6. Horizontale rechtstand
• Lange rechtstanden moeten om redenen van
verkeersveiligheid en esthetica worden vermeden!
• Richtwaarde voor maximale lengte is: 20*V
• Korte rechtstanden tussen twee gelijkgerichte bogen
leveren een onaantrekkelijk wegbeeld op
• Gebruik in plaats van rechtstanden grote boogstralen
van bijvoorbeeld 40.000 – 100.000 meter
8. Verkanting
• In horizontale rechtstand is verkanting standaard 2,5%
(dakprofiel) ten behoeve van goede waterafvoer
• In bogen één hellend vlak (‘weg op één oor’) i.v.m.:
Middelpuntvliedende kracht
Verbetering zichtbaarheid boog
• Maximale verkanting: 5%
• In uitzonderingsgevallen: 7%
11. Bochtverbreding
• De achterwielen van een voertuig beschrijven bij het
doorlopen van een boog een meer naar binnen gelegen
baan dan de voorwielen: de bochtverbreding
13. Verticale rechtstand (helling)
• Verticale rechtstand onder langshelling alleen bij
grote hoogteverschillen tussen de top- en de
voetboog
• Maximale hellingspercentage: 4-7% (afhankelijk van
wegcategorie en ontwerpsnelheid)
14. Verticale topboog
• De minimale bolle boogstraal wordt bepaald op basis
van:
Maatgevende zichtafstand
Ooghoogte van de bestuurder (1,10m)
Hoogte van het waar te nemen object (0,20/0,50m)
• Rijcomfort is niet maatgevend
15. Verticale voetboog
• De minimale holle boogstraal wordt bepaald op basis
van:
Rijcomfort
• ≤ 0,5 m/s2 versnelling
Wegbeeld
• Rvoet = 2 * Rtop