2. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Wat ga je leren:
• Kans opschrijven als toevalsvariabelen
• Kansen bereken bij toevalsvariabelen
3. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 1. In in vaas zitten 7 rode en 5 groene knikkers. Marrit pakt zonder terugleggen
6 knikkers uit de vaas. X= het aantal rode knikkers dat ze pakt.
a) Bereken P(X=2)
b) Bereken P(X>4)
Lees blz.71 en 72 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)
4. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
vaas model r=7, g = 5 totaal =12
Op 1. In in vaas zitten 7 rode en 5 groene knikkers. Marrit pakt zonder terugleggen
6 knikkers uit de vaas. X= het aantal rode knikkers dat ze pakt.
a) Bereken P(X=2)
b) Bereken P(X>4)
5. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
vaas model r=7, g = 5 totaal =12
Op 1. In in vaas zitten 7 rode en 5 groene knikkers. Marrit pakt zonder terugleggen
6 knikkers uit de vaas. X= het aantal rode knikkers dat ze pakt.
a) Bereken P(X=2)
æ 7ö æ 5 ö
ç 2 ÷ iç 4 ÷
P(X=2) = è ø è ø » 0,114
æ 12 ö
ç6 ÷
è ø
b) Bereken P(X>4)
6. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
vaas model r=7, g = 5 totaal =12
Op 1. In in vaas zitten 7 rode en 5 groene knikkers. Marrit pakt zonder terugleggen
6 knikkers uit de vaas. X= het aantal rode knikkers dat ze pakt.
a) Bereken P(X=2)
æ 7ö æ 5 ö
ç 2 ÷ iç 4 ÷
P(X=2) = è ø è ø » 0,114
æ 12 ö
ç6 ÷
è ø
b) Bereken P(X>4)
P(X>4)= P(X=5) of P(X=6)
7. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
vaas model r=7, g = 5 totaal =12
Op 1. In in vaas zitten 7 rode en 5 groene knikkers. Marrit pakt zonder terugleggen
6 knikkers uit de vaas. X= het aantal rode knikkers dat ze pakt.
a) Bereken P(X=2)
æ 7ö æ 5 ö
ç 2 ÷ iç 4 ÷
P(X=2) = è ø è ø » 0,114
æ 12 ö
ç6 ÷
è ø
b) Bereken P(X>4)
P(X>4)= P(X=5) of P(X=6)
æ 7ö æ 5ö æ 7ö
ç 5 ÷ iç 1 ÷ + ç 6 ÷
è ø è ø è ø
» 0,121
æ 12 ö
ç6 ÷
è ø
8. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 3. In in vaas zitten 5 rode en 3 groene knikkers. Marije pakt zonder terugleggen
steeds een knikkers uit de vaas, ze gaat daarmee door tot dat ze een groene knikker
pakt. X= het aantal keer dat Marije een knikker pakt.
a) Bereken P(X=2)
b) Vul de onderstaande tabel in
x
1
2
3
P(X=x)
Lees blz.73 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)
4
5
6
9. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 3. In in vaas zitten 5 rode en 3 groene knikkers. Marije pakt zonder terugleggen
steeds een knikkers uit de vaas, ze gaat daarmee door tot dat ze een groene knikker
pakt. X= het aantal keer dat Marije een knikker pakt.
a) Bereken P(X=2)
P(X=2)= rood groen
5 3
i =
8 7
15
» 0,268
56
b) Vul de onderstaande tabel in
x
1
2
3
P(X=x)
Lees blz.73 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)
4
5
6
10. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 3. In in vaas zitten 5 rode en 3 groene knikkers. Marije pakt zonder terugleggen
steeds een knikkers uit de vaas, ze gaat daarmee door tot dat ze een groene knikker
pakt. X= het aantal keer dat Marije een knikker pakt.
a) Bereken P(X=2)
P(X=2)= rood groen
5 3
i =
8 7
15
» 0,268
56
b) Vul de onderstaande tabel in
x
1
2
3
P(X=x)
Lees blz.73 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)
4
5
6
11. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 3. In in vaas zitten 5 rode en 3 groene knikkers. Marije pakt zonder terugleggen
steeds een knikkers uit de vaas, ze gaat daarmee door tot dat ze een groene knikker
pakt. X= het aantal keer dat Marije een knikker pakt.
a) Bereken P(X=2)
P(X=2)= rood groen
5 3
i =
8 7
15
» 0,268
56
b) Vul de onderstaande tabel in
x
1
2
3
P(X=x)
Lees blz.73 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)
4
5
6
12. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 3. In in vaas zitten 5 rode en 3 groene knikkers. Marije pakt zonder terugleggen
steeds een knikkers uit de vaas, ze gaat daarmee door tot dat ze een groene knikker
pakt. X= het aantal keer dat Marije een knikker pakt.
a) Bereken P(X=2)
P(X=2)= rood groen
5 3
i =
8 7
15
» 0,268
56
b) Vul de onderstaande tabel in
x
P(X=x)
1
2
3
0,268
Lees blz.73 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)
4
5
6
13. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 3. In in vaas zitten 5 rode en 3 groene knikkers. Marije pakt zonder terugleggen
steeds een knikkers uit de vaas, ze gaat daarmee door tot dat ze een groene knikker
pakt. X= het aantal keer dat Marije een knikker pakt.
a) Bereken P(X=2)
P(X=2)= rood groen
5 3
i =
8 7
15
» 0,268
56
b) Vul de onderstaande tabel in
x
1
P(X=x) 0,375
2
3
4
5
6
0,268
0,179
0,107
0,054
0,018
Lees blz.73 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)
14. Klas 4 vwo wiskunde A h6: Toevalsvariabelen
Op 3. In in vaas zitten 5 rode en 3 groene knikkers. Marije pakt zonder terugleggen
steeds een knikkers uit de vaas, ze gaat daarmee door tot dat ze een groene knikker
pakt. X= het aantal keer dat Marije een knikker pakt.
a) Bereken P(X=2)
P(X=2)= rood groen
5 3
i =
8 7
15
» 0,268
56
b) Vul de onderstaande tabel in
x
1
P(X=x) 0,375
2
3
4
5
6
0,268
0,179
0,107
0,054
0,018
Lees blz.73 en maak de bovenstaande vragen (10 minuten)