5. Semantic-aware applications Betekenis geven aan data Begrippen binnen context Connecties tussen data en/of personen Meerwaarde aan data Slimmer zoeken
6. “ People can be tagged as easily as objects” Baja Beach Club RFID-chip injecteren in tumor (hoeveel straling nodig) Conferenties Uren registeren Foto: nicolasnova
7. Geo-everything Foto: Miss_hg Objecten koppelen aan coördinaten Samenhang social networking services Mobiele apparaten ondersteunen geolocation technology
23. Personalisering eSchool News, 10/4/07 Leertrajecten afgestemd op individu, die invloed heeft op vormgeving leerproces, rekening houdend met datgene wat deelnemer al kan en kent. Leren geen individueel, maar een sociaal proces. Interactie en communicatie met anderen essentieel. Rubens, W. (2007)
24.
25.
26.
27. Bron: http://www.slideshare.net/igorterhalle Internet (r)evolutie 2.0 (participatie, massa’s informatie, transparantie, openheid, toegankelijkheid ) Web 2.0 is more than a set of ‘cool’ and new technologies and services ( JISC , 2007)
28. Web 2.0: een sociale (r)evolutie? Laagdrempelige manier voor individuen om te produceren, zelf content produceren, persoonlijk profileren (reputatie). Voorbeeld? Web 1.0: Reading, Receiving, Researching Web 2.0: Contributing, Collaborating, Creating Steven Hargadon , 2009
29. Web 2.0 sluit aan bij activerende didactiek, maar is geen garantie voor actief leren
30. Bring your own technology: the Personal Web Hyves MSN SMS Slideshare YouTube LinkedIn iTunes Flickr … . Hoe gaat het MBO daar mee om?
31. Bron: Nicole Bengiveno/The New York Times Grotere kloof tussen early adopters en late meerderheid Herkenbaar?
33. Open education Bron: FreeFoto.com Toegankelijk onderwijs Vrij toegankelijke leermiddelen Kennis vermeerdert door het te delen Efficiënt inzetten schaarse bronnen Open source software
34.
35. Verbinding formeel en informeel leren Cross, J. (2003). Informal Learning – the other 80% http://www.internettime.com/Learning/The%20Other%2080%25.htm The spending/outcomes paradox
36. Verbinding binnen- en buitenschools (niet alleen stage) Foto: Robstephaustralia Foto: loiclemeur
De volgende ‘competenties’ worden onderscheiden. In de eerste plaats basisvaardigheden zoals je moedertaal, rekenen, wereldtalen en burgerschapsompetenties. Ook vallen bepaalde thema’s onder deze categorie. Bijvoorbeeld je bewust zijn dat je deel uit maakt van een mondiale samenleving (global awareness) of het bewust en kritisch omgaan met gezondheidsvraagstukken. Op de tweede plaats competenties die vallen onder de categorie “ Leren en innoveren”. Hiertoe behoren c reatief zijn en kunnen innoveren; kritisch kunnen denken en problemen kunnen oplossen; communiceren en samenwerken. De derde categorie heeft te maken met het om kunnen gaan met informatie, media en ICT. Dat impliceert dat lerenden moeten weten hoe ze informatie kunnen vinden, kritisch selecteren en op een goede manier gebruiken (plagiaat, privacy). Daarnaast moeten mensen leren op een goede manier om te gaan met media. Een voorbeeld is dat je je bewust bent van het creëren van een digitale identiteit als je veel op internet publiceert (foto’s plaatsen, filmpjes plaatsen, reageren op bijdragen van anderen, het onderhouden van een sociaal netwerk op internet). ICT vaardigheden hebben te maken met het kunnen gebruiken van allerlei ICT-toepassingen binnen je werk en privéleven. Categorie 3 (live and carrier) heeft betrekking op het je kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden, verschillende rollen vervullen binnen een organisatie (met de betreffende verantwoordelijkheden) of omkunnen gaan met onzekerheden. Daarnaast is het belangrijk dat je zelf in staat bent om je leerdoelen te formuleren, om nieuwe initiatieve te ontplooien, verantwoordelijkheid te nemen en om prioriteiten te kunnen formuleren. Het effectief om kunnen gaan met tijd hoort hier ook bij. Verder is het belangrijk dat je kunt omgaan met collega’s die verschillende (culturele) achtergronden en karakters hebben. Een betrouwbare collega zijn hoort hier ook toe (integer ethisch).