3. ISOLATIEMATERIAAL
kenmerken en hun verwerking
• Wat is een ISOLATIEMATERIAAL ?
• Prestatie van een bouwdeel (meerdere lagen materiaal)
• Welke typen isolatiemateriaal
• Belangrijke eigenschappen en kenmerken
• Etikettering
• Afmetingen, Verpakking
• Naadloos
• Verwerking
• Dampremmende-winddichte laag
4
4. WAT IS EEN ISOLATIE-MATERIAAL ?
vooraf een beetje theorie voor een beter begrip
• isoleren = energie moeilijker doorlaten, vertragen van energieverlies
• elk materiaal isoleert =
afhankelijk van materiaaleigenschap en materiaal-dikte
• materiaal-eigenschap WARMTEGELEIDING bestaat uit 3 bijdragen =
stroming+geleiding+straling: samen = warmtegeleidingscoëfficiënt = l (lambda-waarde)
• stilstaande gassen isoleren goed = opgesloten gas / lucht belletjes isoleren goed
• isolatiemateriaal = lichte materialen met veel stilstaande opgesloten lucht of gas
5
5. • elke laag draagt bij aan isolatie =
• elke laag op basis van z’n materiaal prestaties
en afhankelijk van de dikte
• de warmteweerstand van de totale constructie
(opbouw van muur, dak, vloer) wordt Rc genoemd
• de warmteweerstand van een isolatiemateriaal is
hoog en daarmee is de bijdrage per cm materiaal hoog.
• bijv.: een isolatieplaat van 4 cm dik isoleert beter dan
een 100 cm dikke kasteelmuur van baksteen
6
6. Minimale warmteweerstand, Rc- eisen
• Nieuwbouw:
• Vloeren min. 3,5 m²·K/W
• Gevels min. 4,5 m²·K/W
• Daken min. 6,0 m²·K/W
• Bestaande bouw bij renovatie
• Vloeren min. 2,5 m²·K/W
• Gevels min. 1,3 m²·K/W
• Daken min. 2,0 m²·K/W
9
• Vloeren Rc = 3,5 m2. K/W
7-14 cm isolatie onder de vloer (afhankelijk van isolatiemateriaal)
• Gevels Rc = 1,7 m2. K/W
spouw vullen met parels, vlokken, schuim
• Daken Rc = 3,5 m2. K/W
7-14 cm isolatie onder het dakbeschot
Standaard waarden
die binnen de bestaande constructie gerealiseerd kunnen worden
isolatie in
therm.
schil
bouwvoorschrift en economische verduurzaming
11. 15
Europese
klassering
brandklassen
materiaalgedrag,
bijdrage van de brand
praktijk beschrijving
A1 geen enkele bijdrage onbrandbaar
A2 nauwelijks bijdrage
praktisch
onbrandbaar
B zeer beperkte bijdrage
zeer moeilijk
brandbaar
C grote bijdrage brandbaar
D hoge bijdrage goed brandbaar
E zeer hoge bijdrage zeer brandbaar
F
nog niet getest en daarom
verboden toe te passen in
de bouw of uiterst brandbaar
13. 17
druppelvorming, druppelproductie
(gevaar voor personen en brandbare zaken)
d0
geen productie van brandend product
(in vloeibare of stroperige vorm)
d1 delen branden korter dan 10 sec.
d2 delen branden langer dan 10 sec.
15. D
lD: 0,035 W/mK
Etikettering (voorbeeld)
Op het etiket
lees je de
belangrijke
info
19
gedeclareerde
lambda-waarde: lD
(materiaaleigenschap)
D
16. D
lD: 0,035 W/mK
Etikettering
Op het etiket
lees je de
belangrijke
info
20
gedeclareerde
WARMTEWEERSTAND RD
(prestatie van dit 80 mm dikke product)
D
18. afmetingen, verpakking = handling
• Isolatieplaat:
• Lang 100 , 120 of 140 cm
• Breedte 50, 60, 80, 100 cm
• Isolatierollen (dekens)
• Breed 40, 50, 60, 80 cm of 2 rollen aan elkaar
• diameter (doorsnede) 50 tot 80 cm
• Pak isolatieplaten
vaak 60 á 80 cm dik
bedenk:
transport in auto, aanhangwagen
“intern transport” over trap, door trapgat, etc.
22
19. Naadloos : geen valse spouwen en open naden
• Een goede aansluiting
is essentieel voor
optimale prestaties.
• bij slechte plaatsing van
isolatieplaten ten gevolge
van open naden
vermindert de
isolatiewaarde van het
bouwdeel met minimaal
25%.
• een valse spouw van
5 millimeter doet de
isolatiewaarde van de
opbouw dalen met maar
liefst 35%- 50%
23
- 25%
- 35%
- 35%
zachte
isolatiematerialen
sluiten beter aan !
steenwol
glaswol
.....
.....
voor berekeningen : indien naden 5 mm of meer
dan slechts 50% van de warmteweerstand RD
20. 24
zo niet a.u.b.
warmte (energie) lekt weg tussen
de naden
meer dan 50% van de gekochte
prestatie wordt niet gerealiseerd
21. Zachte isolatie en oneffenheid = valse spouw
25
glaswol / steenwol vangt
oneffenheden op, zoals
speciebaarden, zodat geen
valse spouw ontstaat
bron: Isover
22. Harde isolatie en oneffenheid = valse spouw
26
harde isolatie vangt geen
oneffenheden op, zoals
speciebaarden, zodat er een valse
spouw ontstaat
bron: Isover
23. zachte isolatie (minerale wol)
voorkomt naden bij oneffenheden
• dit gebeurde weliswaar in de
nieuwbouwsituatie,
maar toont het principe van harde of
zachte isolatieplaat bij oneffenheden
• ook bij zijdelingse oneffenheden:
harde (schuim)materialen naden
zachte (wol)materialen naadloos
27
bijv. daksporen
harde schuim
isolatie
zachte wol
isolatie
24. Verwerking
28
b + 5 á 10 mm
b over de diagonaal
doorsnijden /
zagen
minimale
afval
passend, klem,
zonder naden,
gemakkelijk te
verwerken
snij-afval
27. BEPERK DE ENERGIEVRAAG
je huis goed inpakken:
• tochtdicht – winddicht - dampdicht
• isoleren:
“van een dikke warme jas voorzien”
gelijkmatig, zonder gaten, zonder naden
31
BEPERK HET ENERGIEVERLIES