SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  11
Responsiecollege /
examentraining
BKB0007 Financiële Processen
(d.d. 9 Juni 2016)
Dr. Peter Neuteboom
Department Finance and Investment
Hoofdstuk 4 /3
• Vraag: Je wilt nu gaan sparen voor later. Aegon biedt je een spaarplan aan met
een gegarandeerd jaarlijks rendement van 10 procent met een looptijd van 40
jaar. Je wilt na je pensionering (over 40 jaar) jaarlijks € 10.000 ontvangen
gedurende de geschatte tijd tot je dood (= 25 jaar). In de jaren na je
pensionering wordt je ‘spaarpot’ – voor zover nog aanwezig – jaarlijks
verhoogd met 5 procent. Je verwacht dat je inkomen de komende 40 jaar blijft
groeien met 7,5 procent per jaar en je vindt dat je jaarlijkse bijdrage aan het
spaarplan evenzeer met 7,5 procent kan stijgen.
Wat zou je initiële inleg (in euro’s) - te beginnen aan het einde van komende
jaar - moeten zijn om dit te kunnen realiseren?
Hoofdstuk 4 /3
• Wat je het ‘aanvalsplan’? Een schatting?
– Bereken eerst de spaarpot die je nodig hebt over 40 jaar om de uitkering
van € 10.000 per jaar zeker te stellen?
– Hoe?
• Annuïteit (€ 10.000, 5%; 25 jaar) = €140.939
– En dan?
• €140.939 is gelijk aan de future value (over 40 jaar)
• Gegeven die future value moet je een onbekende jaarlijkse inleg
bepalen die groeit met 7,5% en waarop je een rentevergoeding krijgt
van 10%.
• Growing annuity (?; 10%; 7,5%, 40 jaar) = €140.939
• Probleem €140.939 is over 40 jaar; mijn formule rekent e.e.a. terug
jaar nu!!!

















T
1
0
r
1
g
1
1
g
r
CF
PV
Hoofdstuk 4 /4
• Twee strategieën:
– Of wel die €140.939 contant maken naar nu:
» €140.939 / (1+10%)^40 = € 3114
– Of
 
T
T
T
T
g
r
g
r
CF
r
r
g
g
r
CF
PV
)
1
(
)
1
(
)
1
(
*
1
1
1
1
1
0























129
%
10
1
%
5
,
7
1
1
%
5
,
7
%
10
114
.
3
1
1
1
1
40
1
1
0



































CF
CF
r
g
g
r
CF
PV
T
Hoofdstuk 7 /2
• Vraag: Je overweegt een uitbreiding van je machinepark. Je hebt de keuze uit
twee opties (in beide gevallen is de discontovoet 10 procent):
– Optie 1: aanschaf van twee machines met een levensduur van 5 jaar en
een jaarlijkse productie van 1.000 stuks. De aanschafkosten zijn €10.000
per machine, en de jaarlijkse onderhoudskosten zijn €1.000.
– Optie 2: de aanschaf van een machine met een levensduur van 10 jaar en
een jaarlijkse productie van 2.000 stuks. De aanschafkosten zijn €25.000
per stuk, en de jaarlijkse onderhoudskosten zijn €500. De restwaarde is
€5.000.
• Welke niet-financiële overwegingen spelen bij deze keuze een rol?
• Welke optie zou je moeten kiezen, dus waar zijn de kosten per eenheid product
het laagst? (toon berekeningen)
Hoofdstuk 7 /3
• Optie 1:
• 2 machines / 2.000 productie & 5 jaar in plaats van 10 jaar.
• Equivalent costs:
3790
%)
10
1
(
1
1
%
10
1000
5










PV
23
,
2
20000
/
22255
*
2
%)
10
1
(
13790
13790
2 5











PV
64
,
3
1000
/
3637
%)
10
1
(
1
1
%
10
13790 5











CF
CF
Hoofdstuk 7 /3
• Optie 2:
• 1 machines / 2.000 productie.
• Equivalent costs:
3072
%)
10
1
(
1
1
%
10
500
10










PV
30
,
1
20000
/
26144
%)
10
1
(
5000
28072
1 10











PV
28
,
2
2000
/
4568
%)
10
1
(
1
1
%
10
28072 10











CF
CF
Hoofdstuk 8 /2
• Vraag: Een manager overweegt de lancering van een nieuwe productlijn. Als
hij het product nu op de markt brengt verwacht hij een succespercentage van
50. Aanvullend marktonderzoek @ €100.000 zal hem meer inzicht geven in de
markt en zijn potentiële klanten en daarmee wordt het succespercentage
verhoogd tot 75. Een derde optie is om een bekend adviesbureau in te huren,
expert op het gebied van de nieuwe productlanceringen; dan kan hij een
slagingspercentage van 90 verwachten. Echter, de extra kosten zijn bij deze
optie maar liefst €300.000. Na een succesvolle introductie verwacht de
manager een NCW van €1 miljoen; een mislukking echter zal resulteren in een
negatieve netto contante waarde van -/- €400.000 (een verliesgevend project
derhalve).
• Welke optie zou het meest profijtelijk zijn voor de onderneming?
Hoofdstuk 8 /3
Zonder Marktonder-
zoek
Inhuur
NCW bij
succes
1.000.000 1.000.000 1.000.000
Kans op
succes
50% 75% 90%
500.000 750.000 900.000
NCW bij
verlies
-400.000 -400.000 -400.000
Kans op
verlies
50% 25% 10%
-200.000 -100.000 -40.000
E[r] 500k-200k 750k-100k-
100k
900k-40k-
300k
Hoofdstuk 10 /5
• Vraag: Als Unilever een rendement heeft van 2,5 procent met een standaard
deviatie van 8 procent en voor ASMI respectievelijk 4 procent en 12 procent.
De correlatiecoëfficiënt bedraagt 0,25.
Wat is het diversificatie voordeel dat een investeerder kan behalen bij een
equally weighted portfolio?
• 𝜎𝑝𝑜𝑟𝑡𝑒𝑓𝑒𝑢𝑖𝑙𝑙𝑒
2
= 𝜔𝑎
2𝜎𝑎
2 + (1 − 𝜔𝑎 )2𝜎𝑏
2
+ 2𝜔𝑎 1 − 𝜔𝑎 𝜌𝑎𝑏𝜎𝑎𝜎𝑏
• 𝜎𝑝𝑜𝑟𝑡𝑒𝑓𝑒𝑢𝑖𝑙𝑙𝑒
2
= 8 procent
• Het gewogen gemiddelde van de standaarddeviatie is 10 procent, de
diversificatie winsten zijn derhalve 2 procentpunt.
Hoofdstuk 10 6/4
• Vraag: Als Unilever een rendement heeft van 2,5 procent met een standaard
deviatie van 8 procent en voor ASMI respectievelijk 4 procent en 12 procent.
De correlatiecoëfficiënt bedraagt 0,25. Dan is het equally weighted portfolio
risico gelijk aan 8 (zie eerdere vraag). De risicovrije rentevoet bedraagt 1,75
procent.
• Wat is het rendement die een investeerder ontvangt als ie bereid is om een
risico van 12 procent te accepteren?
• Verwacht rendement op de portefeuille is:
– 𝑅𝑝𝑜𝑟𝑡𝑒𝑓𝑒𝑢𝑖𝑙𝑙𝑒 = 𝜔𝑎𝑅𝑎 + (1 − 𝜔𝑎) 𝑅𝑏 = 3,75 procent.
– Dus bij 8 procent hoger risico past een hoger rendement van 2 procent.
• Hellingshoek CAPM line 2 / 8 = 0,25
• Dus verwacht rendement bij risico van 12 procent is:
– 1,75 procent + 0,25 x 12 procent = 4,75 procent

Contenu connexe

Similaire à Vragen en antwoorden Examentraining.pptx

Presentaties Fiscale Stimulering Van Innovatie
Presentaties Fiscale Stimulering Van InnovatiePresentaties Fiscale Stimulering Van Innovatie
Presentaties Fiscale Stimulering Van InnovatieSuzanne Heinen
 
Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.
Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.
Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.Peter Rutten
 
Innovatiebox Algemeen Nl
Innovatiebox Algemeen NlInnovatiebox Algemeen Nl
Innovatiebox Algemeen NlGoedz
 
Weet wat er speelt in 2017
Weet wat er speelt in 2017Weet wat er speelt in 2017
Weet wat er speelt in 2017Werkgeversdagen
 
VWO 5 met antwoorden.
VWO 5 met antwoorden.VWO 5 met antwoorden.
VWO 5 met antwoorden.Mil Cruijs
 
Presentatie rda standaard ro
Presentatie rda standaard roPresentatie rda standaard ro
Presentatie rda standaard roJeannet02
 
Financieel plan h6 begroten van de omzet
Financieel plan h6 begroten van de omzet  Financieel plan h6 begroten van de omzet
Financieel plan h6 begroten van de omzet Box13B / Scalda
 
Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)
Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)
Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)Koenen en Co
 
Hoofdstuk 3 Samengestelde Interest
Hoofdstuk 3 Samengestelde InterestHoofdstuk 3 Samengestelde Interest
Hoofdstuk 3 Samengestelde InterestHAN ILS Economie
 
Hr square bonusplan
Hr square bonusplanHr square bonusplan
Hr square bonusplanHR_Square
 
Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)
Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)
Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)sgoeman
 
Investeren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelen
Investeren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelenInvesteren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelen
Investeren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelenMarit Van Gijtenbeek
 
20190627 malmberg meetup_bdd_workshop
20190627 malmberg meetup_bdd_workshop20190627 malmberg meetup_bdd_workshop
20190627 malmberg meetup_bdd_workshopBas Dijkstra
 
Nieuwsbrief Oktober 2012
Nieuwsbrief Oktober 2012Nieuwsbrief Oktober 2012
Nieuwsbrief Oktober 2012rjon
 
Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!
Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!
Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!RuudVerschoor
 

Similaire à Vragen en antwoorden Examentraining.pptx (20)

Presentaties Fiscale Stimulering Van Innovatie
Presentaties Fiscale Stimulering Van InnovatiePresentaties Fiscale Stimulering Van Innovatie
Presentaties Fiscale Stimulering Van Innovatie
 
Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.
Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.
Tips en tricks voor het schrijven van een IWT subsidieaanvraag.
 
Innovatiebox Algemeen Nl
Innovatiebox Algemeen NlInnovatiebox Algemeen Nl
Innovatiebox Algemeen Nl
 
Produceren
ProducerenProduceren
Produceren
 
Weet wat er speelt in 2017
Weet wat er speelt in 2017Weet wat er speelt in 2017
Weet wat er speelt in 2017
 
VWO 5 met antwoorden.
VWO 5 met antwoorden.VWO 5 met antwoorden.
VWO 5 met antwoorden.
 
Presentatie rda standaard ro
Presentatie rda standaard roPresentatie rda standaard ro
Presentatie rda standaard ro
 
Financieel plan h6 begroten van de omzet
Financieel plan h6 begroten van de omzet  Financieel plan h6 begroten van de omzet
Financieel plan h6 begroten van de omzet
 
Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)
Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)
Presentatie automotive 2020 (24/09/2013)
 
Hoofdstuk 3 Samengestelde Interest
Hoofdstuk 3 Samengestelde InterestHoofdstuk 3 Samengestelde Interest
Hoofdstuk 3 Samengestelde Interest
 
Am Masterclass 2011
Am Masterclass 2011Am Masterclass 2011
Am Masterclass 2011
 
H&L - Presentatie pensioenen voor ABN AMRO (14-11-2013)
H&L - Presentatie pensioenen voor ABN AMRO (14-11-2013)H&L - Presentatie pensioenen voor ABN AMRO (14-11-2013)
H&L - Presentatie pensioenen voor ABN AMRO (14-11-2013)
 
Hr square bonusplan
Hr square bonusplanHr square bonusplan
Hr square bonusplan
 
Kosten produceren
Kosten producerenKosten produceren
Kosten produceren
 
Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)
Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)
Seminar bp 2012 en overige fiscale actualiteiten en tips (23 november 2011)
 
Factsheet risicogestuurd onderhoud
Factsheet risicogestuurd onderhoudFactsheet risicogestuurd onderhoud
Factsheet risicogestuurd onderhoud
 
Investeren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelen
Investeren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelenInvesteren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelen
Investeren in agrarisch materieel, zo bespaart u op bedrijfsmiddelen
 
20190627 malmberg meetup_bdd_workshop
20190627 malmberg meetup_bdd_workshop20190627 malmberg meetup_bdd_workshop
20190627 malmberg meetup_bdd_workshop
 
Nieuwsbrief Oktober 2012
Nieuwsbrief Oktober 2012Nieuwsbrief Oktober 2012
Nieuwsbrief Oktober 2012
 
Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!
Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!
Geld verdienen in 10 minuten per dag, minimale inspanning, maximaal rendement!
 

Vragen en antwoorden Examentraining.pptx

  • 1. Responsiecollege / examentraining BKB0007 Financiële Processen (d.d. 9 Juni 2016) Dr. Peter Neuteboom Department Finance and Investment
  • 2. Hoofdstuk 4 /3 • Vraag: Je wilt nu gaan sparen voor later. Aegon biedt je een spaarplan aan met een gegarandeerd jaarlijks rendement van 10 procent met een looptijd van 40 jaar. Je wilt na je pensionering (over 40 jaar) jaarlijks € 10.000 ontvangen gedurende de geschatte tijd tot je dood (= 25 jaar). In de jaren na je pensionering wordt je ‘spaarpot’ – voor zover nog aanwezig – jaarlijks verhoogd met 5 procent. Je verwacht dat je inkomen de komende 40 jaar blijft groeien met 7,5 procent per jaar en je vindt dat je jaarlijkse bijdrage aan het spaarplan evenzeer met 7,5 procent kan stijgen. Wat zou je initiële inleg (in euro’s) - te beginnen aan het einde van komende jaar - moeten zijn om dit te kunnen realiseren?
  • 3. Hoofdstuk 4 /3 • Wat je het ‘aanvalsplan’? Een schatting? – Bereken eerst de spaarpot die je nodig hebt over 40 jaar om de uitkering van € 10.000 per jaar zeker te stellen? – Hoe? • Annuïteit (€ 10.000, 5%; 25 jaar) = €140.939 – En dan? • €140.939 is gelijk aan de future value (over 40 jaar) • Gegeven die future value moet je een onbekende jaarlijkse inleg bepalen die groeit met 7,5% en waarop je een rentevergoeding krijgt van 10%. • Growing annuity (?; 10%; 7,5%, 40 jaar) = €140.939 • Probleem €140.939 is over 40 jaar; mijn formule rekent e.e.a. terug jaar nu!!!                  T 1 0 r 1 g 1 1 g r CF PV
  • 4. Hoofdstuk 4 /4 • Twee strategieën: – Of wel die €140.939 contant maken naar nu: » €140.939 / (1+10%)^40 = € 3114 – Of   T T T T g r g r CF r r g g r CF PV ) 1 ( ) 1 ( ) 1 ( * 1 1 1 1 1 0                        129 % 10 1 % 5 , 7 1 1 % 5 , 7 % 10 114 . 3 1 1 1 1 40 1 1 0                                    CF CF r g g r CF PV T
  • 5. Hoofdstuk 7 /2 • Vraag: Je overweegt een uitbreiding van je machinepark. Je hebt de keuze uit twee opties (in beide gevallen is de discontovoet 10 procent): – Optie 1: aanschaf van twee machines met een levensduur van 5 jaar en een jaarlijkse productie van 1.000 stuks. De aanschafkosten zijn €10.000 per machine, en de jaarlijkse onderhoudskosten zijn €1.000. – Optie 2: de aanschaf van een machine met een levensduur van 10 jaar en een jaarlijkse productie van 2.000 stuks. De aanschafkosten zijn €25.000 per stuk, en de jaarlijkse onderhoudskosten zijn €500. De restwaarde is €5.000. • Welke niet-financiële overwegingen spelen bij deze keuze een rol? • Welke optie zou je moeten kiezen, dus waar zijn de kosten per eenheid product het laagst? (toon berekeningen)
  • 6. Hoofdstuk 7 /3 • Optie 1: • 2 machines / 2.000 productie & 5 jaar in plaats van 10 jaar. • Equivalent costs: 3790 %) 10 1 ( 1 1 % 10 1000 5           PV 23 , 2 20000 / 22255 * 2 %) 10 1 ( 13790 13790 2 5            PV 64 , 3 1000 / 3637 %) 10 1 ( 1 1 % 10 13790 5            CF CF
  • 7. Hoofdstuk 7 /3 • Optie 2: • 1 machines / 2.000 productie. • Equivalent costs: 3072 %) 10 1 ( 1 1 % 10 500 10           PV 30 , 1 20000 / 26144 %) 10 1 ( 5000 28072 1 10            PV 28 , 2 2000 / 4568 %) 10 1 ( 1 1 % 10 28072 10            CF CF
  • 8. Hoofdstuk 8 /2 • Vraag: Een manager overweegt de lancering van een nieuwe productlijn. Als hij het product nu op de markt brengt verwacht hij een succespercentage van 50. Aanvullend marktonderzoek @ €100.000 zal hem meer inzicht geven in de markt en zijn potentiële klanten en daarmee wordt het succespercentage verhoogd tot 75. Een derde optie is om een bekend adviesbureau in te huren, expert op het gebied van de nieuwe productlanceringen; dan kan hij een slagingspercentage van 90 verwachten. Echter, de extra kosten zijn bij deze optie maar liefst €300.000. Na een succesvolle introductie verwacht de manager een NCW van €1 miljoen; een mislukking echter zal resulteren in een negatieve netto contante waarde van -/- €400.000 (een verliesgevend project derhalve). • Welke optie zou het meest profijtelijk zijn voor de onderneming?
  • 9. Hoofdstuk 8 /3 Zonder Marktonder- zoek Inhuur NCW bij succes 1.000.000 1.000.000 1.000.000 Kans op succes 50% 75% 90% 500.000 750.000 900.000 NCW bij verlies -400.000 -400.000 -400.000 Kans op verlies 50% 25% 10% -200.000 -100.000 -40.000 E[r] 500k-200k 750k-100k- 100k 900k-40k- 300k
  • 10. Hoofdstuk 10 /5 • Vraag: Als Unilever een rendement heeft van 2,5 procent met een standaard deviatie van 8 procent en voor ASMI respectievelijk 4 procent en 12 procent. De correlatiecoëfficiënt bedraagt 0,25. Wat is het diversificatie voordeel dat een investeerder kan behalen bij een equally weighted portfolio? • 𝜎𝑝𝑜𝑟𝑡𝑒𝑓𝑒𝑢𝑖𝑙𝑙𝑒 2 = 𝜔𝑎 2𝜎𝑎 2 + (1 − 𝜔𝑎 )2𝜎𝑏 2 + 2𝜔𝑎 1 − 𝜔𝑎 𝜌𝑎𝑏𝜎𝑎𝜎𝑏 • 𝜎𝑝𝑜𝑟𝑡𝑒𝑓𝑒𝑢𝑖𝑙𝑙𝑒 2 = 8 procent • Het gewogen gemiddelde van de standaarddeviatie is 10 procent, de diversificatie winsten zijn derhalve 2 procentpunt.
  • 11. Hoofdstuk 10 6/4 • Vraag: Als Unilever een rendement heeft van 2,5 procent met een standaard deviatie van 8 procent en voor ASMI respectievelijk 4 procent en 12 procent. De correlatiecoëfficiënt bedraagt 0,25. Dan is het equally weighted portfolio risico gelijk aan 8 (zie eerdere vraag). De risicovrije rentevoet bedraagt 1,75 procent. • Wat is het rendement die een investeerder ontvangt als ie bereid is om een risico van 12 procent te accepteren? • Verwacht rendement op de portefeuille is: – 𝑅𝑝𝑜𝑟𝑡𝑒𝑓𝑒𝑢𝑖𝑙𝑙𝑒 = 𝜔𝑎𝑅𝑎 + (1 − 𝜔𝑎) 𝑅𝑏 = 3,75 procent. – Dus bij 8 procent hoger risico past een hoger rendement van 2 procent. • Hellingshoek CAPM line 2 / 8 = 0,25 • Dus verwacht rendement bij risico van 12 procent is: – 1,75 procent + 0,25 x 12 procent = 4,75 procent