DPAM's Sustainable Country Ranking of OECD countries
1. Brussels, 04 May 2018
DPAM Duurzame Landenranking OESO-landen
Nederland: status quo
1. Inleiding
Degroof Petercam Asset Management (DPAM) heeft zijn halfjaarlijkse duurzame landenranking van de OESO-lidstaten
weer opgesteld. Deze oefening doen we al tien jaar, sinds de lancering van ons fonds DPAM L Bonds Government
Sustainable. Het proces kent vijf belangrijke pijlers gebaseerd op 60 criteria:
Transparantie en democratische waarden;
Bevolking, gezondheid en welvaartsverdeling;
Onderwijs/innovatie;
Economie;
Milieu.
Bovendien wordt er ook gekeken naar de trend/het momentum over de afgelopen drie jaar (goed voor 25%).
De strategie volgt een fundamentele benadering, die gebaseerd is op de financiële en duurzame prestaties van de
landen. Er wordt gekeken naar hun vermogen om schulden terug te betalen en om de huidige en toekomstige
bevolking een hoge kwaliteit van leven te geven.
DPAM is ervan overtuigd dat een dergelijke benadering bijzonder nuttig is in deze tijden. Het Internationaal Monetair
Fonds (IMF) heeft er onlangs immers voor gewaarschuwd dat het wereldwijde schuldniveau hoger ligt dan in de
periode net na de grote financiële crisis van 2008. De schuldgraad ten opzichte van het bbp bedraagt immers 225%,
goed voor maar liefst 164.000 miljard USD.
Het IMF is duidelijk bezorgd over een nieuwe crisis en eist dat overheden hun verantwoordelijkheid opnemen. De
schuldgraad op mondiaal vlak ligt 12% hoger dan in 2009, maar de niveaus tussen de landen lopen sterk uiteen.
We kunnen ons dus afvragen welke lessen er zijn getrokken sinds 2008. Daarom is het meer dan ooit belangrijk om
fundamenteel de ‘gezonde’ landen te onderscheiden van de ‘ongezonde’, zowel op het vlak van financiële als
duurzaamheidsprestaties. We zijn dus sterk overtuigd van de relevantie van ons model. De laatste update van het
OESO-landenuniversum met landen die al dan niet in aanmerking komen voor een belegging in het fonds ziet u hier:
Bron: DPAM april 2018
2. Brussels, 04 May 2018
2. Grote verschuivingen in het klassement
Ten opzichte van de laatste ranking (H2 2017) is de belangrijkste verschuiving dat Frankrijk opnieuw zijn intrede heeft
gemaakt in het universum. Het land staat op de 19
e
plek, net binnen de grens om ‘investable’ te zijn.
In september 2017 viel Frankrijk onder de drempel van de 50 % beste OESO-lidstaten binnen ons interne
duurzaamheidsmodel. De voornaamste reden hiervoor was dat het land in relatieve termen onvoldoende vooruitgang
had geboekt op verschillende duurzaamheidsdomeinen, dus ten opzichte van de vooruitgang die andere lidstaten
hadden geboekt, voornamelijk de Europese. Zo verloor Frankrijk 4 punten en 5 plaatsen in het klassement, terwijl
Ierland, IJsland en Slovenië vooruitgang hadden geboekt. Dat verklaarde in zekere mate de achteruitgang van Frankrijk
in het model. Het feit dat Frankrijk niet langer tot de beste leerlingen behoorde, was niet echt een verrassing, omdat
de score van het land op de vijf duurzaamheidsdimensies al enkele semesters aan het afglijden was.
Sindsdien heeft Frankrijk binnen het klassement meer dan 8 punten en 4 plaatsen kunnen heroveren. Het behoort nu
opnieuw tot de 50 % beste leerlingen.
De zwakke punten van het land blijven echter dezelfde. Zo blijft Frankrijk een van de zwakste landen op het vlak van
de demografische afhankelijkheidsratio, die de afgelopen tien jaar is blijven stijgen. De jeugdwerkloosheid blijft hoog.
22,3 % van alle jongeren op arbeidsleeftijd zitten zonder werk. Dat cijfer is de afgelopen jaren licht gedaald. In 2016
bedroeg het hoogtepunt 24 %, maar voor de crisis van 2008 bedroeg het nog 18 %.
Frankrijk is sterk geëngageerd op het vlak van klimaatverandering sinds de Klimaattop van Parijs in 2015. Het land
heeft weliswaar wat verbetering gekend inzake hernieuwbare energie, die 6,2 % van zijn totaal primair energieaanbod
vertegenwoordigde, en 9,5 % in 2016. Het land blijft echter achter op de beste leerlingen zoals Denemarken, dat 30 %
van zijn primaire aanbod opwekt met hernieuwbare energie.
3. Focus op Nederland
Als we de situatie van Nederland over de afgelopen drie jaar bekijken (2015-2018), dan zien we op het eerste gezicht
een status quo. Inderdaad, in 2015 stond Nederland op de 8
e
plaats in het klassement (score 68 punten), en in 2018 is
deze positie onveranderd gebleven. Ten opzichte van de vorige ranking (september 2017), toen het land op de 11
e
plek in het klassement stond, is Nederland wel geklommen..
Wanneer we wat meer in detail kijken naar de verschillende indicatoren, dan zien we wel een achteruitgang. In 2015
stond Nederland nog in het top tertiel voor Transparantie & Democratische waarden (4
e
plaats), Bevolking (10
e
plaats)
en Economie (9
e
plaats). Nu staat Nederland op de 9
e
plek voor Transparantie en ook de 9
e
plek voor Bevolking. Op het
vlak van Milieu moet Nederland één plek achteruit (14
e
plaats), maar verbetert het op het vlak van Onderwijs (13
e
plek).
De uitstekende algemene positie van Nederland in het klassement wordt hoofdzakelijk bepaald door de goede score
op indicatoren zoals ‘sterkte van de overheidsinstellingen’ en ‘globale innovatie’. Daar scoort het land goed op.
Maar op vlak van milieu is er ruimte tot verbetering. Nederland haalt een goede score op energie-efficiëntie, maar de
uitstoot van broeikasgassen en het aandeel van hernieuwbare energie in de elektriciteitsproductie kan beter. Ook de
biodiversiteit vergt aandacht
Nederland doet het wel erg goed op het vlak van armoede (top 5). Ook transparantie haalt een uitstekende score, met
name de hoge mate van persvrijheid.
Als we de twee indicatoren bekijken die verband houden met de Sustainable Development Goals (zie hieronder) dan
scoort Nederland goed op gendergelijkheid in het onderwijssysteem, maar de loonkloof tussen mannen en vrouwen
kan beter (17
e
plek in het klassement).
Conclusie: Nederland doet het algemene goed, en is de afgelopen drie jaar stabiel gebleven, maar een meer
gedetailleerde analyse van het model legt toch enkele pijnpunten bloot.
3. Brussels, 04 May 2018
4. Sustainable Development Goals (SGD’s)
De 17 Sustainable Development Goals (SDG’s), de opvolgers van de Millennium Development Goals die tussen 2000
en 2015 werden gelanceerd, willen duurzame ontwikkeling stimuleren op economisch, maatschappelijk en ecologisch
vlak. Zij versterken de mensenrechten en willen tegen eind 2030 armoede, honger en ongelijkheid drastisch
verminderen.
De 17 maatschappelijke, ecologische en economische doelstellingen werden aangenomen door bijna 200 landen. Het
is een unieke kans om meer investeringen te doen in grote ecologische en maatschappelijke uitdagingen.
DPAM is trots op zijn duurzaamheidsmodel, dat al rekening hield met de SDG’s voor ze officieel gelanceerd werden.
Volgens ons zijn ze veel meer dan een manier om te communiceren over ESG en duurzaam beleggen. We updaten ook
regelmatig ons landenmodel om meer rekening te houden met de meest relevante SDG’s. Op die manier kunnen we
deze doelstellingen nog beter integreren in onze beleggingskeuzes.