4. • kenniscentrum voor participatie en
democratie
• participatie van kansengroepen aan jeugd,
cultuur en sport
• kansengroepen: mensen in armoede,
interculturaliteit, mensen met een beperking
• werking binnen participatiedecreet:
flankerend en ondersteunend voor
organisaties binnen jeugd, cultuur en sport
• praktijkondersteuning (visie, methodisch) en
kennisontwikkeling (praktijkgericht onderzoek)
• zowel op lokaal als bovenlokaal niveau
1 – Demos
Dēmos vzw is…
8. Het gemeentelijk meerjarenplan
• Van sectorale beleidsplannen naar 1
meerjarenplan met strategische en financiële
nota
• Van verkokering, over inclusief werken naar
integraal werken
2 –
Geïntegreerd
vrijetijds-
beleid
10. • Vrijetijdsbeleid: cultuur, jeugdwerk en
sport
– Maar ook: erfgoed, toerisme, (buitenschoolse)
kinderopvang, deeltijds kunstonderwijs…
– Delen achtergrond in Vlaams beleid
– Gedeelde overtuiging van de meerwaarde van
participatief en interactief planningstraject
met verschillende stakeholders (burgers,
verenigingen, deskundigen…)
• Kansengroepen centraal: ook onderwijs,
welzijn, integratie, wijk- en gebiedswerking
betrekken
2 –
Geïntegreerd
vrijetijds-
beleid
11. Bouwstenen: lokaal, integraal, participatief
• Lokaal niveau:
– Dicht bij de mensen
– Verbindende praktijken
• Integraal plannen
– Omgevingsanalyse: dataverzameling, bevraging
stakeholders, analyse van het huidige aanbod
(beschikbaarheid, tekorten en goede praktijken)
– SWOT-analyse (strengths, weaknesses, opportunities,
threats)
= efficiënt
= vruchtbaar door combineren van expertise
• Participatief plannen
– Noden van burgers centraal
– Aandacht voor kansengroepen
= activiteiten verrijkt en toegankelijker
2 –
Geïntegreerd
vrijetijds-
beleid
12. Voorbeeld: werkveldanalyse
Zie www.vvsg.be
• Sectoroverstijgende elementen
– Stakeholders
– Publieksbereik
– Communicatie over aanbod
– Sleutelactoren, gebruikers als bevoorrechte getuigen
– Netwerking en samenwerking
– Inspraak en participatie
– Dienstverlening (tickets, loket/loketfuncties…)
– Infrastructuur (gemeentelijk, publieke ruimte en
privaat)
– Fysieke toegankelijkheid
• Sectorspecifiek
– Aanbod (intern, extern)
– Gebruik van het aanbod
– Subsidiëring
2 –
Geïntegreerd
vrijetijds-
beleid
13. “In goede praktijken blijkt dat projecten
vaak hout snijden wanneer ze expertise
uit het eigen beleidsdomein combineren
met ervaringen en inzichten uit
belendende beleidsdomeinen.” (VVSG)
2 –
Geïntegreerd
vrijetijds-
beleid
14. Voorbeeld: Buurtsport
• Onderzoek Steunpunt beleidsrelevant onderzoek
sport (2016)
• Buurtsport < meer verbanden tussen sectoren <
meer bewustzijn van drempels voor
kansengroepen
2 –
Geïntegreerd
vrijetijds-
beleid
15. Voorbeeld: Roots, Kortrijk
• Jongeren uit onthaalklassen voor anderstalige
nieuwkomers (OKAN) maken samen een
dansvoorstelling rond hun eigen afkomst.
• Passerelle, een cultuureducatieve vereniging uit
Kortrijk, stimuleert de jongeren om zichzelf via
dans en performance uit te drukken.
• AjKo, Kortrijkse werking
voor maatschappelijk
kwetsbare kinderen en
jongeren, begeleidt het
proces en leidt jongeren
die dat willen toe naar
het jeugdwelzijnswerk of
andere vormen van
vrijetijdsbesteding.
2 –
Geïntegreerd
vrijetijds-
beleid
18. Recht op vrije tijd
• Kader: realiseren van recht van
kansengroepen op vrijetijdsparticipatie
• Kinderen, jongeren en volwassenen
• Economische, sociale en culturele
grondrechten
• IVRK: recht op vrije tijd, spel en cultuur
• Niet: juridische benadering
• Wel: draagvlak, dialoog, samenwerking en
concreet beleid
3 –
Armoede en
vrije tijd
19. 3 –
Armoede en
vrije tijd
De 5 B’s: drempels voor participatie
1. Betaalbaarheid
– deelnamekosten & andere
2. Bereikbaarheid
– mobiliteit
3. Begrijpbaarheid
– communicatie, taal & jargon
4. Beschikbaarheid
– toelatingsvereisten, inschrijving
5. Bruikbaarheid
– leefwereld, ondersteuning en begeleiding
20. 3 –
Armoede en
vrije tijd
• Kwetsbare groepen aansluiting laten
vinden bij het bestaande aanbod
– Toeleiding
– Bemiddeling
• Het aanbod laten aansluiten bij vragen
en verwachtingen van mensen die niet
participeren
– Eigen aanbod in vraag stellen
– ‘Dialoogaanbod’
– Evenwicht deelnemen / deelhebben
– Aanpassen van het aanbod
22. In de context van armoedebestrijding zijn
netwerken vaak verbonden met een inclusieve of
integrale aanpak. ‘Samen staan we sterker’ lijkt
het motto te zijn van diverse initiatieven die op
het lokale niveau in een netwerk van
hulpverleningsorganisaties de strijd aangaan
tegen armoede, kinderarmoede de wereld
uithelpen of sociaal innovatieve projecten uit de
grond willen stampen.
Prof. dr. Peter Raeymaeckers
4 –
Lokale
netwerken
23. Lokale en regionale netwerkverbanden:
middel voor meer effectief en efficiënt
beleid
4 –
Lokale
netwerken
24. Gemeenten 3.0 (Prof. dr. Filip De Rynck)
• Dienstverlenende netwerken
– sociale economie, kinderopvang, gezondheidszorg,
thuiszorg, zorg voor mensen met een beperking,
werkwinkels, energie
• Beleidsvormende netwerken
– strategische doelstellingen bv. het ontwikkelen van
een recreatief of ecologisch project, een
programma voor de leefbaarheid in een wijk, de
realisatie van een stadsproject…
– Lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie mensen in
armoede
4 –
Lokale
netwerken
25. • een lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie
mensen in armoede is een intersectoraal en
lokaal samenwerkingsverband tussen
vrijetijdsdiensten (jeugd – cultuur – sport),
OCMW en sociale organisaties die mensen in
armoede bereiken
• hoofddoelstelling netwerk: het recht op vrije
tijd voor mensen in armoede te verwezenlijken
door middel van drempels te verlagen en
duurzame participatie te bevorderen
• lokale verantwoordelijkheid : armoede op de
agenda van het vrijetijdsbeleid, gedeelde visie
op vrijetijdsparticipatie mensen in armoede én
betere afstemming.
4 –
Lokale
netwerken
26. Trekkingsrecht
• Gemeenten kunnen een subsidie krijgen op
basis van een trekkingsrecht. Twee criteria
– aantal rechthebbende op verhoogde
verzekeringstegemoetkoming
– aantal rechthebbende op maatschappelijke
integratie
• trekkingsrecht bepaald in 2012, blijft
ongewijzigd tot 2019, niet geïndexeerd
• dit is een jaarlijks subsidiebedrag
4 –
Lokale
netwerken
27. Voorwaarden
• opmaak afsprakennota voor beleidsperiode
t.e.m 2019 : doelstellingen en acties
• drie verplichte partners: handtekening én
lokale samenwerking en beschrijving van
inbreng/engagement in afsprakennota
• cofinanciering aantonen: eigen inbreng
gemeente is het dubbele van het
trekkingsrecht
4 –
Lokale
netwerken
28. Besteding Vlaamse subsidies
• de financiering van de deelname van personen in
armoede aan vrijetijdsactiviteiten en -verenigingen
binnen en/of buiten de gemeente, met inbegrip van
lidgelden en voor de deelname noodzakelijk
benodigdheden
• de ondersteuning en financiering van social-profit
initiatieven & gemeentelijke initiatieven van of voor
personen in armoede op sportief, jeugdwerk of
cultureel vlak
• gederfde inkomsten: het verschil tussen volledig
tarief en voordeeltarief
• subsidies kunnen NIET besteed worden aan:
personeelskosten, communicatiekosten,
opleidingskosten voor personeel, culturele of
sportieve activiteiten binnen de verplichte
schooluren
4 –
Lokale
netwerken
29. Cofinanciering
• eigen inbreng van de gemeente moet het
dubbele zijn van het trekkingsrecht
• eigen inbreng kunnen middelen zijn die reeds
besteed worden aan sport, jeugd, en
cultuurparticipatie van mensen in armoede
• de federale middelen van het OCMW voor de
participatie aan sport, jeugd en cultuur kunnen
ingebracht worden (niet middelen voor
kinderarmoede!)
• inbrengen betekent geen afstand doen van,
middelen moeten niet moeten vrij gemaakt
worden voor andere doelstellingen
4 –
Lokale
netwerken
30. Concreet
• indiendatum afsprakennota: 1 oktober 2016
• na goedkeuring operationeel vanaf 2017 tot
en met 2019
• eerste verantwoordingsnota op 1 mei 2018
• tot 2018 kunnen gemeenten zonder
afsprakennota indienen op 1 oktober ( de
operationele periode kort in)
• geen standaardformulier voor afsprakennota,
wel leidraad Demos. Wel eenvoudig formulier
voor verantwoordingsnota.
4 –
Lokale
netwerken
31. Wie zijn rechthebbenden?
Het decreet legt geen definitie of criteria op voor de
doelgroep mensen in armoede. Een weloverwogen
keuze is noodzakelijk.
• contextanalyse: verdoken armoede? Armoede
in jonge gezinnen? Senioren? Gekleurde
armoede?
• wie bereiken we? Wie valt uit de boot?
• controle criteria: eenvoudige controle
koppelen aan vertrouwen in sociale
organisaties
• verenging van de norm in kader van
betaalbaarheid of in de loop van het jaar
criteria aanpassen?
• strak systeem zonder uitzonderingen op de
regels?
4 –
Lokale
netwerken
32. Voorbeelden concrete acties
• slechten van financiële drempels via een
kortingssysteem = in samenwerking met
vrijetijdsaanbieders jeugd, cultuur, sport (dus ook
sociaal-cultureel werk) zorgen voor een goedkoper
en toegankelijker aanbod
• terugbetaling van tickets, lidgeld jeugd- of
sportverenigingen, uniform, materiaal
• inzetten op sensibileren van vrijetijdsaanbieders via
vorming
• specifieke acties opzetten rond bv. sociaal-artisieke
of sociaal-sportieve projecten, laagdrempelige
wijkwerking
• inzetten op vrijetijdstoeleiding, bemiddeling,
aangepaste communicatie…
4 –
Lokale
netwerken
33.
34. www.demos.be/program
mas/lokale-netwerken
• Format voor afsprakennota
• Lijst vaak gestelde vragen (faq)
• In het kenniscentrum fiches van alle lokale
netwerken
• Schrijf je in op de nieuwsbrief
• Relevante blogberichten
• Ons aanbod: themagerichte praktijktafels en
jaarlijkse netwerkdag
• Inspirerende documenten
4 –
Lokale
netwerken
35. Andere beleidsinstrumenten
• Fonds Vrijetijdsparticipatie
• Steunpunt vakantieparticipatie
• UiTPAS (Cultuurnet)
• OCMW/ Fonds Sociale Activering en Participatie
• Participatieprojecten
– Participatiedecreet
– Indien februari en augustus
– Participatie van kansengroepen aan jeugdwerk, cultuur
en sport
– Ondersteuning bij Demos
• Lokale (project-)middelen
• Andere fondsen
4 –
Lokale
netwerken
VVSG: intervisiemoment voor vrijetijdscoördinatoren
Check ook Locus
Voor kansengroepen maakt sector niet zo’n verschil, is een ambtelijke opdeling
Leefwereldperspectief = organiseren over beleidsdomeinen heen
Ook voor werking heeft het voordelen: meerjarenbeleidsplan, efficiënter…
Samenwerking met andere diensten wordt makkelijker (ocmw, sociale organisaties…)
Antwoorden op transitievraagstuk komen van onderuit. Collectieven van burgers en bedrijven gaan op eigen initiatief, en soms tegen de overheid in, nieuwe oplossingen bedenken op het vlak van zorg, energie, buurtverbetering, armoedebestrijding… Jan Rotmans vat het samen als: de samenleving kantelt. Hij koppelt dit duidelijk aan het perspectief van een decentrale netwerksamenleving.
Hoe verliep de planning voor de meerjarenplannen?
Waaruit bestond de samenwerking tussen sectoren vrije tijd?
Welke voor- en nadelen?
Privaat: vb scholen die opengesteld worden via Brede school
Jongeren uit onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) maken samen een dansvoorstelling rond hun eigen afkomst. Passerelle, een cultuureducatieve vereniging uit Kortrijk, stimuleert de jongeren om zichzelf via dans en performance uit te drukken. AjKo, Kortrijkse werking voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, begeleidt het proces en leidt jongeren die dat willen toe naar het jeugdwelzijnswerk of andere vormen van vrijetijdsbesteding.
Andere voorbeelden van praktijken en systemen in Meetjesland?
Kansengroepen: vluchtelingen, nieuwkomer, hoog risico op armoede
Oormerking van Vlaamse middelen verdwijnt door verschuiving naar lokale autonomie:
De Vlaamse regering wil vanaf 2016 lokale besturen vrij laten beslissen of ze Vlaamse subsidies voor lokaal beleid in cultuur, jeugd, sport, integratie, strijd tegen kinderarmoede, flankerend onderwijsbeleid of ontwikkelingssamenwerking ook effectief gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn
Lokale netwerkverbanden (interbestuurlijk, intergemeentelijk, met lokale stakeholders, e.d.) worden gezien als een goed middel om een meer effectief en efficiënt beleid te voeren.
1: concrete diensten aan burgers en bedrijven die via netwerking efficiënter tot stand komen, beter op maat of op vraag.
2: Via de samenwerking moeten beleidsmatige keuzes groeien: wat gaan we samen doen en wie gaat wat doen?
Het onderscheid is niet strak: in een netwerk dat met dienstverlening bezig is, kunnen ideeën groeien die beleidsmatige invloed
hebben. En uit beleidsvormende netwerken kunnen nieuwe vormen van dienstverlening voortvloeien.
Momenteel geen standaardaanvraagformulier, demos ontwikkelde een format met een richtinggevende structuur en vragen.
De administratie denkt er over na om een standaardformulier te ontwerpen.
Momenteel verantwoordingsnota zeer eenvoudig, maar kan gewijzigd worden.
Normaal gezien start voor de periode 2020-2025 een nieuwe periode. Indiendatum voor alle steden en gemeenten is dan 1 oktober 2019.
Na de begeleiding belangrijke doc doorsturen:
FAQ
Format
Gerichte link naar interessante fiches van andere LN op de website