1. Het arthousepubliek over de Nederlandse arthousefilm Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Binger Filmlab & Frans van Gestel Gefinancierd door het Nederlands Filmfonds Presentatie NFF, 28 september 2010 ______________________________________________________________ Paul Verstraeten Communicatie
2.
3.
4.
5. Bezoek Nederlandse films Paul Verstraeten Communicatie Tweederde ziet de films wel thuis op tv of dvd.
Aanleiding: tegenvallende bezoekcijfers Niet alleen kijken naar de marketing, vertoning, maar ook of de films het arthousepubliek voldoende aanspreken Onderzoek eind vorig jaar uitgevoerd: 428 arthousebezoekers (online, focusgroepgesprekken en interviews)
Het gaat niet om een kant en klare formule om het publiek te pleasen. Het publiek wil juist verwend en verrast worden door de creativiteit van de makers. Maar het is voor makers wel belangrijk om te weten wie hun publiek is, en waar zij in geïnteresseerd zijn.
Wie zijn de arthousebezoekers. Verwend publiek. Maar worden ze ook verwend door de Nederlandse film?
Waarom gaan deze mensen naar de bioscoop. En wat vinden ze vooral belangrijk bij de films die ze zien. Dit wordt bevestigd in de volgende interviewfragmenten. Waarin arthousebezoekers vertellen over goede Nederlandse films die ze hebben gezien en waarom ze die goed vinden. FILM 1
Nederlandse films worden vooral thuis gezien, maar zijn voor een groot publiek niet de eerste keus in het theater. Ook 50% van de niet-bezoekers ziet de films wel thuis. Bij de bezoekers is dat zelfs 88%.
Het publiek komt te weinig films tegen die ze goed genoeg vinden of die hen aanspreken. Daar gaan we direct verder op in. Helemaal eerlijk is de competitie ook niet: jaarlijks 10 films (zonder selectie) tegenover 100 films die worden uitgebracht, het beste van wat er uit het buitenland komt. De kans op een teleurstelling is groter bij NL films. En als je dan afhaakt, blijft een sterk (voor)oordeel bestaan. Wat zeggen de arthousebezoekers zelf. Wat vinden ze niet zo sterk aan Nederlandse films. FILM 2
Dit zijn de belangrijkste punten uit het onderzoek. Vooral op die aspecten die de arthousebezoekers belangrijk vinden, moeten Nederlandse films het vaak afleggen. Taal is belangrijk: slechte dialogen, maken het acteren zwak. Slaat bij een Nederlandse film als een boemerang terug. Bij buitenlandse films valt dat niet of veel minder op. Zelfs bij Engelstalige.
Onderzocht welke films en filmmakers ze heel goed vinden, en waarom ze dat vinden? Van Warmerdam stijgt er ver boven uit. Eddie Terstall tweede (de kwalificaties van Van Warmerdam zien we ook bij hem terug).
De meest genoemde titels die men heel goed vindt. Met de motivaties. Taal, humor, dialogen zijn heel belangrijk. Maar vooral de herkenbaarheid wordt heel erg gewaardeerd. Laten we luisteren naar wat de arthousebezoekers daar zelf over zeggen. Film 3
Een heel belangrijke asset/voordeel voor de Nederlandse film. Ook voor de arthousebezoekers. Want waarom zou je kiezen voor een aardige Nederlandse film boven een meesterwerk uit het buitenland als die niets extra’s te bieden heeft.
Niet zozeer een aspekt van publiciteit. Want die krijgen ze vaak wel, zeker in vergelijking met de buitenlandse films in de arthouse. Maar ze dringen zie niet op als urgent, een must see. En maken te weinig gebruik van het voordeel dat ze hebben.
Ben je in staat om in twee zinnen of in enkele beelden aan het publiek te laten zien waar de film over gaat, en waarom ze die zouden moeten zien. Herkenbaarheid is geen pleidooi voor een klompen cinema. Je ziet het ook internationaal: de auteurs zijn geworteld in hun eigen cultuur en vertellen hun verhalen vanuit dat perspectief. Ze winnen er gouden palmen, leeuwen en oscars mee. En wordt ook door het arthousepubliek gewaardeerd. Waarom zouden NL filmmakers dan zich moeten loszuigen van hun eigen cultuur?