Presentatie door dr. Paul Kempeneers op vrijdag 24 mei 2013 om 19.30 uur in de Raadzaal van het Stadhuis, Stationsstraat 39 in Landen. Studie over de plaatsnamen van Attenhoven.
Voor zijn toponymie van Vertrijk raadpleegde dr. Paul Kempeneers alle beschikbare archivalische bronnen. De auteur beschreef dan het hele namenbestand in een aantal rubrieken. Zo ontstond tegelijk een wetenschappelijk en leesbaar boek. Zie ook http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-30.html
2. Overzicht van de lezing
• Deel I: Mijn werkgebied: het Hageland
• Deel II: Verzameling van het materiaal
– 1. Gedrukte werken
– 2. Archiefonderzoek
» onuitgegeven doorlopende teksten
» cartografisch materiaal
– 3. Verzameling van toponiemen alfabetisch
– 4. Historische atlas met thesaurus
• Deel III: Verwerking van het materiaal
– 1. Synthese: Toponiemen in rubrieken en klapper achteraan
– 2. Illustraties: Historische documenten, prenten en kaarten
29. Alfabetische lijsten met attestaties chronologisch
gerangschikt.
Kaatsbaan(straat)
- 1611 Josephus baten op synen kemphoff gelegent int middel vant dorp aen
die caetsbaen (K 2344/2, f. 27v).
- 1685 h&h aen de caetsbaene (K 2344/3, f. 54).
- 1713 Caetsbane straet (Hendrick fies, Blasius Laudis (= B 189-190), Jan
stiers, tiliman stiers, Aert tits...),
- 1739 Relicta Carel mans ... op haer huys en hof gelegen int midden des
dorps rgt. de hoelstraet ter jdre, de keestraet ter 2dre, gilis L'amoir ter
3dre, de caetsbaen ter 4dre seyde; ... rgt. giel L'amoir, de kaetsbaen (K
2344/5, f. 63); - 1739 Relicta nys petermans (= B 199) ... op syn huys en
hof gelegen op de caetsbaen rgt. relicta Carel mans ter jdre en 2dre, petrus
goffin ter 3dre, de caetsbaen ter 4dre seyde (K 2344/5, f. 63).
- 1748 sekere ledighe plaetse alhier op het dorp op die catsbaene (SB 11, f.
186v).
- 23 juli 1763 charle mans (erft) het huys schure stallingen warmoeshoff
ende wyde ... rgt. op de caetsbaene tot attenhoven, die keesstrate, peeter
roosen oft die stege, huber goffin ende die weduwe dyoneys peetermans (SB
8, f. 193).
30. Alfabetische lijsten met attestaties chronologisch
gerangschikt.
Reinvaarhof
- 1530 Walterus euerarts (ortum) supra witborn strate dictum reynvaen hoff
(L 795, f. 27v).
- 1611 Wilhelmus hasselt op synen reynvaen hoff gelegen inden witborne
rgt. die heren van S. Lambrechts (K 2344/2, f. 56).
- 1627 Christianus Loyet - j h. spelte ende j qrt corens de horto dicto
reynvaen (DHO, f. 112v).
- 1628 Henrick miewis h&h geheeten den reijnvaen hoff opt linde rgt.
tsheeren straet in dreij zijden ende achter michiel micken (L 801, f. 171v).
- 1642 Henr de vos huys ende hoff gelegen t attenhouen geheeten den
reijnvaer hoff opde linde rgt. die molenstraet, die lindestraet ende den eijgen
hoff (L 495, f. 51v, 86v).
- 1660 Christiaen Louwet (> nu Jan roosen) vj roijen hoffs gelegen opde
witborn straet geheeten den reijnvaen hoff (J. Louwet) (L 802, f. 113v).
- 1660 Henr de vos (> nu Jan van Lijssem) van sijn huijs en hoff gelegen
t’attenhoùen geheeten den reijnvaenhoff oft linde (L 802, f. 165v).
- 1707 Henri De scroets (> nu Jan Louwet bij coope) vj roeden hoffs gelegen
opdie witborn straet geheten den reynvaen hoff (L 497, f. 86); 1707 Jan van
Leijssum van h&h ... geheten den reynvaer hoff oft linde (L 497, f. 131v).
- 1741 huijs ende hooff geheten rijnvaert oft linde toestaende hendrick
heusdens (SB 23, p. 26).
B 400.
37. Beschrijving van de Molenbeek (nr. 4.100)
Molenbeek (4.100): ca. 1482 opte moelen beecke (R 44.768, f.
2), 1509 te hoechborne rgt. die moelebeke (SG 54, p. 4), 1641 opde lange
straete rgt. die meulebeeck (SB 2, f. 23v), 1676 die molen beck van
Attenhouen (SB 6, f. 26), 1828 Ruisseau dit Molebeek (k. Chamelot), ca.
1865 Molenbeek Ruisseau (k. Popp), 1954 Molenbeek nr. 4.100 (AW). - De
Molenbeek ontspringt in Walshoutem. Nabij de grens tussen Wezeren en
Walshoutem ontvangt ze de Zevenbronnenbeek (nr. 4.103). In Landen kreeg
ze de naam Molenbeek vanwege de molen van Roeferdingen. Deze benaming
is heden nog in gebruik en geldt dan voor de hele bovenloop van de
Dormaalsebeek, die verder uitmondt in de Kleine Gete (Ke2000, 36-37).
Beek: 1509 te rumsdorp opte beecke (SG 55, f. 23), 1641 het
waterhoff rgt. die beeck ter deerder (SB 2, f. 25v), 17 juli 1663 sekeren hoff
genaempt castel hoff rgt. die beke (SB 4, f. 104), 1685 in den holeijdt rgt.
de beeck (K 2344/3, f. 61), 1739 de lansche straet rgt. de beeck (K
2344/5, f. 62v), 1749 de beecke van landen naer attenhoven (SG 12, p. 14).
- Dikwijls wordt gewoon het appellatief Beek gebruikt.
39. Veldnamen. Voorbeeld Kalisgroen met
attestaties en verklaring
4.2.3. Een groene Groeve
Cautbiersgroeve: ca. 1370 in loco dicto ad fossam caudebier, in fossa cautbire (L 4, f. 79-
79v), ca. 1370 [en liw condist] cadebier grobe, in loco dicto cambyrsgroeue, in loco dicto in
cautbyrsgroeue (L 4, f. 101), 1418 supra caubiers groeue (L 792, f. 33 v), 1418 in loco dicto
caubiersgroefue (L 792, f. 84v), 1530 op caubiersgroeue non remote de landen (L 795, f. 4), 1577 supra
locum dictum caubiersgroeue (L 800, f. 8). - Verdwenen steengroeve op de Steenberg naast de weg naar
Walsbets, in de omgeving van de percelen B 524-526 (kaart 18). Het eerste lid is een persoonsnaam.
Vergelijk met 1390 Johannes Coutbier of Coubier (R 44.755, f. 5v en 33v). Deze naam werd al vlug
verward met de bekende naam Cauberchs, zoals blijkt uit volgende attestaties.
Cauberchsgroeve: 1418 in loco dicto cauberchsgroeue (L 791, f. 36), 1418 in locum dictum
caueberchs groefue (L 792, f. 18 v), 1418 in caueberchsgroefue (L 792, f. 40v), 1535 boven cauberghs
groefve (L 797, f. 56), 1546 bouen den hautems wech te cauberchs groeue wert (L 494, f. 21), 1628
bouen cauberchs groen (L 801, f. 44), 1642 te cauberch groet weert (L 495, f. 25v), 1660 in den
steenberch te Cauberchs groen (L 802, f. 71), 1730 op den Hautemschen wegh te Cavenberghs Groon
wert (SB 22, p. 242). - Na zekere tijd werd ook het tweede lid niet meer herkend. De weg lag open voor
verdere vervorming. Uiteindelijk ontstond volksetymologisch de nieuwe naam Kalisgroen.
Kalisgroen: 1613 (Armentafel) op capysgroen den wech die van Attenhouen nae hautem gaet
daer deur gaende (K 2344/2, f. 68), dit is het perceel B 548-549 van de Armentafel, 1645 schaulants
gelegen ontrent caues groen alhier (SB 2, f. 102v), 1685 niet verre van Cales groen (K 2344/3, p. 6), 13
maart 1704 (verkoop van land) aen calis croen (SB 7, f. 121v), 1733 aen carels groen (SB 10, f. 36), 1785
(H. Geesttafel van Landen, 8 roeden) aen calis groen (K 24.213, f. 3v), 1737 int groet veldt aen Calisgroen
(K 805, p. 150), 1828 Kalisgroen (k. Chamelot). Verder uitgebreid met gracht in Kalisgroengracht: 1628
opden hautemschen wech op den cauberchs groen gracht (L 801, f. 114v), 1750 (land) by carlis groen
graght (SB 12, p. 90). - Een mooie re-interpretatie vinden we in OLE nr. 36, waar Kalisgroen, vroeger de
Houtemstraat, verklaard wordt uit "kalisse of kalissiehout (berm of bos), dat zoethout of drop bevat" (p.
59).
41. Straatnamen. Voorbeeld Keskenssteeg met
attestaties en verklaring
Geyskenssteeg: 1653 (hof) op geyskesteege (SB 3, f. 101), 1672
aen geyskens stege (SB 5, f. 52v), 1674 eenen graeshoff ... rgt. gijeskis
stege (SB 6, f. 5), 1675 tgheesken steegh (K 16.163, f. 27), 1685 het
gasthuijshofken seu geijskens steegh (K 2344/3, f. 56), 1698 tgheesken
steegh (K 16.164, f. 2), 7 aug. 1699 in de wittborne rgt. de gastes steeghe
(SB 7, f. 64), 11 juli 1701 in de geestiens steeghe (SB 7, f. 87), 1713 Jan
geyskens stege (K 2344/4, p. 58), 1733 weyde rgt. geeskenssteghe (SB
10, f. 46v). - Straatje genoemd naar de eigenaar Jan Geyskens. Later
vervormd tot Ganzesteeg: 1742 in den wit borne rgt. die ganse stege (SB
11, f. 55v), maar vooral tot Keskenssteeg: 1791 het kesken steghe (SB
16, p. 110), 1828 Keskensstege (k. Chamelot), 1843 Chemin des Chandelles
(ABu), ca. 1865 Keskens stege (k. Popp). Keskens werd opgevat als het
dialectisch woord voor 'kaarskens', wat blijkt uit de vertaling Chemin des
Chandelles. Mooi maar onjuist is het verhaal van Jacobs in OLE 1979, nr.
6, p. 13. Deze ziet in Keskes het dialectisch woord voor Kastje, dat de naam
van de leprozerij zou zijn. Het avondofficie bij dit gebouw werd gevolgd door
een ommegang in de vorm van een kaarskensprocessie.
49. Fine coronato nobilitatur opus (Verinus).
Van een begonnen werk is 't licht wat lof te halen,
Maar als 't voltrokken is, mag men eerst zegepralen.
Naar: Frans T'Serstevens,
Schat van zedespreuken en lessen.
Brussel, 1755.
50. Dank u voor uw aandacht
Meer informatie:
www.kempeneers.org