Raw2005versus raw2010 versie 2.4
- 1. Standaard RAW Bepalingen
2005 versus 2010
November 2010 versie 2.4
Leeswijzer :
In het navolgende document zijn de Bepalingen opgenomen welke tekstueel in versie 2010 gewijzigd zijn ten opzichte van de versie 2005 met uitzondering
van :
- Bepalingen in nieuwe toegevoegde hoofdstukken
- Bepalingen welke alleen gewijzigd zijn omdat de proefnummers gewijzigd zijn
Wijziging 2.4 november 2011 : 3 artikelen toegevoegd nl hoofdstuk 43.03.01 leden 01, 02 en 03
Dit mutatie bestand is gemaakt om snel te kunnen raadplegen welke bepalingen er op inhoud gewijzigd zijn.
Er kunnen geen rechten worden ontleend aan dit bestand, het is slechts als naslag werk opgesteld. Rechtsgeldende teksten kunnen worden geraadpleegd in
de Standaard RAW Bepalingen 2010 uitgegeven door het CROW, of zijn te raadplegen via de website van het CROW (RAW online).
Michel Nas is werkzaam bij Louter projectmanagement als Adviseur / Specialist RAW contracten / contracttoetser.
Meer info zie : http://nl.linkedin.com/in/mgmnas
© MGM Nas / Louter projectmanagement www.louter.biz
- 2. RAW2005versusRAW2010.xlsx
Standaard RAW Bepalingen 2005 Standaard RAW Bepalingen 2010
Paragraaf lid omschrijving Kolom1 Kolom2 Pargraaf lid3 omschrijving4
01.01.01 06 Indien door of vanwege de aanbesteder van de door hem verstrekte, gedrukte versie van het bestek of van een 01.01.01 06 VERVALLEN
gedeelte daarvan, een versie in automatisch leesbare vorm wordt verstrekt, dient de door hem verstrekte,
gedrukte versie te worden beschouwd als het bestek in de zin van de U.A.V. 1989 en van het in het bestek dan
wel de aankondiging genoemde aanbestedingsreglement. De versie in automatisch leesbare vorm dient slechts
als een hulpmiddel te worden beschouwd waaraan door de aanbesteder respectievelijk de opdrachtgever en
door de inschrijver respectievelijk de aannemer jegens elkander geen rechten kunnen worden ontleend.
01.01.02 03 Bij een eventuele alternatieve aanbieding dient het hierop betrekking hebbende inschrijvingsbiljet vergezeld te 01.01.02 03 In geval van een variant van de inschrijver dient hierop betrekking hebbende inschrijvingsbiljet vergezeld te
gaan van een duidelijke omschrijving van hetgeen het alternatieve aanbod inhoudt alsmede van een gaan van een duidelijke omschrijving van hetgeen die variant inhoudt alsmede van een inschrijfstaat die de bij
inschrijvingsstaat die, ingericht op overeenkomstige wijze als de bij het bestek gevoegde inschrijvingsstaat, de die variant behorende ontleding van de aannemingssom bevat.
bijbehorende ontleding van de aannemingssom bevat.
01.01.02 04 De inschrijvingsstaten moeten in afzonderlijke enveloppen worden ingediend, waarop duidelijk zijn vermeld de 01.01.02 04 Indien en voorzover de inschrijver ten behoeve van zijn variant als bedoeld in het vorige lid in de daarbij
naam en het adres van de inschrijver, alsmede op welk werk, op welk perceel of op welke combinatie van behorende ontleding van de aannemingssom hoeveelheden heeft opgegeven, worden deze hoeveelheden
percelen die bescheiden betrekking hebben. geacht te zijn geaccordeerd en is het bepaalde in artikel 01.01.05 lid 14 van overeenkomstige toepassing.
01.01.03 02 In elke op te geven prijs per eenheid respectievelijk in elk totaalbedrag van een resultaatsverplichting met de 01.01.03 02 In elke op te geven prijs per eenheid respectievelijk in elk totaalbedrag van een resultaatsverplichting met de
eenheid ‘EUR’ (vóór het subtotaal) dienen te zijn begrepen alle kosten die voor het tot stand brengen van de eenheid ‘EUR’ (vóór het subtotaal) dienen te zijn begrepen alle kosten die voor het tot stand brengen van de
resultaatsverplichting moeten worden gemaakt, met inbegrip van de tot die resultaatsverplichting behorende resultaatsverplichting moeten worden gemaakt, met inbegrip van de tot die resultaatsverplichting behorende
(gebundelde) bestekspost(en), doch met uitzondering van de in lid 03 bedoelde kosten. (gebundelde) bestekspost(en), doch met uitzondering van de in lid 03 bedoelde kosten. tenzij hiervoor een
afzonderlijke voorziening in ed overeenkomst is opgenomen, dienen in de op te geven prijs per eenhied of in
het op te geven totaalbedrag tevens te zijn begrepen de eventuele opbrengsten die aan de aannemer
verblijven en die voortkomen uit het voldoen aan de desbetreffende resultaatverplichting.
01.01.03 05 De ontleding van de aannemingssom zal dienst doen voor: a. de berekening van de grootte van de
bestalingstermijnen als bedoeld ina rtikel 01.02.03; b. het vaststellen
van de verrekenprijzen als bedoeld in artikel 01.03.03
01.01.04 01 Het bepaalde in de hiernavolgende leden 02, 03 en 04 is uitsluitend van toepassing, indien uit het bestek of de 01.01.04 01 De ontleding van de aannemingssom, ingediend door de inschrijver die op grond van het gunningscriterium
bekendmaking blijkt, dat de opdracht van het werk zal geschieden aan de inschrijver met de economisch meest voor gunning van het werk in aanmerking lijkt te komen, zal, voorafgaand aan bekendmaking van de
voordelige aanbieding, waarbij verrekenprijzen als gunningscriterium zullen gelden. gunningsbeslissing of, indien een dergelijke bekendmaking niet plaats vindt, voorafgaand aan het verlenen van
de opdracht, door de aanbesteder worden beoordeeld op het voldoen aan het bepaalde in artikel 01.01.03.
01.01.04 02 De ontleding van de aannemingssom, ingediend door de inschrijver aan wie de aanbesteder voornemens is het 01.01.04 02 Indien de aanbesteder aan de hand van de in het vorige lid bedoelde beorodleing vermoedt dat de ontleding
werk op te dragen, zal, voorafgaand aan het verlenen van de opdracht, door de aanbesteder worden van de aannemingssom niet conform het bepaalde ina rtikel 01.01.03 is, motiveert de aanbesteder schriftelijk
beoordeeld op daaruit te herleiden, kennelijk onredelijke, verrekenprijzen. de redenen van zijn vermoeden en verzoekt daarbij langs electronische weg en per post aan de desbetreffende
inschrijver om een schriftelijke toelichting op de ingediende ontleding van de aannemingssom. De toelichting
van de desbetreffende inschrijver dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 7 kalenderdgane na het
verzenden van het verzoek, door de aanbesteder te zijn ontvangen.
01.01.04 03 Indien de in lid 02 bedoelde beoordeling zou leiden tot afwijzing van de inschrijver, zal de aanbesteder deze 01.01.04 03 Indien de toelichting van de inschrijver als bedoeld in het vorige lid niet binnen de gestelde termijn is ontvangen
inschrijver meedelen tegen welke verrekenprijzen bezwaar bestaat en hem gedurende zeven dagen de of indien uit de gegeven toelichting niet blijkt dat aan het bepaalde in artikel 01.01.03 is voldaan, deelt de
gelegenheid geven zodanige wijzigingen in zijn ontleding van de aannemingssom aan te brengen dat afwijzing aanbesteder schriftelijk mee dat de ontleding van de aannemingssom niet conform het bepaalde in artikel
wordt voorkomen. 01.01.03 is en wijst hij de desbetreffende inschrijving als ongeldig af.
01.01.04 04 Het door het aanbrengen van wijzigingen ontstane verschil met de inschrijvingssom wordt gecorrigeerd door 01.01.04 04 Indien uit de toelichting van de inschrijver als bedoeld in lid 02 blijkt dat aan het bepaalde in artikel 01.01.03 is
het opnemen van een eenmalige correctiepost die als onderdeel van de specificatie van de post ‘eenmalige voldaan, en/of sprake is van een onvolkomenheid die zich op grond van jurisprudentie leent voor herstel, deelt
kosten’, als bedoeld in artikel 01.01.03 lid 04, in de inschrijvingsstaat wordt opgenomen. de aanbesteder schriftelijk mede dat hij de ontleding van de aannemingssom van de desbetreffende inschrijving
niet als ongeldig afwijst; de door de inschrijver verschafte toelichting wordt dan geacht een onverbrekelijk
onderdeel uit te maken van die inschrijving.
01.01.04 05 In geval van opdracht van het werk zal de - alsdan eventueel gewijzigde - ontleding van de aannemingssom 01.01.04 05 VERVALLEN
van de aannemer dienst doen voor: a. de berekening van de grootte van de bestalingstermijnen, b. het
vaststeleen van de verrekenprijzen
01.01.04 06 Indien in het aanbestedingsreglement, volgens welke de aanbestedingsprocedure plaatsvindt, wordt gesproken 01.01.04 06 VERVALLEN
over ‘inschrijvingsbiljet met de eventuele staat van verrekenprijzen’, dient hiervoor te worden gelezen
‘inschrijvingsbiljet en de daarbij behorende inschrijvingstaat’
©MGM NAS - november 2011 Pagina 1 van 62 Louter projectmanagement ©
- 3. RAW2005versusRAW2010.xlsx
01.01.07 07 01.01.07 07 Indien bij de uitvoering van het werk vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten of
groeiplaatsen van beschermde plantsoorten worden aangetroffen waarvoor, voortkomend uit de Flora- en
faunawet, een ontheffingsplicht geldt en waarvan de aanwezigheid niet in het bestek is vermeld, brengt de
aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie voorzover redelijkerwijs verwacht kan worden dat deze
plaatsen worden verstoord, verontrust of vernield als gevolg van de uitvoering van het werk. De aannemer
neemt, na goedkeuring door de directie, de door de omstandigheden vereiste beschermingsmaatregelen. De
aan het treffen van deze beschermingsmaatregelen verbonden kosten alsmede de hieruit voortvloeiende
kosten voor stagnatie van het werk, worden de aannemer als meer werk vergoed, indien de
beschermingsmaatregelen meer omvatten dan het afschermen van de te beschermen locatie met behulp van
afschermingslint.
01.04.02 06 De hoeveelheden bouwstoffen die in door de aannemer te leveren wegenbouwbitumen en mineraal 01.04.02 06 De hoeveelheden bouwstoffen die in door de aannemer te leveren wegenbouwbitumen en mineraal
asfaltmengsel inclusief brandstof, exclusief bitumen zijn verwerkt, worden voor de verrekening van dit artikel asfaltmengsel inclusief brandstof, exclusief bitumen zijn verwerkt, worden voor de verrekening van dit artikel
berekend met behulp van de percentages welke bij het vooronderzoek als bedoeld in artikel 31.24.01 en berekend met behulp van de percentages welke bij het vooronderzoek, als bedoeld in artikel 52.54.01, ten
52.54.01, ten behoeve van het vaststellen van de mengselsamenstelling zijn bepaald. In door de aannemer te behoeve van het vaststellen van de mengselsamenstelling zijn bepaald. In door de aannemer te leveren
leveren wegenbouwbitumen en mineraal asfaltmengsel zijn tevens begrepen wegenbouwbitumen en mineraal wegenbouwbitumen en mineraal asfaltmengsel zijn tevens begrepen wegenbouwbitumen en mineraal
asfaltmengsel die aanwezig zijn in asfaltgranulaat dat al dan niet afkomstig is van uit het werk komend asfaltmengsel die aanwezig zijn in asfaltgranulaat dat al dan niet afkomstig is van uit het werk komend
asfaltbeton. asfaltbeton.
01.08.01 02 De aannemer maakt voor het verschijnen van de eerste betalingstermijn een bedrag, gelijk aan 0,15% van de 01.08.01 02 De aannemer maakt voor het verschijnen van de eerste betalingstermijn een bedrag, gelijk aan 0,15% van de
aannemingssom met een maximum van € 55.000,- verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting algemeen aannemingssom met een maximum van € 55.000,-- verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting, algemeen
tarief over aan de Stichting CROW te Ede (postbankrekening 4093771, bankrekening ABN-AMRO tarief, over aan de Stichting CROW te Ede (bankrekening ING 4093771, bankrekening ABN-AMRO
53.99.29.018) als bijdrage in de kosten van het onderhoud en gebruik van de RAW-systematiek. Gelijktijdig met 53.99.29.018) als bijdrage in de kosten van het onderhoud en gebruik van de RAW-systematiek. Op de
de overmaking van deze bijdrage doet de aannemer CROW een specificatie toekomen waarop het nummer betalingsopdracht moet worden verwezen naar het RAW-registratienummer van het desbetreffende bestek en
van het desbetreffende bestek, de naam van de opdrachtgever en de bestekschrijvende instantie, de het besteknummer.
aannemingssom, de bijdrage exclusief omzetbelasting en de bijdrage inclusief omzetbelasting staan vermeld. Het RAW-registratienummer staat op iedere pagina van het bestek, bijvoorbeeld: RAW0123-00001.
Op de betalingsopdracht moet worden verwezen naar het nummer van het desbetreffende bestek, met
vermelding van de opdrachtgever en dat de betaling geschiedt ingevolge het bepaalde in artikel 01.08.01
‘Bijdrage RAW-systematiek’.
01.08.01 03 Gelijktijdig met de overmaking van de in het vorige lid genoemde bijdrage doet de aannemer CROW een
specificatie toekomen. Het specificatieformulier kan worden ingevuld en is te verkrijgen via www.crow.nl. Hierop
dient minimaal te worden vermeld:
- Het RAW registratienummer
- het besteknummer - de
gegevens van de betalende partij;
- de gegevens van de opdrachtgever;
- de aannemingssom;
- de hoogte van de afdracht (inclusief en exclusief omzetbelasting).
01.08.01 04 De aannemer dient één exemplaar van het, door CROW verstrekte, betalingsbewijs in handen van de directie
te stellen. Na ontvangst van de specificatie en bijbehorende bijdrage conform lid 02 en 03 zal de Stichting
CROW hiervoor aan de aannemer een betalingsbewijs in tweevoud doen toekomen.
01.08.01 05 Ter vaststelling en controle van de hoogte van de ‘Bijdrage RAW-systematiek’ en het moment van afdracht
dient de opdrachtgever bij de digitale registratie van het betreffende bestek de aannemer, de aanneemsom en
de gunningsdatum in te vullen.
01.08.02 02 De aannemer maakt voor het verschijnen van de eerste betalingstermijn een bedrag gelijk aan 0,15% van de 01.08.02 02 De aannemer maakt voor het verschijnen van de eerste betalingstermijn een bedrag gelijk aan 0,15% van de
aannemingssom met een maximum van € 55.000,- over aan de Stichting Fonds Collectief Onderzoek GWW te aannemingssom met een maximum van € 55.000,-- over aan de Stichting Fonds Collectief Onderzoek GWW te
Ede (postbankrekening 130696, bankrekening ABN-AMRO 60.82.80.437) als bijdrage aan collectief onderzoek Ede (bankrekening ING 130696, bankrekening ABN-AMRO 60.82.80.437) als bijdrage aan collectief onderzoek
in de grond-, water- en wegenbouw en verkeer en vervoer. Op de betalingsopdracht moet worden verwezen in de grond-, water- en wegenbouw en verkeer en vervoer. Op de betalingsopdracht moet worden verwezen
naar het nummer van het desbetreffende bestek, met vermelding van de opdrachtgever en dat de betaling naar het RAW-registratienummer van het desbetreffende bestek en het besteknummer. Het RAW-
geschiedt ingevolge het bepaalde in artikel 01.08.02 ‘Bijdrage Fonds Collectief Onderzoek GWW’. registratienummer staat op iedere pagina van het bestek, bijvoorbeeld: RAW0123-00001.
01.08.02 03 Gelijktijdig met de overmaking van de in het vorige lid genoemde bijdrage doet de aannemer CROW een
specificatie conform artikel 01.08.01 lid 03 toekomen. Hierop dient aanvullend de hoogte van deze bijdrage te
worden vermeld.
01.08.02 04 De aannemer dient één exemplaar van het, door CROW verstrekte, betalingsbewijs in handen van de directie
te stellen. Na ontvangst van de specificatie en bijbehorende bijdrage conform lid 02 en 03 zal de Stichting
CROW hiervoor aan de aannemer een betalingsbewijs in tweevoud doen toekomen.
01.08.03 01 Indien het bestek het gebruik van de VISI-systematiek voorschrijft én een bijdrage in de kosten van het
onderhoud en het gebruik van de VISI-systematiek verlangt, is het bepaalde in de hiernavolgende leden van
toepassing.
©MGM NAS - november 2011 Pagina 2 van 62 Louter projectmanagement ©
- 4. RAW2005versusRAW2010.xlsx
01.08.03 02 De aannemer maakt voor het verschijnen van de eerste betalingstermijn een bedrag, gelijk aan 0,15% van de
aannemingssom met een maximum van € 55.000,-- verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting, algemeen
tarief, over aan de Stichting CROW te Ede (bankrekening ING 4093771, bankrekening ABN-AMRO
53.99.29.018) als bijdrage in de kosten van het onderhoud en gebruik van de VISI-systematiek. Op de
betalingsopdracht moet worden verwezen naar het RAW-registratienummer van het desbetreffende bestek en
het besteknummer, onder vermelding van ‘Bijdrage VISI-systematiek’. Het RAW-registratienummer staat op
iedere pagina van het bestek, bijvoorbeeld: RAW0123-00001.
01.08.03 03 Gelijktijdig met de overmaking van de in het vorige lid genoemde bijdrage doet de aannemer CROW een
specificatie conform artikel 01.08.01 lid 03 toekomen. Hierop dient aanvullend de hoogte van deze bijdrage te
worden vermeld.
01.08.03 04 De aannemer dient één exemplaar van het, door CROW verstrekte, betalingsbewijs in handen van de directie
te stellen. Na ontvangst van de specificatie en bijbehorende bijdrage conform lid 02 en 03 zal de Stichting
CROW hiervoor aan de aannemer een betalingsbewijs in tweevoud doen toekomen.
01.09.01 01 Bij graafwerkzaamheden in de nabijheid van kabels en leidingen is tevens van toepassing CROW-publicatie
250, zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt. Publicatie 250 is verkrijgbaar bij CROW Ede
01.09.02 01 Tekeningen en eventuele overige gegevens ten aanzien van de ligging van kabels en leidingen, alsmede
eventuele afspraken die door de opdrachtgever met netbeheerders zijn gemaakt, zijn bij het bestek gevoegd
01.09.02 02 Het bestek vermeldt in het kader van een zorgvuldig graafproces: - het aantal te graven proefsleuven of de
gecumuleerde lengte daarvan;- de wijze waarop meldingen voor het aantreffen van afwijkende liggingen of
onbekende netten worden verrekend.
01.09.02 03 Voorzover de opdrachtgever kennis heeft van recent gelegde of verlegde kabels en leidingen, waarvan de
ligging nog niet in de gegevens zijn verwerkt, maakt hij de aannemer daarop attent voordat deze met het
opzoeken van kabels en leidingen begint.
01.09.03 01 Indien, als gevolg van onjuiste of ontbrekende informatie omtrent de ligging van kabels en leidingen, stagnatie
van de werkzaamheden dreigt, neemt de aannemer maatregelen om die stagnatie te voorkomen of te
beperken. Als stagnatie niet is te voorkomen, meldt de aannemer dit terstond aan de directie. In vervolg daarop
handelt de aannemer op aanwijzing van de directie.
01.09.03 02 Indien de in het vorige lid bedoelde stagnatie een grotere omvang krijgt dan in de gegeven situatie van de
aannemer mag worden verwacht, komen de uit de stagnatie voortvloeiende kosten voor vergoeding in
aanmerking indien: - de aannemer heeft voldaan aan zijn verplichtingen op grond van CROW-publicatie 250; de
wachttijd aantoonbaar het gevolg is van foutieve of ontbrekende kabel- en leidinginformatie; de aannemer
afhankelijk is van derden om nadere aanwijzingen te geven of (reparatie)werkzaamheden uit te voeren, en
gedurende die tijd geen werkzaamheden kan verrichten die op enigerlei wijze worden verrekend.
01.10.01 01 De directie desgewenst inzage verstrekken van door derden aan de aannemer verleende vergunningen, 01.10.01 01 De directie desgewenst inzage verstrekken van door derden aan de aannemer verleende vergunningen,
ontheffingen en dergelijke. ontheffingen, vrijstellingen op grond van gedragscodes en dergelijke
01.13.01 01 Het bepaalde in de hierna volgende artikelen 01.13.02 tot en met 01.13.05 is uitsluitend van toepassing, indien 01.13.01 01 Het bepaalde in de hierna volgende artikelen 01.13.02 tot en met 01.13.05 is uitsluitend van toepassing, indien
in deze Standaard dan wel in het bestek wordt verlangd dat de aannemer in het bezit is van een in deze Standaard, in het bestek dan wel in de aanbestedingsstukken wordt verlangd dat de aannemer
kwaliteitssysteemcertificaat op basis van de norm NEN-EN-ISO 9001:2000 ‘Kwaliteitsmanagementsystemen - beschikt over een kwaliteitssysteem dat betrekking heeft op de aard van het werk.
Eisen’.
01.14.05 01 Indien het bestek niet de categorie van op of in de bodem aan te brengen en door de aannemer te leveren 01.14.05 01 Indien het bestek niet de milieuhygiënische kwaliteit van op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te
grond vermeldt, moet de aannemer schone grond, als bedoeld in het Bouwstoffenbesluit, of mvr-grond, als brengen en door de aannemer te leveren grond of baggerspecie vermeldt, levert de aannemer grond of
bedoeld in de Ministeriële Vrijstellingsregeling samenstellings- en immissiewaarden Bouwstoffenbesluit, baggerspecie, waarvan de kwaliteit voldoet aan de achtergrondwaarden als bedoeld in het Besluit
leveren. bodemkwaliteit.
01.14.05 02 Indien het bestek niet de categorie van in het oppervlaktewater aan te brengen en door de aannemer te leveren 01.14.05 02 Indien het bestek niet de milieuhygiënische kwaliteit van op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te
grond vermeldt, moet de aannemer schone grond, als bedoeld in het Bouwstoffenbesluit, leveren. brengen en door de aannemer te leveren bouwstoffen vermeldt, levert de aannemer bouwstoffen, waarvan de
milieuhygiënische kwaliteit voldoet aan de eisen die het Besluit bodemkwaliteit stelt aan bouwstoffen die zonder
IBC-maatregelen mogen worden toegepast.
01.14.05 03 Indien het bestek niet de categorie van op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te brengen en door de 01.14.05 03 De aannemer verstrekt de directie van door hem te leveren grond, baggerspecie of bouwstof, die op of in de
aannemer te leveren bouwstof niet zijnde grond vermeldt, moet de aannemer categorie 1 bouwstof, als bedoeld bodem of in het oppervlaktewater moet worden aangebracht, een milieuhygiënische verklaring als bedoeld in
in het Bouwstoffenbesluit, leveren. het Besluit bodemkwaliteit, waaruit blijkt dat de desbetreffende grond, baggerspecie of bouwstof aan de eisen
van dit besluit voldoet.
01.14.05 04 De aannemer verstrekt de directie van de door hem te leveren bouwstof, die op of in de bodem of in het 01.14.05 04 De aannemer verstrekt de in lid 03 bedoelde milieuhygiënische verklaring schriftelijk aan de directie binnen een
oppervlaktewater moet worden aangebracht, een door het Bouwstoffenbesluit toegelaten bewijsmiddel, waaruit in overleg met de directie afgesproken termijn.
blijkt dat de desbetreffende bouwstof aan de eisen van dit besluit voldoet. Een ander bewijsmiddel dan een
erkende kwaliteitsverklaring of een partijkeuring volgens de regels van het Bouwstoffenbesluit is niet
toegestaan, tenzij het bestek anders vermeldt.
©MGM NAS - november 2011 Pagina 3 van 62 Louter projectmanagement ©
- 5. RAW2005versusRAW2010.xlsx
01.14.05 05 De aannemer verstrekt het in lid 04 bedoelde bewijsmiddel schriftelijk aan de directie binnen een in overleg met 01.14.05 05 Indien de opdrachtgever op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te brengen bouwstoffen ter
de directie afgesproken termijn, waarbij met de in artikel 11 van het Bouwstoffenbesluit bedoelde termijnen beschikking stelt, daaronder begrepen uit het werk vrijgekomen materialen die op of in de bodem of in het
rekening wordt gehouden. oppervlaktewater van het werk moeten worden verwerkt, vermeldt het bestek gegevens omtrent de
milieuhygiënische kwaliteit daarvan
01.17.03 01 Het bestek vermeldt tot welke categorie bouwstof volgens het Bouwstoffenbesluit bodem- en 01.17.03 01 Voor vrijgekomen grond of baggerspecie vermeldt het bestek de milieuhygiënische kwaliteit als bedoeld in het
oppervlaktewaterenbescherming op of in de bodem of in het oppervlaktewater en voor de opdrachtgever niet Besluit bodemkwaliteit.
van waarde verklaarde vrijgekomen materialen behoren
01.17.03 02 De kosten voor het verkrijgen van een door het bevoegd gezag geaccepteerd bewijsmiddel als bedoeld in het 01.17.03 02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen grond of baggerspecie via het bestek wil overdragen
01.17.04 Vervoeren van vrijgekomen materialen naar een inrichting 01.17.04 Vrijgekomen bouwstoffen, niet zijnde asfalt, als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit
01.17.04 01 Tot het vervoeren van vrijgekomen materialen naar een bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinrichting, 01.17.04 01 Voor vrijgekomen bouwstoffen, niet zijnde asfalt, vermeldt het bestek de milieuhygiënische kwaliteit als bedoeld
als bedoeld in de Wet milieubeheer, behoort tevens het afgeven van deze materialen aan de desbetreffende in het Besluit bodemkwaliteit.
inrichting. Tot de kosten voor het vervoeren van vrijgekomen materialen naar een, bewerkings-, verwerkings- of
eindverwerkingsinrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer, behoren tevens de kosten die de desbetreffende
inrichting in rekening brengt voor het accepteren van deze materialen, tenzij het bestek anders vermeldt.
01.17.04 02 In afwijking van paragraaf 21 van de U.A.V. 1989 blijven voor de opdrachtgever niet van waarde verklaarde 01.17.04 02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen bouwstoffen, niet zijnde asfalt, via het bestek wil
vrijgekomen materialen die moeten worden afgegeven aan een bewerkings-, verwerkings- of overdragen aan de aannemer, en bij het bestek is voor deze bouwstof geen milieuhygiënische verklaring als
eindverwerkingsinrichting, als bedoeld in de Wet Milieubeheer, eigendom van de opdrachtgever. bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit gevoegd, verstrekt de opdrachtgever deze milieuhygiënische verklaring
met bijbehorende gegevens voor aanvang van de betreffende werkzaamheden aan de aannemer. De
opdrachtgever kan de aannemer opdragen dit onderzoek uit te voeren of te laten uitvoeren. De kosten voor dit
onderzoek worden aan de aannemer als meer werk vergoed.
01.17.04 03 De aannemer vervoert de in lid 02 bedoelde materialen naar een bewerkings-, verwerkings- of 01.17.04 03 VERVALLEN
eindverwerkingsinrichting, als bedoeld in de Wet milieubeheer. Daarbij moet de aannemer de procedure volgen
die door het bevoegd gezag in de desbetreffende provincie is voorgeschreven. De in lid 01 bedoelde kosten
zijn voor rekening van de opdrachtgever, behoudens voor zover het bestek de hoedanigheid en de hoeveelheid
van de vrijgekomen materialen vermeldt.
01.17.05 Plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen 01.17.05 Vrijgekomen asfalt als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit
01.17.05 01 Indien in het bestek een plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen wordt verlangd, wordt dit plan 01.17.05 01 Voor vrijgekomen asfalt vermeldt het bestek de milieuhygiënische kwaliteit als bedoeld in het Besluit
aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V. 1989. Naast het bodemkwaliteit.
vermelde in paragraaf 26 lid 1 van de U.A.V. 1989 moet het plan tevens bevatten: a. werkvolgorde en
werkmethode b. te nemen veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsmaatregelen, c. wijze van alden, vervoeren
en lossen vrijkoemnde materialen, d. plaats van ebstemming van vrijgekomen materialen
01.17.05 02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen asfalt via het bestek wil overdragen aan de aannemer
of via het bestek wil vervoeren naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting en bij het
bestek zijn voor dit asfalt niet de resultaten van het onderzoek als bedoeld in CROW-publicatie 210 gevoegd,
verstrekt de opdrachtgever de resultaten van dit onderzoek voor aanvang van de betreffende werkzaamheden
aan de aannemer. De opdrachtgever kan de aannemer opdragen dit onderzoek uit te voeren of te laten
uitvoeren. De kosten voor dit onderzoek worden aan de aannemer als meer werk vergoed.
01.17.06 Bewijs van ontvangst 01.17.06 Vervoeren van vrijgekomen materialen naar een inrichting
01.17.06 01 De aannemer verstrekt de directie een bewijs van ontvangst van de ingevolge het bestek aan een bewerkings-, 01.17.06 01 Tot het vervoeren van vrijgekomen materialen naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting,
verwerkings- of eindverwerkingsinrichting afgegeven vrijgekomen materialen. Op het bewijs van ontvangst behoort tevens het afgeven van deze materialen aan de desbetreffende inrichting. Tot de kosten voor het
moeten de naam en het adres van de inrichting, de aard, de hoeveelheid, de herkomst en de vervoerder van vervoeren van vrijgekomen materialen naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting behoren
de vrijgekomen materialen zijn vermeld. tevens de kosten die de desbetreffende inrichting in rekening brengt voor het accepteren van deze materialen,
tenzij het bestek anders vermeldt.
01.17.06 02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen materialen, die moeten worden afgegeven aan een op
grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting, via het bestek wil overdragen aan de aannemer, blijven
deze vrijgekomen materialen, in afwijking van paragraaf 21 van de U.A.V. 1989, eigendom van de
opdrachtgever.
01.17.06 03 De aannemer vervoert de in lid 02 bedoelde vrijgekomen materialen naar een op grond van de Wet
milieubeheer vergunde inrichting. De in lid 01 bedoelde kosten zijn voor rekening van de opdrachtgever, tenzij
het bestek de hoedanigheid en de hoeveelheid van de vrijgekomen materialen vermeldt.
01.17.07 Verrekening van wijzigingen van acceptatietarieven 01.17.07 Plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen
01.17.07 01 Indien volgens het bestek vrijgekomen materialen moeten worden vervoerd naar een met naam en adres in het 01.17.07 01 Indien in het bestek een plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen wordt verlangd, wordt dit plan
bestek vermelde bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinrichting, en indien na de dag van aanbesteding aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V. 1989. Naast het
wijzigingen optreden in de acceptatietarieven van die inrichting, zullen de daaruit voortvloeiende hogere of vermelde in paragraaf 26 lid 1 van de U.A.V. 1989 moet het plan tevens bevatten: werkvolgorde enw
lagere kosten met de aannemer worden verrekend. erkmethode; te nemen veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsmaatregelen; wijze van laden, vervoeren en
lossen van vrijgekomen materialen; plaats van bestemming van vrijgekomen materialen.
01.17.08 Bewijs van ontvangst
©MGM NAS - november 2011 Pagina 4 van 62 Louter projectmanagement ©
- 6. RAW2005versusRAW2010.xlsx
01.17.08 01 De aannemer verstrekt de directie een bewijs van ontvangst van de ingevolge het bestek aan een op grond
van de Wet milieubeheer vergunde inrichting afgegeven vrijgekomen materialen. Op het bewijs van ontvangst
moeten de naam en het adres van de inrichting, de aard, de hoeveelheid, de herkomst en de vervoerder van
de vrijgekomen materialen zijn vermeld.
01.17.09 Verrekening van wijzigingen van acceptatietarieven
01.17.09 01 Indien volgens het bestek vrijgekomen materialen moeten worden vervoerd naar een met naam en adres in het
bestek vermelde op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting, en indien na de dag van aanbesteding
wijzigingen optreden in de acceptatietarieven van die inrichting, zullen de daaruit voortvloeiende hogere of
lagere kosten met de aannemer worden verrekend.
01.18.06 01 Bij schade aan houtachtige gewassen, niet zijnde bomen, stellen directie en aannemer gezamenlijk de hoogte
van het schadebedrag vast.
01.18.06 02 Het schadebedrag bedraagt: a. bij herstelbare schade € 10,-- per m2 vegetatie, met een minimum van € 200,--
per gebeurtenis; b. bij onherstelbare schade € 20,-- per m2 vegetatie, met een minimum van € 400,-- per
gebeurtenis.
01.19.01 01 Het op grond van artikel 2.27 van hoofdstuk II, afdeling 5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 1997 60) 01.19.01 01 Het op grond van artikel 2.28 van hoofdstuk 2, afdeling 5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb 2006,
door de opdrachtgever opgestelde veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) maakt, voorzover het de 674) door de opdrachtgever opgestelde veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) maakt, voorzover het de
gegevens bevat die de opdrachtgever heeft verstrekt op grond van het reeds genoemde artikel van het gegevens bevat die de opdrachtgever heeft verstrekt op grond van het reeds genoemde artikel van het
Arbeidsomstandighedenbesluit, deel uit van het bestek. Arbeidsomstandighedenbesluit, deel uit van het bestek.
01.20.01 01 Het bepaalde in deze paragraaf 01.20 is uitsluitend van toepassing, indien in deze Standaard dan wel in het 01.20.01 01 Het bepaalde in deze paragraaf 01.20 is uitsluitend van toepassing, indien in deze Standaard, in het bestek dan
bestek wordt verlangd dat de aannemer in het bezit is van een kwaliteitssysteemcertificaat op basis van de wel in de aanbestedingsstukken wordt verlangd dat de aannemer beschikt over een kwaliteitssysteem dat
norm NEN-EN-ISO 9001:2000 ‘Kwaliteitsmanagementsystemen - Eisen’. betrekking heeft op de aard van het werk.
01.21.05 01 Het bepaalde in artikel 01.08.03 is voor overeenkomsten met open posten van toepassing met dien verstande
dat in lid 01 ‘voor het verschijnen van de eerste betalingstermijn’ wordt vervangen door het bepaalde in de
leden 02 en 03 van artikel 01.21.03. Verder moet in artikel 01.08.03 voor ‘aannemingssom’ worden gelezen: ‘de
totale som van de in artikel 01.21.03 lid 02 bedoelde termijn verstrekte deelopdrachten’.
01.22 Te beschermen plant- en diersoorten
01.22.01 01 Onder te beschermen plant- en diersoorten wordt verstaan de in de Flora- en faunawet bedoelde beschermde
plant- en diersoorten.
01.22.01 02 Indien de aard van het werk daartoe aanleiding geeft, houdt de directie vóór de aanvang van het werk een
bouwbespreking met de aannemer teneinde vast te stellen of de voorgeschreven maatregelen in verband met
de bescherming van de binnen het werk voorkomende soorten toereikend en in overeenstemming zijn met de
uitvoeringswijze van de aannemer. Indien de directie deze bouwbespreking niet houdt, zal de aannemer vóór
de aanvang van het werk om een bouwbespreking verzoeken. De directie zal aan dit verzoek gevolg geven.
01.22.01 03 De aannemer zorgt dat personen die vanwege de aannemer betrokken zijn bij de uitvoering van
werkzaamheden op locaties met te beschermen soorten waarvoor ontheffing of vrijstelling, zoals op grond van
een goedgekeurde gedragscode wordt verleend van artikelen van de Flora- en faunawet, beschikken over
aantoonbare, door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit erkende deskundigheid of werken
onder directe aansturing van een op de locatie aanwezige persoon die beschikt over deze aantoonbare door de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit erkende deskundigheid.
01.22.01 04 Wanneer bij de uitvoering van werkzaamheden schade aan te beschermen soorten en/of hun vaste rust- en
verblijfplaatsen of groeiplaatsen wordt geconstateerd, brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de
directie. Vervolgschade moet worden voorkomen. De directie zorgt voor de afhandeling van de melding aan de
Algemene Inspectiedienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (AID) en de
opdrachtgever.
01.22.02 01 Het voorkomen van schade aan te beschermen plant- en diersoorten door middel van inzet van specifieke
machines, materieel of het gebruik van bestrijdingsmiddelen, conserveringsmiddelen, meststoffen of de te
hanteren werkmethode wordt niet verrekend, tenzij het bestek anders bepaalt
01.22.02 02 Indien door de aannemer genomen maatregelen dan wel de in het bestek omschreven maatregelen ten
behoeve van de uitvoering van het werk niet toereikend blijken te zijn, meldt de aannemer dit terstond aan de
directie. De directie besluit welke aanvullende maatregelen er nodig zijn. Deze aanvullende maatregelen
worden, voorzover in het bestek niet anders is bepaald, als meer werk vergoed.
©MGM NAS - november 2011 Pagina 5 van 62 Louter projectmanagement ©
- 7. RAW2005versusRAW2010.xlsx
01.22.03 01 Indien in het bestek of op grond van een ontheffing of gedragscode een plan van aanpak voor omgaan met te
beschermen plant- en diersoorten wordt verlangd, wordt dit plan aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in
de zin van paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V. 1989. Naast het vermelde in paragraaf 26 lid 1 van de U.A.V. 1989
moet het plan tevens bevatten: werkvolgorde, organisatie en werkmethode;
in te zetten deskundigheid bij uitvoering van de werkzaamheden;
te treffen beschermingsmaatregelen;
te treffen beschermingsvoorzieningen, indien vereist uitgewerkt in stappenplan en (constructie)tekening;
uitgewerkte voorwaarden en richtlijnen indien voor de uitvoering van het werk of delen daarvan sprake is van
een ontheffing of gedragscode;
wijze van registratie en uitwisseling van gegevens;
wijze van risicomanagement en communicatie.
01.22.04 01 Voorzover dit in het bestek is voorgeschreven moet de aannemer, voorafgaand aan of tijdens de uitvoering van
het werk, de volgende gegevens over vaste rust- en verblijfplaatsen en groeiplaatsen van beschermde plant-
en diersoorten vastleggen en rapporteren: geïnventariseerd door;
inventarisatiedatum;
gehanteerde methode;
klasse (verkennende inventarisatie);
familie (verkennende inventarisatie);
biotopen met verhoogde kans op rust- en verblijfplaats (verkennende inventarisatie);
soort (specifieke inventarisatie);
type rust- en verblijfplaats en/of groeiplaats (specifieke inventarisatie);
aantal rust- en verblijfplaatsen en/of groeiplaatsen (specifieke inventarisatie);
locatie rust- en verblijfplaats en/of groeiplaats (specifieke inventarisatie);
bewijs (verkennende en specifieke inventarisatie);
waarneming van individuen (eventueel aanvullend bij verkennende of specifieke inventarisatie).
01.23 VISI-systematiek
01.23.01 01 Indien het bestek het gebruik van de VISI-systematiek voorschrijft, is het bepaalde in de navolgende leden van
toepassing.
01.23.01 02 Onder basisdocumenten worden ten minste de volgende documenten verstaan : weekstaat;
termijnstaat;
bestekswijziging;
meer- en minder werkstaat;
offerte;
eindafrekening;
tijdschema;
gedetailleerd werkplan;
kwaliteitsplan;
afwijkingsrapport;
bewijsdocument;
bouwvergaderingsverslag.
01.23.01 03 De communicatie over een basisdocument vindt plaats door middel van VISI-berichten.
01.23.01 04 De aannemer stuurt een basisdocument in pdf-formaat als bijlage bij een VISI-bericht naar de directie, tenzij
het bestek een ander digitaal formaat voorschrijft.
01.23.01 05 De aannemer zorgt zelf voor zijn VISI-gebruikerssoftware. De VISI-gebruikerssoftware moet gebaseerd zijn op
de meest recente versie van de VISI-systematiek en moet het door CROW verstrekte keurmerk ‘VISI-
compatible software’ dragen.
01.23.01 06 De opdrachtgever stelt het toe te passen VISI-raamwerk, waarin de procedures en de communicatieafspraken
tussen opdrachtgever en aannemer zijn beschreven, uiterlijk tien werkdagen na gunning kosteloos ter
beschikking.
01.23.01 07 De aannemer stelt wijzigingen in het VISI-raamwerk, binnen tien werkdagen nadat de opdrachtgever dit
raamwerk ter beschikking heeft gesteld, voor aan de opdrachtgever. De opdrachtgever beslist zo spoedig
mogelijk over de acceptatie van de voorgestelde wijzigingen en deelt haar beslissing uiterlijk vijf werkdagen na
ontvangst van de voorgestelde wijzigingen mee aan de aannemer.
Bijlage Zie standaard RAW bepalingen ; lijst met NEN-normen waarna verwezen wordt
Proeven Proeven ALLE PROEVEN ZIJN HERNUMMERD
17.03.02 02 In het logboek zoals vermeld onder lid 01 ten minste gegevens opnemen betreffende: a. wie belast is met het 17.03.02 02 De aannemer ondertekent dagelijks het logboek.
bijhouden van het logboek
a. wie belast is met het bijhouden van het logboek;
b. het tijdschema van de belangrijkste werkzaamheden;
c. de draaitijden en productie-onderbrekingen als bedoeld in artikel 22.03.01 lid 01;
©MGM NAS - november 2011 Pagina 6 van 62 Louter projectmanagement ©
- 8. RAW2005versusRAW2010.xlsx
de genomen maatregelen ter beperking van de vertroebelingstoename;
de gevoerde bedrijfscontrole en data-logging;
de gerealiseerde toleranties;
de lozing van het proceswater;
het reinigen van middelen van vervoer en de berging van het in het laadruim verkregen mengsel;
het nemen van grond- en watermonsters.
Met betrekking tot de aspecten veiligheid en gezondheid van de bij het werk betrokkenen moeten de in het
logboek te registreren gegevens in overeenstemming zijn met CROW-publicatie 132
17.03.02 04 De directie c.q. de veiligheidskundige van de directie neemt, bij ieder bezoek aan het werk, kennis van het 17.03.02 04 VERVALLEN
logboek over de verstreken werkdagen en tekent voor gezien.
17.21.03 Grenswaarde basisklasse (nat) en grenswaarde vervolgklasse (nat)
17.21.03 01 Onder grenswaarde basisklasse (nat) en grenswaarde vervolgklasse (nat) worden verstaan de in tabel T 17.21.03 01 Onder de verontreinigde zone van het werkterrein wordt verstaan: a. op het land: de oppervlakten land waarop
17.01 aangegeven respectieve concentratieniveaus van verontreinigende stoffen in de bodem, ten behoeve de verontreinigde grond wordt verwerkt dan wel wordt opgeslagen. Hiertoe wordt tevens gerekend de strook
van de beoordeling van de te nemen veiligheids- en arbeidshygiënische maatregelen bij het in den natte land waarop zich de eventueel toegepaste persleiding bevindt met uitzondering van de plaatsen waar het
verwerken van verontreinigde grond. persleidingtracé een verkeers- of waterweg kruist; de maximale breedte van deze strook land is in het bestek
aangegeven; b. op het water: het natte materieel waarmee verontreinigde grond wordt verwerkt of vervoerd, de
eventueel toegepaste drijvende persleiding daarbij inbegrepen.
17.21.03 02 Waar de aanduiding basisklasse (nat) of vervolgklasse (nat) in het bestek is vermeld, geldt het bepaalde in 17.21.03 02 De aanduiding verontreinigde zone is niet van toepassing op het gedeelte van het natte materieel dat zodanig
CROW-publicatie 132 met betrekking tot het in den natte verwerken van verontreinigde grond, voorzover niet als werk-, eet-, woon- of slaapverblijf is ingericht dat binnen deze verblijven elke vorm van lijfelijk contact met de
elke vorm van lijfelijk contact met de grond uit de verontreinigde waterbodem, met het verontreinigde grond uit de verontreinigde waterbodem, met het verontreinigde proceswater of met de verontreinigde
proceswater of met de verontreinigde aërosolen is uitgesloten. aërosolen is uitgesloten.
17.21.03 03 Indien in het bestek verschillende, geografisch verspreid liggende, locaties als werkterrein zijn aangeduid, is het
gestelde in de vorige leden van toepassing op deze locaties.
17.21.04 Verontreinigde zone van het werkterrein 17.21.04 VEVALLEN
17.21.04 01 Onder de verontreinigde zone van het werkterrein wordt verstaan: 17.21.04 01 VERVALLEN
a. op het land: de oppervlakten land waarop de verontreinigde grond wordt verwerkt dan wel wordt opgeslagen.
Hiertoe wordt tevens gerekend de strook land waarop zich de eventueel toegepaste persleiding bevindt met
uitzondering van de plaatsen waar het persleidingtracé een verkeers- of waterweg kruist; de maximale breedte
van deze strook land is in het bestek aangegeven;
b. op het water: het natte materieel waarmee verontreinigde grond wordt verwerkt of vervoerd, de eventueel
toegepaste drijvende persleiding daarbij inbegrepen
02 De aanduiding verontreinigde zone is niet van toepassing op het gedeelte van het natte materieel dat zodanig 17.21.04 02 VERVALLEN
als werk-, eet-, woon- of slaapverblijf is ingericht, dat binnen deze verblijven elke vorm van lijfelijk contact met
de grond uit de verontreinigde waterbodem, met het verontreinigde proceswater of met de verontreinigde
aërosolen is uitgesloten.
03 Indien in het bestek verschillende, geografisch verspreid liggende, locaties als werkterrein zijn aangeduid, is het 17.21.04 03 VERVALLEN
gestelde in de leden 01 en 02 van toepassing op deze locaties.
17.22.04 Veiligheidsmaatregelen bij reparatie en inspectie materieel 17.22.04 VERVALLEN
17.22.04 01 Bij werkzaamheden aan dan wel bij inspectie van het ingezette materieel, waarbij contact met de grond uit de 17.22.04 01 VERVALLEN
verontreinigde waterbodem, met het verontreinigde proceswater of met de verontreinigde aërosolen
daadwerkelijk optreedt, moet door de veiligheidskundige van de aannemer dan wel door de externe deskundige
op het gebied van veiligheidskunde of arbeidshygiëne worden beoordeeld of toepassing van extra persoonlijke
beschermings-middelen noodzakelijk is.
Dit is onder meer van toepassing bij:
a. werkzaamheden aan en het verhelpen van verstoppingen in de zuigmond, cutterkop, zuigleiding, pomp,
persleiding en vloeikisten;
b. werkzaamheden aan de grijper, knijper, emmerladder en stortgoot;
c. werkzaamheden in en aan het laadruim van de middelen van vervoer;
d. schoonmaakwerkzaamheden als bedoeld in artikel 17.25.03 lid 01.
17.25.04 Veiligheidsmaatregelen bij reparatie en inspectiematerieel
©MGM NAS - november 2011 Pagina 7 van 62 Louter projectmanagement ©
- 9. RAW2005versusRAW2010.xlsx
17.25.04 01 Bij werkzaamheden aan dan wel bij inspectie van het ingezette materieel, waarbij contact met de grond uit de
verontreinigde waterbodem, met het verontreinigde proceswater of met de verontreinigde aërosolen
daadwerkelijk optreedt, moet door de veiligheidskundige van de aannemer dan wel door de externe deskundige
op het gebied van veiligheidskunde of arbeidshygiëne worden beoordeeld of toepassing van extra persoonlijke
beschermingsmiddelen noodzakelijk is. Dit is onder meer van toepassing bij: a. werkzaamheden aan en het
verhelpen van verstoppingen in de zuigmond, cutterkop, zuigleiding, pomp, persleiding en vloeikisten;b.
werkzaamheden aan de grijper, knijper, emmerladder en stortgoot;c. werkzaamheden in en aan het laadruim
van de middelen van vervoer;d. schoonmaakwerkzaamheden als bedoeld in artikel 17.25.03 lid 01.
22.02.14 Grondwerk ten behoeve van verkeersregelinstallaties
22.02.14 01 Sleuven en gaten ten behoeve van het aanbrengen van verkeersregelinstallaties moeten zo snel mogelijk
worden gedicht.
22.02.15 Klei, verwerking en verdichting
22.02.15 01 De te verwerken klei en de ondergrond waarop de klei moet worden aangebracht, moeten vorst- en sneeuwvrij
zijn.
22.02.15 02 Een kleilaag niet aanbrengen op een ondergrond waarop waterplassen aanwezig zijn. In verband hiermee elke
laag afwaterend aanbrengen.
22.02.15 03 Vervoer van bouwstoffen over reeds aangebrachte klei moet versporend geschieden.
22.02.15 04 Indien verdichting is voorgeschreven, de klei aanbrengen in lagen met een dikte van ten hoogste 0,40 m,
gemeten na verdichting.
22.02.15 05 De dichtheid (proef 6) van verdichte klei moet ten minste 97% bedragen van de proctordichtheid (proef 9),
behorende bij het watergehalte als bedoeld in artikel 22.02.16
22.02.16 Klei, watergehalte
22.02.16 01 Het watergehalte van klei moet op het moment van verdichten, zowel over de gehele dikte van een te
verdichten laag als voor de bovenste 0,10 m, voldoen aan:
Hierin is:
w = watergehalte in % (m/m) , (proef 161.1) ;
wopt = optimumvochtgehalte in % (m/m) , (proef 5.1) ;
w1 = vloeigrens in % (m/m) , (proef 15) ;
wp = uitrolgrens in % (m/m) , (proef 15) ;
lp = plasticiteitsindex (Ip = w1 − wp) in % (m/m) , (proef 15) ;
lc = consistentie-index (eenheidsloze factor).
22.02.16 02 De consistentie-index Ic als bedoeld in lid 01 bedraagt:
0,75, indien de klei wordt toegepast als deklaag op de taluds en de kruin van een dijk;
0,60, indien de klei wordt toegepast in de kern van een dijk.
22.02.21 Klei, verwerking en verdichting 22.02.21 VERVALLEN
22.02.21 01 De te verwerken klei en de ondergrond waarop de klei moet worden aangebracht moeten vorst- en sneeuwvrij
zijn.
22.02.21 02 Een kleilaag niet aanbrengen op een ondergrond waarop waterplassen aanwezig zijn. In verband hiermee elke
laag afwaterend aanbrengen.
22.02.21 03 Vervoer van bouwstoffen over reeds aangebrachte klei dient versporend te geschieden
22.02.21 04 Indien verdichting is voorgeschreven, de klei aanbrengen in lagen met een dikte van maximaal 0,40 m,
gemeten na verdichting.
22.02.21 05 De dichtheid (proef 4.4) van verdichte klei moet ten minste 97% bedragen van de proctordichtheid (proef 5.1) ,
behorende bij het watergehalte als bedoeld in artikel 22.02.22
22.02.22 Klei, watergehalte 22.02.22 VERVALLEN
22.02.22 01 Het watergehalte van klei moet op het moment van verdichten, zowel over de gehele dikte van een te
verdichten laag als voor de bovenste 0,10 m, voldoen aan:
Hierin is:
w = watergehalte in % (m/m) , (proef 161.1) ;
wopt = optimumvochtgehalte in % (m/m) , (proef 5.1) ;
w1 = vloeigrens in % (m/m) , (proef 15) ;
wp = uitrolgrens in % (m/m) , (proef 15) ;
lp = plasticiteitsindex (Ip = w1 − wp) in % (m/m) , (proef 15) ;
lc = consistentie-index (eenheidsloze factor).
22.02.22 02 De consistentie-index Ic als bedoeld in lid 01 bedraagt:
©MGM NAS - november 2011 Pagina 8 van 62 Louter projectmanagement ©