In deze beleidsnota van VKW Metena leggen we uit waarom er nood is aan een objectivering van het debat. We vertrekken van de notie dat een te grote ongelijkheid vanuit maatschappelijk oogpunt ongewenst is. Maar dat anderzijds een zekere mate van inkomensspanning ook noodzakelijk is om mensen voldoende te motiveren.
Vanuit die wetenschap gaan we op zoek naar enkele richtinggevende principes. Een land als België moet de komende jaren streven naar een dubbel dividend. Mits een verstandiger migratie en een betere integratie van allochtonen, zijn meer groei en minder ongelijkheid de keerzijde van de medaille.
We sluiten de nota dan ook af met enkele beleidsaanbevelingen.
Auteur van de nota is Geert Janssens, hoofdeconoom bij VKW Metena.
2. Inhoudstafel
Intro
1.Historisch debat
2.De kuznets-curve
3.Ongelijkheid meten
4.Offensieve ongelijkheid
5.Relatieve armoede
6.Armoede en migratie
7.Beleidsaanbevelingen
8.Besluit
De integrale tekst van de VKW beleidsnota is te vinden op
http://www.vkw.be/kennisbank/ongelijkheid-en-armoede-ons-land
3. • De financiële crisis in ons land bracht de ongelijkheidskwestie opnieuw
onder de aandacht.
• World Economic Forum: toenemende ongelijkheid &
armoedeprobleem => grootste bedreigingen voor de stabiliteit van de
wereldeconomie.
Nood aan objectivering van het debat, richtinggevende principes.
• België: moet streven naar dubbel dividend: een verstandigere migratie
en betere integratie van allochtonen => meer groei en minder
ongelijkheid.
Intro
4. 1. Historisch debat
• Ongelijkheid raakt ons tot in ons diepste binnenste, is gerelateerd
aan rechtvaardigheidsgevoel, willen oorzaak zoeken.
• Het succes van kapitalisme is gestoeld op principe dat wanneer
mensen bijdragen tot het algemeen belang, ze daar beloond voor
mogen worden.
• De financiële crisis heeft aanvaarbaarheid van dit vrijmarktprincipe
op de helling gezet. World Economic Forum (WEF) waarschuwt voor
de gevaren van steeds groter wordende ongelijkheid.
=> gestegen spanning tussen verschillende werelddelen en
daar binnenin.
=> houdbaarheid van ons eigen welvaartsmodel?
5. 2. De kuznets-curve
• Economische debatten over ongelijkheid draaien rond de relevantie
van de zogenaamde Kuznets-curve.
• Simon Kuznets voorspelde in 1955 een omgekeerde U-vormige
relatie tussen economische groei en ongelijkheid in een land.
• Tot eind jaren ’70 leek de Kuznets-curve te matchen met de realiteit.
• De afgelopen 30 jaar is de ongelijkheid opnieuw gestegen t.g.v.
ongelijkheid ts het Westen en de rest van de wereld => schuine N
Bron: VKW Metena
6. • Vanaf jaren ‘80: opkomst Aziatische tijgers (Singapore, Indonesië,
Maleisië) en nadien intrede van China:
=> honderden miljoenen Aziaten hijsen zich uit de armoede.
=> daling van de ongelijkheid op wereldniveau.
• De verdeling van rijkdom ts landen is ook belangrijk discussiepunt.
• Conclusie onderzoek Wereldbank: ongelijkheid op wereldniveau is
sinds de millenniumwissel lichtjes beginnen te dalen.
Sommige landen maakt een forse inhaalbeweging. Inkomens in
China, India, Indonesië aanzienlijk gestegen.
7. 3. Ongelijkheid meten
3.1. Vermogensongelijkheid
• Ongelijkheid kent vele gedaanten. Het belangrijkste onderscheid
betreft ongelijkheid inzake inkomen versus vermogen.
Inkomen = wat we allen jaarlijks verdienen
Vermogen = bijeen gespaard inkomen doorheen de jaren
Vermogens worden via erfenisrechten doorgegeven over generaties
heen.
• Nadeel van ons erfenis- en vermogensbelastingsysteem:
scheeftrekken van de verdeling van vermogens.
3.2. Inkomensongelijkheid
Tegenover de grote vermogensongelijkheid staat een veel minder grote
inkomensongelijkheid. België behoort tot een van de meest gelijke
landen ter wereld op het vlak van inkomensverdeling.
8. • Meest relevante maatstaf = beschikbaar inkomen op gezinsniveau,
gecorrigeerd met sociale bijdragen en maatschappelijke
voorzieningen. België staat bekend om democratisering van
onderwijs & uitstekende gezondheidszorg
• Gini-coëfficiënt= maatstaf om ongelijkheid te meten
= 0 = wanneer iedereen evenveel inkomen krijgt
= 1 = wanneer al het inkomen zou toevloeien naar 1 persoon
Bron: Oeso
9. • In België is de Gini = 0,26
België behoort na belastingen en rekening houdend met sociale
uitkering tot de meest gelijke landen van het Westen.
3.3. Verhouding hoog/laag
• Inkomensverhouding tussen de 10% meest- en 10% minst-verdieners
bekijken.
=> België behoort opnieuw tot de landen met de grootste gelijkheid.
Enkel in Denemarken (5,3) en Finland (5,4) was de verhouding nog
kleiner.
3.4. Topinkomens
• De maatschappelijke commotie gaat vooral over de topverdieners.
• Aandeel van de top 1% is gestegen en is rond de 8%.
10. 4. Offensieve ongelijkheid
• Oorzaak ongelijkheid: vrijwillige keuze vb minder uren werken,
maar er zijn ook deeltijdsen die meer uren willen kloppen.
Het bepalen van deze al of niet vrijwilligheid
= één van de meest cruciale vraagstukken van het armoededebat
•Kurt Devooght: Wanneer de oorzaken achter de verschillen in
rekening worden gebracht, dan daalt de ongelijkheid met 20%.
• Onbeantwoorde vragen: ongelijkheid door verschillen inzake
talent, afkomst…
11. 5. Relatieve armoede
5.1. Paradox Easterlin
• Armoede = het niet beschikken over een voldoende hoog inkomen
om een normaal bestaan te leiden, gedefinieerd in termen van euro’s
of dollars. Wordt vooral gedefinieerd in relatieve termen.
• Wie minder dan de helft van doorsnee inkomen verdient, mag
beschouwd worden als zijnde ‘arm’.
• Over het geheel van de Oeso zit 11% van de bevolking onder de 50%
drempel . Relatieve armoedegraad in België = 9,7%
12. 5.2. Geen neutraal begrip
• De maatstaf vertoont ook hiaten:
het zegt niets over het absolute niveau van armoede.
Wanneer iedereen 10 % rijker wordt verandert er niets aan de
relatieve armoedegraad, maar toch beter collectief af.
5.3. Heterogene bevolkingsgroepen
• Armoede kan verschillen naargelang de socio-demografische groep
2007-2010: gepensioneerden gingen er op vooruit, maar armoede
onder bij kinderen steeg.
13. 6. Armoede en migratie
• Officiële cijfers houden geen rekening met instroom van 520.000
nieuwe burgers van de laatste 10 jaar.
• Grote groep is inactief.
• Risico op armoede is veel groter voor personen die niet actief zijn op
de arbeidsmarkt.
=> zeer grote werkloosheidsgraad onder de allochtonen
14. 7. Beleidsaanbevelingen
1. België moet komende jaren streven naar dubbel dividend: meer
economische groei én ongelijkheid terugdringen d.m.v. activering,
onderwijs en integratie van kansengroepen.
2. Een verstandiger migratiebeleid en een betere integratie van
allochtonen zijn van cruciaal belang.
3. Maatschappelijk gezien zijn sociale uitkeringen geen duurzame weg
uit de armoede.
4. Armoede is vaak meer een kwestie van kansen dan van geld.
Talenten aanwenden en ontplooien.
5. Armoededebat is te veel gefocust op geldelijke maatstaven en
financiële herverdeling.
=> Focus verleggen naar een meer toekomstgerichte basis.
=> Kansarme kinderen en gezinnen een duurzame toekomst
bezorgen.