Een dagstart is geen dagstart zonder een regelkring.
Een regelkring bestaat uit een indicator, normen of grenzen en een persoon of team dat verantwoordelijk is en bevoegd om aan de knoppen te zitten.
Leading en Lagging indicatoren.
Feedback regelkring.
Feef forward regelkring.
2. 1 DAGSTARTS – INLEIDING ; WAT IS EEN DAGSTART?
Yokoten
2 DAGSTARTS – KPI’s – REGELKRINGEN
3 DAGSTARTS – HET BORD
4 DAGSTARTS – HET TEAM
Alle 4 YouTube filmpjes over DAGSTARTS:
5 DAGSTARTS – DE VOORZITTER
6 DAGSTARTS – HET GOEDE GESPREK
7 DAGSTARTS – BESLUITVORMING
7. INSPANNINGS-
INDICATOREN
EEN REGELKRING
PROCES of WERKSTROOM
Regelkringen hebben
• meetbare indicatoren,
• normen waar de gemeten waarden aan moeten
voldoen,
• mensen die de verantwoordelijkheid en
bevoegdheid hebben om bij te sturen
9. Elke regelkring heeft een
verantwoordelijke (een mens of een
team), die bevoegd is om bij te sturen
10. Deel het meten, het monitoren, en het
bijsturen in een regelkring nooit op over
meerdere mensen of meerdere lagen.
Verantwoordelijkheid en bevoegdheid
voor een regelkring moeten bij één
persoon of in één team liggen.
11. • Zeggen iets over hoe het (met het proces) gaat
en over de producten en diensten die er uit
komen
• Zijn specifiek (ipv containerbegrippen zoals
‘de kwaliteit’ of ‘de klanttevredenheid’)
• Zijn altijd meetbaar
INDICATOREN
Yokoten
12. Er zijn verschillende soorten
indicatoren, verdeelt over het
proces of de waardestroom (value
Stream)
INDICATOREN
21. Effect-indicatoren zijn de meest
betekenisvolle indicatoren.
Want het gaat erom of en welk effect
het proces heeft.
Effecten zijn vaak moeilijk te meten
Maar als je het niet meet, weet je niets
22. Beheers het proces door te luisteren naar:
Yokoten
‘DE STEM VAN HET PROCES’
Indicatoren geven het proces een stem.
23. Als het proces geen stem (geen
indicatoren) heeft,
is het niet goed mogelijk om het proces
te beheersen
24. Luister niet alleen naar de stem van het
proces,
maar zeker ook naar de stem van de
klant
25. Als je het kan meten, kan je het begrijpen
Als je het kan begrijpen, kan je het
beheersen
Als je het kan beheersen, kan je het
verbeteren.
26. Kies Indicatoren en doelen in de eigen taal en waar het
team zelf invloed op heeft:
INDICATOREN
27. Kies indicatoren die passen bij de
voertaal van de deelnemers aan de
dagstart.
Managers praten vaak in euro’s en procenten,
de mensen in de teams in stuks en tijd.
28. • Een prestatie indicator is wat je meet
• Een doelstelling is wat je wilt bereiken
INDICATOREN
Yokoten
29. Niet alle indicatoren hebben een
doelstelling.
Alleen de indicatoren waarop een
verbeterslag gewenst is krijgen een
doelstelling.
30. DAG- OF WEEKSTART
In plaats van een dagstart kan je ook een weekstart
doen. Terugkijken naar de afgelopen week en
vooruitkijken naar de week die begonnen is.
31. Met dagstarts kan je: Sneller, Eerder en Vaker
reageren. Omdat je vaker over de regelkringen
praat.
DAG- OF WEEKSTART
Maar dan moet er wel sprake zijn van
- Een beweeglijke situatie
- Snelle informatievoorziening
- En de mensen zelf direct invloed hebben
op de resultaten.
- En week in plaats van dagdoelen hebben
32. MONITOREN = luisteren naar
de stem van het proces
(BIJ)STUREN = reageren en
corrigeren
BEHEERSEN = MONITOREN +
(BIJ)STUREN
+
Yokoten
33. Als een team in zijn dagstart alleen
maar monitort, over cijfers en
grafieken praat,
en niet bij- (kan of mag) sturen,
Is de dagstart zinloos en kansloos.
34. •LEADING Indicatoren – Zijn voorspellend en nog
te beïnvloeden. Hiervan leren om bij te sturen of
te anticiperen.
•LAGGING Indicatoren – Dan is het werk of de
order gereed of geleverd. Het is achteraf kijken.
Hiervan leren om het de volgende keer beter te
doen.
LEADING en LAGGING
41. Feed forward regelkringen hebben een
belangrijk voordeel, omdat ze
voorspellend zijn voor de resultaten,
en omdat ze vaak nog ruimte bieden
om op tijd bij te sturen.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Er zijn twee toepassingen van dag- en weekstarts:
Werk beheersen (wat hebben we gisteren gedaan, wat gaan we vandaag doen; voor de SVB: welke dossiers, welke voorraad gaan we vandaag wegwerken)
Continu leren en verbeteren (zijn er obstakels, zijn er verbeterideeen, spreken we af om het eens anders te gaan doen?. Het volgen van de PDCA).
Allebei kan ook. Meestal eerst met de 1e bedoeling beginnen. Eerst beheersen, daarna verbeteren.
Wat is een prestatie-indicator eigenlijk?
Elk niveau heeft haar eigen pi’s. Maar dan in hun eigen taal. Mdw op de werkvloer praten niet in procenten tijdigheid, maar in aantal dossiers te laat, aantallen bijna te laat en hoelang het duurt om een bepaalde handeling te doen.
In weekstarts alleen praten over pi’s waar de deelnemers invloed op hebben. PI’s waar ze geen directe invloed op hebben of die niet in hun taal zijn geformuleerd zijn slechts ter informatie.
Een PI of een KPI is niet hetzelfde als een doelstelling. Een PI of KPI is een metertje of een klokje waarmee je een bepaalde prestatie wilt meten. Een PI of KPI hoeft niet per se beter. Soms wil je het alleen maar weten of ben je tevreden over het niveau en hoeft het niet beter.
Je kunt aan een PI wel een doelstelling hangen als je ontevreden bent over het niveau. Als het beter moet.
Een doelstelling is altijd meetbaar.
Dus elke doelstelling is een KPI
Maar niet elke KPI heeft een doelstelling
Dagstarts is voor ‘productieteams’ altijd beter, want kort op de bal. Vooral operationele teams met werkstroombeheersing kan je eigenlijk niet anders dan dagstarts inzetten.
Dagstarts is voor ‘productieteams’ altijd beter, want kort op de bal. Vooral operationele teams met werkstroombeheersing kan je eigenlijk niet anders dan dagstarts inzetten.
Eerst het verschil uitleggen en dan voorbeelden noemen adhv sheet 3. Resultaat PI’s zijn vrijwel altijd lagging. Als die cijfers er eenmaal zijn, zijn die niet meer te corrigeren. Je kunt er wel van leren en het de volgende keer beter doen. Leading indicatoren geven de mogelijkheid om nog wel bij te kunnen sturen. Dat doet de SVB ook, bijvoorbeeld door te beoordelen hoe ‘oud’ dossiers zijn adhv de zogenaamde resterende tijd. Ze pakken dan vooral voorraden op die bijna te laat zijn. Zo voorkomen ze tijdigheidsproblemen.
Vraag voorbeelden uit hun eigen praktijk aan de deelnemers
Een norm of een Doelstelling?
Een norm of een Doelstelling?
Een vorm van zo’n klokje of metertje is de grafiek.
Als je grafieken gebruikt, moeten die wel voldoen aan enkele criteria.
Zoals dat die tijdens de weekstart goed leesbaar is vanaf een paar meter (want de deelnemers staan een paar meter van het bord af). Altijd een duidelijke koptitel en astitels, en gebruik doel- of normlijnen.