SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  8
Spelen een ontdekkingsreis……
De invloed van spelen met goed speelgoed op de ontwikkeling van het kind.

Wilna van den Heuvel

Spelende kinderen op straat, in huis en op scholen. Overal zijn spelende kinderen die
ontzettend veel plezier beleven. In alle landen, in alle culturen wordt gespeeld. Weliswaar niet
overal op dezelfde manier, maar spelen is ieder kind eigen.
Door te spelen ontwikkelt een kind zich in al zijn facetten, alle ontwikkelingsgebieden
worden gestimuleerd. Deze uitspraak onderschrijft dus het belang van spelen voor kinderen.
De leefomgeving waarin het kind speelt is van grote invloed op de manier waarop het kind tot
spel komt. Het gezin, broertjes, zusjes, vriendjes en vriendinnetjes, de schoolsituatie,
speelgoed en uiteraard de ervaringen die het kind opdoet in het dagelijks leven bepalen mede
hoe en wat een kind speelt.
De invloed van andere culturen wordt ook in ons land steeds beter zichtbaar.
In de wijk en op school spelen kinderen uit allerlei culturen, wat het spel verrijkt. Kinderen
leren middels spel hoe de wereld van de ander in elkaar steekt.
Binnen de hulpverlening en het onderwijs wordt het belang van spelen onderkend en ingezet
om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.
De vraag komt echter naar boven, hoe ga je het spel inzetten, is het spelen om te spelen,
spelen om iets te leren of leren door te spelen. En welke hulpmiddelen ga je daarvoor in
zetten. Voor al deze doelen is het belangrijk dat er een uitnodigende omgeving wordt
gecreëerd, waarbij speelgoed en de rol van de volwassene belangrijk zijn.
Maar laten we eerst eens kijken wat spelen is, om wat beter zicht te krijgen op de invloed van
het spelen met goed speelgoed op de ontwikkeling van kinderen.

Wat is spelen?

Iedereen denkt te weten wat spelen is, we hebben immers allemaal gespeeld, maar als je
vraagt het te definiëren blijkt dat veel stof tot nadenken te geven. Allerlei elementen of
kenmerken van spel worden opgesomd. Maar wat de eigenlijke essentie van spel is?
De vraag is zo complex dat de verschillende theoretici en onderzoekers op het gebied van spel
er tot op de dag van vandaag niet in geslaagd zijn een sluitende definitie van spel te
formuleren. Wel zijn er een aantal kenmerken van spel die we in bijna iedere theorie tegen
komen. Zo is vrijwel iedere speldeskundige het er over eens dat spelen spontaan en vrijwillig
is, of in wetenschappelijke termen, voort komt vanuit een intrinsieke motivatie. Concreet
betekent dit dat je speelt om het plezier, in het bezig zijn zelf; het eventuele resultaat van de
bezigheid is van ondergeschikt belang. (dr. L.van der Poel, 1993) Kinderen zijn niet bezig met
het resultaat, ze vinden het niet belangrijk waar het spel toe leidt. Ze beslissen vaak nog
tijdens het spelen wat er gebeurt en veranderen steeds opnieuw van richting. Een berg zand
die in eerste instantie puur is om lekker te graven, verandert spontaan in een tunnel waarbij je
elkaars handen ontdekt, om vervolgens te veranderen in een kasteel.
Het feit dat het doel niet belangrijk is betekent ook dat je je soms helemaal kunt verliezen in
spel. Je gaat zo op in de activiteit dat je vergeet wat er in je omgeving gebeurt. Je bent
gedreven en zo betrokken, dat de wereld om je heen vervaagt en er een nieuwe wereld
ontstaat die naast de werkelijkheid staat. Het overbekende voorbeeld van het kind dat zijn bal
achterna rent, de straat op, zonder te kijken laat zien hoe het kind in zijn spel kan ‘zitten’.
Het kind kan zelf bepalen wat er in die spelwereld gebeurt onafhankelijk van wat de
omgeving daar van vindt.
Sommige speltheoretici zeggen dat je, als je speelt, een eigen wereld binnen stapt waar eigen
regels gelden en er eigen betekenissen aan gebeurtenissen en voorwerpen worden gegeven.
Een steentje wordt ineens een koekje en zacht zand wordt zout voor het eten dat gekookt is
van bladeren. Je vingers worden een spelfiguurtje dat kan lopen, springen en vliegen. De
auto’s kunnen vliegen en in een rollenspel ben jij ineens de baas. Je stapt een wereld binnen
van fantasie, je wordt prinses of een held van de tv. Je kunt je wereldje naar je hand zetten en
daar word je sterk van, het draagt bij aan een positief zelfbeeld.
In het spel worden spanning en ontspanning afgewisseld, waardoor het kind betrokken blijft
bij zijn activiteit, bepaalde verwachtingen koestert, zich laat verrassen en nieuwe
ontdekkingen doet. Er is geen begin- of eindpunt, het kind speelt zolang als het zelf wil,
verandert zijn koers als het in hem of haar opkomt. Pas door invloeden van buitenaf zoals tijd
om te eten, mee boodschappen doen, naar school moeten, of lichamelijke ongemakken zoals
vermoeidheid, honger of naar de wc moeten belemmeren de voortgang van het spel. Hier
kennen we de voorbeelden dat een kind ‘vergeet’ naar het toilet te gaan en vervolgens net te
laat is.
Door de vrijheid die een kind heeft tijdens het spel, het spel heeft immers geen consequenties
voor de niet-spelwereld, kan een kind volop experimenteren binnen een veilige situatie. Het
spelen is eigenlijk een grote ontdekkingsreis door de wereld van het kind.

Spel om te oefenen en uit te proberen
Binnen de veilige situatie van spel kan het kind materialen ontdekken en uitproberen,
onderzoeken wat er nou zo leuk is aan dit speelgoed, binnen bepaalde rollenspellen zichzelf
een rol aanmeten die hij in de ‘echte’ wereld niet kan zijn.
Het oefent onbewust zijn motoriek door te onderzoeken waar zijn grenzen liggen, hoe hoog
kan ik in die boom, kan ik harder rennen dan mijn buurjongen, vind ik het lekker om heel
hoog te schommelen. Het kind is niet bezig zijn motoriek te ontwikkelen maar ontwikkelt de
motoriek door te spelen.
Het spel van een zich normaal ontwikkelend kind is zo gevarieerd en divers dat het niet enkel
de lichamelijke ontwikkeling oefent maar ook de cognitieve en sociale ontwikkeling.
Door te experimenteren met constructiemateriaal ontstaan er bepaalde inzichten bij het kind,
hoe verbindingen gemaakt kunnen worden bijvoorbeeld, hoe maak ik die toren stevig, hoe
groot maak ik een huis als ik er ook nog stoelen en tafels in wil zetten. Het kind wordt alert
gemaakt op de geluiden om zich heen, hoe klinken steentjes als ik ze in het zand gooi, hoe
klinkt het als ik ze op de tegels laat vallen. Dus alle zintuigen worden geprikkeld en een kind
ervaart wat het prettig vindt.
En het leukst is het als het kind dit samen met anderen kan doen. Om een gezelschapsspelletje
te spelen zijn bepaalde sociale vaardigheden nodig om te kunnen overleggen, het kind moet
tegen zijn verlies kunnen, het ervaart dat het niet geaccepteerd wordt als je vals speelt.
Anderzijds leer het kind ook soepel om te gaan met regels, want in overleg de regels van het
spel aanpassen kan een veel leuker spel opleveren. Op deze manier maakt het kind het spel
spannender en net een beetje ingewikkelder of juist makkelijker. Het spel wordt aangepast aan
de eigen mogelijkheden, want het kind hoeft niet te presteren. Het kan alles uitproberen
zonder gevolgen. Het kind verlegt eigen grenzen maar overvraagt zichzelf niet in het spel.
Spelenderwijs worden kinderen dus steeds vaardiger en dat geldt voor de verschillende
gebieden van de ontwikkeling.

Spelen om te ontspannen
In onze hectische wereld wordt er veel van kinderen gevraagd. Ouders werken vaak beide
buitenshuis waardoor de weinige tijd die gedeeld wordt met de kinderen ook nog onrustig kan
zijn. Er moet nog van alles geregeld worden waardoor er minder tijd over blijft om lekker te
spelen. Door een evenwicht te vinden tussen ontspanning en inspanning is een kind beter
gewapend om zich staande te houden in deze hectische wereld. Het spel is ontspanning. Ook
voor volwassenen is het belangrijk om te ontspannen zodat je je beter kunt concentreren en
beter kunt presteren tijdens je werk. Een onderzoek van de Amerikaanse psycholoog
Czikszentmihayli toonde aan dat op zijn tijd even spelend bezig zijn (dat wil zeggen zonder
een specifiek resultaat na te streven) zelfs onontbeerlijk is voor een gezond functioneren. Dr.
Arnold Bakker, arbeidspsycholoog van de Universiteit Utrecht, zegt ‘nooit vakantie is een
gevaarlijke vorm van werkverslaving’ (Brabants Dagblad 2005). In Japan worden extreem
lange dagen gemaakt, een vakantie is daar een lang weekend maar het gebeurt ook regelmatig
dat een Japanner dood neervalt tijdens zijn werk. Vrije tijd is in vele andere landen niet zo
goed geregeld als in Nederland, maar de productiviteit per uur ligt in ons land veel hoger dan
in vele andere landen.
Dus zowel voor volwassenen als voor kinderen is de balans tussen inspanning en ontspanning
belangrijk, tussen werken en spelen. Ook volwassenen spelen, maar men noemt het liever
vrijetijdsbesteding.
Kinderen die voldoende ruimte krijgen om te spelen kunnen zich op school beter concentreren
en zullen door te spelen ook nieuwsgieriger worden naar alles wat zich in de wereld afspeelt,
dus ook meer zin krijgen om te leren.

Het juiste speelgoed
Net zoals de cognitieve ontwikkeling, de taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling
verloopt ook de spelontwikkeling in fasen. Zoals een kind voorzichtig begint met zijn eerste
stapjes te zetten voordat hij soepel wegloopt en gaat rennen begint een kind bij het spelen
eerst ook met het ontdekken van de wereld om zich heen.
Alle materialen en personen die het kind tegen komt worden geproefd, betast, beluisterd. Op
deze manier ontdekt het kind de eigenschappen en de mogelijkheden van de materialen, met
een blok kun je stapelen, met een bal kun je rollen. Later gaat het kind materialen combineren,
hoe klinkt het bijvoorbeeld als ik een blok op tafel tik, wat kan door dit gaatje, past het wel of
past het niet, hoeveel blokken kunnen op elkaar voordat ze omvallen. Later worden de
combinaties die kinderen maken zinvoller, bv een kopje hoort bij een schoteltje, een borstel
en een kam horen bij elkaar.
Als het kind ongeveer 2;6 à 3 jaar is zie je constructiespel ontstaan, het kind wil iets gaan
maken van losse onderdelen. Dit gebeurt in eerste instantie nog toevallig, maar al vrij snel
ontdekt het kind dat hij bewust naar een doel kan werken. Hij kan een huis maken zoals hij
vindt dat een huis er uit ziet. Het kind wil in deze fase ook alles mooi maken, er wordt een
dierentuin uitgestald, er worden mooie tekeningen gemaakt waarin langzaamaan een steeds
gerichter voorstelling te zien is. Deze fase van spel wordt lang gespeeld en wordt steeds
verder uitgediept, denk maar aan de vaders met de elektrische trein op zolder.
In deze periode ontstaan ook de eerste rollenspelletjes, kinderen gaan de werkelijkheid
naspelen, vadertje en moedertje is het meest geëigende voorbeeld of politie en boefje.
En pas daarna ontstaat het fantasiespel, zo rond de 3 jaar. Dan komt het spel volledig tot
ontplooiing, in deze fase creëert het kind zijn eigen wereld en worden alle facetten van de
ontwikkeling ten volle benut in het spel.
De regelspelletjes gaan ook in stapjes, zal een kind eerst tikkertje spelen enkel om het rennen
zelf, gaandeweg gaat het kind nadenken over hoe hij het snelst de ander kan vangen. Er wordt
een strategie bedacht om zo snel mogelijk tot het beste resultaat te komen.

De juiste moeilijkheidsgraad
Bij de keuze van speelgoed zul je rekening moeten houden met de ontwikkeling van je kind.
Als trotse ouder ben je soms geneigd om te moeilijk materiaal te kiezen, je gaat er vanuit dat
je kind dat zal leren, maar in de praktijk zal blijken dat het kind het al snel aan de kant legt en
er niets mee doet. Het zal dan het gevoel hebben te moeten presteren en komt niet meer tot
ontspanning.
Anderzijds is er natuurlijk ook het gevaar van te makkelijk speelgoed. Het kind moet zich wel
uitgedaagd voelen, uitgenodigd worden om met het spannende spel aan de slag te gaan om
zijn eigen grenzen te kunnen verleggen. Maar wel nauw aansluitend op hetgeen het al kan.
Het mag niet het gevoel hebben dat het ‘kinderachtig’ is.
Op vrijwel alle materialen die in de speelgoedwinkel liggen wordt een leeftijd aangegeven.
Dit is uiteraard een gemiddelde leeftijd, dus kijk hier kritisch naar want elk kind ontwikkelt
zich in een eigen tempo.
Als er nieuw speelgoed is aangeschaft is het wel belangrijk dat het spel uitgelegd wordt, als
begeleider of ouder kun je samen de mogelijkheden ontdekken van het materiaal waarbij het
kind alle ruimte krijgt het zelf te doen. Soms gaat het (vooral jonge) kind op een eigen,
gevarieerde manier om met het materiaal, dat is zijn manier van spelen. Het hoeft niet altijd
zoals de spelregels aangeven, want je streeft geen specifiek doel na. Het is spelen om te
spelen en niet om iets te bereiken.
De stichting Speel Goed Nederland heeft een aantal folders uitgebracht waarin voor iedere
leeftijdsgroep wordt beschreven welk speelgoed goed aansluit bij het ontwikkelingsniveau
van het kind.

Spelenderwijs leren met emoties om te gaan.
Zeker zo belangrijk bij de keuze van speelgoed is de emotionele ontwikkeling van kinderen.
Door te spelen ontwikkelt een kind zich. Het kind bedenkt niet zelf dat het moet spelen om te
groeien, maar een kind dat de ruimte krijgt om in alle vrijheid te spelen zonder daarbij allerlei
beperkingen opgelegd te krijgen leert positief naar zichzelf te kijken. Het krijgt hierdoor greep
op de omgeving. Het kind kan ervaringen die het in werkelijkheid heeft meegemaakt,
uitspelen in zijn spel. Hierdoor kan het moeilijke situaties uitspelen, emoties een plaats geven
en gebeurtenissen leren begrijpen. Een kind dat een spannende film heeft gezien kan deze
naspelen in zijn spel, niet om het zelfde gedrag na te doen, maar om zijn angst de baas te
worden. Als hij de held uit de film kan naspelen zal hij beter om kunnen gaan met deze angst
en ervaren dat hij in het spel ook de baas kan zijn. Het weet dat het spel is en niet echt. Hij
‘doet alsof’.
Doordat spelen niet gericht is op presteren, er geen resultaat wordt verwacht, is het plezierig
en werkt ontspannend. Het kind bepaalt uiteindelijk zelf hoe het zijn spel invult.
Een kind met een positief zelfbeeld staat open voor de wereld om zich heen en zal zich
uitgedaagd voelen door die wereld om op ontdekkingsreis te gaan.
Tijdens deze ontdekkingsreis wordt een balans gezocht tussen de innerlijke en omgevende
wereld van het kind. Het kind wordt er sterk van, het spel heeft een positieve uitwerking op
het zelfbeeld en de eigenwaarde.
Vooral door rollen- en fantasiespel krijgt het kind volop de ruimte deze eigen ervaringen uit te
spelen. In de peuterleeftijd is het daarom belangrijk dat er materialen aanwezig zijn die
gebruikt kunnen worden om situaties uit de nabije wereld van de peuter na te kunnen spelen
waar het zich mee kan identificeren. Zoals een fornuis net zoals papa en mama hebben of de
ruimte om de keukenspulletjes te gebruiken.
Een kleuter zal eerder behoefte hebben aan wat ‘stoerder’ speelgoed. Vooral jongetjes zul je
erg blij maken met een zwaard of pijl en boog, een ridderspel of cowboypak. Over dit
speelgoed is vaak discussie. Worden kinderen hier niet agressief van? Kinderen hebben dit
spel vaak nodig om de spannende wereld om zich heen een plaatsje te geven, ze zien beelden
op tv, ook de gruwelijke beelden van het nieuws. Door zelf dit spel te spelen krijgen ze greep
op die enge wereld. Daarbij is er ook vaak sprake van een stukje krachtmeting met
leeftijdgenoten. Ik ben toch lekker sterker….
Bij dit spel bestaat wel het gevaar dat ze zich er in verliezen. Soms dreigt de grens tussen
spelen en echt vechten te vervagen waardoor fantasie en werkelijkheid in elkaar overlopen.
Op zo’n moment moet je ingrijpen en het kind duidelijk maken waar de grens van spelen en
niet spelen ligt. Voor kinderen die zich erg makkelijk in dit spel verliezen is het soms beter dit
speelgoed niet te kopen. Wel zul je moeten achterhalen waar dit gedrag vandaan komt.
Misschien ziet het te veel enge tv programma’s of is hij eigenlijk erg onzeker en moet het zich
op deze manier staande houden.
Meisjes op de kleuterleeftijd kunnen zich helemaal laten gaan in een fantasiewereld van
sprookjes, prinsessen, elfjes en kabouters. Zij genieten op deze leeftijd enorm van rollenspel
en het materiaal dat aansluit bij deze wereld, zoals een poppenhuis dat ze kunnen inrichten in
een eigen, gefantaseerde wereld.
Ook in deze fantasiewereld kunnen ze zich verliezen en het gevoel krijgen dat ze de hele dag
een prinses zijn. Ook hier zal de grens tussen fantasie en werkelijkheid duidelijk moeten
blijven. Een kind weet meestal goed dat het ‘doet alsof’, bij het vervagen van deze grens zul
je soms moeten ingrijpen.

Samen plezier
Het samenspelen met andere kinderen is in deze tijd steeds lastiger te realiseren omdat het
buitenspelen vaak niet meer zonder toezicht mogelijk is. Op straat spelen is te gevaarlijk dus
als ouder zul je vaak situaties moeten creëren waarbij je de ruimte opzoekt en kinderen de
gelegenheid geeft met anderen te spelen.
Daarentegen bezoeken steeds meer kinderen al op vroege leeftijd een kinderdagverblijf waar
wel alle ruimte is om met andere kinderen om te gaan.
Het kind leert tijdens het samenspel rekening te houden met de ander en te kijken naar de
ander. Het leert delen en tegen zijn verlies kunnen. Een spelpartner speelt weer andere
ervaringen uit waarvan je weer kunt leren om je op die manier voor te bereiden op allerlei
situaties in de omringende wereld. Als twee kinderen winkeltje spelen zal de ene daar meer
gedreven in zijn en een voorbeeld kunnen zijn voor het andere kind waardoor het beter inzicht
krijgt in hoe je boodschappen doet. Ook zal een kind uit een andere cultuur ander spel laten
zien waardoor kinderen van elkaar meer zicht krijgen hoe het leven van de ander er uit kan
zien.
De kleine stapjes zien we ook in het samenspel. In het begin zal een kind alleen spelen, de
leeftijdgenoot is niet belangrijk en voegt niets toe in het spel. Later gaat het kind bewust
rondkijken naar andere kinderen om te ontdekken wat de ander doet. Speelgoed van de ander
wordt erg interessant en wordt vaak ‘afgepakt’, het gaat hier dan niet om het afpakken, maar
het is zo ‘leuk’.
Dan komt een fase dat ze roepen dat ze samen gaan spelen, maar uiteindelijk zitten ze gezellig
naast elkaar op dezelfde mat met hetzelfde materiaal te spelen maar ieder speelt zijn eigen
spel. Gaandeweg ontstaan er momenten van toevallig contact, omdat het ene kind iets nodig
heeft van de ander. Uiteindelijk zul je situaties zien waar kinderen bewust gaan overleggen
wat voor spel ze gaan spelen, ze maken afspraken over materiaal, ruimte en rollen die
verdeeld moeten worden. ‘Jij was de baby en ik de vader….’.
Later zien we natuurlijk de gezelschapsspellen waar je met velen aan deel kunt nemen. Er is
een zeker inzicht nodig, het denken moet al een bepaalde ontwikkeling hebben doorgemaakt,
om een gezelschapsspel goed te kunnen spelen. Kinderen zijn ongeveer 6 jaar als ze plezier
kunnen beleven aan een gezelschapsspel waarbij een zekere strategie belangrijk wordt. Eerder
(ongeveer 3 jaar) kunnen ze wel al een eenvoudige lotto of memorie spelen.
Kinderen uit andere culturen spelen vaak andere spelletjes dan kinderen uit Nederland.
Hoewel ze in luxe vorm vaak al in de winkels te vinden zijn of op de computer.

Gevarieerd spelen
Om alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren is natuurlijk een variatie aan materialen
belangrijk. Speelt een kind erg eenzijdig, dan blijven er ontwikkelingskansen liggen. Probeer
een kind te stimuleren met meerdere materialen te spelen en als het altijd hetzelfde kiest
probeer dan te achterhalen waarom een kind bijvoorbeeld altijd met lego speelt. Het kan zijn
dat het kind dit veilig vindt, hij weet wat hij daar mee moet doen en vindt het misschien lastig
om nieuw materiaal uit te proberen. De oorzaken van eenzijdig spel kunnen divers zijn en zul
je moeten koppelen aan dat ene kind.
Voor elk ontwikkelingsgebied is een keur aan speelgoed. Om enkele voorbeelden te noemen:
        Voor de zintuiglijke ontwikkeling, (tijdens het spel worden de zintuiglijke functies
geoefend zoals grijpen, kijken, voelen, luisteren en proeven) is water, zand, vingerverf,
materiaal met geluiden en bijvoorbeeld mozaïek erg geschikt.
        Voor de motorische ontwikkeling, (via spel worden allerlei lichamelijke functies
geoefend) zijn bewegingsmaterialen zoals fietsen, een glijbaan of skeelers belangrijk.
        Voor de cognitieve ontwikkeling, (het spel verbreedt de ervaringswereld en het denken
van het kind) is bouw- en constructiemateriaal belangrijk, puzzels, gezelschapsspellen en
expressie- en fantasiemateriaal.
        Voor de taalontwikkeling, (door de symboolontwikkeling wordt ook de taal
gestimuleerd) is vooral fantasie- en wereldspelmateriaal belangrijk zoals een boerderij, de
dierentuin of elk willekeurig thema.
Voor de sociale ontwikkeling, (het samenspelen, al doende leren ze rekening met elkaar te
houden, speelgoed te delen, even op elkaar te wachten, zich aan te passen aan wat de groep
wil) zijn uiteraard de gezelschapsspellen van belang en veel materialen die gebruikt kunnen
worden om rollenspel te spelen.
        Voor de emotionele ontwikkeling, (het kind kan ervaringen op een eigen niveau nog
eens uitspelen, doornemen, daardoor krijgt het kind meer greep op de gebeurtenissen en
verwerkt ze ook beter) is vooral expressiemateriaal zoals klei, teken- en knutselspulletjes en
fantasiemateriaal van belang.
Maar gelukkig heeft het meeste speelgoed meerdere mogelijkheden. Een kind kan zijn fiets
ook gebruiken als zijn paard, zodat hij een nog stoerder ridder kan zijn, met
constructiemateriaal kun je ook fantasiespel spelen, want het kind kan zijn eigen geweer
bouwen, van de blokken maakt hij een garage waar hij vervolgens met de auto’s in kan
spelen.
Speelgoed dat veel gebruiksmogelijkheden heeft, op veel verschillende manieren ingezet kan
worden, is aan te bevelen. Het kind zal hier het meeste plezier aan beleven en de totale
ontwikkeling wordt hierdoor gestimuleerd.
Bij het aanschaffen van speelgoed moet zeker ook rekening gehouden worden met onze
interculturele maatschappij. Het is steeds belangrijker ook materiaal aan te schaffen dat in
andere culturen te zien is, zodat onze kinderen ook spelen en opgroeien in deze interculturele
wereld, er vertrouwd mee raken en er zich thuis voelen.
Nog een belangrijke stap zijn natuurlijk de computerspellen, niet meer weg te denken. Het is
belangrijk dat een kind dat in deze tijd opgroeit kennis maakt met de computer. Er is lange
tijd aversie geweest voor het computergebruik door jonge kinderen. Er zijn echter veel leuke
spellen in de handel die een gevarieerd aanbod brengen, waar kinderen bijzonder veel plezier
aan kunnen beleven. Vaak is behendigheid nodig om de computer te kunnen bedienen, maar
kinderen hebben dat vaak snel onder de knie. Er zijn vele computerspellen die verschillende
ontwikkelingsgebieden stimuleren wat iets toevoegt aan de nodige variatie van aanbod van
‘speelgoed’.
Maar net zoals het geldt voor ‘gewoon’ speelgoed is eenzijdig gebruik van de computer ook
niet goed. Het kind zal gestimuleerd moeten worden allerlei materialen te ontdekken om zijn
wereld uit te breiden, dus computergebruik is goed binnen bepaalde beperkingen.

Goed speelgoed voor spelplezier en een goede ontwikkeling
Samenvattend kunnen we dus stellen dat de speelwaarde van speelgoed vorm krijgt door de
mogelijkheden van het materiaal en de invloed die het heeft op wat het kind er mee kan, wat
de waarde is voor het spel van het kind. Daarvoor moet gekeken worden naar welk speelgoed
geschikt is, elk kind is anders. Het moet dus aansluiten aan het cognitieve niveau (de
verstandelijke ontwikkeling) van het kind, het moet aansluiten aan de belevingswereld en het
moet de mogelijkheid in zich hebben om er samen met andere kinderen mee te spelen.
Bovendien is de variatie in het aanbod van speelgoed van belang om de algehele ontwikkeling
van het kind te stimuleren.
Dit lijkt erg complex, maar door goed naar je kind te kijken, het te observeren in zijn spel zie
je de (on)mogelijkheden van het kind en waar zijn interesses liggen. Het is belangrijk dat de
verkoper in de speelgoedzaak goed op de hoogte is van de mogelijkheden van speelgoed om
een goed advies te kunnen geven.
Naast de speelwaarde van het speelgoed is het belangrijk dat het er aantrekkelijk uitziet. Jonge
kinderen genieten van kleur, maar het moet niet afleiden van de vorm. Gekleurde blokken
voegen niets toe aan de spelmogelijkheden, maar brengen onrust. Belangrijk is dat het
speelgoed er waarheidsgetrouw uit ziet, zodat het geloofwaardig is voor een kind. Een
telefoon heeft geen gezicht.
En zeker is het belangrijk dat er gekeken wordt naar de veiligheid van speelgoed. De
Keuringsdienst van Waren houdt dit nauwlettend in de gaten. Men kan er van uitgaan dat het
speelgoed dat in de speciaalzaken wordt verkocht aan de voorwaarden van veilig speelgoed
voldoet en dat er een waarschuwing opstaat als het niet geschikt is voor kinderen onder een
bepaalde leeftijd.
Als volwassene kunnen we er toe bijdragen dat het spelplezier van het kind voorop staat en
dat kan door een aangename omgeving te scheppen waar voldoende ruimte is om te kunnen
spelen en in contact te komen met leeftijdgenoten, maar zeker ook door goed speelgoed aan te
schaffen
Dus laten we eerst genieten van het spelende kind, het kind laten ervaren dat spelen plezier
oplevert, waardoor het prettig in de wereld kan staan en op ontdekkingsreis wil. Het kind kan
hierdoor veel kracht en nieuwsgierigheid ontwikkelen, met als gevolg een intrinsieke
motivatie om te leren.

Literatuurlijst:

Bomhof, E., & Trossel, M., (1989).
Leren samenspelen.
Amersfoort/Leuven: Acco.

Oers van, B., & Pompert, B.,(1992).
Persoonlijkheidsontwikkeling en spel bij jonge kinderen.
Uit: De wereld van het jonge kind, Zeist: Dijkstra.

Csikszentmihalyi., M., (1999).
Flow, psychologie van de optimale ervaring.
Amsterdam/Boom

Janssen-Vos., F., (2004)
Spel en ontwikkeling, spelen en leren in de onderbouw
Assen/Koninklijke van Gorcum

Poel van der., L., (1994)
Play, a study into the observation of play and the relationships between play, creativity,
leisure and parental characteristics.
Culemborg/Phaedon

 De Wijs, H. & de Groot, R. (1993).
Speelgoed ontwerpen.
In R. de groot, E.G.M.J. Hakvoort -Koomen, L. van der Poel, H. Rost , M.A. Veldhoven
(red.), Speelblokken. Alphen aan de Rijn: Samsom HD Tjeenk Willink BV.

Stichting Speel Goed Nederland. Diverse folders in de serie: Het kind en zijn spel.
Amsterdam

Stichting JWI/ Opvoedingsvoorlichting (1994). Speelwijzer. Amersfoort.

Contenu connexe

Tendances

Kinderparticipatie hc6
Kinderparticipatie hc6Kinderparticipatie hc6
Kinderparticipatie hc6annekesomers
 
Van Droom Naar Werkelijkheid Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL Zwolle
Van Droom Naar Werkelijkheid   Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL ZwolleVan Droom Naar Werkelijkheid   Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL Zwolle
Van Droom Naar Werkelijkheid Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL ZwolleAnneStruik
 
Folder Pentabalans Samenspelen
Folder Pentabalans SamenspelenFolder Pentabalans Samenspelen
Folder Pentabalans SamenspelenTamara ter Veen
 
1batpc Descamps CéLine
1batpc Descamps CéLine1batpc Descamps CéLine
1batpc Descamps CéLineCelineD
 
Studiedag escalda spelend leren en sociaal ontwikkelen -
Studiedag escalda   spelend leren en sociaal ontwikkelen - Studiedag escalda   spelend leren en sociaal ontwikkelen -
Studiedag escalda spelend leren en sociaal ontwikkelen - Theo de Groot
 
De Kwaliteit Van Buitenschoolse Kinderopvang
De Kwaliteit Van Buitenschoolse KinderopvangDe Kwaliteit Van Buitenschoolse Kinderopvang
De Kwaliteit Van Buitenschoolse KinderopvangIlsegeldhof
 
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. BrochureDriessen Research
 
Logi-K, een nieuwe school met een nieuwe visie
Logi-K, een nieuwe school met een nieuwe visieLogi-K, een nieuwe school met een nieuwe visie
Logi-K, een nieuwe school met een nieuwe visielogi-k
 

Tendances (19)

Natuur
NatuurNatuur
Natuur
 
sessie 11 ppt talenten en kwaliteiten van kleuters
sessie 11 ppt talenten en kwaliteiten van kleuterssessie 11 ppt talenten en kwaliteiten van kleuters
sessie 11 ppt talenten en kwaliteiten van kleuters
 
sessie 55 ppt kindnatuurlijk spelen
sessie 55 ppt kindnatuurlijk spelensessie 55 ppt kindnatuurlijk spelen
sessie 55 ppt kindnatuurlijk spelen
 
Kinderparticipatie hc6
Kinderparticipatie hc6Kinderparticipatie hc6
Kinderparticipatie hc6
 
sessie 47 ppt kleuters een kleine niche
sessie 47 ppt kleuters een kleine nichesessie 47 ppt kleuters een kleine niche
sessie 47 ppt kleuters een kleine niche
 
Van Droom Naar Werkelijkheid Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL Zwolle
Van Droom Naar Werkelijkheid   Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL ZwolleVan Droom Naar Werkelijkheid   Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL Zwolle
Van Droom Naar Werkelijkheid Een Kdv Aan De Vrije School MichaëL Zwolle
 
Folder Pentabalans Samenspelen
Folder Pentabalans SamenspelenFolder Pentabalans Samenspelen
Folder Pentabalans Samenspelen
 
Vrijtijdsaanbob
VrijtijdsaanbobVrijtijdsaanbob
Vrijtijdsaanbob
 
Spel & spelen
Spel & spelenSpel & spelen
Spel & spelen
 
1batpc Descamps CéLine
1batpc Descamps CéLine1batpc Descamps CéLine
1batpc Descamps CéLine
 
De kleuter deel 1
De kleuter deel 1De kleuter deel 1
De kleuter deel 1
 
Cultuur
CultuurCultuur
Cultuur
 
Studiedag escalda spelend leren en sociaal ontwikkelen -
Studiedag escalda   spelend leren en sociaal ontwikkelen - Studiedag escalda   spelend leren en sociaal ontwikkelen -
Studiedag escalda spelend leren en sociaal ontwikkelen -
 
De Kleuter deel 2
De Kleuter deel 2De Kleuter deel 2
De Kleuter deel 2
 
De Kwaliteit Van Buitenschoolse Kinderopvang
De Kwaliteit Van Buitenschoolse KinderopvangDe Kwaliteit Van Buitenschoolse Kinderopvang
De Kwaliteit Van Buitenschoolse Kinderopvang
 
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 
Logi-K, een nieuwe school met een nieuwe visie
Logi-K, een nieuwe school met een nieuwe visieLogi-K, een nieuwe school met een nieuwe visie
Logi-K, een nieuwe school met een nieuwe visie
 
8. evolutie van het kinderlijk tekenen PBLO-V
8. evolutie van het kinderlijk tekenen PBLO-V8. evolutie van het kinderlijk tekenen PBLO-V
8. evolutie van het kinderlijk tekenen PBLO-V
 
Ppt welbevinden & betrokkenheid
Ppt welbevinden & betrokkenheidPpt welbevinden & betrokkenheid
Ppt welbevinden & betrokkenheid
 

Similaire à Spelen een ontdekkingsreis...

Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!Henk Orsel
 
Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.
Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.
Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.Petra Wilbrink
 
Gym 12 mei
Gym 12 meiGym 12 mei
Gym 12 meievaaa17
 
ZenoemenhemHomoLudens14022014
ZenoemenhemHomoLudens14022014ZenoemenhemHomoLudens14022014
ZenoemenhemHomoLudens14022014Cor Noltee, MEd
 
1. Inleiding
1. Inleiding1. Inleiding
1. Inleidingsofie
 
44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zien
44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zien44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zien
44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zienMarja van Schagen
 
Thea brejaart ced groep ervaringsgericht werken
Thea brejaart   ced groep ervaringsgericht werkenThea brejaart   ced groep ervaringsgericht werken
Thea brejaart ced groep ervaringsgericht werkenVNUEE
 
Concept jeugdbibliotheek
Concept jeugdbibliotheekConcept jeugdbibliotheek
Concept jeugdbibliotheekHans Tytgat
 
Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016
Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016
Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016Outside-school-Care
 
Filosoferen met kinderen
Filosoferen met kinderenFilosoferen met kinderen
Filosoferen met kinderenNatHumAni
 
Natuurlijke elementen 2 - studiedag Speelruimte
Natuurlijke elementen 2 - studiedag SpeelruimteNatuurlijke elementen 2 - studiedag Speelruimte
Natuurlijke elementen 2 - studiedag SpeelruimteJeugddienst Antwerpen
 

Similaire à Spelen een ontdekkingsreis... (20)

(Vrije)tijdsbeleving en spel van kinderen
(Vrije)tijdsbeleving en spel van kinderen(Vrije)tijdsbeleving en spel van kinderen
(Vrije)tijdsbeleving en spel van kinderen
 
yopples
yopplesyopples
yopples
 
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
 
Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.
Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.
Hoogsensitiviteit, wat kun je er mee? Handout voor begeleiders.
 
Gym 12 mei
Gym 12 meiGym 12 mei
Gym 12 mei
 
ZenoemenhemHomoLudens14022014
ZenoemenhemHomoLudens14022014ZenoemenhemHomoLudens14022014
ZenoemenhemHomoLudens14022014
 
Sessie 25 tekst_als_er_maar_veel_kinderen_komen
Sessie 25 tekst_als_er_maar_veel_kinderen_komenSessie 25 tekst_als_er_maar_veel_kinderen_komen
Sessie 25 tekst_als_er_maar_veel_kinderen_komen
 
sessie 9 ppt filosoferen met kinderen
sessie 9 ppt filosoferen met kinderensessie 9 ppt filosoferen met kinderen
sessie 9 ppt filosoferen met kinderen
 
eindwerk beeld
eindwerk beeldeindwerk beeld
eindwerk beeld
 
1. Inleiding
1. Inleiding1. Inleiding
1. Inleiding
 
44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zien
44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zien44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zien
44 08 schagen_door_te_kijken_ga_je_echt_zien
 
Thea brejaart ced groep ervaringsgericht werken
Thea brejaart   ced groep ervaringsgericht werkenThea brejaart   ced groep ervaringsgericht werken
Thea brejaart ced groep ervaringsgericht werken
 
Sessie 35 ppt roos blauw gender
Sessie 35 ppt roos blauw genderSessie 35 ppt roos blauw gender
Sessie 35 ppt roos blauw gender
 
sessie 35 ppt roos/blauw genderonderzoek en vrijetijd
sessie 35 ppt roos/blauw genderonderzoek en vrijetijdsessie 35 ppt roos/blauw genderonderzoek en vrijetijd
sessie 35 ppt roos/blauw genderonderzoek en vrijetijd
 
belevingsonderzoek schoolkinderen opvang
belevingsonderzoek schoolkinderen opvangbelevingsonderzoek schoolkinderen opvang
belevingsonderzoek schoolkinderen opvang
 
Concept jeugdbibliotheek
Concept jeugdbibliotheekConcept jeugdbibliotheek
Concept jeugdbibliotheek
 
Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016
Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016
Factsheet gezinslocatie natuurwerkdag ivn2016
 
Filosoferen met kinderen
Filosoferen met kinderenFilosoferen met kinderen
Filosoferen met kinderen
 
Natuurlijke elementen 2 - studiedag Speelruimte
Natuurlijke elementen 2 - studiedag SpeelruimteNatuurlijke elementen 2 - studiedag Speelruimte
Natuurlijke elementen 2 - studiedag Speelruimte
 
Jbom an piessens
Jbom an piessensJbom an piessens
Jbom an piessens
 

Spelen een ontdekkingsreis...

  • 1. Spelen een ontdekkingsreis…… De invloed van spelen met goed speelgoed op de ontwikkeling van het kind. Wilna van den Heuvel Spelende kinderen op straat, in huis en op scholen. Overal zijn spelende kinderen die ontzettend veel plezier beleven. In alle landen, in alle culturen wordt gespeeld. Weliswaar niet overal op dezelfde manier, maar spelen is ieder kind eigen. Door te spelen ontwikkelt een kind zich in al zijn facetten, alle ontwikkelingsgebieden worden gestimuleerd. Deze uitspraak onderschrijft dus het belang van spelen voor kinderen. De leefomgeving waarin het kind speelt is van grote invloed op de manier waarop het kind tot spel komt. Het gezin, broertjes, zusjes, vriendjes en vriendinnetjes, de schoolsituatie, speelgoed en uiteraard de ervaringen die het kind opdoet in het dagelijks leven bepalen mede hoe en wat een kind speelt. De invloed van andere culturen wordt ook in ons land steeds beter zichtbaar. In de wijk en op school spelen kinderen uit allerlei culturen, wat het spel verrijkt. Kinderen leren middels spel hoe de wereld van de ander in elkaar steekt. Binnen de hulpverlening en het onderwijs wordt het belang van spelen onderkend en ingezet om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. De vraag komt echter naar boven, hoe ga je het spel inzetten, is het spelen om te spelen, spelen om iets te leren of leren door te spelen. En welke hulpmiddelen ga je daarvoor in zetten. Voor al deze doelen is het belangrijk dat er een uitnodigende omgeving wordt gecreëerd, waarbij speelgoed en de rol van de volwassene belangrijk zijn. Maar laten we eerst eens kijken wat spelen is, om wat beter zicht te krijgen op de invloed van het spelen met goed speelgoed op de ontwikkeling van kinderen. Wat is spelen? Iedereen denkt te weten wat spelen is, we hebben immers allemaal gespeeld, maar als je vraagt het te definiëren blijkt dat veel stof tot nadenken te geven. Allerlei elementen of kenmerken van spel worden opgesomd. Maar wat de eigenlijke essentie van spel is? De vraag is zo complex dat de verschillende theoretici en onderzoekers op het gebied van spel er tot op de dag van vandaag niet in geslaagd zijn een sluitende definitie van spel te formuleren. Wel zijn er een aantal kenmerken van spel die we in bijna iedere theorie tegen komen. Zo is vrijwel iedere speldeskundige het er over eens dat spelen spontaan en vrijwillig is, of in wetenschappelijke termen, voort komt vanuit een intrinsieke motivatie. Concreet betekent dit dat je speelt om het plezier, in het bezig zijn zelf; het eventuele resultaat van de bezigheid is van ondergeschikt belang. (dr. L.van der Poel, 1993) Kinderen zijn niet bezig met het resultaat, ze vinden het niet belangrijk waar het spel toe leidt. Ze beslissen vaak nog tijdens het spelen wat er gebeurt en veranderen steeds opnieuw van richting. Een berg zand die in eerste instantie puur is om lekker te graven, verandert spontaan in een tunnel waarbij je elkaars handen ontdekt, om vervolgens te veranderen in een kasteel. Het feit dat het doel niet belangrijk is betekent ook dat je je soms helemaal kunt verliezen in spel. Je gaat zo op in de activiteit dat je vergeet wat er in je omgeving gebeurt. Je bent gedreven en zo betrokken, dat de wereld om je heen vervaagt en er een nieuwe wereld ontstaat die naast de werkelijkheid staat. Het overbekende voorbeeld van het kind dat zijn bal achterna rent, de straat op, zonder te kijken laat zien hoe het kind in zijn spel kan ‘zitten’. Het kind kan zelf bepalen wat er in die spelwereld gebeurt onafhankelijk van wat de omgeving daar van vindt.
  • 2. Sommige speltheoretici zeggen dat je, als je speelt, een eigen wereld binnen stapt waar eigen regels gelden en er eigen betekenissen aan gebeurtenissen en voorwerpen worden gegeven. Een steentje wordt ineens een koekje en zacht zand wordt zout voor het eten dat gekookt is van bladeren. Je vingers worden een spelfiguurtje dat kan lopen, springen en vliegen. De auto’s kunnen vliegen en in een rollenspel ben jij ineens de baas. Je stapt een wereld binnen van fantasie, je wordt prinses of een held van de tv. Je kunt je wereldje naar je hand zetten en daar word je sterk van, het draagt bij aan een positief zelfbeeld. In het spel worden spanning en ontspanning afgewisseld, waardoor het kind betrokken blijft bij zijn activiteit, bepaalde verwachtingen koestert, zich laat verrassen en nieuwe ontdekkingen doet. Er is geen begin- of eindpunt, het kind speelt zolang als het zelf wil, verandert zijn koers als het in hem of haar opkomt. Pas door invloeden van buitenaf zoals tijd om te eten, mee boodschappen doen, naar school moeten, of lichamelijke ongemakken zoals vermoeidheid, honger of naar de wc moeten belemmeren de voortgang van het spel. Hier kennen we de voorbeelden dat een kind ‘vergeet’ naar het toilet te gaan en vervolgens net te laat is. Door de vrijheid die een kind heeft tijdens het spel, het spel heeft immers geen consequenties voor de niet-spelwereld, kan een kind volop experimenteren binnen een veilige situatie. Het spelen is eigenlijk een grote ontdekkingsreis door de wereld van het kind. Spel om te oefenen en uit te proberen Binnen de veilige situatie van spel kan het kind materialen ontdekken en uitproberen, onderzoeken wat er nou zo leuk is aan dit speelgoed, binnen bepaalde rollenspellen zichzelf een rol aanmeten die hij in de ‘echte’ wereld niet kan zijn. Het oefent onbewust zijn motoriek door te onderzoeken waar zijn grenzen liggen, hoe hoog kan ik in die boom, kan ik harder rennen dan mijn buurjongen, vind ik het lekker om heel hoog te schommelen. Het kind is niet bezig zijn motoriek te ontwikkelen maar ontwikkelt de motoriek door te spelen. Het spel van een zich normaal ontwikkelend kind is zo gevarieerd en divers dat het niet enkel de lichamelijke ontwikkeling oefent maar ook de cognitieve en sociale ontwikkeling. Door te experimenteren met constructiemateriaal ontstaan er bepaalde inzichten bij het kind, hoe verbindingen gemaakt kunnen worden bijvoorbeeld, hoe maak ik die toren stevig, hoe groot maak ik een huis als ik er ook nog stoelen en tafels in wil zetten. Het kind wordt alert gemaakt op de geluiden om zich heen, hoe klinken steentjes als ik ze in het zand gooi, hoe klinkt het als ik ze op de tegels laat vallen. Dus alle zintuigen worden geprikkeld en een kind ervaart wat het prettig vindt. En het leukst is het als het kind dit samen met anderen kan doen. Om een gezelschapsspelletje te spelen zijn bepaalde sociale vaardigheden nodig om te kunnen overleggen, het kind moet tegen zijn verlies kunnen, het ervaart dat het niet geaccepteerd wordt als je vals speelt. Anderzijds leer het kind ook soepel om te gaan met regels, want in overleg de regels van het spel aanpassen kan een veel leuker spel opleveren. Op deze manier maakt het kind het spel spannender en net een beetje ingewikkelder of juist makkelijker. Het spel wordt aangepast aan de eigen mogelijkheden, want het kind hoeft niet te presteren. Het kan alles uitproberen zonder gevolgen. Het kind verlegt eigen grenzen maar overvraagt zichzelf niet in het spel. Spelenderwijs worden kinderen dus steeds vaardiger en dat geldt voor de verschillende gebieden van de ontwikkeling. Spelen om te ontspannen In onze hectische wereld wordt er veel van kinderen gevraagd. Ouders werken vaak beide buitenshuis waardoor de weinige tijd die gedeeld wordt met de kinderen ook nog onrustig kan zijn. Er moet nog van alles geregeld worden waardoor er minder tijd over blijft om lekker te
  • 3. spelen. Door een evenwicht te vinden tussen ontspanning en inspanning is een kind beter gewapend om zich staande te houden in deze hectische wereld. Het spel is ontspanning. Ook voor volwassenen is het belangrijk om te ontspannen zodat je je beter kunt concentreren en beter kunt presteren tijdens je werk. Een onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Czikszentmihayli toonde aan dat op zijn tijd even spelend bezig zijn (dat wil zeggen zonder een specifiek resultaat na te streven) zelfs onontbeerlijk is voor een gezond functioneren. Dr. Arnold Bakker, arbeidspsycholoog van de Universiteit Utrecht, zegt ‘nooit vakantie is een gevaarlijke vorm van werkverslaving’ (Brabants Dagblad 2005). In Japan worden extreem lange dagen gemaakt, een vakantie is daar een lang weekend maar het gebeurt ook regelmatig dat een Japanner dood neervalt tijdens zijn werk. Vrije tijd is in vele andere landen niet zo goed geregeld als in Nederland, maar de productiviteit per uur ligt in ons land veel hoger dan in vele andere landen. Dus zowel voor volwassenen als voor kinderen is de balans tussen inspanning en ontspanning belangrijk, tussen werken en spelen. Ook volwassenen spelen, maar men noemt het liever vrijetijdsbesteding. Kinderen die voldoende ruimte krijgen om te spelen kunnen zich op school beter concentreren en zullen door te spelen ook nieuwsgieriger worden naar alles wat zich in de wereld afspeelt, dus ook meer zin krijgen om te leren. Het juiste speelgoed Net zoals de cognitieve ontwikkeling, de taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling verloopt ook de spelontwikkeling in fasen. Zoals een kind voorzichtig begint met zijn eerste stapjes te zetten voordat hij soepel wegloopt en gaat rennen begint een kind bij het spelen eerst ook met het ontdekken van de wereld om zich heen. Alle materialen en personen die het kind tegen komt worden geproefd, betast, beluisterd. Op deze manier ontdekt het kind de eigenschappen en de mogelijkheden van de materialen, met een blok kun je stapelen, met een bal kun je rollen. Later gaat het kind materialen combineren, hoe klinkt het bijvoorbeeld als ik een blok op tafel tik, wat kan door dit gaatje, past het wel of past het niet, hoeveel blokken kunnen op elkaar voordat ze omvallen. Later worden de combinaties die kinderen maken zinvoller, bv een kopje hoort bij een schoteltje, een borstel en een kam horen bij elkaar. Als het kind ongeveer 2;6 à 3 jaar is zie je constructiespel ontstaan, het kind wil iets gaan maken van losse onderdelen. Dit gebeurt in eerste instantie nog toevallig, maar al vrij snel ontdekt het kind dat hij bewust naar een doel kan werken. Hij kan een huis maken zoals hij vindt dat een huis er uit ziet. Het kind wil in deze fase ook alles mooi maken, er wordt een dierentuin uitgestald, er worden mooie tekeningen gemaakt waarin langzaamaan een steeds gerichter voorstelling te zien is. Deze fase van spel wordt lang gespeeld en wordt steeds verder uitgediept, denk maar aan de vaders met de elektrische trein op zolder. In deze periode ontstaan ook de eerste rollenspelletjes, kinderen gaan de werkelijkheid naspelen, vadertje en moedertje is het meest geëigende voorbeeld of politie en boefje. En pas daarna ontstaat het fantasiespel, zo rond de 3 jaar. Dan komt het spel volledig tot ontplooiing, in deze fase creëert het kind zijn eigen wereld en worden alle facetten van de ontwikkeling ten volle benut in het spel. De regelspelletjes gaan ook in stapjes, zal een kind eerst tikkertje spelen enkel om het rennen zelf, gaandeweg gaat het kind nadenken over hoe hij het snelst de ander kan vangen. Er wordt een strategie bedacht om zo snel mogelijk tot het beste resultaat te komen. De juiste moeilijkheidsgraad Bij de keuze van speelgoed zul je rekening moeten houden met de ontwikkeling van je kind. Als trotse ouder ben je soms geneigd om te moeilijk materiaal te kiezen, je gaat er vanuit dat
  • 4. je kind dat zal leren, maar in de praktijk zal blijken dat het kind het al snel aan de kant legt en er niets mee doet. Het zal dan het gevoel hebben te moeten presteren en komt niet meer tot ontspanning. Anderzijds is er natuurlijk ook het gevaar van te makkelijk speelgoed. Het kind moet zich wel uitgedaagd voelen, uitgenodigd worden om met het spannende spel aan de slag te gaan om zijn eigen grenzen te kunnen verleggen. Maar wel nauw aansluitend op hetgeen het al kan. Het mag niet het gevoel hebben dat het ‘kinderachtig’ is. Op vrijwel alle materialen die in de speelgoedwinkel liggen wordt een leeftijd aangegeven. Dit is uiteraard een gemiddelde leeftijd, dus kijk hier kritisch naar want elk kind ontwikkelt zich in een eigen tempo. Als er nieuw speelgoed is aangeschaft is het wel belangrijk dat het spel uitgelegd wordt, als begeleider of ouder kun je samen de mogelijkheden ontdekken van het materiaal waarbij het kind alle ruimte krijgt het zelf te doen. Soms gaat het (vooral jonge) kind op een eigen, gevarieerde manier om met het materiaal, dat is zijn manier van spelen. Het hoeft niet altijd zoals de spelregels aangeven, want je streeft geen specifiek doel na. Het is spelen om te spelen en niet om iets te bereiken. De stichting Speel Goed Nederland heeft een aantal folders uitgebracht waarin voor iedere leeftijdsgroep wordt beschreven welk speelgoed goed aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Spelenderwijs leren met emoties om te gaan. Zeker zo belangrijk bij de keuze van speelgoed is de emotionele ontwikkeling van kinderen. Door te spelen ontwikkelt een kind zich. Het kind bedenkt niet zelf dat het moet spelen om te groeien, maar een kind dat de ruimte krijgt om in alle vrijheid te spelen zonder daarbij allerlei beperkingen opgelegd te krijgen leert positief naar zichzelf te kijken. Het krijgt hierdoor greep op de omgeving. Het kind kan ervaringen die het in werkelijkheid heeft meegemaakt, uitspelen in zijn spel. Hierdoor kan het moeilijke situaties uitspelen, emoties een plaats geven en gebeurtenissen leren begrijpen. Een kind dat een spannende film heeft gezien kan deze naspelen in zijn spel, niet om het zelfde gedrag na te doen, maar om zijn angst de baas te worden. Als hij de held uit de film kan naspelen zal hij beter om kunnen gaan met deze angst en ervaren dat hij in het spel ook de baas kan zijn. Het weet dat het spel is en niet echt. Hij ‘doet alsof’. Doordat spelen niet gericht is op presteren, er geen resultaat wordt verwacht, is het plezierig en werkt ontspannend. Het kind bepaalt uiteindelijk zelf hoe het zijn spel invult. Een kind met een positief zelfbeeld staat open voor de wereld om zich heen en zal zich uitgedaagd voelen door die wereld om op ontdekkingsreis te gaan. Tijdens deze ontdekkingsreis wordt een balans gezocht tussen de innerlijke en omgevende wereld van het kind. Het kind wordt er sterk van, het spel heeft een positieve uitwerking op het zelfbeeld en de eigenwaarde. Vooral door rollen- en fantasiespel krijgt het kind volop de ruimte deze eigen ervaringen uit te spelen. In de peuterleeftijd is het daarom belangrijk dat er materialen aanwezig zijn die gebruikt kunnen worden om situaties uit de nabije wereld van de peuter na te kunnen spelen waar het zich mee kan identificeren. Zoals een fornuis net zoals papa en mama hebben of de ruimte om de keukenspulletjes te gebruiken. Een kleuter zal eerder behoefte hebben aan wat ‘stoerder’ speelgoed. Vooral jongetjes zul je erg blij maken met een zwaard of pijl en boog, een ridderspel of cowboypak. Over dit speelgoed is vaak discussie. Worden kinderen hier niet agressief van? Kinderen hebben dit spel vaak nodig om de spannende wereld om zich heen een plaatsje te geven, ze zien beelden op tv, ook de gruwelijke beelden van het nieuws. Door zelf dit spel te spelen krijgen ze greep
  • 5. op die enge wereld. Daarbij is er ook vaak sprake van een stukje krachtmeting met leeftijdgenoten. Ik ben toch lekker sterker…. Bij dit spel bestaat wel het gevaar dat ze zich er in verliezen. Soms dreigt de grens tussen spelen en echt vechten te vervagen waardoor fantasie en werkelijkheid in elkaar overlopen. Op zo’n moment moet je ingrijpen en het kind duidelijk maken waar de grens van spelen en niet spelen ligt. Voor kinderen die zich erg makkelijk in dit spel verliezen is het soms beter dit speelgoed niet te kopen. Wel zul je moeten achterhalen waar dit gedrag vandaan komt. Misschien ziet het te veel enge tv programma’s of is hij eigenlijk erg onzeker en moet het zich op deze manier staande houden. Meisjes op de kleuterleeftijd kunnen zich helemaal laten gaan in een fantasiewereld van sprookjes, prinsessen, elfjes en kabouters. Zij genieten op deze leeftijd enorm van rollenspel en het materiaal dat aansluit bij deze wereld, zoals een poppenhuis dat ze kunnen inrichten in een eigen, gefantaseerde wereld. Ook in deze fantasiewereld kunnen ze zich verliezen en het gevoel krijgen dat ze de hele dag een prinses zijn. Ook hier zal de grens tussen fantasie en werkelijkheid duidelijk moeten blijven. Een kind weet meestal goed dat het ‘doet alsof’, bij het vervagen van deze grens zul je soms moeten ingrijpen. Samen plezier Het samenspelen met andere kinderen is in deze tijd steeds lastiger te realiseren omdat het buitenspelen vaak niet meer zonder toezicht mogelijk is. Op straat spelen is te gevaarlijk dus als ouder zul je vaak situaties moeten creëren waarbij je de ruimte opzoekt en kinderen de gelegenheid geeft met anderen te spelen. Daarentegen bezoeken steeds meer kinderen al op vroege leeftijd een kinderdagverblijf waar wel alle ruimte is om met andere kinderen om te gaan. Het kind leert tijdens het samenspel rekening te houden met de ander en te kijken naar de ander. Het leert delen en tegen zijn verlies kunnen. Een spelpartner speelt weer andere ervaringen uit waarvan je weer kunt leren om je op die manier voor te bereiden op allerlei situaties in de omringende wereld. Als twee kinderen winkeltje spelen zal de ene daar meer gedreven in zijn en een voorbeeld kunnen zijn voor het andere kind waardoor het beter inzicht krijgt in hoe je boodschappen doet. Ook zal een kind uit een andere cultuur ander spel laten zien waardoor kinderen van elkaar meer zicht krijgen hoe het leven van de ander er uit kan zien. De kleine stapjes zien we ook in het samenspel. In het begin zal een kind alleen spelen, de leeftijdgenoot is niet belangrijk en voegt niets toe in het spel. Later gaat het kind bewust rondkijken naar andere kinderen om te ontdekken wat de ander doet. Speelgoed van de ander wordt erg interessant en wordt vaak ‘afgepakt’, het gaat hier dan niet om het afpakken, maar het is zo ‘leuk’. Dan komt een fase dat ze roepen dat ze samen gaan spelen, maar uiteindelijk zitten ze gezellig naast elkaar op dezelfde mat met hetzelfde materiaal te spelen maar ieder speelt zijn eigen spel. Gaandeweg ontstaan er momenten van toevallig contact, omdat het ene kind iets nodig heeft van de ander. Uiteindelijk zul je situaties zien waar kinderen bewust gaan overleggen wat voor spel ze gaan spelen, ze maken afspraken over materiaal, ruimte en rollen die verdeeld moeten worden. ‘Jij was de baby en ik de vader….’. Later zien we natuurlijk de gezelschapsspellen waar je met velen aan deel kunt nemen. Er is een zeker inzicht nodig, het denken moet al een bepaalde ontwikkeling hebben doorgemaakt, om een gezelschapsspel goed te kunnen spelen. Kinderen zijn ongeveer 6 jaar als ze plezier kunnen beleven aan een gezelschapsspel waarbij een zekere strategie belangrijk wordt. Eerder (ongeveer 3 jaar) kunnen ze wel al een eenvoudige lotto of memorie spelen.
  • 6. Kinderen uit andere culturen spelen vaak andere spelletjes dan kinderen uit Nederland. Hoewel ze in luxe vorm vaak al in de winkels te vinden zijn of op de computer. Gevarieerd spelen Om alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren is natuurlijk een variatie aan materialen belangrijk. Speelt een kind erg eenzijdig, dan blijven er ontwikkelingskansen liggen. Probeer een kind te stimuleren met meerdere materialen te spelen en als het altijd hetzelfde kiest probeer dan te achterhalen waarom een kind bijvoorbeeld altijd met lego speelt. Het kan zijn dat het kind dit veilig vindt, hij weet wat hij daar mee moet doen en vindt het misschien lastig om nieuw materiaal uit te proberen. De oorzaken van eenzijdig spel kunnen divers zijn en zul je moeten koppelen aan dat ene kind. Voor elk ontwikkelingsgebied is een keur aan speelgoed. Om enkele voorbeelden te noemen: Voor de zintuiglijke ontwikkeling, (tijdens het spel worden de zintuiglijke functies geoefend zoals grijpen, kijken, voelen, luisteren en proeven) is water, zand, vingerverf, materiaal met geluiden en bijvoorbeeld mozaïek erg geschikt. Voor de motorische ontwikkeling, (via spel worden allerlei lichamelijke functies geoefend) zijn bewegingsmaterialen zoals fietsen, een glijbaan of skeelers belangrijk. Voor de cognitieve ontwikkeling, (het spel verbreedt de ervaringswereld en het denken van het kind) is bouw- en constructiemateriaal belangrijk, puzzels, gezelschapsspellen en expressie- en fantasiemateriaal. Voor de taalontwikkeling, (door de symboolontwikkeling wordt ook de taal gestimuleerd) is vooral fantasie- en wereldspelmateriaal belangrijk zoals een boerderij, de dierentuin of elk willekeurig thema. Voor de sociale ontwikkeling, (het samenspelen, al doende leren ze rekening met elkaar te houden, speelgoed te delen, even op elkaar te wachten, zich aan te passen aan wat de groep wil) zijn uiteraard de gezelschapsspellen van belang en veel materialen die gebruikt kunnen worden om rollenspel te spelen. Voor de emotionele ontwikkeling, (het kind kan ervaringen op een eigen niveau nog eens uitspelen, doornemen, daardoor krijgt het kind meer greep op de gebeurtenissen en verwerkt ze ook beter) is vooral expressiemateriaal zoals klei, teken- en knutselspulletjes en fantasiemateriaal van belang. Maar gelukkig heeft het meeste speelgoed meerdere mogelijkheden. Een kind kan zijn fiets ook gebruiken als zijn paard, zodat hij een nog stoerder ridder kan zijn, met constructiemateriaal kun je ook fantasiespel spelen, want het kind kan zijn eigen geweer bouwen, van de blokken maakt hij een garage waar hij vervolgens met de auto’s in kan spelen. Speelgoed dat veel gebruiksmogelijkheden heeft, op veel verschillende manieren ingezet kan worden, is aan te bevelen. Het kind zal hier het meeste plezier aan beleven en de totale ontwikkeling wordt hierdoor gestimuleerd. Bij het aanschaffen van speelgoed moet zeker ook rekening gehouden worden met onze interculturele maatschappij. Het is steeds belangrijker ook materiaal aan te schaffen dat in andere culturen te zien is, zodat onze kinderen ook spelen en opgroeien in deze interculturele wereld, er vertrouwd mee raken en er zich thuis voelen. Nog een belangrijke stap zijn natuurlijk de computerspellen, niet meer weg te denken. Het is belangrijk dat een kind dat in deze tijd opgroeit kennis maakt met de computer. Er is lange tijd aversie geweest voor het computergebruik door jonge kinderen. Er zijn echter veel leuke spellen in de handel die een gevarieerd aanbod brengen, waar kinderen bijzonder veel plezier aan kunnen beleven. Vaak is behendigheid nodig om de computer te kunnen bedienen, maar kinderen hebben dat vaak snel onder de knie. Er zijn vele computerspellen die verschillende
  • 7. ontwikkelingsgebieden stimuleren wat iets toevoegt aan de nodige variatie van aanbod van ‘speelgoed’. Maar net zoals het geldt voor ‘gewoon’ speelgoed is eenzijdig gebruik van de computer ook niet goed. Het kind zal gestimuleerd moeten worden allerlei materialen te ontdekken om zijn wereld uit te breiden, dus computergebruik is goed binnen bepaalde beperkingen. Goed speelgoed voor spelplezier en een goede ontwikkeling Samenvattend kunnen we dus stellen dat de speelwaarde van speelgoed vorm krijgt door de mogelijkheden van het materiaal en de invloed die het heeft op wat het kind er mee kan, wat de waarde is voor het spel van het kind. Daarvoor moet gekeken worden naar welk speelgoed geschikt is, elk kind is anders. Het moet dus aansluiten aan het cognitieve niveau (de verstandelijke ontwikkeling) van het kind, het moet aansluiten aan de belevingswereld en het moet de mogelijkheid in zich hebben om er samen met andere kinderen mee te spelen. Bovendien is de variatie in het aanbod van speelgoed van belang om de algehele ontwikkeling van het kind te stimuleren. Dit lijkt erg complex, maar door goed naar je kind te kijken, het te observeren in zijn spel zie je de (on)mogelijkheden van het kind en waar zijn interesses liggen. Het is belangrijk dat de verkoper in de speelgoedzaak goed op de hoogte is van de mogelijkheden van speelgoed om een goed advies te kunnen geven. Naast de speelwaarde van het speelgoed is het belangrijk dat het er aantrekkelijk uitziet. Jonge kinderen genieten van kleur, maar het moet niet afleiden van de vorm. Gekleurde blokken voegen niets toe aan de spelmogelijkheden, maar brengen onrust. Belangrijk is dat het speelgoed er waarheidsgetrouw uit ziet, zodat het geloofwaardig is voor een kind. Een telefoon heeft geen gezicht. En zeker is het belangrijk dat er gekeken wordt naar de veiligheid van speelgoed. De Keuringsdienst van Waren houdt dit nauwlettend in de gaten. Men kan er van uitgaan dat het speelgoed dat in de speciaalzaken wordt verkocht aan de voorwaarden van veilig speelgoed voldoet en dat er een waarschuwing opstaat als het niet geschikt is voor kinderen onder een bepaalde leeftijd. Als volwassene kunnen we er toe bijdragen dat het spelplezier van het kind voorop staat en dat kan door een aangename omgeving te scheppen waar voldoende ruimte is om te kunnen spelen en in contact te komen met leeftijdgenoten, maar zeker ook door goed speelgoed aan te schaffen Dus laten we eerst genieten van het spelende kind, het kind laten ervaren dat spelen plezier oplevert, waardoor het prettig in de wereld kan staan en op ontdekkingsreis wil. Het kind kan hierdoor veel kracht en nieuwsgierigheid ontwikkelen, met als gevolg een intrinsieke motivatie om te leren. Literatuurlijst: Bomhof, E., & Trossel, M., (1989). Leren samenspelen. Amersfoort/Leuven: Acco. Oers van, B., & Pompert, B.,(1992). Persoonlijkheidsontwikkeling en spel bij jonge kinderen. Uit: De wereld van het jonge kind, Zeist: Dijkstra. Csikszentmihalyi., M., (1999). Flow, psychologie van de optimale ervaring.
  • 8. Amsterdam/Boom Janssen-Vos., F., (2004) Spel en ontwikkeling, spelen en leren in de onderbouw Assen/Koninklijke van Gorcum Poel van der., L., (1994) Play, a study into the observation of play and the relationships between play, creativity, leisure and parental characteristics. Culemborg/Phaedon De Wijs, H. & de Groot, R. (1993). Speelgoed ontwerpen. In R. de groot, E.G.M.J. Hakvoort -Koomen, L. van der Poel, H. Rost , M.A. Veldhoven (red.), Speelblokken. Alphen aan de Rijn: Samsom HD Tjeenk Willink BV. Stichting Speel Goed Nederland. Diverse folders in de serie: Het kind en zijn spel. Amsterdam Stichting JWI/ Opvoedingsvoorlichting (1994). Speelwijzer. Amersfoort.