Eind vorig jaar verscheen paus Franciscus’
eerste grote publicatie: Evangelii Gaudium.
Binnenkort verschijnt de Nederlandse
vertaling. Roelf Haan over de economische
perspectieven die de paus schetst.
1. 8 Geloven
Franciscus: toewijding aan armen is
een geloofskwestie
Eind vorig jaar verscheen paus Franciscus’
eerste grote publicatie: Evangelii Gaudium.
Binnenkort verschijnt de Nederlandse
vertaling. Roelf Haan over de economische
perspectieven die de paus schetst.
Opinie
n Roelf Haan
De pauselijke publicatie Evangelii
Gaudium (De blijdschap van het Evangelie) maakt duidelijk dat de ene werkelijkheid waarin wij leven meer is
dan in vaktaal kan worden begrepen. Ook tegenover theologie en
kerk neemt de paus een transcenderend (overstijgend) standpunt in, of
liever: hij verwijst naar de transcendentie van het Evangelie.
Het hart van de mensen staat dan
alleen open voor ‘de beperkte horizon van de eigen immanentie en belangen’. Daartegenover stelt hij het
geloof in de transcendente God. ‘Ik
ben er vast van overtuigd dat openheid naar het transcendente een
nieuwe politieke en economische
mindset kan teweegbrengen die zou
bijdragen aan het neerhalen van de
scheidingsmuur tussen de economie
en het algemeen maatschappelijk
belang.’
Wij zijn van het Vaticaan gewend
dat het vindt dat de kerk nooit hoeft
te veranderen. Het seksuele misbruik van kinderen is de schuld van
de leden van de kerk. Die kunnen
zondigen, maar de kerk zelf is iets
mystieks en onaantastbaars, ‘iets’
dat niet kan zondigen. Paus Franciscus richt zich nu wel degelijk tot de
kerk zelf. Zij vertegenwoordigt in
veel opzichten een systeem dat tussen God en de gelovige is in komen
te staan, precies zoals dat het geval
is met de scheidingsmuur tussen de
economie en de arme.
Op de winkel passen
De kerk moet hervormd worden. Zij
lijdt aan geestelijke wereldgelijkvormigheid. In pastorale en missionaire
zin moet de kerk zich bekeren, de
dingen kunnen niet worden gelaten
zoals zij zijn. Het is niet meer genoeg
om op de winkel te passen. Kerkelijke structuren staan een dergelijke
vernieuwing in de weg, ook al zijn
op zichzelf goede structuren niet
voldoende: die moeten voortdurend
worden bestuurd, onderhouden en
geëvalueerd.
Dit transcendente standpunt
raakt heel de maatschappelijke werkelijkheid, dus zowel de kerk als de
economie. Weliswaar zegt de paus
dat hij evenmin als de kerk het mo-
nopolie heeft van de interpretatie
van de sociale werkelijkheid, maar
hij wijst erop dat aan de analyse van
die werkelijkheid altijd een visie
vooraf gaat. Het principiële debat
moet dus daarover gaan. Het evangelie is zo’n visie. Het moet worden
verkondigd, niet zozeer in debat,
maar in de dienst aan de ander en
aan de gemeenschap.
‘Wij moeten duidelijk en zonder
blad voor de mond te nemen zeggen’, aldus de paus, ‘dat ons geloof
en de armen onafscheidelijk met elkaar zijn verbonden.’ De toewijding
aan de armen is dus niet maar een
bijkomend ‘moreel’ gebod, het is
een zuivere geloofskwestie. Het document citeert 1 Johannes 3:17: ‘Wie
nu in de wereld een bestaan heeft en
zijn broeder gebrek ziet lijden, maar
zijn binnenste voor hem toesluit,
hoe blijft de liefde van God in hem?’
De armen zijn meer en meer van
de samenleving uitgesloten; zij zijn
het menselijk afval van de maatschappij. Dat ons type economische
groei als vanzelf zou doorsijpelen
naar de armen, is een nooit bewezen
mening. Het zou neerkomen op een
misplaatst vertrouwen in ‘de gesacraliseerde werking van het heersende economische systeem’.
Menselijke crisis
De financiële crisis komt voort uit
een diepe menselijke crisis, namelijk de ontkenning van het primaat
van de menselijke persoon. De mens
wordt gereduceerd tot zijn consumptieve behoeften. De dorst naar
macht en bezit kent geen grenzen.
In dit systeem, dat alles verslindt
wat in de weg staat van hogere
winsten, is wat breekbaar is, zoals
het milieu, weerloos tegenover de
belangen van een vergoddelijkte
Wat van ons
gevraagd wordt
is niet slechts de
optelling van kleine
persoonlijke gebaren
naar individuen in
nood
Paus Franciscus omhelt een man tijdens zijn bezoek aan een parochie in het centrum van Rome, afgelopen
zondag. Foto: ANP
markt die de enige regel wordt.
Als ik het pauselijk document
goed versta, dan zegt het niet anders
dan dat ook in de economie de erkenning, de herkenning en de hoop
op de komst van het Koninkrijk bepalend is voor het perspectief.
In de eigen woorden van Franciscus: ‘De Schriften spreken niet over
een uitsluitend persoonlijke relatie tot God. Wat van ons gevraagd
wordt is niet slechts de optelling van
kleine persoonlijke gebaren naar individuen in nood, een soort van liefdadigheid à la carte of een reeks daden die slechts ons geweten op zijn
gemak bedoelen te stellen.’
Het evangelie gaat over het Koninkrijk van God; over de liefde voor
God die regeert in onze wereld. Naar
de mate waarin hij regeert in ons,
zal het maatschappelijk leven de setting gaan bieden voor broederschap,
gerechtigheid en vrede.
De zin van de christelijke prediking en het christelijke leven is dat
zij een impact hebben op de samenleving. Het doel van economische
ontwikkeling is de insluiting van de
armen, zodat zij kunnen ‘participeren’. De armen zijn als het ware de
doelgroep van de economie.
Wij zien voortdurend dat voorstellen tot fundamentele verbetering
van ons economisch stelsel weinig
kans maken. De groep met de grootste openheid en kritische zin is die
van de ondernemers, en wel diegenen die de winst weliswaar zien als
onderdeel van hun wijze van opereren, maar niet als doel. Het doel is
de een of andere vorm van economische opbouw.
Maar het gangbare - het wereldgelijkvormige - denken kan zich geen
kritiek voorstellen op ‘de’ economie,
zonder die onmiddellijk ‘marxistisch’, of althans ‘links’ te noemen.
Ook dat lot zal deze paus dus wel
beschoren zijn. Maar het mist iedere
grond.
Links en rechts
Het politieke spraakgebruik - onkritisch gevolgd door de hele journalistiek - kent geen andere kritiek op
wat wij de markteconomie noemen
dan ‘linkse’ kritiek. Links en rechts
in dit schema hebben echter meer
gemeen dan dat zij verschillen. Het
is slechts een polaire tegenstelling
binnen hetzelfde systeemdenken.
Elkaar te betitelen als rechts dan wel
links bevestigt het systeem.
De bedreiging is fundamenteler.
Dus moet ook onze visie die aan de
analyse richting geeft fundamenteler zijn. Het systeem heeft zich
verzelfstandigd, terwijl het meer
anoniem en technisch is geworden.
Niet de doelen, maar de middelen
heersen - op onbeheersbare wijze.
De paus zegt terecht dat de oorzaken
van de armoede structureel zijn (uit
het systeem voortkomen).
De samenleving maakt niet
slechts een crisis door maar, zegt
hij, zij lijdt aan een ziekte die haar
verzwakt en frustreert en die alleen
maar tot nieuwe crises kan leiden.
Steunprogramma’s ter verzachting
van bepaalde urgente behoeften
kunnen niet meer zijn dan tijdelijke
maatregelen.
‘Zolang de problemen van de armen niet radicaal worden opgelost
onder verwerping van de absolute
autonomie van markten en financiele speculatie en onder het aanpakken van de structurele oorzaken van
de ongelijkheid, zal er voor de wereldproblemen geen oplossing worden gevonden.’
We kunnen op basis van dit pauselijke stuk een conclusie trekken.
De situatie is niet rechts, zodat het
antwoord links zou moeten zijn, of
omgekeerd. Het links/rechts-systeem
heeft alle traditie en gemeenschap
vloeibaar gemaakt en de mensen gedegradeerd tot consument en debiteur. Wij leven in een ‘globalisering
van onverschilligheid’. Deze kan
niet slechts van buitenaf worden
bestreden.
Dat hoeft ook niet, zegt Franciscus, want het evangelie luidt: Christus is vlees geworden. Geloof in de
opstanding en in de komst van het
Koninkrijk stelt ons in staat het kwade te overwinnen door het goede.
p Roelf Haan is econoom en
schreef onder meer Theology and
Economics. The hermeneutical case of
Calvin today (2012)
p In februari verschijnt bij Brusselse uitgeverij Licap een Nederlandse vertaling van Evangelii Gaudium. Dit is het tweede
deel van een tweeluik over dit
document