3. Sla uw ogen op naar het licht,
daar is de Heer.
4. gebed om verzoening:
Uit de diepten roepen wij U, Heer,
Heer God, hoort Gij onze stem?
Zoudt Gij zonden tellen,
wie zal dat bestaan?
Maar bij U is vergeving,
zo wilt Gij gekend zijn.
5. Ons hart ziet uit naar de Heer,
wij hopen op zijn woord.
Naar Hem zien wij uit
zoals de wachter
uitziet naar de morgen,
naar het morgenlicht.
psalm 130
10. Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.
Hij zal opkomen voor de misdeelden,
Hij zal de machten die ons dwingen,
breken en binden, Hij zal leven
onvergankelijk als de zon.
11. Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.
Zoals de dauw die de aarde drenkt,
zo zal Hij komen en in die dagen
zullen trouw en
waarachtigheid bloeien,
zal er vrede in overvloed zijn.
12. Dan dragen de bergen
schoven van vrede en de heuvels
een oogst van gerechtigheid,
een vloed van koren, golvende velden,
een stad rijst op uit een zee van groen.
Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.
13. Zijn naam is tot in eeuwigheid,
zolang de zon staat aan de hemel.
Zijn naam gaat rond over de aarde,
een woord van vrede,
van mens tot mens.
Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.
15. Woord van de Heer.
Woord van belofte,
Woord van hoop,
Woord van licht
in de duisternis.
16.
17. Ik geloof in God,
de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus,
zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is
van de heilige Geest,
en geboren uit de Maagd Maria;
die geleden heeft
onder Pontius Pilatus, gekruisigd is,
gestorven en begraven;
18. die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden;
die opgevaren is ten hemel,
en zit aan de rechterhand
van God, zijn almachtige Vader.
Vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
19. Ik geloof in de heilige Geest,
de heilige katholieke kerk,
de gemeenschap van de heiligen,
de vergiffenis van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
het eeuwig leven.
Amen.
20.
21. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig.
22. We danken U, God, om uw
wonderlijke geschiedenis met mensen.
Gij hebt de ziel in de schepping gelegd
zodat haar schoonheid
van U kan spreken.
Gij hebt de profeten woorden gegeven
om het volk van Israël te leiden
en om van U te getuigen.
23. Gij hebt Johannes de Doper geroepen
om de weg voor uw Zoon te bereiden
door bekering en
daden van gerechtigheid.
Gij hebt uw Zoon ons bestaan laten delen
zodat de mensheid mocht ervaren
dat Gij één en al liefde zijt.
Daarom danken en loven we U
met deze woorden:
24. Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde
van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge !
Gezegend Hij die komt
in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge !
25. Wij danken U, Vader,
om Jezus, de Gezalfde.
Soms een stem die roept in de woestijn,
soms bekleed met warme woorden.
Oneffen paden maakte Hij recht
zodat lammen weer konden lopen.
Heuvels van onmacht werden geslecht
zodat blinden weer verder konden zien.
Kronkelpaden maakte hij recht
zodat de mensen de weg naar U,
God, weer vonden.
26. Zend dan nu uw Geest, God,
over dit brood en deze wijn
opdat we met Jezus deze maaltijd
samen kunnen vieren.
Want in de nacht
dat Hij werd overgeleverd…
27. Verkondigen wij het mysterie
van het geloof:
Heer Jezus,
wij verkondigen uw dood
en wij belijden tot Gij wederkeert
dat Gij verrezen zijt.
We gaan zitten…
28. Op zijn woord gedenken we,
rond brood en beker
zijn leven en sterven,
maar ook dat Gij hem hebt opgewekt
tot eeuwig leven.
We bidden om zijn Geest
dat wij vaardig worden om de weg
van de Heer te bereiden.
Dat wij ons bekeren tot de goedheid
die was in Hem, Jezus, uw zoon.
29. Dat we mensen van gemeenschap worden
met een warm hart voor allen
die met ons meegaan
in geloof, hoop en liefde
en voor allen die wij gedenken
in de stilte van dit uur...
Houd ons verbonden met hen
in uw heerlijkheid
waarheen zij ons zijn voorgegaan.
30. Dat we mensen van gemeenschap
worden die samen met de paus,
met onze bisschop en met allen
die werken in uw dienst, onze stem
verheffen voor gerechtigheid.
Geef dat wij meer en meer,
in woord en daad
de blijde boodschap verkondigen
van uw barmhartigheid
in naam van Jezus,
uw Zoon en onze Heer.
31. Door hem en met hem en in hem
zal uw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
32. On-ze Vader, die in de hemel zijt,
uw
Naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw
wil geschiede op aarde zoals in de heme
We staan op om het
Onze Vader te zingen…
33. En vergeef ons onze schulden, zoals
ook
wij ver-geven aan onze schuldenaren
En breng ons niet in beproeving
Geef ons heden ons dagelijks brood
34. Want van U is het koninkrijk en de
kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Maar ver-los ons van het kwa-de.
35. Geef ons vrede,
schijn in de donk’re nacht.
Geef ons vrede
waarop de schepping wacht.
Dona nobis pacem.
36. priester:
Nu we mogen naderen
tot de tafel van de Heer,
laten we bidden :
Moge het delen van dit brood
en deze beker ons sterken in de hoop
dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood en liefde is,
genoeg voor allen.
37.
38. Tastend langs de wand als blinden
in het donker gaan wij voort
en wij zoeken naar een woord
waar wij licht in kunnen vinden.
Komt een man die loopt te dromen
gloeiend vuur heeft hem geraakt,
zingt: het is nog niet te laat
voor de vrede die zal komen.
39. Ziet: de nacht zal ooit verdwijnen,
onze aarde wordt nog vrij,
lachen, zingen zullen wij,
onze God zal ons bevrijden.