1. Narratio Kennis | Advies
Amstel 99 – 1018 EL Amsterdam
T. +31 (0)6 10941731
E. albert.cath@planet.nl
ALBERT CATH
Omgaan met complexe vraagstukken
In mijn denken over organisatie en organiseren en mijn ervaringen in de praktijk daarvan, de
afgelopen 25 jaar, kruis ik de degens met complexe vraagstukken door werkplaatsachtig
werken en onderzoeken te bevorderen. Dit geeft telkens weer energie en biedt tegelijkertijd
vertroosting. Complexe vraagstukken kenmerken zich doordat de praktische werkelijkheid
zich paradoxaal voordoet en in schril contrast staat met de fraaie, eenvoudige
tekentafelontwerpen van die praktijk. Bent Sørensen stelde eens: “All abstractions are
simple; everything that is concrete is complex”. En dan werkt de nog vaak dominante TINA
(There Is No Alternative) benadering van organisatie en organiseren contraproductief en
wordt het tijd SARA (Some Alternatives Remain Always Available) te omarmen. SARA
respecteert de complexiteit van een vraagstuk, er blijven altijd verschillende perspectieven
en handelingsmogelijkheden open; er is geen ‘One Best Way en Praktijk’ zoals TINA stelt. Bij
het omgaan met, en onderzoeken van, complexe vraagstukken heb ik1
vijf ‘guiding
principles’ in de praktijk gevonden en in dialoog met de praktijk ontwikkeld. Deze ‘guiding
principles’ of procesvoorwaarden heb ik gaandeweg van de nodige theorie voorzien. Deze
achterliggende concepten laat ik op deze plaats achterwege. De gevonden ‘guiding
principles’ zijn de volgende:
Aandacht voor narrativiteit.
Zodra je het hebt over (ervarings)kennis, belichaamd in vakmanschap, dan kun je niet
om verhalen heen. Ervaringskennis wordt als het ware gedragen door de verhalen die
verteld en/of 'voorgeleefd' worden. In de verhalen zit het lokale, de specifieke
omstandigheid en het (inter-)persoonlijke van ervaringskennis. Een verhaal is een
samenstelsel van verschillende levende verhalen vanuit de verschillende
perspectieven, (machts)posities, belangen en Sferen van de betrokken deelnemers
aan een werkplaats. Vanuit de verschillende perspectieven en posities van de
deelnemers wordt de complexe problematiek in beeld gebracht van het voorliggende
vraagstuk. Een narratief gaat over het historische proces van een vraagstuk waarbij
verleden, heden en toekomst corresponderen. Ervaringskennis is een prikkelend
onderwerp. Enerzijds is het ongrijpbaar, persoonlijk, moeilijk meetbaar en
grotendeels onzichtbaar. Anderzijds wordt ervaringskennis zichtbaar en tastbaar door
de verhalen en beelden die we met elkaar delen. Mensen vertellen elkaar verhalen
en beelden over gebeurtenissen, die hen of anderen in het verleden of vandaag zijn
overkomen of ze praten met elkaar over de toekomst. Verhalen en beelden blijken
keer op keer de dragers en boodschappers van de ervaring en zo ook van de kennis,
die deze ervaring heeft voortgebracht. Verhalen geven betekenis aan de wereld om
ons heen en de rol, die wij zelf en anderen daarin spelen. Ze tonen hoe wij ons zelf
verbinden aan ons werk en aan de organisatie waarin we werken. Het grote verhaal
1
In samenwerking met Govert Geldof, Gijsbert van der Heijden en Roel Valkman.
2. Narratio Kennis | Advies
Amstel 99 – 1018 EL Amsterdam
T. +31 (0)6 10941731
E. albert.cath@planet.nl
ALBERT CATH
van een organisatie is opgebouwd uit vele lokale verhalen, die weer verweven zijn
met onze persoonlijke verhalen. Verhalen, die niet zelden vele jaren of zelfs
generaties meegaan. Zo groeit een gemeenschappelijk geheugen, maar worden ook
tradities en zelfs mythes gecreëerd. Mensen met een frisse blik dagen, gewapend
met nieuwe kennis en opvattingen, die tradities en mythes uit. Ervaringskennis komt
niet zozeer in het spel door dikke rapporten te schrijven of protocollen op te stellen
dan wel te modelleren of veel te vergaderen, maar vooral door met elkaar verhalen
en beelden uit te wisselen in de echte praktijk. Hier loopt de tekentafel vloeiend over
naar de keukentafel en omgekeerd. Door ervaringskennis in het spel te brengen, of je
nu bestuurder, manager, technoloog, verbinder of geworteld in de praktijk staat, zet
je de papieren werkelijkheid en de ervaren werkelijkheid van de praktijk op spanning.
Het ‘moment van de moeite’ niet uit de weg gaan.
Als een werkplaats eenmaal op stoom is en er sprake is van echte dialoog, dan is het
onvermijdelijk dat er op een gegeven moment 'een moment van de moeite' wordt
ervaren. De verschillende verhalen zijn in eerste aanleg verteld, de beelden van de
natuurlijke, technologische, sociale en bestuurlijk-organisatorische werkelijkheid zijn
verrijkt en verdiept en de groep komt vast te zitten in een ogenschijnlijk onoplosbaar
dilemma. Dit heeft te maken met grondhouding. Elk (sociaal) innovatieproces komt
vroeg of laat onvermijdelijk uit op momenten waarop het vast zit, waarop de
dilemma’s over elkaar heen tuimelen en het tegenstrijdige karakter van de complexe
situatie zich ineens overduidelijk toont. Dit is de moeilijkste fase, en de meeste
groepen in organisaties tonen dan de neiging om dat ‘moment van de moeite’ uit de
weg te willen gaan. De hele opzet van werkplaatsachtig werken, is daar niet aan toe
te geven. In Werkplaatsen worden momenten van de moeite juist opgezocht en
helemaal doorgeploegd. Pas dan ontstaat er beweging. Vaak is er wel een wil om
eruit te komen, maar zijn er ruim voldoende redenen aan te dragen waarom het niet
gaat lukken.
Uitgaan van levende, concrete en lokale problematiek.
Grote, brede en tekentafel-achtige vergezichten hebben een grote zuigkracht en
bieden veel ruimte om de 'momenten van de moeite' te ontwijken door te vluchten
in dat waardoor die zuigkracht wordt veroorzaakt: de schoonheid van de inperkende
denkconcepten, de verleiding van de integrale oplossing voor van alles en de valkuil
van het idee dat voor weinig geld één oplossing voor complexe vraagstukken voor het
oprapen ligt. In de papieren werkelijkheid oogt alles fraai, maar papier is ook
geduldig. Het voordeel van het kleine, lokale en concrete is dat je door de zure appel
heen moet bijten. Omdat je moet komen tot concrete oplossingen. Dat vergroot ook
de mogelijkheden om een complex project uit te voeren binnen het alledaagse werk.
Daarmee wordt tevens vermeden dat de opgave als iets aparts wordt gezien, los van
het alledaagse. In een werkplaats wordt dan ook niet gesproken over het werk, maar
middenin en vanuit het werk. Werk dat toch al gedaan moest worden.
3. Narratio Kennis | Advies
Amstel 99 – 1018 EL Amsterdam
T. +31 (0)6 10941731
E. albert.cath@planet.nl
ALBERT CATH
Zoveel mogelijk Sferen betrekken bij het vraagstuk en opgave.
Het probleem dat je in vele organisaties aantreft, is dat diverse vormen van
(ervarings)kennis uit elkaar aan het groeien zijn en gescheiden van elkaar raken in
eigen Sferen. Mensen gaan daardoor steeds minder elkaars taal verstaan. Een Sfeer is
een samenhangende groep van mensen, waarden en denkwijzen. Uiteraard liggen de
grenzen tussen deze Sferen niet precies vast, maar wel dat men binnen iedere Sfeer
een voor die Sfeer gezamenlijke en vertrouwde manier van kijken naar het
organiseren aantreft die voor de andere Sferen steeds minder vanzelfsprekend is. In
het algemeen tref je vijf (hoofd)Sferen:
De Politiek-Bestuurlijke Sfeer, bestaande uit, de (dagelijks) bestuurders van
een organisatie.
De Modellerende Sfeer, bestaande uit hoogopgeleide professionals, die de
organisatie voeden met tekentafelachtig concepten en wetenschappelijke
kennis.
De Management & Controle Sfeer, bestaande uit de managers en controllers
die, sinds een jaar of dertig, langzaam maar zeker organisaties naar hun hand
hebben gezet en daarmee een specifieke opvatting over organiseren en
leidinggeven centraal hebben gesteld.
De Sfeer van de Praktijk: professionals die in een bepaald vakgebied of
werkveld verworteld zijn en hun kennis vooral ontlenen aan jarenlange
ervaring met de uitvoerende praktijk van dit vak of werkveld.
De nog jonge Sfeer van de Verbinders, voornamelijk bestaande uit mensen
die, bijvoorbeeld als beleidsmedewerker of communicatiefunctionaris de
gaten dicht proberen te lopen nu communicatie (ook met de buitenwereld),
verbinding, organisatieleren, gezamenlijkheid en identiteit door het
uiteendrijven van de Sferen steeds moeilijker realiseerbaar zijn.
Met werkplaatsachtig werken doorbreek je dit isolement door de verschillende
Sferen weer op elkaar te betrekken waardoor de opgesloten ervaringskennis weer
gaat stromen. In een werkplaats komen Sferen bij elkaar, die elkaar in het alledaagse
werk steeds moeilijker blijken te kunnen vinden door organisatorische koude lassen,
taal- en spraakverwarring en gebrek aan reflexiviteit. Reflexiviteit is een cruciale
eigenschap van kennisproductie, omdat (ervarings)kennis slechts betekenis krijgt in
relatie tot omgevingswensen en eisen, maar deze wensen en eisen tegelijkertijd ook
kritisch tegen het licht moet houden. Het problematiseren van alledaagse
vanzelfsprekendheden is daar een belangrijk aspect van. Voor de verschillende
Sferen ligt een belangrijke betekenis van werkplaatachtig werken in het hernieuwd
verbinden van de tekentafel en keukentafel zodat het denken in noodzakelijkheid - er
is maar één beste manier - opengebroken wordt en plaats maakt voor het denken in
verschillende mogelijkheden die zich in de specifieke situatie voordoen. Kortom, er
zijn verschillende perspectieven op het vraagstuk en verschillende manieren om het
vraagstuk te onderzoeken en aan te pakken.
4. Narratio Kennis | Advies
Amstel 99 – 1018 EL Amsterdam
T. +31 (0)6 10941731
E. albert.cath@planet.nl
ALBERT CATH
‘Kieken wat ’t wödt’.
Deze Twentse levenshouding verwijst naar een niet afwijzende, maar wel een
afwachtende houding ten opzichte van nieuwigheden. Het betekent zoveel als: we
gaan op reis en we zullen wel zien wat de bestemming wordt. Men kijkt enerzijds de
kat uit de boom, maar geeft anderzijds een nieuwe mogelijkheid het voordeel van de
twijfel en is niet te beroerd om tijdens de reis te leren. Dit beginsel heeft te maken
met de grondhouding die mensen aannemen ten opzichte van de complexiteit van
een vraagstuk en de daarmee gepaard gaande onzekerheid over de kennis met
betrekking tot het vraagstuk en onenigheid over de probleemstelling van het
vraagstuk. Je kunt niet alles van tevoren weten, plannen, controleren en beheersen.
Er doen zich in een complex proces altijd plotsklapse, tegenstrijdige gebeurtenissen
voor maar die hoeven niet per se ongunstig uit te pakken. En soms is niets doen wel
degelijk een optie, in aandachtige, geduldige afwachting van het goede moment.
Complexe vraagstukken kenmerken zich door wonderen en onaangename
verassingen die zich aandienen tijdens het proces. Doorlopend met elkaar in dialoog
blijven, bevordert dat je veel onzekerheid aankunt. En in plaats van deze onzekerheid
weg te drukken en te reduceren tot meer van hetzelfde als enige
handelingsmogelijkheid, kun je zo de rijkdom die erin verstopt zit, en die zich in de
tijd zal manifesteren, gaan benutten. Schranderheid is daarbij een belangrijke
voorwaarde. En schranderheid valt niet in regels, protocollen en modellen te vangen
net zomin als omgaan met complexe vraagstukken. De ervaringskennis van
vakmensen komt dan van pas.
Amsterdam,
mei 2015,
Albert Cath.