6. Laat dit een uur zijn
waarin ons hoofd en ons hart,
wie wij zijn en wat we doen
ons overgeeft aan u,
Gij, Liefde zelf.
Laat dit een uur zijn
waarin wij ons op u richten
om onszelf te hervinden,
elkaar te zien,
onze weg te weten.
7. Laat dit een uur zijn
dat ons hart opvrolijkt,
ons hoofd verheldert
en ons bevrijdt
van de daden, de woorden,
de gedachten
waarmee wij u
en elkaar bezeren.
8. Als ons bidden en ons zingen
naar de hemel opklimt
wees dan aanwezig
en laat uw erbarmen op ons dalen
en ons hart verruimen
dat wij vrijuit
onze lof zullen zingen,
nu en altijd.
9. Lofzang
Eert God die onze Vader is,
weest allen welgemoed.
Looft Hem, gij zult in vrede zijn.
Aanbidt al wat Hij doet.
U, Heer, komt alle leven toe
en, wie of waar Gij zijt,
U is de macht, U zingen wij
dank voor uw heerlijkheid.
10. Lam Gods dat onze zonden draagt,
neem deze lofzang aan,
gedenk ons in uw koninkrijk
want Jezus is uw Naam.
Gij, die voor ons ten beste spreekt,
Jezus, Gij zijt de Heer.
O, eengeboren Zoon van God,
kom haastig tot ons weer.
17. Ik geloof in de ene God,
dat Woord van het begin,
die leven geeft en leven doet
en nooit zegt: nu is het genoeg.
Ik geloof in Jezus Christus,
mens geworden Woord van God,
die liefhad, de armen eerst,
en voordeed wat echt leven is.
18. Ik geloof in de goede Geest,
drager van het Levende Woord,
die waait waar mensen samen zijn
en beweegt wat was verlamd.
Ik geloof in alle mensen
voor wie deze God het Leven is,
die samen kerk willen zijn
en teken van hoop voor deze
wereld.
19. Ik geloof dat God van ons houdt
zoals we zijn en worden mogen,
omdat we allen uniek en enig zijn,
eeuwig geborgen in zijn liefde.
Ik geloof dat wij geroepen zijn
te leven naar Gods Woord
in navolging van Jezus Messias
en in de verwachting van zijn Rijk.
20.
21. klaarmaken van de gaven
Gezegend zijt Gij, God,
Heer van al wat leeft.
Uit uw milde hand ontvangen wij het brood.
Aan U dragen wij op wat de aarde geeft,
wat onze handen bewerken.
Maak het voor ons tot brood
van eeuwig leven.
Gezegend goede God,
hier en overal, altijd
22. Wij zegenen U, God,
Heer van al wat leeft.
Uit uw handen ontvangen wij de beker.
Aan U dragen wij op wat de aarde geeft,
het werk van onze handen.
Maak het voor ons
tot bron van eeuwig leven.
Gezegend goede God,
hier en overal, altijd
23. Omdat wij niets kunnen uit onszelf
en in alles vertrouwen op U
vragen wij dat Gij onze gaven
aanneemt, God,
en ons uw genade schenkt.
24. Bidden wij dat ons offer
aanvaard mag worden door God,
de Almachtige vader.
Moge de Heer deze gaven
uit uw handen aannemen,
tot lof en eer van zijn Naam,
tot welzijn van ons
en van heel zijn heilige Kerk.
25. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig.
26. Heilige Vader,
omdat wij recht willen doen
aan Uw heerlijkheid,
omdat we verzoening
en vrede vinden bij U,
willen we U danken, altijd en overal.
Mozes heeft Uw volk
weggeleid uit de slavernij.
Jezus roept ons weg uit zonde en dood
tot een leven in vrijheid
met elkaar en alle mensen.
27. Wij mogen in deze wereld
van Uw kracht getuigen.
Daarom, met alle engelen,
machten en krachten,
met allen die leven in Uw heerlijkheid,
loven en aanbidden wij U
en zingen U toe met de woorden:
28. Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde
van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge !
Gezegend Hij die komt
in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge !
29. Hemelse Vader,
met eerbied noemen wij Uw naam.
Altijd zijt Gij met ons op weg
en dichter dan wij durven dromen
zijt Gij bij ons
wanneer Uw Zoon
ons samenbrengt rond deze tafel,
waar wij Uw liefde vieren
met brood en beker.
30. Zoals eens op de weg naar Emmaüs
ontsluit hij nu voor ons de Schrift
en wij herkennen hem
bij het breken van het brood.
Daarom bidden wij, almachtige God:
beadem met Uw Geest
dit brood en deze wijn
zodat Jezus Christus in ons midden komt,
die zijn lichaam schenkt, zijn levensbloed.
32. Verkondigen wij het mysterie
van ons geloof:
Als wij dan eten van dit brood
en drinken uit deze beker
verkondigen wij de dood des Heren
totdat hij komt.
We gaan zitten…
33. Oneindig goede Vader,
wij vieren dat Gij ons hebt verzoend,
wij verkondigen de liefde
die Gij ons toont.
Uw Zoon is door het lijden
en de dood gegaan.
Tot nieuw leven hebt Gij hem opgewekt.
Hij leeft in Uw heerlijkheid.
34. Zie met genegenheid naar onze gaven
en erken erin Uw eigen Zoon
die zijn leven heeft gegeven
opdat voor alle zoekende mensen
de weg naar U, Vader,
open en begaanbaar moge zijn.
35. Barmhartige God,
laat de Geest van Jezus
in ons wonen
en vervul ons met Uw liefde.
Sterk ons door de gaven
van zijn lichaam en bloed
en maak nieuwe mensen van ons,
dat wij op Jezus gelijken.
36. Bescherm paus Franciscus en
onze nieuw benoemde bisschop Lode.
Leer ons en alle gelovigen
de tekenen van deze tijd verstaan
en maak ons trouw
in de beleving van Uw evangelie.
37. Maak ons herbergzaam van hart
voor alle mensen rondom ons.
Laat ons delen
in hun vragen en hun pijn,
in hun vreugden en hun hoop.
Laat ons samen de weg gaan
die naar Uw liefde leidt.
38. Erbarm U, Vader,
over onze broeders en zusters
die in de vrede van Christus
naar U zijn teruggekeerd.
Erbarm U over alle gestorvenen,
waarvan Gij alleen
het geloof hebt gekend.
Breng hen tot het licht van de verrijzenis.
39. En als ook onze weg
ten einde loopt,
neem ons dan op in Uw huis,
waar plaats is voor velen.
Moge dan vervuld worden
wat wij een leven lang hopen:
overvloedig te mogen leven
in Uw heerlijkheid.
40. Laat ons toe
in de gemeenschap van Uw heiligen.
Dat wij met Maria,
de moeder van de Heer,
met de apostelen, met de martelaren
van vroeger en van nu,
met de heilige Godelieve
en al de anderen die U genegen zijn,
dankbaar Uw naam aanbidden
en U prijzen
door Jezus Christus, onze Heer.
41. Door hem en met hem en in hem
zal Uw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
44. dat ook door ons
en met ons en in ons
een nieuwe wereld komen zal
waar brood en liefde is,
genoeg voor allen.
Nu wij doen wat Jezus heeft
voorgedaan: eten, drinken,
delen brood en wijn,
teken van geloof dat niets
onmogelijk is bij U, bidden wij:
45.
46. De Heer heeft mij gezien
en onverwacht
ben ik opnieuw geboren en getogen.
Hij heeft mijn licht ontstoken
in de nacht,
gaf mij een levend hart
en nieuwe ogen.
Zo komt Hij steeds
met stille overmacht
en zo neemt Hij voor lief
mijn onvermogen.
47. Hij doet met ons,
Hij gaat ons in en uit,
heeft in zijn handen
onze naam geschreven.
De Heer wil ons bewonen
als zijn huis,
plant als een boom in ons
zijn eigen leven,
wil met ons spelen,
neemt ons tot zijn bruid
en wat wij zijn,
Hij heeft het ons gegeven.
48. Gij geeft het uw
beminden in de slaap,
Gij zaait uw naam
in onze diepste dromen.
Gij hebt ons zelf
ontvankelijk gemaakt
zoals de regen
neerdaalt in de bomen,
zoals de wind,
wie weet waarheen hij gaat,
zo zult Gij uw beminden overkomen.