. Snel gaat hij aan de keuken tafel
zitten.

45. “Nou kijk die dag dat ik weg liep liep ik naar Brian, niet
mijn vader maar hij op de bank. Ik ging bij hem wonen,
maar toen kwamen e erachter dat ik zwanger van hem
was en gingen we hier wonen, al die tijd was ik gewoon
verliefd op hem, en nu hebben we een dochter Maggie!”

46. “Adriaan dit is Maggie” “Maar Romy, dit moet je gewoon
vertellen anders wil ik het wel zeggen?!?” “Nee, ik wil het
zelf doen!” “Goed maar het word al bijna donker ik moet
echt gaan, en ja ik houd mijn mond.” Dan verdwijnt
Adriaan in de deuropening.