SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  13
Télécharger pour lire hors ligne
Q: Waarom het Techniekpact?
• Nederland is een welvarend land en staat in de top-5 van internationale ranglijst voor
concurrentiekracht. Om die positie vast te houden en te versterken, moeten we inspelen op
nieuwe marktkansen en maatschappelijke uitdagingen.
• Dit vraagt om een goed opgeleide beroepsbevolking, met voldoende slimme en vakbekwame
technici.
• Terwijl er sprake is van lopende werkloosheid gaan er tot 2020 jaarlijks meer dan 70.000
(tienduizenden) bouwvakkers, installateurs, elektrotechnici en werktuigbouwers met pensioen.
Om deze technici te kunnen vervangen en te kunnen voldoen aan de uitbreidingsvraag op het
moment dat de economie weer aantrek, is actie nodig!
• Doel van het Techniekpact is een goed werkende arbeidsmarkt voor technici, en verbetering
van het technisch onderwijs door intensieve samenwerking tussen onderwijsinstellingen en
bedrijven.
Q: Wordt het Techniekpact niet het zoveelste plan? Wat gaat u nu echt concreet doen?
• We hebben geen nieuwe plannen gemaakt. Met dit Techniekpact hebben we afgesproken wat
iedereen gaat bijdragen om bestaande plannen uit te voeren. We bouwen daarmee voort op
bestaande succesvolle initiatieven uit de regio’s en uit sectoren.
• Het Techniekpact is een ‘doe-pact’, met concrete afspraken: wie gaat wat en wanneer doen.
Bestaande landelijke, regionale en sectorale techniekinitiatieven hebben een plek in het
Techniekpact gekregen en worden in de komende jaren verder uitgebouwd. Zo geven we met
het Techniekpact bijvoorbeeld versnelling aan het Masterplan Bèta en Technologie, maar ook
aan de sectoradviezen over MBO en HBO Techniek en de regionale techniek-agenda’s .
• Denk aan afspraken over verbeterde intersectorale mobiliteit: dat technisch geschoolden vanuit
de bouw kunnen overstappen naar bijvoorbeeld de scheepvaart of bedrijven als ASML, waar
meer vraag naar personeel is. Maar denk ook aan initiatieven die er al zijn om docenten in
contact te brengen met techniek via stageplaatsen. Of aan de beeldvorming en promotie van
de sector, die nog veel efficiënter en effectiever kan. En natuurlijk aan het realiseren van
voldoende stage- en leerwerkplekken voor leerlingen. Dat is heel essentieel.
Q: Hoeveel werklozen met een technische achtergrond zijn er die geen baan kunnen
vinden? Waar komt dat door? Wat doet u c.q. het Techniekpact voor hen?
• In maart '13 stonden 179.002 mensen in technische en industrieberoepen ingeschreven. Dat
zijn er inmiddels zo'n 100.000 meer dan in 2011. Totaal stonden eind maart 632.563
ingeschreven. Dit is zo'n 35%, een verdubbeling tov 2011.
• Oorzaken hiervoor zijn: economische crisis laat werkloosheid oplopen, vooral bij lager en
middelbaar opgeleiden.
• Tegelijkertijd is er vraag naar technici in de hogere opleidingsgroepen. In het Techniekpact
zijn afspraken gemaakt dat recent werkloos geworden technici, mogelijk met een kort
scholingstraject, geschikt gemaakt worden voor openstaande vacatures.
Q. Hoeveel mensen halen bedrijven (jaarlijks) voor technische banen uit het buitenland om
hier te werken? Wat vindt u daarvan?
• Exacte aantallen heb ik niet. Wel ken ik de 2 wetten die de arbeids- en kennismigratie
reguleren: de Vreemdelingenwet (VW, Justitie) voor de verblijfsvergunning en de Wet Arbeid
Vreemdelingen (SZW) voor de tewerkstellingsvergunning.
Voor de hoogopgeleide kenniswerkers is de kennismigrantenregeling in het leven geroepen.
Vreemdelingen van buiten de EU die meer dan drie maanden in Nederland willen verblijven, in
dienst zijn van een in Nederland gevestigde werkgever en een salaris verdienen van minstens
€52.010 bruto per jaar hebben geen tewerkstellingsvergunning nodig. Kennismigranten
kwamen in 2011 vooral uit India (2000), de Verenigde Staten (800) en Japen (350). Zij werken
bij bedrijven als Shell, Philips en ASML, maar ook bij universiteiten en academische
ziekenhuizen. De ervaringen met de kennismigrantenregeling zijn in het algemeen positief.
• Buitenlands personeel met een lager salaris hebben te maken met de vreemdelingenwet en de
wav. Een twv wordt alleen afgegeven als de werkgever kan aantonen dat nergens in de EU
iemand is te vinden die de vacature kan vervullen. Naast kennismigranten zijn er
uitzonderingen voor studenten, hoger opgeleiden en zelfstandigen. Daarmee is het relatief
eenvoudig voor een vreemdeling om Nederland binnen te komen mits er de werkgever
aantoont dat er binnen de EU niemand is die de vacature kan vervullen. Knelpunten worden
eerder ervaren als een probleem van administratieve lastendruk dan een probleem in de
wetten zelf (bijvoorbeeld de duur en de kosten van de verblijfsvergunning). De doorlooptijd,
uitvoerbaarheid en de algehele werking van de verschillende regelingen blijven een
aandachtspunt van de betrokken departementen EZ, SZW, VenJ en OCW.
Q: Wat is er nieuw in het Techniekpact?
• Wat anders is bij Techniekpact is dat we met àlle belanghebbende partijen concrete afspraken
maken: wie gaat wat en wanneer doen. Hierbij hebben we bewust twee vragen aan de orde
gehad. 1) Wat kun je zelf bijdragen aan het Techniekpact? en 2) Wat heb je nodig van de
andere stakeholders?
Q: Na al die pogingen, hoe gaat u er voor zorgen dat het nu wel lukt, meer mensen in de
techniek? Hoe wilt u dat doen?
• De situatie is urgent. Daarom willen werkgevers, werknemers, onderwijsinstellingen, regio’s en
het rijk de kansen op de arbeidsmarkt voor technici nu aangrijpen. In het Techniekpact staan
drie ambities centraal:
o Meer jongeren die kiezen voor de techniek in het basis- en voortgezet onderwijs.
o Meer afgestudeerden met een technisch diploma vinden een baan in de techniek.
o Meer technici keren terug in de technieksector en werkgevers zorgen er voor dat technici
behouden blijven voor de sector.
• In het Techniekpact hebben we nu concrete afspraken over de gehele linie, ‘kiezen, leren,
werken’, om de doelen voor de korte en langere termijn te realiseren.
Q: Wat is het doel? Wanneer moet dit zijn gerealiseerd?
• Uit analyses van ROA blijkt dat de komende jaren flinke spanning op de arbeidsmarkt voor
technici ontstaat. Schatting is dat op termijn jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn om aan
de groeiende behoefte aan technisch personeel te voldoen. Om dat te bereiken zet het
Techniekpact in op drie actielijnen naar 2020:
o Kiezen voor techniek: meer leerlingen kiezen voor een techniekopleiding;
o Leren in de techniek; meer leerlingen en studenten met een technisch diploma gaan ook
aan de slag in een technische baan en;
o Werken in de techniek; mensen met een technische achtergrond die met ontslag bedreigd
worden of al langs de kant staan worden elders in de techniek ingezet.
• Richtinggevend daarbij is om voor elk van deze drie routes uit te gaan van een toename van
jaarlijks 15.000 mensen.
Q: Hoe werkt het investeringsfonds waar het kabinet 100 miljoen euro voor uit trekt?
• Van elke euro die het kabinet uit dit fonds investeert, vragen wij één euro van de regio en één
euro van het bedrijfsleven. Daarmee willen wij stimuleren dat het bedrijfsleven en het
onderwijs nog beter samenwerken.
• Denk aan gezamenlijke investeringen van bedrijfsleven, mbo-scholen en regio’s in machines,
installaties en pratijklokalen.
• Die samenwerking is cruciaal om de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te
verbeteren.
Q: Hoe gaat u die projecten dan versnellen?
• Het techniekpact bevat (landelijke) afspraken die de regio’s en (top)sectoren ondersteunen bij
het realiseren van de eigen doelen en de uitvoering van hun agenda’s/plannen kan versnellen.
• In tal van plaatsen in Nederland hebben onderwijsinstellingen, bedrijven en regionale
overheden visies ontwikkeld, plannen gemaakt en acties in gang gezet om de regionale
arbeidsmarkt voor technici te verbeteren. Via vijf landsdelen zijn deze regionale plannen
gebundeld. Daarnaast werken de negen topsectoren aan een betere aansluiting van het
onderwijs op de arbeidsmarkt via hun eigen human capital agenda’s en via de gezamenlijke
talent-agenda van de topsectoren, het masterplan bèta en technologie.
• Het techniekpact ondersteunt en versnelt de uitvoering van deze plannen en agenda’s.
Q: Wanneer kan het Techniekpact als een succes worden gezien?
• Uiteraard als de doelstellingen ook worden gerealiseerd en dat zullen we monitoren.
• Het totstandkomen van het pact an sich heeft al mooie resultaten opgeleverd.
Q: Het Techniekpact is nu ondertekend, wat nu? Wat gaat er morgen gebeuren?
• Het Techniekpact markeert het begin van een verhoogde inspanning van alle ondertekenaars.
• Sommige maatregelen hebben op korte termijn effect, andere werpen pas na langere tijd hun
vruchten af.
• Vasthouden en doorzetten is dus noodzakelijk om de beoogde resultaten te boeken. Om de
uitvoering te borgen, zo nodig bij te sturen en de continuïteit te garanderen is een heldere
uitvoeringsstructuur nodig.
• Om maatwerk te garanderen en zoveel mogelijk aan te sluiten bij de regionale behoeften en
initiatieven ligt het zwaartepunt in de uitvoering bij de regio’s, aangevuld door een Landelijke
Regiegroep Techniekpact.
• Maar nu moeten dus alle betrokken partijen vooral vasthouden en doorzetten.
Q: Hoeveel technici hebben we nodig?
• In de komende tijd loopt het tekort aan goed opgeleid technisch personeel verder op (=verschil
tussen aanbod en vraag). De grote uittocht van de babyboomgeneratie staat nu voor de deur
en er is onvoldoende aanvulling door jongeren.
• Volgens het ROA blijkt dat in de periode 2011-2016 ca. 170.000 meer baanopeningen voor
technici zijn dan schoolverlaters, inclusief de groene opleidingen. Per jaar gaat het dan
gemiddeld om ca. 28.000 technici, waarvan het grootste deel in het vmbo en het mbo.
• Het aantal van 170.000 kan niet worden geïnterpreteerd als een absoluut of zelfs acuut tekort.
Het is het saldo van verwachte baanopeningen minus de verwachte instroom vanuit onderwijs
in de techniek over de periode 2011- 2016, bij ongewijzigd beleid. Het geeft een spanning
weer, een ‘distance to target’.
• Bij het bepalen van de ambities voor het Techniekpact wordt dit aantal als uitgangspunt
genomen. Voor de periode 2017-2020 zijn nog geen nieuwe ramingen beschikbaar. Wel is
bekend dat er ook in deze periode een hoge vervangingsvraag als gevolg van pensionering zal
zijn.
• Rekening houdend met de groeiambities van de topsectoren schatten we daarom dat er in de
komende jaren jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn (via het onderwijs, zij-instroom, of
door uitstroom te verminderen) om de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen.
Q: Waarom/waarvoor hebben we technici nodig?
• Er is de komende jaren volop werk voor jongens, meiden, vakmensen en internationaal talent
met een bètatechnisch profiel. Tot 2020 gaan jaarlijks meer dan 70.0001
bouwvakkers,
installateurs, electrotechnici en werktuigbouwers met pensioen. Daarbovenop kunnen bedrijven
uitdagend werk bieden aan duizenden extra technici. Sectoren als life sciences, tuinbouw, high
tech en chemie zien volop groeikansen. In deze sectoren zijn uitdagende banen op alle
niveaus: van praktische mbo-ers tot universitaire toponderzoekers.
• Instroom van buitenlandse werknemers is hierdoor noodzakelijk, maar biedt beperkt soelaas en
heeft ook neveneffecten. Bovendien kan opwaartse druk op de lonen leiden tot verslechtering
van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en tot verplaatsing van economische
bedrijvigheid naar andere landen. Ook wordt Nederland minder aantrekkelijk als
vestigingslocatie. Dit alles vormt een bedreiging voor het vinden van innovatieve oplossingen
voor vraagstukken rond bijvoorbeeld energievoorziening, voedselproductie en duurzaamheid.
1
ROA, 2011
• Het kabinet wil daarom samen met bedrijfsleven, onderwijs, de vakbeweging, leerlingen en
studenten dit voorjaar een Techniekpact afsluiten om de match tussen vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt voor technisch personeel te verbeteren.
Q: Bedrijven hebben NU tekorten. Waarom maakt u het voor hen gewoon niet
makkelijker om kenniswerkers uit Azië binnen te halen?
• Nederland heeft aantrekkelijke wet- en regelgeving voor het aantrekken van kenniswerkers.
Met bijvoorbeeld de kennismigrantenregeling kunnen werknemers snel naar Nederland komen
en aan het werk.
• Overigens is dit ook niet de goedkoopste en meest duurzame oplossing.
Kenniswerkers gaan heel vaak na 3 of 4 jaar weer terug of naar een ander land. Aantrekken
van kenniswerkers is dus altijd een tijdelijke oplossing en gericht op het invullen van heel
specifieke vacatures. Het Techniekpact wil juist lange termijn oplossingen bieden.
• In techniekpact is ook afgesproken dat het bedrijfsleven meer werkervaringsplekken zoals
stageplaatsen en traineeships aan gaat bieden voor internationale studenten in bètatechnische
opleidingen. En dat de universiteiten hun gezamenlijke inspanningen gaan intensiveren om
meer (inter)nationale studenten te laten instromen in bètatechnische studies.
Q: Waarom gelooft u in het Techniekpact?
• Het is onhoudbaar dat aan de ene kant (jeugd)werkloosheid sterk oploopt en aan de andere
kant er sprake is van grote tekorten in bepaalde sectoren van de Nederlandse economie.
Q: Technische beroepen worden toch slecht betaald en je krijgt er toch vieze handen
van? Waarom zou je daarvoor willen kiezen?
• Om te beginnen klopt deze beeldvorming niet, de meeste technische beroepen zijn zonder
vieze handen! Veel jongeren - en hun ouders - hebben onvoldoende beeld bij een technisch
beroep. Gelukkig kunnen we aan de beeldvorming wat doen, door het gebruik van de
beeldenbank bijvoorbeeld, met aansprekende beelden van techniek en technische beroepen
uitgekozen door jongeren zelf.
• Technisch personeel, van vakman tot kenniswerker, wordt goed betaald. Een ervaren CNC-
verspaner van het niveau mbo+ kan zo'n drie- tot vierduizend euro bruto verdienen. Er zijn
niet veel beroepen waar een gelijkwaardig opgeleide medewerker evenveel verdient.
Q: Hoe komt het dat te weinig jongeren voor techniek kiezen?
• Kiezen voor techniek begint met een duidelijk beeld van wat ‘technologie' of ‘techniek’ is en
wat je er mee kunt doen. Veel jongeren - en hun ouders - hebben dit onvoldoende. Daarom is
het belangrijk dat er uitdagend techniekonderwijs is in het funderend onderwijs, met
deskundige docenten. Daarbij worden de activiteiten niet alleen gericht op de jongeren zelf,
maar ook op de ouders die een cruciale rol spelen in het keuzeproces.
Q: Moet u niet de ouders overtuigen in plaats van de kinderen/jongeren/leerlingen?
• Beiden zijn belangrijk en vergeet ook de leerkrachten niet. Zeker in het basis- en voortgezet
onderwijs is het belangrijk om jongeren en zeker ook hun ouders en leerkrachten te
interesseren in wetenschap en techniek. Het bedrijfsleven ondersteunt dit door al in en vanaf
het basisonderwijs aan kinderen te laten zien wat ze later met hun talenten kunnen bereiken
en welke beroepen ze zouden kunnen gaan uitoefenen. Daarbij moeten ouders actief betrokken
worden. Op die manier leren kinderen - jongens én meisjes - al vanaf jonge leeftijd de
opleidings- en beroepsmogelijkheden in de wetenschap en techniek te verkennen, de breedte
van de mogelijkheden te zien, los te komen van stereotype beelden en vooroordelen over
technische beroepen weg te nemen.
Q: Wat gaan jongeren van het techniekpact merken?
• We richten ons op de hele onderwijsketen: van basisonderwijs tot universiteiten. Op al die
niveaus zijn technici nodig. Dat is niet allemaal met één druk op de knop geregeld. We gaan
ervan uit dat een aantal maatregelen pas over een aantal jaren effect zal gaan hebben.
Interesse voor techniek begint op de basisschool, daar wordt de basis gelegd. Het duurt even
voordat deze kinderen opgegroeid zijn en voor hun school- of baankeuze staan. Daarnaast zijn
er ook al zaken die op korte termijn effect kunnen hebben, zoals het interesseren van jongeren
die wel interesse hebben voor techniek, maar er niet voor kiezen. Maar vergeet niet: er zijn nu
al heel veel initiatieven van diverse partijen, dus duizenden leerlingen merken daar nu al iets
van.
Q: Kunnen bedrijven geen baangaranties geven?
• Op landelijk niveau is dit niet mogelijk, op regionaal zijn er wel een aantal initiatieven op dit
vlak:
o In zuidoost, in de regio Eindhoven komt een pilot voor het aanbieden van werkgaranties
binnen de Brainport regio voor bètastudenten-studenten uit MBO, HBO en WO die zijn
afgestudeerd op locaties waar doorlopende leerlijnen geclusterd zijn.
o In zuidwest, Rotterdam-rijnmond stelt het bedrijfsleven carrièrestartgaranties beschikbaar
voor MBO 3-4 studenten in de proces (petro)chemische- en energiesector in Deltalinqs
verband
• In sommige technische sectoren zoals de topsectoren Water en Chemie zien we nu al
initiatieven dat het bedrijfsleven stageplekken aanbiedt met uitzicht op een baan. In het
Techniekpact zullen we ook deze mogelijkheden verder verkennen.
Q: Wie moeten het pact gaan uitvoeren?
• Het bedrijfsleven, het onderwijs, werknemers, scholieren en studenten, regio en Rijk leveren
ieder hun eigen bijdrage aan het Techniekpact, om er op die manier voor te zorgen dat meer
goede vakkrachten voor techniek worden opgeleid of voor de technische sector behouden
blijven en zijn dan ook zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van hun afspraken.
• Om maatwerk te garanderen en zoveel mogelijk aan te sluiten bij de regionale behoeften en
initiatieven ligt het zwaartepunt in de uitvoering bij de regio’s, aangevuld door een Landelijke
Regiegroep Techniekpact. De taak van deze regiegroep is om uitvoering van de landelijke
strategie en doelen en de gemaakte afspraken in het Techniekpact te bewaken en zo nodig bij
te sturenOm te verzekeren dat de afspraken ook echt worden uitgevoerd, zullen we de
uitvoering van de afspraken laten bewaken en monitoren.
Q: Wat gaat André Kuipers doen?
• Andre Kuipers heeft ervoor gekozen om de komende twee jaar zich volledig te gaan richten op
het promoten van wetenschap en techniek. Hij is daarom ook ambassadeur van het
Techniekpact geworden. Als ambassadeur van het Techniekpact zal Kuipers de komende tijd
met zijn enthousiasme en bijzondere ervaringen als astronaut het bredere publiek inspireren en
enthousiasmeren voor wetenschap en techniek. Door de komende maanden bezoeken te
brengen aan het onderwijs en bedrijven in heel Nederland zal Kuipers het belang van
wetenschap en techniek onder de aandacht brengen en partijen stimuleren zich te verbinden
aan en in te zetten voor de doelstellingen van het Techniekpact.
Q: Waarom juist André Kuipers?
• André Kuipers is een nationaal rolmodel voor de wetenschap en techniek. Jong en oud worden
geïnspireerd door zijn verhalen over zijn ervaringen en drijfveren. Ook al zijn wij in Nederland
niet echt gewend mensen op een voetstuk te plaatsen, Kuipers is toch een echte nationale
(techniek)held. Juist hij kan aan een groot publiek het belang van techniek op illustratieve en
inspirerende wijze laten zien. Geen abstracte beleidstaal, maar concrete praktijkvoorbeelden.
Ook zijn persoonlijke verhaal over waarom hij voor techniek koos spreekt tot ieders
verbeelding.
Q: Komen er beurzen voor leerlingen die techniek gaan studeren?
• Bedrijven in de topsectoren stellen 1000 (inter)nationale topbeurzen ter beschikking voor
topsector relevante opleidingen in 2016. De doelstelling van de Topsector beurzen is drieledig:
instroombevordering, talentbevordering en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven
verbeteren. De beurzen worden sectoraal ontwikkeld en gezamenlijk gepromoot. Internationale
beurzen kunnen onderdeel worden van Holland Branding.
Q: Waarom zouden bedrijven willen en moeten investeren in onderwijs?
• Betrokkenheid van bedrijven leidt tot een verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en een
betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Voor bedrijven biedt investeren in het onderwijs de
mogelijkheid om aan te geven welke kennis en vaardigheden zij belangrijk vinden voor de
uitoefening van een beroep; het biedt bedrijven de kans om deze samen met het onderwijs te
definiëren..
Q: We praten al jaren over aanpak tekorten. Waarom gaat dit Techniekpact wel het
verschil maken? Kan dit Techniekpact in drie maanden oplossen wat in de afgelopen tien
jaar niet gelukt is op te lossen?
• Tekorten zijn een gezamenlijke probleem en behoeven een gezamenlijke aanpak. De groeiende
vraag (kwalitatief en kwantitatief) naar technisch opgeleide mensen maakt een gestructureerde
en gezamenlijke aanpak noodzakelijk. Onderling concurreren om de schaarste is een verspilling
van tijd en geld en zal de Nederlandse groeiambitie schaden. Daar is niemand bij gebaat. Veel
beter is om gezamenlijk de inspanningen te verhogen om talent te werven en om
onderbenutting van talent (meisjes, vrouwen en allochtonen) te voorkomen. Daarom hebben
wij in dit Techniekpact bewust twee vragen aan de orde gehad. 1) Wat kun je zelf bijdragen
aan het Techniekpact? en 2) Wat vraag je van de andere stakeholders?
• Veel van de aangegeven wensen worden ingevuld.
• Er zijn reeds tal van publieke en private initiatieven die zowel op lokaal als landelijke niveau de
tekorten op hun eigen manier proberen op te lossen. Het Techniekpact zal niet de concurrentie
aangaan met bestaande initiatieven, maar zal deze juist proberen deze te verbinden. Er
gebeurt dus al heel veel goeds. Het doe-karakter van het Techniekpact is er dus op gericht
geen nieuwe plannen of analyses te maken, maar vooral voort te bouwen op die bestaande
goede landelijke, regionale en sectorale techniekinitiatieven. Wie gaat wat en wanneer dóen.
Zo kan het Techniekpact bijvoorbeeld versnelling geven aan het Masterplan Bèta en
Technologie, maar ook aan de sectoradviezen over MBO en HBO Techniek en de regionale en
sectorale agenda’s.
Q: Moeten bedrijven niet gewoon de lonen voor technisch personeel verhogen?
• Deels is het een beeldvormingsprobleem; met een technisch beroep –op alle niveau’s- is goed
geld te verdienen, bijvoorbeeld als kraan-operator in de Rotterdamse haven of als lasser. En
bedrijven nemen ook maatregelen nemen die ervoor zorgen dat werknemers langer en
productiever door kunnen werken en die de technische sectoren aantrekkelijker maken. Dat
slaat ook op de arbeidsvoorwaarden. Echter bedrijven in de technische sectoren opereren
veelal op de wereldmarkt. Met het oog op het handhaven van de internationale
concurrentiepositie ligt het verhogen van de lonen niet altijd voor de hand.
Q: Wat gaan mkb-bedrijven in de technische sectoren merken van het Techniekpact?
• Met het Techniekpact willen we onderwijsinstellingen voor mbo en hbo stimuleren om te zorgen
voor een aantrekkelijk aanbod van beroepsonderwijs dat aansluit op de regionale arbeidsmarkt
(uitvoering van de adviezen van de verkenningscommissies MBO en HBO Techniek). Hiervan
profiteert uiteraard ook het regionale mkb. Daarnaast brengt het Techniekpact overzicht in de
grote hoeveelheid van initiatieven die er zijn om techniek te stimuleren. Ik hoor regelmatig dat
(mkb-)bedrijven bereid zijn om intensiever samen te werken met het onderwijs of bij te dragen
aan techniekpromotie. Maar omdat ze door de bomen het bos niet meer zien komt de
samenwerking vaak niet van de grond. Het Techniekpact bundelt techniekinitiatieven en bouwt
voort op bewezen successen. Voor een mkb-bedrijf ontstaat daardoor duidelijkheid over de
manier waarop met het onderwijs samengewerkt kan worden.
Q: In veel regio’s wordt al goed samengewerkt. Wat voegt dit Techniekpact toe?
• Het is inderdaad positief dat in veel regio’s door alle betrokken partijen al goed wordt
samengewerkt. Een aantal regio’s zijn al heel actief, die hebben zelf al afspraken gemaakt.
• Doel van het landelijk Techniekpact is om de regio’s en (top)sectoren te ondersteunen bij het
realiseren van de eigen doelen. In tal van plaatsen in Nederland hebben onderwijsinstellingen,
bedrijven en regionale overheden visies ontwikkeld, plannen gemaakt en acties in gang gezet
om de regionale arbeidsmarkt voor technici te verbeteren.
• Denk bijvoorbeeld aan de regionale techniekpacten zoals Technologiepact Brainport,
Techniekpact Haaglanden en Techniekpact Twente en de Human Capital Agenda's van de
topsectoren.
De meerwaarde van dit landelijke Techniekpact voor de regio’s ligt er in de eerste plaats dat
door afspraken in het pact de regio’s hun aanpak kunnen versterken en versnellen. Regio’s zijn
ook gestimuleerd om hun gestelde doelen en toegezegde bijdragen een slag concreter en
harder te maken. Resultaat hiervan staat ook in het pact. Via Techniekpact wordt ook
samenwerking tussen regio’s op grotere schaal gestimuleerd. Zo kunnen regio;s van elkaar
leren en met elkaar optrekken om hun doelen te realiseren.
Q: Wat vraagt u van de betrokken onderwijsinstellingen en bedrijven?
• Van onderwijsinstellingen vragen we dat ze zorgen voor een aantrekkelijk aanbod van
beroepsonderwijs dat aansluit op de (regionale) arbeidsmarkt. (herkenbaar en beperkter aantal
onderwijsroutes en opleidingen). Beroepsonderwijsinstellingen kunnen bijvoorbeeld hun
techniekportfolio’s met elkaar uitruilen, zodat er in de regio één techniekcollege ontstaat. Een
alternatief is dat instellingen met elkaar tot een uitruil komen, zodat zij alleen het technische
onderwijs blijven aanbieden waar zij het sterkste in zijn.
• Deze concentratie van het onderwijsaanbod zou gekoppeld moeten worden aan privaat
commitment vanuit het bedrijfsleven. Daarom vragen we het bedrijfsleven bij te dragen door
onder meer het aanbieden van state-of-the-art materiaal en faciliteiten, vakkrachten voor de
klas en het bieden van voldoende stageplaatsen en (top)beurzen. Daarnaast investeert het
bedrijfsleven in de duurzame inzetbaarheid van werknemers.
• De overheid ondersteunt dit proces onder meer door adequaat vormgegeven van generieke
onderwijs- en arbeidsmarktmaatregelen, en door het wegnemen van belemmeringen bij
publiekprivate samenwerking op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt. Maar ook door het
zorgen voor de juiste randvoorwaarden, zoals de bekostiging van technische opleidingen.
Q: De Onderwijsraad adviseert in haar advies “Zicht op macrodoelmatig
opleidingsaanbod (2012)” om te komen tot knipperlichtnormen op basis waarvan
instellingen zich gaan verantwoorden. Wat vindt u van “Knipperlichtnormen” om te
sturen op macrodoelmatigheid?
• Ik onderschrijf het belang van de totstandkoming van knipperlichtnormen. Twee zaken zijn
belangrijk (1) de kwaliteit van de gegevens en (2) de wijze van ontsluiting.
• Verbeteren kwaliteit van onze informatiebasis.
o Kwalitatief goede informatie is essentieel om te kunnen sturen op een
macrodoelmatig opleidingenportfolio.
o De kwaliteit van de beschikbare gegevens is sterk voor verbetering vatbaar. Zo waren
tot voor kort bijvoorbeeld geen vergelijkbare gegevens beschikbaar over de positie van
schoolverlaters op de arbeidsmarkt (op instellingsniveau). OCW subsidieert nu een pilot
bij het CBS om de koppeling van onderwijsstatistieken met statistieken van UWV
mogelijk te maken. Alle onderwijsinstellingen hebben een machtiging (moeten) geven
(privacy).
o NB: LIS heeft overigens als één van twee instellingen nog geen machtiging gegeven
(de andere instelling is het doveninstituut), de reden is onduidelijk.
• Ontsluiten van de beschikbare informatiebasis.
o SBB zal op basis van de beschikbare gegevens een nadere weging en duiding van de
macrodoelmatigheid van het opleidingsaanbod in het mbo maken.
o Deze informatievoorziening door SBB moet werken als “knipperlichtnormen”. Is
bijvoorbeeld het aandeel gediplomeerden met een baan van meer dan 12 uur relatief
laag, dan kan dit aanleiding zijn voor een gesprek in de regio over de omvang van de
instroom. Dit geldt ook voor instellingen die in hetzelfde voedingsgebied een identieke
opleiding aanbieden met relatief weinig deelnemers (inefficiënt aanbod).
o SBB maakt een fysieke publicatie en een website om dit gesprek in de regio te
stimuleren. Een eerste versie van de fysieke publicatie zal op korte termijn door SBB
onder instellingen worden verspreid. Later dit jaar volgt een toegankelijke website met
een grotere set aan indicatoren.
o De wijze van ontsluiten is weergegeven in een advies dat SBB, vorig jaar op verzoek
van mijn ambtsvoorganger, heeft SBB opgesteld.
• Deze lijn staat ook in de kamerbrief “Macrodoelmatigheid mbo” van 14 april.
Q: Wat gebeurt er om jongeren meer voor techniek te laten kiezen (voorlichting,
bijsluiter, “ombuigingsgesprekken”)
• OP gebied van techniekeducatie hebben we goedwerkende publieke en private initiatieven in
het voortgezet onderwijs zoals het technasium, technetkringen, techniekcolleges, techmavo’s,
vakcolleges en Jet-Net. En om
• En om jongeren met technische beroepsperspectieven in aanraking te laten komen gaan de
gaan verschillende landelijke initiatieven, zoals Technet, Techniektalent.nu, Jet-Net, Wow!,
VHTO, Skills Netherlands en C3 intensief samenwerken en werkzaamheden afstemmen in de
uitvoering
• Dan heb je ook de ombuiggesprekken: wordt al landelijk uitgerold. In kamerbrief
"Jeugdwerkloosheid" van Asscher+Bussemaker, 5 mrt jl. is 25 miljoen voor School Ex 2.0
aangekondigd. Daarin is opgenomen dat alle mbo-opleidingen ombuiggesprekken voeren met
jongeren die zich aanmelden voor een opleiding met weinig arbeidsmarktperspectief. Dit naar
voorbeeld van Rotterdam. De ambassadeur voor Jeugdwerkloosheid, Mirjam Sterk is dit ook
aan het uitdragen.
• En jongeren kunnen gebruik gaan maken van een studiebijsluiter.
Q: Wat is de bedoeling van de studiebijsluiter en wanneer is deze beschikbaar?
• Door middel van de bijsluiter worden (aankomende) mbo-studenten en hun ouders voorzien van
relevante, onafhankelijke, actuele en toegankelijke en (zo veel mogelijk) vergelijkbare
informatie over opleidingen en de arbeidsmarkt. Op deze manier kunnen zij een weloverwogen
studiekeuze maken.
• Op dit moment is de bijsluiter in de maak. In maart zullen de zeven instellingen die deelnemen
aan een pilot van de SBB een eerste versie van de bijsluiter testen.
• Afhankelijk hiervan wordt de bijsluiter in augustus uitgerold naar vijftien andere
onderwijsinstellingen.
• Ook zullen alle studiebijsluiters in het najaar digitaal beschikbaar worden gemaakt op een
centrale website.
• In de bijsluiter zullen indicatoren worden opgenomen die de aankomend student een duidelijk
beeld geven over hun toekomstige opleiding op een aantal belangrijke punten, waaronder;
- Tevredenheid huidige student
- Kans op een stageplaats
- Kans op een baan op niveau
- Doorstroommogelijkheden
• In het najaar 2014 verwacht ik dat alle instellingen de studiebijsluiter gebruiken.
• Overigens heeft minister Bussemaker afgelopen maand, de eerste universitaire studiebijsluiter,
van de TU Delft, onthuld. Studenten die zich voor komend studiejaar aanmelden bij de TU
Delft, weten waar ze aan toe zijn: Met informatie over onder andere studiesucces,
arbeidsmarktperspectief, studententevredenheid en aantallen eerstejaars helpt de universiteit
aankomende studenten om een bewuste keuze te maken
Q: Wat verstaat u onder technici c.q. technische opleidingen/beroepen?
• Het Techniekpact hanteert het begrip techniek in brede zin, waarbij ook de domeinen
technologie en bètawetenschappen daartoe worden gerekend. Het Techniekpact sluit aan bij de
(sectorale) reikwijdte van het Masterplan Bèta en Technologie. Het Masterplan duidt technici
als mensen die één of meerdere technieken "praktisch" of reëel gebruiken. Zij werken
bijvoorbeeld als laborant, onderzoeker, instrumentenmaker, werkvoorbereider, loodgieter,
ingenieur, operator of analist. Zij hebben de technische kennis om apparaten te bouwen en
installaties te onderhouden. Zij houden technische systemen draaiend en ontwikkelen en
implementeren nieuwe technologieën. Zij zoeken naar nieuwe wetenschappelijke kennis. Zij
kunnen combi’s maken tussen disciplines (bèta-bèta en bèta-gamma): kennis en technologie
vertalen naar zinvolle innovaties op allerlei maatschappelijke gebieden, reikend van zorg en
voeding tot aan duurzaamheid, energie en ICT
Q: Hoe groot is het tekort nu eigenlijk echt? (We lezen in de krant alleen maar berichten
over ontslagen en oplopende werkloosheid)
 De komende jaren zal de uitstroom van technici veel groter zijn dan de instroom van
schoolverlaters. Daardoor ontstaan veel baankansen. Bij het opstellen van het Techniekpact is
uit gegaan van de verwachting dat jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn (via het onderwijs,
zij-instroom, of door de uitstroom te verminderen) om de arbeidsmarkt in evenwicht te
brengen. De inspanningen in de komende jaren zijn er op gericht om dit aantal extra technici in
2020 te realiseren, met 15.000 extra technici in 2016 als mijlpaal.
 Deze verwachting is gebaseerd op de volgende analyse. Uit het rapport ‘De arbeidsmarkt naar
opleiding en beroep tot 2016’ (ROA, 2011) blijkt dat in de periode 2011-2016 ca. 170.000
meer baanopeningen voor technici zijn dan schoolverlaters, inclusief de groene opleidingen. Per
jaar gaat het dan gemiddeld om ca. 28.000 technici, waarvan het grootste deel in het vmbo en
het mbo.
 Het aantal van 170.000 kan niet worden geïnterpreteerd als een absoluut of zelfs acuut tekort.
Het is het saldo van verwachte baanopeningen minus de verwachte instroom vanuit onderwijs
in de techniek over de periode 2011- 2016, bij ongewijzigd beleid. Het geeft een spanning
weer, een ‘distance to target’.
Q: Is het Techniekpact een uitwerking van c.q. een vervolg op het sociaal akkoord?
• In het sociaal akkoord zijn het Kabinet en sociale partners het eens geworden over een mix
van maatregelen om economisch herstel op korte termijn te stimuleren en de arbeidsmarkt aan
te passen aan de wensen en eisen van de 21e eeuw. Daarbij wordt gekozen voor een actievere
aanpak om werkloosheid te voorkomen en mensen van werk naar werk te helpen. De
technische sector neemt daarbinnen een belangrijk plaats in.
• Sociale partners in de techniek stellen, voortbouwend op het Sociaal Akkoord, in het najaar van
2013 sectorplannen op gericht op vermindering van de uitstroom van (jonge) werknemers,
versnelde herinstroom van recent werkloos geworden gekwalificeerde technici, op- en
bijscholing, doorstroming en verbetering van begeleiding van nieuwe werknemers door ervaren
medewerkers.
•
Q: Komt er extra geld bij?
• Nee. Wel is en wordt er gekeken naar bestaande middelen van het Rijk en de regio, om deze
zo efficiënt mogelijk te richten op de doelen van Techniekpact. Ditzelfde vragen we ook van het
bedrijfsleven.
Q: Hoeveel stage- en leerwerkplekken extra zijn er afgesproken?
• uitgangspunt is dat er voor iedere techniekstudent een stage- of leerwerkplek beschikbaar
moet zijn.
• Zo streeft het bedrijfsleven er naar om elke mbo student met een technische beroepsopleiding
vanaf het schooljaar 2013-2014 een stage- of leerwerkplaats aan te bieden en
techniekstudenten die geen stage of leerwerkplek kunnen vinden worden begeleid.
• Om bij te dragen aan voldoende stage- en leerwerkplekken maakt het kabinet het mogelijk om
voor de sector techniek met een alternatieve, gecombineerde BOL/BBL-route te
experimenteren.

Contenu connexe

Tendances

top 5 van europa
top 5 van europatop 5 van europa
top 5 van europaQDiG
 
Automobiel Management Feb-2015.PDF
Automobiel Management Feb-2015.PDFAutomobiel Management Feb-2015.PDF
Automobiel Management Feb-2015.PDFEdwin Reiling
 
De maakbare medewerker
De maakbare medewerkerDe maakbare medewerker
De maakbare medewerkerETION
 
De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013
De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013
De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013Christa Wouda
 
Topsector Water Strategienota HCA
Topsector Water Strategienota HCATopsector Water Strategienota HCA
Topsector Water Strategienota HCAWater, wereldwerk!
 
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEFAuditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEFBas Douma
 
Arbeidsmarktdebat okt 2015
Arbeidsmarktdebat okt 2015Arbeidsmarktdebat okt 2015
Arbeidsmarktdebat okt 2015Wout Van Impe
 
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Katarina Putnik, PhD.
 
Telenet metro knelpuntberoepen
Telenet metro knelpuntberoepenTelenet metro knelpuntberoepen
Telenet metro knelpuntberoepenTelenet
 
Een arbeidspact voor Gent
Een arbeidspact voor GentEen arbeidspact voor Gent
Een arbeidspact voor GentJoris Wauters
 
Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)
Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)
Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)Rob Blaauboer
 
Industrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid Lieten
Industrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid LietenIndustrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid Lieten
Industrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid LietenABVV
 
Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008
Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008
Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008guest73656b
 
Ict is fantastisch ict-noord-nederland - maart 2011
Ict is fantastisch  ict-noord-nederland - maart 2011Ict is fantastisch  ict-noord-nederland - maart 2011
Ict is fantastisch ict-noord-nederland - maart 2011Zernike College
 
Wat Je Nog Niet Bent Kun Je Worden
Wat Je Nog Niet Bent Kun Je WordenWat Je Nog Niet Bent Kun Je Worden
Wat Je Nog Niet Bent Kun Je Wordengjhaselhorst
 
Brainport Eindhoven, onderzoeksrapport
Brainport Eindhoven, onderzoeksrapportBrainport Eindhoven, onderzoeksrapport
Brainport Eindhoven, onderzoeksrapportWillem van der Velden
 

Tendances (20)

top 5 van europa
top 5 van europatop 5 van europa
top 5 van europa
 
Automobiel Management Feb-2015.PDF
Automobiel Management Feb-2015.PDFAutomobiel Management Feb-2015.PDF
Automobiel Management Feb-2015.PDF
 
De maakbare medewerker
De maakbare medewerkerDe maakbare medewerker
De maakbare medewerker
 
Jouke van Dijk: Schieten op bewegende doelen
Jouke van Dijk: Schieten op bewegende doelenJouke van Dijk: Schieten op bewegende doelen
Jouke van Dijk: Schieten op bewegende doelen
 
De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013
De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013
De Integrale Technicus en het nieuwe (samen)werken! v0 8 pdf 19092013
 
Topsector Water Strategienota HCA
Topsector Water Strategienota HCATopsector Water Strategienota HCA
Topsector Water Strategienota HCA
 
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEFAuditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
Auditrapportage Dynamiek Onderweg Coe en CIV okt'14 DEF
 
Arbeidsmarktdebat okt 2015
Arbeidsmarktdebat okt 2015Arbeidsmarktdebat okt 2015
Arbeidsmarktdebat okt 2015
 
jongeren en techniek
jongeren en techniekjongeren en techniek
jongeren en techniek
 
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
Een regionale netwerkbenadering om sociale innovatie tot in de haarvaten van ...
 
Telenet metro knelpuntberoepen
Telenet metro knelpuntberoepenTelenet metro knelpuntberoepen
Telenet metro knelpuntberoepen
 
Een arbeidspact voor Gent
Een arbeidspact voor GentEen arbeidspact voor Gent
Een arbeidspact voor Gent
 
Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)
Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)
Innovatieplatform(2010)nederland2020(www)
 
Art23educatieve
Art23educatieveArt23educatieve
Art23educatieve
 
Industrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid Lieten
Industrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid LietenIndustrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid Lieten
Industrieel beleid in Vlaanderen: Ingrid Lieten
 
Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008
Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008
Presentatie Brainport Brabant 20 Juni 2008
 
Ict is fantastisch ict-noord-nederland - maart 2011
Ict is fantastisch  ict-noord-nederland - maart 2011Ict is fantastisch  ict-noord-nederland - maart 2011
Ict is fantastisch ict-noord-nederland - maart 2011
 
Wat Je Nog Niet Bent Kun Je Worden
Wat Je Nog Niet Bent Kun Je WordenWat Je Nog Niet Bent Kun Je Worden
Wat Je Nog Niet Bent Kun Je Worden
 
Brainport Eindhoven, onderzoeksrapport
Brainport Eindhoven, onderzoeksrapportBrainport Eindhoven, onderzoeksrapport
Brainport Eindhoven, onderzoeksrapport
 
Mit update april 2015
Mit update april 2015Mit update april 2015
Mit update april 2015
 

Similaire à Achtergrond techniekpact

TKI Dinalog jaarboek 2015 nl
TKI Dinalog jaarboek 2015 nlTKI Dinalog jaarboek 2015 nl
TKI Dinalog jaarboek 2015 nlhoogsteden
 
Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...
Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...
Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...SURF Events
 
Human capital agenda brainport 2020 zuidoost nederland
Human capital agenda brainport 2020 zuidoost nederlandHuman capital agenda brainport 2020 zuidoost nederland
Human capital agenda brainport 2020 zuidoost nederlandbrainport2020
 
180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)
180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)
180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)Alan Veys
 
campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...
campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...
campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...Wouter van der Burg
 
STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?
STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?
STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?ETION
 
Arbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economie
Arbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economieArbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economie
Arbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economieJoris Wauters
 
20091111 Presentatie Werkplan Diict
20091111  Presentatie Werkplan Diict20091111  Presentatie Werkplan Diict
20091111 Presentatie Werkplan DiictIIP CREATE
 
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alginseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alginseednl
 
Presentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledig
Presentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledigPresentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledig
Presentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledigLisa Van Roie
 
Buitenlandse vakmensen presentatie round table
Buitenlandse vakmensen presentatie round tableBuitenlandse vakmensen presentatie round table
Buitenlandse vakmensen presentatie round tableArnoBekkers
 
ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)
ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)
ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)i&i conferentie
 
Het Ondernemersbelang Groningen Nr1
Het Ondernemersbelang Groningen Nr1Het Ondernemersbelang Groningen Nr1
Het Ondernemersbelang Groningen Nr1Jootje1963
 
Subsidieflits februari 2012
Subsidieflits februari 2012Subsidieflits februari 2012
Subsidieflits februari 2012Raymond Both
 
Getronics AAD 2011
Getronics AAD 2011Getronics AAD 2011
Getronics AAD 2011Bartista
 

Similaire à Achtergrond techniekpact (19)

GRAFOC Navormingsbrochure 2010-2011
GRAFOC Navormingsbrochure 2010-2011GRAFOC Navormingsbrochure 2010-2011
GRAFOC Navormingsbrochure 2010-2011
 
TKI Dinalog jaarboek 2015 nl
TKI Dinalog jaarboek 2015 nlTKI Dinalog jaarboek 2015 nl
TKI Dinalog jaarboek 2015 nl
 
Roadmap hc-231116
Roadmap hc-231116Roadmap hc-231116
Roadmap hc-231116
 
Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...
Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...
Digitale transformatie op de arbeidsmarkt en de impact op het hoger onderwijs...
 
Human capital agenda brainport 2020 zuidoost nederland
Human capital agenda brainport 2020 zuidoost nederlandHuman capital agenda brainport 2020 zuidoost nederland
Human capital agenda brainport 2020 zuidoost nederland
 
180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)
180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)
180904 personeelsvergadering driven by technology (alan veys)
 
campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...
campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...
campusontwikkeling: hoe bepaal je de kansen voor een campus in mijn gebied of...
 
STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?
STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?
STEM in ons onderwijs: hype of noodzaak?
 
Arbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economie
Arbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economieArbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economie
Arbeidspact_Bedrijvenplatform sociale economie
 
20091111 Presentatie Werkplan Diict
20091111  Presentatie Werkplan Diict20091111  Presentatie Werkplan Diict
20091111 Presentatie Werkplan Diict
 
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alginseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
inseed_recruitmentwhitepaper2011-2012_alg
 
MVT9001_BA_SDM copy
MVT9001_BA_SDM copyMVT9001_BA_SDM copy
MVT9001_BA_SDM copy
 
Presentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledig
Presentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledigPresentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledig
Presentatie subsidiemogelijkheden boekhoudseminarie_volledig
 
Buitenlandse vakmensen presentatie round table
Buitenlandse vakmensen presentatie round tableBuitenlandse vakmensen presentatie round table
Buitenlandse vakmensen presentatie round table
 
ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)
ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)
ICT is fantastisch! Maar waar blijven de studenten? (Anke Carter)
 
Het Ondernemersbelang Groningen Nr1
Het Ondernemersbelang Groningen Nr1Het Ondernemersbelang Groningen Nr1
Het Ondernemersbelang Groningen Nr1
 
Totality_ICT
Totality_ICTTotality_ICT
Totality_ICT
 
Subsidieflits februari 2012
Subsidieflits februari 2012Subsidieflits februari 2012
Subsidieflits februari 2012
 
Getronics AAD 2011
Getronics AAD 2011Getronics AAD 2011
Getronics AAD 2011
 

Plus de CNV Vakcentrale

CNV Internationaal Future of you(th) (Español)
CNV Internationaal Future of you(th) (Español)CNV Internationaal Future of you(th) (Español)
CNV Internationaal Future of you(th) (Español)CNV Vakcentrale
 
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025CNV Vakcentrale
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale
 
CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018
CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018
CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018CNV Vakcentrale
 
CNV Vakcentrale jaarverslag 2017
CNV Vakcentrale jaarverslag 2017CNV Vakcentrale jaarverslag 2017
CNV Vakcentrale jaarverslag 2017CNV Vakcentrale
 
CNV Pamflet Europese verkiezingen
CNV Pamflet Europese verkiezingen CNV Pamflet Europese verkiezingen
CNV Pamflet Europese verkiezingen CNV Vakcentrale
 
Arbeidsvoorwaardennota 2018
Arbeidsvoorwaardennota 2018Arbeidsvoorwaardennota 2018
Arbeidsvoorwaardennota 2018CNV Vakcentrale
 
18 006 cie szw verdrag ilo violence
18 006 cie szw verdrag ilo violence18 006 cie szw verdrag ilo violence
18 006 cie szw verdrag ilo violenceCNV Vakcentrale
 
18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer Koolmees
18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer Koolmees18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer Koolmees
18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer KoolmeesCNV Vakcentrale
 
Advertentie loondispensatie 2018
Advertentie loondispensatie 2018Advertentie loondispensatie 2018
Advertentie loondispensatie 2018CNV Vakcentrale
 
Pamflet loondispensatie 2018
Pamflet loondispensatie 2018Pamflet loondispensatie 2018
Pamflet loondispensatie 2018CNV Vakcentrale
 
Brief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewet
Brief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewetBrief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewet
Brief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewetCNV Vakcentrale
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016CNV Vakcentrale
 
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017CNV Vakcentrale
 
Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009
Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009
Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009CNV Vakcentrale
 
Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015
Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015
Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015CNV Vakcentrale
 
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetInbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetCNV Vakcentrale
 
Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...
Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...
Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...CNV Vakcentrale
 
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioenBrief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioenCNV Vakcentrale
 

Plus de CNV Vakcentrale (20)

CNV Internationaal Future of you(th) (Español)
CNV Internationaal Future of you(th) (Español)CNV Internationaal Future of you(th) (Español)
CNV Internationaal Future of you(th) (Español)
 
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
Sociaal politiek program CNV 2021 - 2025
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
 
CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018
CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018
CNV Vakcentrale-jaarverslag-2018
 
CNV Vakcentrale jaarverslag 2017
CNV Vakcentrale jaarverslag 2017CNV Vakcentrale jaarverslag 2017
CNV Vakcentrale jaarverslag 2017
 
CNV Pamflet Europese verkiezingen
CNV Pamflet Europese verkiezingen CNV Pamflet Europese verkiezingen
CNV Pamflet Europese verkiezingen
 
Arbeidsvoorwaardennota 2018
Arbeidsvoorwaardennota 2018Arbeidsvoorwaardennota 2018
Arbeidsvoorwaardennota 2018
 
18 006 cie szw verdrag ilo violence
18 006 cie szw verdrag ilo violence18 006 cie szw verdrag ilo violence
18 006 cie szw verdrag ilo violence
 
18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer Koolmees
18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer Koolmees18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer Koolmees
18 006 cie SZW Europese arbeidsautoriteit brief Tweede kamer Koolmees
 
Advertentie loondispensatie 2018
Advertentie loondispensatie 2018Advertentie loondispensatie 2018
Advertentie loondispensatie 2018
 
Pamflet loondispensatie 2018
Pamflet loondispensatie 2018Pamflet loondispensatie 2018
Pamflet loondispensatie 2018
 
Brief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewet
Brief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewetBrief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewet
Brief fnv cnv vcp hoofdlijnennotitie participatiewet
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2016
 
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
CNV Conceptarbeidsvoorwaardennota 2017
 
Statuten CNV (2011)
Statuten CNV (2011)Statuten CNV (2011)
Statuten CNV (2011)
 
Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009
Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009
Huishoudelijk reglement Vakcentrale CNV, versie 2009
 
Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015
Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015
Jaarverslag CNV Vakcentrale 2015
 
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetInbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg Participatiewet
 
Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...
Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...
Gezamenlijke brief vakbonden Nederland, Malta en Slowakije over Detacheringsr...
 
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioenBrief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
 

Achtergrond techniekpact

  • 1. Q: Waarom het Techniekpact? • Nederland is een welvarend land en staat in de top-5 van internationale ranglijst voor concurrentiekracht. Om die positie vast te houden en te versterken, moeten we inspelen op nieuwe marktkansen en maatschappelijke uitdagingen. • Dit vraagt om een goed opgeleide beroepsbevolking, met voldoende slimme en vakbekwame technici. • Terwijl er sprake is van lopende werkloosheid gaan er tot 2020 jaarlijks meer dan 70.000 (tienduizenden) bouwvakkers, installateurs, elektrotechnici en werktuigbouwers met pensioen. Om deze technici te kunnen vervangen en te kunnen voldoen aan de uitbreidingsvraag op het moment dat de economie weer aantrek, is actie nodig! • Doel van het Techniekpact is een goed werkende arbeidsmarkt voor technici, en verbetering van het technisch onderwijs door intensieve samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven. Q: Wordt het Techniekpact niet het zoveelste plan? Wat gaat u nu echt concreet doen? • We hebben geen nieuwe plannen gemaakt. Met dit Techniekpact hebben we afgesproken wat iedereen gaat bijdragen om bestaande plannen uit te voeren. We bouwen daarmee voort op bestaande succesvolle initiatieven uit de regio’s en uit sectoren. • Het Techniekpact is een ‘doe-pact’, met concrete afspraken: wie gaat wat en wanneer doen. Bestaande landelijke, regionale en sectorale techniekinitiatieven hebben een plek in het Techniekpact gekregen en worden in de komende jaren verder uitgebouwd. Zo geven we met het Techniekpact bijvoorbeeld versnelling aan het Masterplan Bèta en Technologie, maar ook aan de sectoradviezen over MBO en HBO Techniek en de regionale techniek-agenda’s . • Denk aan afspraken over verbeterde intersectorale mobiliteit: dat technisch geschoolden vanuit de bouw kunnen overstappen naar bijvoorbeeld de scheepvaart of bedrijven als ASML, waar meer vraag naar personeel is. Maar denk ook aan initiatieven die er al zijn om docenten in contact te brengen met techniek via stageplaatsen. Of aan de beeldvorming en promotie van de sector, die nog veel efficiënter en effectiever kan. En natuurlijk aan het realiseren van voldoende stage- en leerwerkplekken voor leerlingen. Dat is heel essentieel. Q: Hoeveel werklozen met een technische achtergrond zijn er die geen baan kunnen vinden? Waar komt dat door? Wat doet u c.q. het Techniekpact voor hen? • In maart '13 stonden 179.002 mensen in technische en industrieberoepen ingeschreven. Dat zijn er inmiddels zo'n 100.000 meer dan in 2011. Totaal stonden eind maart 632.563 ingeschreven. Dit is zo'n 35%, een verdubbeling tov 2011. • Oorzaken hiervoor zijn: economische crisis laat werkloosheid oplopen, vooral bij lager en middelbaar opgeleiden. • Tegelijkertijd is er vraag naar technici in de hogere opleidingsgroepen. In het Techniekpact zijn afspraken gemaakt dat recent werkloos geworden technici, mogelijk met een kort scholingstraject, geschikt gemaakt worden voor openstaande vacatures.
  • 2. Q. Hoeveel mensen halen bedrijven (jaarlijks) voor technische banen uit het buitenland om hier te werken? Wat vindt u daarvan? • Exacte aantallen heb ik niet. Wel ken ik de 2 wetten die de arbeids- en kennismigratie reguleren: de Vreemdelingenwet (VW, Justitie) voor de verblijfsvergunning en de Wet Arbeid Vreemdelingen (SZW) voor de tewerkstellingsvergunning. Voor de hoogopgeleide kenniswerkers is de kennismigrantenregeling in het leven geroepen. Vreemdelingen van buiten de EU die meer dan drie maanden in Nederland willen verblijven, in dienst zijn van een in Nederland gevestigde werkgever en een salaris verdienen van minstens €52.010 bruto per jaar hebben geen tewerkstellingsvergunning nodig. Kennismigranten kwamen in 2011 vooral uit India (2000), de Verenigde Staten (800) en Japen (350). Zij werken bij bedrijven als Shell, Philips en ASML, maar ook bij universiteiten en academische ziekenhuizen. De ervaringen met de kennismigrantenregeling zijn in het algemeen positief. • Buitenlands personeel met een lager salaris hebben te maken met de vreemdelingenwet en de wav. Een twv wordt alleen afgegeven als de werkgever kan aantonen dat nergens in de EU iemand is te vinden die de vacature kan vervullen. Naast kennismigranten zijn er uitzonderingen voor studenten, hoger opgeleiden en zelfstandigen. Daarmee is het relatief eenvoudig voor een vreemdeling om Nederland binnen te komen mits er de werkgever aantoont dat er binnen de EU niemand is die de vacature kan vervullen. Knelpunten worden eerder ervaren als een probleem van administratieve lastendruk dan een probleem in de wetten zelf (bijvoorbeeld de duur en de kosten van de verblijfsvergunning). De doorlooptijd, uitvoerbaarheid en de algehele werking van de verschillende regelingen blijven een aandachtspunt van de betrokken departementen EZ, SZW, VenJ en OCW. Q: Wat is er nieuw in het Techniekpact? • Wat anders is bij Techniekpact is dat we met àlle belanghebbende partijen concrete afspraken maken: wie gaat wat en wanneer doen. Hierbij hebben we bewust twee vragen aan de orde gehad. 1) Wat kun je zelf bijdragen aan het Techniekpact? en 2) Wat heb je nodig van de andere stakeholders? Q: Na al die pogingen, hoe gaat u er voor zorgen dat het nu wel lukt, meer mensen in de techniek? Hoe wilt u dat doen? • De situatie is urgent. Daarom willen werkgevers, werknemers, onderwijsinstellingen, regio’s en het rijk de kansen op de arbeidsmarkt voor technici nu aangrijpen. In het Techniekpact staan drie ambities centraal: o Meer jongeren die kiezen voor de techniek in het basis- en voortgezet onderwijs. o Meer afgestudeerden met een technisch diploma vinden een baan in de techniek. o Meer technici keren terug in de technieksector en werkgevers zorgen er voor dat technici behouden blijven voor de sector. • In het Techniekpact hebben we nu concrete afspraken over de gehele linie, ‘kiezen, leren, werken’, om de doelen voor de korte en langere termijn te realiseren. Q: Wat is het doel? Wanneer moet dit zijn gerealiseerd?
  • 3. • Uit analyses van ROA blijkt dat de komende jaren flinke spanning op de arbeidsmarkt voor technici ontstaat. Schatting is dat op termijn jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn om aan de groeiende behoefte aan technisch personeel te voldoen. Om dat te bereiken zet het Techniekpact in op drie actielijnen naar 2020: o Kiezen voor techniek: meer leerlingen kiezen voor een techniekopleiding; o Leren in de techniek; meer leerlingen en studenten met een technisch diploma gaan ook aan de slag in een technische baan en; o Werken in de techniek; mensen met een technische achtergrond die met ontslag bedreigd worden of al langs de kant staan worden elders in de techniek ingezet. • Richtinggevend daarbij is om voor elk van deze drie routes uit te gaan van een toename van jaarlijks 15.000 mensen. Q: Hoe werkt het investeringsfonds waar het kabinet 100 miljoen euro voor uit trekt? • Van elke euro die het kabinet uit dit fonds investeert, vragen wij één euro van de regio en één euro van het bedrijfsleven. Daarmee willen wij stimuleren dat het bedrijfsleven en het onderwijs nog beter samenwerken. • Denk aan gezamenlijke investeringen van bedrijfsleven, mbo-scholen en regio’s in machines, installaties en pratijklokalen. • Die samenwerking is cruciaal om de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te verbeteren. Q: Hoe gaat u die projecten dan versnellen? • Het techniekpact bevat (landelijke) afspraken die de regio’s en (top)sectoren ondersteunen bij het realiseren van de eigen doelen en de uitvoering van hun agenda’s/plannen kan versnellen. • In tal van plaatsen in Nederland hebben onderwijsinstellingen, bedrijven en regionale overheden visies ontwikkeld, plannen gemaakt en acties in gang gezet om de regionale arbeidsmarkt voor technici te verbeteren. Via vijf landsdelen zijn deze regionale plannen gebundeld. Daarnaast werken de negen topsectoren aan een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt via hun eigen human capital agenda’s en via de gezamenlijke talent-agenda van de topsectoren, het masterplan bèta en technologie. • Het techniekpact ondersteunt en versnelt de uitvoering van deze plannen en agenda’s. Q: Wanneer kan het Techniekpact als een succes worden gezien? • Uiteraard als de doelstellingen ook worden gerealiseerd en dat zullen we monitoren. • Het totstandkomen van het pact an sich heeft al mooie resultaten opgeleverd. Q: Het Techniekpact is nu ondertekend, wat nu? Wat gaat er morgen gebeuren? • Het Techniekpact markeert het begin van een verhoogde inspanning van alle ondertekenaars. • Sommige maatregelen hebben op korte termijn effect, andere werpen pas na langere tijd hun vruchten af.
  • 4. • Vasthouden en doorzetten is dus noodzakelijk om de beoogde resultaten te boeken. Om de uitvoering te borgen, zo nodig bij te sturen en de continuïteit te garanderen is een heldere uitvoeringsstructuur nodig. • Om maatwerk te garanderen en zoveel mogelijk aan te sluiten bij de regionale behoeften en initiatieven ligt het zwaartepunt in de uitvoering bij de regio’s, aangevuld door een Landelijke Regiegroep Techniekpact. • Maar nu moeten dus alle betrokken partijen vooral vasthouden en doorzetten. Q: Hoeveel technici hebben we nodig? • In de komende tijd loopt het tekort aan goed opgeleid technisch personeel verder op (=verschil tussen aanbod en vraag). De grote uittocht van de babyboomgeneratie staat nu voor de deur en er is onvoldoende aanvulling door jongeren. • Volgens het ROA blijkt dat in de periode 2011-2016 ca. 170.000 meer baanopeningen voor technici zijn dan schoolverlaters, inclusief de groene opleidingen. Per jaar gaat het dan gemiddeld om ca. 28.000 technici, waarvan het grootste deel in het vmbo en het mbo. • Het aantal van 170.000 kan niet worden geïnterpreteerd als een absoluut of zelfs acuut tekort. Het is het saldo van verwachte baanopeningen minus de verwachte instroom vanuit onderwijs in de techniek over de periode 2011- 2016, bij ongewijzigd beleid. Het geeft een spanning weer, een ‘distance to target’. • Bij het bepalen van de ambities voor het Techniekpact wordt dit aantal als uitgangspunt genomen. Voor de periode 2017-2020 zijn nog geen nieuwe ramingen beschikbaar. Wel is bekend dat er ook in deze periode een hoge vervangingsvraag als gevolg van pensionering zal zijn. • Rekening houdend met de groeiambities van de topsectoren schatten we daarom dat er in de komende jaren jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn (via het onderwijs, zij-instroom, of door uitstroom te verminderen) om de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen. Q: Waarom/waarvoor hebben we technici nodig? • Er is de komende jaren volop werk voor jongens, meiden, vakmensen en internationaal talent met een bètatechnisch profiel. Tot 2020 gaan jaarlijks meer dan 70.0001 bouwvakkers, installateurs, electrotechnici en werktuigbouwers met pensioen. Daarbovenop kunnen bedrijven uitdagend werk bieden aan duizenden extra technici. Sectoren als life sciences, tuinbouw, high tech en chemie zien volop groeikansen. In deze sectoren zijn uitdagende banen op alle niveaus: van praktische mbo-ers tot universitaire toponderzoekers. • Instroom van buitenlandse werknemers is hierdoor noodzakelijk, maar biedt beperkt soelaas en heeft ook neveneffecten. Bovendien kan opwaartse druk op de lonen leiden tot verslechtering van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en tot verplaatsing van economische bedrijvigheid naar andere landen. Ook wordt Nederland minder aantrekkelijk als vestigingslocatie. Dit alles vormt een bedreiging voor het vinden van innovatieve oplossingen voor vraagstukken rond bijvoorbeeld energievoorziening, voedselproductie en duurzaamheid. 1 ROA, 2011
  • 5. • Het kabinet wil daarom samen met bedrijfsleven, onderwijs, de vakbeweging, leerlingen en studenten dit voorjaar een Techniekpact afsluiten om de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor technisch personeel te verbeteren. Q: Bedrijven hebben NU tekorten. Waarom maakt u het voor hen gewoon niet makkelijker om kenniswerkers uit Azië binnen te halen? • Nederland heeft aantrekkelijke wet- en regelgeving voor het aantrekken van kenniswerkers. Met bijvoorbeeld de kennismigrantenregeling kunnen werknemers snel naar Nederland komen en aan het werk. • Overigens is dit ook niet de goedkoopste en meest duurzame oplossing. Kenniswerkers gaan heel vaak na 3 of 4 jaar weer terug of naar een ander land. Aantrekken van kenniswerkers is dus altijd een tijdelijke oplossing en gericht op het invullen van heel specifieke vacatures. Het Techniekpact wil juist lange termijn oplossingen bieden. • In techniekpact is ook afgesproken dat het bedrijfsleven meer werkervaringsplekken zoals stageplaatsen en traineeships aan gaat bieden voor internationale studenten in bètatechnische opleidingen. En dat de universiteiten hun gezamenlijke inspanningen gaan intensiveren om meer (inter)nationale studenten te laten instromen in bètatechnische studies. Q: Waarom gelooft u in het Techniekpact? • Het is onhoudbaar dat aan de ene kant (jeugd)werkloosheid sterk oploopt en aan de andere kant er sprake is van grote tekorten in bepaalde sectoren van de Nederlandse economie. Q: Technische beroepen worden toch slecht betaald en je krijgt er toch vieze handen van? Waarom zou je daarvoor willen kiezen? • Om te beginnen klopt deze beeldvorming niet, de meeste technische beroepen zijn zonder vieze handen! Veel jongeren - en hun ouders - hebben onvoldoende beeld bij een technisch beroep. Gelukkig kunnen we aan de beeldvorming wat doen, door het gebruik van de beeldenbank bijvoorbeeld, met aansprekende beelden van techniek en technische beroepen uitgekozen door jongeren zelf. • Technisch personeel, van vakman tot kenniswerker, wordt goed betaald. Een ervaren CNC- verspaner van het niveau mbo+ kan zo'n drie- tot vierduizend euro bruto verdienen. Er zijn niet veel beroepen waar een gelijkwaardig opgeleide medewerker evenveel verdient. Q: Hoe komt het dat te weinig jongeren voor techniek kiezen? • Kiezen voor techniek begint met een duidelijk beeld van wat ‘technologie' of ‘techniek’ is en wat je er mee kunt doen. Veel jongeren - en hun ouders - hebben dit onvoldoende. Daarom is het belangrijk dat er uitdagend techniekonderwijs is in het funderend onderwijs, met deskundige docenten. Daarbij worden de activiteiten niet alleen gericht op de jongeren zelf, maar ook op de ouders die een cruciale rol spelen in het keuzeproces. Q: Moet u niet de ouders overtuigen in plaats van de kinderen/jongeren/leerlingen? • Beiden zijn belangrijk en vergeet ook de leerkrachten niet. Zeker in het basis- en voortgezet onderwijs is het belangrijk om jongeren en zeker ook hun ouders en leerkrachten te
  • 6. interesseren in wetenschap en techniek. Het bedrijfsleven ondersteunt dit door al in en vanaf het basisonderwijs aan kinderen te laten zien wat ze later met hun talenten kunnen bereiken en welke beroepen ze zouden kunnen gaan uitoefenen. Daarbij moeten ouders actief betrokken worden. Op die manier leren kinderen - jongens én meisjes - al vanaf jonge leeftijd de opleidings- en beroepsmogelijkheden in de wetenschap en techniek te verkennen, de breedte van de mogelijkheden te zien, los te komen van stereotype beelden en vooroordelen over technische beroepen weg te nemen. Q: Wat gaan jongeren van het techniekpact merken? • We richten ons op de hele onderwijsketen: van basisonderwijs tot universiteiten. Op al die niveaus zijn technici nodig. Dat is niet allemaal met één druk op de knop geregeld. We gaan ervan uit dat een aantal maatregelen pas over een aantal jaren effect zal gaan hebben. Interesse voor techniek begint op de basisschool, daar wordt de basis gelegd. Het duurt even voordat deze kinderen opgegroeid zijn en voor hun school- of baankeuze staan. Daarnaast zijn er ook al zaken die op korte termijn effect kunnen hebben, zoals het interesseren van jongeren die wel interesse hebben voor techniek, maar er niet voor kiezen. Maar vergeet niet: er zijn nu al heel veel initiatieven van diverse partijen, dus duizenden leerlingen merken daar nu al iets van. Q: Kunnen bedrijven geen baangaranties geven? • Op landelijk niveau is dit niet mogelijk, op regionaal zijn er wel een aantal initiatieven op dit vlak: o In zuidoost, in de regio Eindhoven komt een pilot voor het aanbieden van werkgaranties binnen de Brainport regio voor bètastudenten-studenten uit MBO, HBO en WO die zijn afgestudeerd op locaties waar doorlopende leerlijnen geclusterd zijn. o In zuidwest, Rotterdam-rijnmond stelt het bedrijfsleven carrièrestartgaranties beschikbaar voor MBO 3-4 studenten in de proces (petro)chemische- en energiesector in Deltalinqs verband • In sommige technische sectoren zoals de topsectoren Water en Chemie zien we nu al initiatieven dat het bedrijfsleven stageplekken aanbiedt met uitzicht op een baan. In het Techniekpact zullen we ook deze mogelijkheden verder verkennen. Q: Wie moeten het pact gaan uitvoeren? • Het bedrijfsleven, het onderwijs, werknemers, scholieren en studenten, regio en Rijk leveren ieder hun eigen bijdrage aan het Techniekpact, om er op die manier voor te zorgen dat meer goede vakkrachten voor techniek worden opgeleid of voor de technische sector behouden blijven en zijn dan ook zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van hun afspraken. • Om maatwerk te garanderen en zoveel mogelijk aan te sluiten bij de regionale behoeften en initiatieven ligt het zwaartepunt in de uitvoering bij de regio’s, aangevuld door een Landelijke Regiegroep Techniekpact. De taak van deze regiegroep is om uitvoering van de landelijke strategie en doelen en de gemaakte afspraken in het Techniekpact te bewaken en zo nodig bij
  • 7. te sturenOm te verzekeren dat de afspraken ook echt worden uitgevoerd, zullen we de uitvoering van de afspraken laten bewaken en monitoren. Q: Wat gaat André Kuipers doen? • Andre Kuipers heeft ervoor gekozen om de komende twee jaar zich volledig te gaan richten op het promoten van wetenschap en techniek. Hij is daarom ook ambassadeur van het Techniekpact geworden. Als ambassadeur van het Techniekpact zal Kuipers de komende tijd met zijn enthousiasme en bijzondere ervaringen als astronaut het bredere publiek inspireren en enthousiasmeren voor wetenschap en techniek. Door de komende maanden bezoeken te brengen aan het onderwijs en bedrijven in heel Nederland zal Kuipers het belang van wetenschap en techniek onder de aandacht brengen en partijen stimuleren zich te verbinden aan en in te zetten voor de doelstellingen van het Techniekpact. Q: Waarom juist André Kuipers? • André Kuipers is een nationaal rolmodel voor de wetenschap en techniek. Jong en oud worden geïnspireerd door zijn verhalen over zijn ervaringen en drijfveren. Ook al zijn wij in Nederland niet echt gewend mensen op een voetstuk te plaatsen, Kuipers is toch een echte nationale (techniek)held. Juist hij kan aan een groot publiek het belang van techniek op illustratieve en inspirerende wijze laten zien. Geen abstracte beleidstaal, maar concrete praktijkvoorbeelden. Ook zijn persoonlijke verhaal over waarom hij voor techniek koos spreekt tot ieders verbeelding. Q: Komen er beurzen voor leerlingen die techniek gaan studeren? • Bedrijven in de topsectoren stellen 1000 (inter)nationale topbeurzen ter beschikking voor topsector relevante opleidingen in 2016. De doelstelling van de Topsector beurzen is drieledig: instroombevordering, talentbevordering en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven verbeteren. De beurzen worden sectoraal ontwikkeld en gezamenlijk gepromoot. Internationale beurzen kunnen onderdeel worden van Holland Branding. Q: Waarom zouden bedrijven willen en moeten investeren in onderwijs? • Betrokkenheid van bedrijven leidt tot een verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Voor bedrijven biedt investeren in het onderwijs de mogelijkheid om aan te geven welke kennis en vaardigheden zij belangrijk vinden voor de uitoefening van een beroep; het biedt bedrijven de kans om deze samen met het onderwijs te definiëren.. Q: We praten al jaren over aanpak tekorten. Waarom gaat dit Techniekpact wel het verschil maken? Kan dit Techniekpact in drie maanden oplossen wat in de afgelopen tien jaar niet gelukt is op te lossen? • Tekorten zijn een gezamenlijke probleem en behoeven een gezamenlijke aanpak. De groeiende vraag (kwalitatief en kwantitatief) naar technisch opgeleide mensen maakt een gestructureerde en gezamenlijke aanpak noodzakelijk. Onderling concurreren om de schaarste is een verspilling van tijd en geld en zal de Nederlandse groeiambitie schaden. Daar is niemand bij gebaat. Veel
  • 8. beter is om gezamenlijk de inspanningen te verhogen om talent te werven en om onderbenutting van talent (meisjes, vrouwen en allochtonen) te voorkomen. Daarom hebben wij in dit Techniekpact bewust twee vragen aan de orde gehad. 1) Wat kun je zelf bijdragen aan het Techniekpact? en 2) Wat vraag je van de andere stakeholders? • Veel van de aangegeven wensen worden ingevuld. • Er zijn reeds tal van publieke en private initiatieven die zowel op lokaal als landelijke niveau de tekorten op hun eigen manier proberen op te lossen. Het Techniekpact zal niet de concurrentie aangaan met bestaande initiatieven, maar zal deze juist proberen deze te verbinden. Er gebeurt dus al heel veel goeds. Het doe-karakter van het Techniekpact is er dus op gericht geen nieuwe plannen of analyses te maken, maar vooral voort te bouwen op die bestaande goede landelijke, regionale en sectorale techniekinitiatieven. Wie gaat wat en wanneer dóen. Zo kan het Techniekpact bijvoorbeeld versnelling geven aan het Masterplan Bèta en Technologie, maar ook aan de sectoradviezen over MBO en HBO Techniek en de regionale en sectorale agenda’s. Q: Moeten bedrijven niet gewoon de lonen voor technisch personeel verhogen? • Deels is het een beeldvormingsprobleem; met een technisch beroep –op alle niveau’s- is goed geld te verdienen, bijvoorbeeld als kraan-operator in de Rotterdamse haven of als lasser. En bedrijven nemen ook maatregelen nemen die ervoor zorgen dat werknemers langer en productiever door kunnen werken en die de technische sectoren aantrekkelijker maken. Dat slaat ook op de arbeidsvoorwaarden. Echter bedrijven in de technische sectoren opereren veelal op de wereldmarkt. Met het oog op het handhaven van de internationale concurrentiepositie ligt het verhogen van de lonen niet altijd voor de hand. Q: Wat gaan mkb-bedrijven in de technische sectoren merken van het Techniekpact? • Met het Techniekpact willen we onderwijsinstellingen voor mbo en hbo stimuleren om te zorgen voor een aantrekkelijk aanbod van beroepsonderwijs dat aansluit op de regionale arbeidsmarkt (uitvoering van de adviezen van de verkenningscommissies MBO en HBO Techniek). Hiervan profiteert uiteraard ook het regionale mkb. Daarnaast brengt het Techniekpact overzicht in de grote hoeveelheid van initiatieven die er zijn om techniek te stimuleren. Ik hoor regelmatig dat (mkb-)bedrijven bereid zijn om intensiever samen te werken met het onderwijs of bij te dragen aan techniekpromotie. Maar omdat ze door de bomen het bos niet meer zien komt de samenwerking vaak niet van de grond. Het Techniekpact bundelt techniekinitiatieven en bouwt voort op bewezen successen. Voor een mkb-bedrijf ontstaat daardoor duidelijkheid over de manier waarop met het onderwijs samengewerkt kan worden. Q: In veel regio’s wordt al goed samengewerkt. Wat voegt dit Techniekpact toe? • Het is inderdaad positief dat in veel regio’s door alle betrokken partijen al goed wordt samengewerkt. Een aantal regio’s zijn al heel actief, die hebben zelf al afspraken gemaakt. • Doel van het landelijk Techniekpact is om de regio’s en (top)sectoren te ondersteunen bij het realiseren van de eigen doelen. In tal van plaatsen in Nederland hebben onderwijsinstellingen,
  • 9. bedrijven en regionale overheden visies ontwikkeld, plannen gemaakt en acties in gang gezet om de regionale arbeidsmarkt voor technici te verbeteren. • Denk bijvoorbeeld aan de regionale techniekpacten zoals Technologiepact Brainport, Techniekpact Haaglanden en Techniekpact Twente en de Human Capital Agenda's van de topsectoren. De meerwaarde van dit landelijke Techniekpact voor de regio’s ligt er in de eerste plaats dat door afspraken in het pact de regio’s hun aanpak kunnen versterken en versnellen. Regio’s zijn ook gestimuleerd om hun gestelde doelen en toegezegde bijdragen een slag concreter en harder te maken. Resultaat hiervan staat ook in het pact. Via Techniekpact wordt ook samenwerking tussen regio’s op grotere schaal gestimuleerd. Zo kunnen regio;s van elkaar leren en met elkaar optrekken om hun doelen te realiseren.
  • 10. Q: Wat vraagt u van de betrokken onderwijsinstellingen en bedrijven? • Van onderwijsinstellingen vragen we dat ze zorgen voor een aantrekkelijk aanbod van beroepsonderwijs dat aansluit op de (regionale) arbeidsmarkt. (herkenbaar en beperkter aantal onderwijsroutes en opleidingen). Beroepsonderwijsinstellingen kunnen bijvoorbeeld hun techniekportfolio’s met elkaar uitruilen, zodat er in de regio één techniekcollege ontstaat. Een alternatief is dat instellingen met elkaar tot een uitruil komen, zodat zij alleen het technische onderwijs blijven aanbieden waar zij het sterkste in zijn. • Deze concentratie van het onderwijsaanbod zou gekoppeld moeten worden aan privaat commitment vanuit het bedrijfsleven. Daarom vragen we het bedrijfsleven bij te dragen door onder meer het aanbieden van state-of-the-art materiaal en faciliteiten, vakkrachten voor de klas en het bieden van voldoende stageplaatsen en (top)beurzen. Daarnaast investeert het bedrijfsleven in de duurzame inzetbaarheid van werknemers. • De overheid ondersteunt dit proces onder meer door adequaat vormgegeven van generieke onderwijs- en arbeidsmarktmaatregelen, en door het wegnemen van belemmeringen bij publiekprivate samenwerking op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt. Maar ook door het zorgen voor de juiste randvoorwaarden, zoals de bekostiging van technische opleidingen. Q: De Onderwijsraad adviseert in haar advies “Zicht op macrodoelmatig opleidingsaanbod (2012)” om te komen tot knipperlichtnormen op basis waarvan instellingen zich gaan verantwoorden. Wat vindt u van “Knipperlichtnormen” om te sturen op macrodoelmatigheid? • Ik onderschrijf het belang van de totstandkoming van knipperlichtnormen. Twee zaken zijn belangrijk (1) de kwaliteit van de gegevens en (2) de wijze van ontsluiting. • Verbeteren kwaliteit van onze informatiebasis. o Kwalitatief goede informatie is essentieel om te kunnen sturen op een macrodoelmatig opleidingenportfolio. o De kwaliteit van de beschikbare gegevens is sterk voor verbetering vatbaar. Zo waren tot voor kort bijvoorbeeld geen vergelijkbare gegevens beschikbaar over de positie van schoolverlaters op de arbeidsmarkt (op instellingsniveau). OCW subsidieert nu een pilot bij het CBS om de koppeling van onderwijsstatistieken met statistieken van UWV mogelijk te maken. Alle onderwijsinstellingen hebben een machtiging (moeten) geven (privacy). o NB: LIS heeft overigens als één van twee instellingen nog geen machtiging gegeven (de andere instelling is het doveninstituut), de reden is onduidelijk. • Ontsluiten van de beschikbare informatiebasis. o SBB zal op basis van de beschikbare gegevens een nadere weging en duiding van de macrodoelmatigheid van het opleidingsaanbod in het mbo maken. o Deze informatievoorziening door SBB moet werken als “knipperlichtnormen”. Is bijvoorbeeld het aandeel gediplomeerden met een baan van meer dan 12 uur relatief laag, dan kan dit aanleiding zijn voor een gesprek in de regio over de omvang van de instroom. Dit geldt ook voor instellingen die in hetzelfde voedingsgebied een identieke opleiding aanbieden met relatief weinig deelnemers (inefficiënt aanbod).
  • 11. o SBB maakt een fysieke publicatie en een website om dit gesprek in de regio te stimuleren. Een eerste versie van de fysieke publicatie zal op korte termijn door SBB onder instellingen worden verspreid. Later dit jaar volgt een toegankelijke website met een grotere set aan indicatoren. o De wijze van ontsluiten is weergegeven in een advies dat SBB, vorig jaar op verzoek van mijn ambtsvoorganger, heeft SBB opgesteld. • Deze lijn staat ook in de kamerbrief “Macrodoelmatigheid mbo” van 14 april. Q: Wat gebeurt er om jongeren meer voor techniek te laten kiezen (voorlichting, bijsluiter, “ombuigingsgesprekken”) • OP gebied van techniekeducatie hebben we goedwerkende publieke en private initiatieven in het voortgezet onderwijs zoals het technasium, technetkringen, techniekcolleges, techmavo’s, vakcolleges en Jet-Net. En om • En om jongeren met technische beroepsperspectieven in aanraking te laten komen gaan de gaan verschillende landelijke initiatieven, zoals Technet, Techniektalent.nu, Jet-Net, Wow!, VHTO, Skills Netherlands en C3 intensief samenwerken en werkzaamheden afstemmen in de uitvoering • Dan heb je ook de ombuiggesprekken: wordt al landelijk uitgerold. In kamerbrief "Jeugdwerkloosheid" van Asscher+Bussemaker, 5 mrt jl. is 25 miljoen voor School Ex 2.0 aangekondigd. Daarin is opgenomen dat alle mbo-opleidingen ombuiggesprekken voeren met jongeren die zich aanmelden voor een opleiding met weinig arbeidsmarktperspectief. Dit naar voorbeeld van Rotterdam. De ambassadeur voor Jeugdwerkloosheid, Mirjam Sterk is dit ook aan het uitdragen. • En jongeren kunnen gebruik gaan maken van een studiebijsluiter. Q: Wat is de bedoeling van de studiebijsluiter en wanneer is deze beschikbaar? • Door middel van de bijsluiter worden (aankomende) mbo-studenten en hun ouders voorzien van relevante, onafhankelijke, actuele en toegankelijke en (zo veel mogelijk) vergelijkbare informatie over opleidingen en de arbeidsmarkt. Op deze manier kunnen zij een weloverwogen studiekeuze maken. • Op dit moment is de bijsluiter in de maak. In maart zullen de zeven instellingen die deelnemen aan een pilot van de SBB een eerste versie van de bijsluiter testen. • Afhankelijk hiervan wordt de bijsluiter in augustus uitgerold naar vijftien andere onderwijsinstellingen. • Ook zullen alle studiebijsluiters in het najaar digitaal beschikbaar worden gemaakt op een centrale website. • In de bijsluiter zullen indicatoren worden opgenomen die de aankomend student een duidelijk beeld geven over hun toekomstige opleiding op een aantal belangrijke punten, waaronder; - Tevredenheid huidige student - Kans op een stageplaats - Kans op een baan op niveau - Doorstroommogelijkheden • In het najaar 2014 verwacht ik dat alle instellingen de studiebijsluiter gebruiken.
  • 12. • Overigens heeft minister Bussemaker afgelopen maand, de eerste universitaire studiebijsluiter, van de TU Delft, onthuld. Studenten die zich voor komend studiejaar aanmelden bij de TU Delft, weten waar ze aan toe zijn: Met informatie over onder andere studiesucces, arbeidsmarktperspectief, studententevredenheid en aantallen eerstejaars helpt de universiteit aankomende studenten om een bewuste keuze te maken Q: Wat verstaat u onder technici c.q. technische opleidingen/beroepen? • Het Techniekpact hanteert het begrip techniek in brede zin, waarbij ook de domeinen technologie en bètawetenschappen daartoe worden gerekend. Het Techniekpact sluit aan bij de (sectorale) reikwijdte van het Masterplan Bèta en Technologie. Het Masterplan duidt technici als mensen die één of meerdere technieken "praktisch" of reëel gebruiken. Zij werken bijvoorbeeld als laborant, onderzoeker, instrumentenmaker, werkvoorbereider, loodgieter, ingenieur, operator of analist. Zij hebben de technische kennis om apparaten te bouwen en installaties te onderhouden. Zij houden technische systemen draaiend en ontwikkelen en implementeren nieuwe technologieën. Zij zoeken naar nieuwe wetenschappelijke kennis. Zij kunnen combi’s maken tussen disciplines (bèta-bèta en bèta-gamma): kennis en technologie vertalen naar zinvolle innovaties op allerlei maatschappelijke gebieden, reikend van zorg en voeding tot aan duurzaamheid, energie en ICT Q: Hoe groot is het tekort nu eigenlijk echt? (We lezen in de krant alleen maar berichten over ontslagen en oplopende werkloosheid)  De komende jaren zal de uitstroom van technici veel groter zijn dan de instroom van schoolverlaters. Daardoor ontstaan veel baankansen. Bij het opstellen van het Techniekpact is uit gegaan van de verwachting dat jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn (via het onderwijs, zij-instroom, of door de uitstroom te verminderen) om de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen. De inspanningen in de komende jaren zijn er op gericht om dit aantal extra technici in 2020 te realiseren, met 15.000 extra technici in 2016 als mijlpaal.  Deze verwachting is gebaseerd op de volgende analyse. Uit het rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016’ (ROA, 2011) blijkt dat in de periode 2011-2016 ca. 170.000 meer baanopeningen voor technici zijn dan schoolverlaters, inclusief de groene opleidingen. Per jaar gaat het dan gemiddeld om ca. 28.000 technici, waarvan het grootste deel in het vmbo en het mbo.  Het aantal van 170.000 kan niet worden geïnterpreteerd als een absoluut of zelfs acuut tekort. Het is het saldo van verwachte baanopeningen minus de verwachte instroom vanuit onderwijs in de techniek over de periode 2011- 2016, bij ongewijzigd beleid. Het geeft een spanning weer, een ‘distance to target’. Q: Is het Techniekpact een uitwerking van c.q. een vervolg op het sociaal akkoord? • In het sociaal akkoord zijn het Kabinet en sociale partners het eens geworden over een mix van maatregelen om economisch herstel op korte termijn te stimuleren en de arbeidsmarkt aan te passen aan de wensen en eisen van de 21e eeuw. Daarbij wordt gekozen voor een actievere aanpak om werkloosheid te voorkomen en mensen van werk naar werk te helpen. De technische sector neemt daarbinnen een belangrijk plaats in. • Sociale partners in de techniek stellen, voortbouwend op het Sociaal Akkoord, in het najaar van 2013 sectorplannen op gericht op vermindering van de uitstroom van (jonge) werknemers,
  • 13. versnelde herinstroom van recent werkloos geworden gekwalificeerde technici, op- en bijscholing, doorstroming en verbetering van begeleiding van nieuwe werknemers door ervaren medewerkers. • Q: Komt er extra geld bij? • Nee. Wel is en wordt er gekeken naar bestaande middelen van het Rijk en de regio, om deze zo efficiënt mogelijk te richten op de doelen van Techniekpact. Ditzelfde vragen we ook van het bedrijfsleven. Q: Hoeveel stage- en leerwerkplekken extra zijn er afgesproken? • uitgangspunt is dat er voor iedere techniekstudent een stage- of leerwerkplek beschikbaar moet zijn. • Zo streeft het bedrijfsleven er naar om elke mbo student met een technische beroepsopleiding vanaf het schooljaar 2013-2014 een stage- of leerwerkplaats aan te bieden en techniekstudenten die geen stage of leerwerkplek kunnen vinden worden begeleid. • Om bij te dragen aan voldoende stage- en leerwerkplekken maakt het kabinet het mogelijk om voor de sector techniek met een alternatieve, gecombineerde BOL/BBL-route te experimenteren.