2. Wat zijn jouw
leerdoelen?
Leerdoel: Leren gebruikmaken van digitaal lesmateriaal en app’s die helpen om het onderwijsleerproces goed vorm te geven.
Ga naar socrative.com. Log in als student en vul de code ERIKMLI in
4. Het programma
14.00 – 14.15 uur: Start van de bijeenkomst: kennismaken met elkaar en met de module
14.15 – 14.45 uur: In groepjes bespreken wat jij aan digitaal lesmateriaal en app’s gebruikt.
14.45 -15.00 uur: Hoe vaardig ben jij in het werken met digitaal lesmateriaal (theorie)?
15.00 – 15.15 uur: Uitwisselen vaardigheden
15.15 – 15.45 uur: Theorie over goed onderwijsleerproces
15.45 – 16.00 uur: Voorbeelden van digitaal lesmateriaal
16.00 – 16.30 uur: Keuze maken uit les, lesdoel en bijbehorende digitaal lesmateriaal of een app
16.30 – 16.45 uur: Terugkoppeling keuze van les, lesdoel, bijbehorende digitaal lesmateriaal en/
of een app
16.45 – 17.00 uur: Terugblik bijeenkomst 1 en vooruitblik bijeenkomst 2
5. Het leerdoel uitvergroot
Leren: Les maken met digitaal
lesmateriaal, uitproberen, evalueren —>
consequenties voor jezelf, voor de
school en voor leerlingen
Digitaal lesmateriaal en app’s: Op zoek
naar digitaal lesmateriaal
Het onderwijsleerproces goed
vormgeven: nadenken over wat is goed
6. Welk digitale lesmateriaal
gebruik jij?
Opdracht:
1. Ga naar: https://padlet.com/ed_bolhuis/tv69w0u28rbi
2. (Alleen) ga na van welk digitale lesmaterialen en apps jij
gebruik maakt (noteer daarbij welke groep/vak/herkomst/
rating van + tot +++++)
3. Wissel uit in groepen (van ± 4)
Tijd: tot 14.45 uur
7.
8. Voogt, J., Fisser, P., Pareja Roblin, N.,
Tondeur, J., & van Braak, J. (2013).
Technological pedagogical content
knowledge–a review of the literature.
Journal of computer assisted learning,
29(2), 109-121.
12. Argumenten die docenten aangeven als je
vraagt naar waarom inzet digitaal
lesmateriaal
• Aantrekkelijker maken van het onderwijs
• Effectiever maken van het onderwijs
• Verbeteren van leeruitkomsten
• Verbeteren van de interesse in de leerstof
• Efficiëntie van het onderwijs (is vaker te gebruiken)
Voogt, J., Sligte, H., Van den Beemt, A., & Aeseart, K. (2016). E-didactiek: welke
applicaties gebruiken leraren en waarom? Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
16. Hoe weten leerkrachten dit?
• Uit eigen ervaring (92%)
• Zien geen problemen (35%)
• Als er problemen zijn, zijn het technische problemen
(30%)
17. Oefensoftware en spelling
Vanuit de huidige drie onderzoeken is er geen bewijs voor betere spellingresultaten door Snappet.
Twee punten van zorg zijn gerezen: het leren spellen van leerlingen met een
spellingachterstand (m.n. in groep 4) en de tijdsbesteding van de leerling. Het kan niet de
bedoeling van Snappet zijn om dezelfde, of zelfs mindere, spellingresultaten te behalen dan reguliere
methodes, maar dan met meer oefentijd. Dit laatste ligt wel op de loer aldus Witte-Both en van
Schooten omdat in Snappet meer oefenstof beschikbaar is dan in reguliere werkboekjes. Dit kan
gemakkelijk leiden tot het besteden van meer tijd aan het oefenen van de spelling. Dat is zorgelijk
omdat het ten koste kan gaan van belangrijker leerdoelen zoals kennisontwikkeling (zaakvakken),
stellen en leesbegrip.
Een kader voor het beoordelen van spellingoefeningen.
Een punt van zorg dat niet aan de orde komt in de drie onderzoeken is het feit dat veel
oefensoftware op tablets/computers aansluit bij de wijze van oefenen in de werkboekjes
van de methodes. Deze werkboekjes bevatten vaak oefeningen die niet bijdragen aan de
spellingontwikkeling en soms zelfs spellingoefeningen die de spellingontwikkeling
negatief kunnen beïnvloeden. Hieronder geven we onze opvattingen (gebaseerd op onderzoek en
ervaring) weer over oefenaspecten die negatieve, neutrale en positieve invloeden kunnen hebben op
het leren spellen. Zo kunnen leerkrachten zelf beoordelen of hun software en/of hun werkboekjes de
spellingontwikkeling optimaal ondersteunen en er geen kostbare onderwijstijd verspild wordt.
http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.nl