Op zoek naar het goede leven, is op zoek naar het Koninkrijk van God. In de gelijkenis van de Zaaier laat Jezus ons zien, wat het Koninkrijk inhoud. De vier grondsoorten uit de gelijkenis van de Zaaier staan voor de hartsgesteldheid van de ontvangers van het gezaaide zaad (de ontvangers van het goede nieuws).Deze hartsgesteldheid is beïnvloedbaar door onze afgoden* en juist deze beïnvloeding door onze afgoden*, is een rode draad die door deze cursus loopt. *Om de overzichtelijkheid niet te verliezen, zijn in deze cursus alle denkbare afgoden onderverdeeld in vieren: geld, status, techniek (wereldse)vrijheid. Het Koninkrijk is, waar het goede nieuws gezaaid wordt door Jezus Christus in ons hart. Mits in goede grond gezaaid, worden we in Christus ook zaaiers en
zullen rijkelijk vrucht dragen. We ontvangen het goede nieuws van Jezus, waardoor we uitgedaagd worden te veranderen en het goede nieuws in woord en daad te delen met anderen.
Ride the Storm: Navigating Through Unstable Periods / Katerina Rudko (Belka G...
01 presentatie op zoek naar het goede leven
1.
2.
3. 18 Hoor en begrijp
dan nu de gelijkenis van de zaaier:
19 bij ieder die het woord van het koninkrijk
hoort maar het niet begrijpt, komt hij die het
kwaad zelf is en rooft wat hun in het hart is
gezaaid; bij hen is op de weg gezaaid.
(Mat 13:18,19)
4. Een jongen verteld heel
vermakelijk over de vele verre
vakanties, die hij samen met zijn vriendin
heeft ondernomen.“Wat voor werk doe je
eigenlijk?” wordt er door iemand gevraagd.
Dat kan soms een rotvraag zijn.
Soms schaam je je voor je baan.
Soms kan je gewoon niet uitleggen,
wat je precies doet. “Bij een
verzekeringsmaatschappij” antwoordt
de jongen, maar meteen begint
hij over iets anders.
5.
6. 20 Het zaad dat op
rotsachtige grond is gezaaid,
dat zijn zij die het woord horen
en het meteen met vreugde in zich opnemen.
21 Het schiet echter geen wortel in hen,
oppervlakkig als ze zijn. Worden ze vanwege
het woord beproefd of vervolgd,
dan houden ze geen
ogenblik stand.
(Mat 13:20,21)
7. “Wat is nu jouw droombaan?”
Wordt er door de zelfde persoon gevraagd.
Na enig aandringen, komt er als antwoord:
“gehandicapten, daar wil ik het liefst mee werken.
Ik baal van mijn saaie baan. Maar ja die vakanties. Als ik met
gehandicapten ga werken, zak ik flink in salaris en kunnen we
alleen nog maar in Nederland op vakantie.” “Oké,” zegt de
vraagsteller, “je gaat dus 49 weken per jaar ongelukkig zijn op je
werk, om 3 weken gelukkig te zijn op vakantie?” De ogen van de
jongen beginnen te stralen. Meteen spreekt hij zijn vriendin aan:
“ik wil de gehandicaptenzorg in!” “Maar dan kunnen we niet op
vankantie, dat weet je best!” is het meteen. De jongen
wordt kleiner. Een vriend zit er bij en mengt zich in
het gesprek. “Gehandicaptenzorg?” mompelt hij:
“dat is voor vrouwen hoor!”
8. We hebben de
beschermende dijken van tradities
en regels laten wegspoelen en noemen
dat vrijheid. Deze (wereldse)vrijheid is niet
geworteld is in het geloof in Jezus, daardoor
raken de echt belangrijke dingen in ons leven
(een leven in het Koninkrijk) op de achtergrond.
Dit maakt ons oppervlakkig (onverschillig) wat het
goede nieuws betreft. We geloven alleen als het
ons uitkomt, worden we beproefd vanwege het
goede nieuws (gaat het ons iets kosten), dan
houdt het geloof in Jezus geen stand.
Uiteindelijk verliezen we de
controle en gaat de afgod
‘vrijheid’ een eigen
(goden)leven
in ons leiden.
9. Techniek is een kracht,
die er zo veelbelovend uitziet, dat
we ons vertrouwen gaan stellen op het
geschapene en niet op de Schepper. Ons
vertrouwen op de techniek is niet geworteld in het
geloof in Jezus, daardoor raken de echt belangrijke
dingen in ons leven (een leven in het Koninkrijk) op
de achtergrond. Dit maakt ons oppervlakkig
(onverschillig) wat het goede nieuws betreft. We
geloven alleen als het ons uitkomt, worden we
beproefd vanwege het goede nieuws
(gaat het ons iets kosten), dan
houdt het geloof in Jezus geen
stand. Uiteindelijk verliezen
we de controle en gaat de
afgod ‘techniek’ een
eigen (goden)leven
in ons leiden.
10. 22 Het zaad dat tussen de
distels is gezaaid, dat zijn zij die
het woord horen, maar bij wie de zorg om
het dagelijkse bestaan en de verleiding
van de rijkdom het woord verstikken,
zodat het zonder vrucht blijft.
(Mat 13:22)
11. De jongen en zijn vriendin
hebben niet zo lang geleden een huis gekocht.
Slechts één bank wilde een hypotheek aanbieden,
want eigenlijk is het huis te duur voor hen. Ze willen allebei
wel kinderen, maar daar hebben ze nu echt geen geld voor
en trouwen zit er om dezelfde financiële redenen ook niet in.
Hun werk kunnen ze niet opzeggen, want dan missen ze hun fijne
vakanties, die ze echt nodig hebben, om bij te komen van hun saaie
baan. Geld aan goede doelen geven, dat willen ze wel, maar: “tja, dat
kan nu even niet hoor!” Hun vrienden, daar moeten ze echt eens vaker
langs, maar eerst klussen! “Daar zijn we nu toch wel even zoet mee.”
Iemand vraagt, waarom zij dan in vredesnaam dit huis hebben
gekocht, als hen dat zo beperkt? Hun antwoord is:
“we willen een groot huis, voor later als de kinderen
komen - en als je thuiskomt van dat rot werk,
dan is het wel zo prettig!”
12. Gewone zaken worden
groter en groter, totdat ze heilig
worden en we ze zelfs vergoddelijken.
We maken van onze bezittingen, ons
geld een soort god, daardoor is het
goede nieuws onbelangrijk geworden. Het
goede nieuws wordt verstikt door zorgen
om ons dagelijks bestaan en
de verleidingen van
rijkdom en blijft
zonder vrucht.
13. Laten we het onszelf eens afvragen, het
antwoord is waarschijnlijk een afgod van ons.
14. 23 Het zaad dat in goede
grond is gezaaid, dat zijn zij die het
woord horen en begrijpen.
Zij dragen dan ook rijkelijk vrucht,
deels honderdvoudig, deels zestigvoudig,
deels dertigvoudig.’
(Mat 13:23)