2. H1.
Rode, witte en blauwe zwaailichten flitsen door de duisternis en
verlichtten het terrein voor het huis van de Gibsons. Rechercheur Dane
Calvan stapte uit de auto en keek met gemengde gevoelens naar het huis
dat al eeuwenoud was. Verschillende klimop-planten groeiden een weg
naar boven, wat het huis een mysterieus aanblik gaf. Hij baande zich een
weg door de geparkeerde politieauto´s naar zijn collega's. Hij borg zijn
PDA zorgvuldig op, zodat hij hem niet zou verliezen. Zijn Glock drukte
tegen zijn heup aan, wat hem een veilig gevoel gaf; zoals altijd. Voor de
deur kwam hij tot stilstand en aarzelde even om naar binnen te gaan.
3. Jessie Gibson was niet zomaar een slachtoffer, maar een meisje dat hij
sinds haar geboorte al had gekend. Haar vader, Pete Gibson werd
geboeid naar buiten gebracht, terwijl hij druk vloekte tegen de agent die
hem stevig vasthield. Zijn vrouw Hannah liep jammerend achter het stel
aan, haar hoofd op de grond gericht, zodat ze niemand aan hoefde te
kijken. Dane kreeg bijna medelijden met het stel. Bijna. Opeens tikte
iemand op zijn schouder en Dane draaide zich om. Zijn partner en
vriend, Jack Duncan, keek hem strak aan.
4. “Ze worden verdacht op de moord van Jessie en Luke. Pete's werklaarzen
kwamen overeen met de modderige voetstappen op de houten vloer in
de woonkamer,” vertelde Jack en samen liepen ze naar binnen.
Onderweg struikelde Dane bijna over een kussen in de hal.
“Kijk uit. Het is hier een rotzooi.” Daar twijfelde Dane geen moment
aan, toen hij verschillende kussens op de grond zag liggen. Toen hij wat
verder liep, keek hij het donkere interieur rond, en probeerde zich te
herinneren, wanneer hij hier voor het laatst was geweest.
5. In ieder geval was de woonkamer niks veranderd en alles stond nog net
zo als in zijn herinnering. Vooral het donkere hout en rode
accenten, gaven de ruimte een oude maar chique uitstraling. Het
perfecte beeld dat hij altijd had gehad van het huis, werd verstoord door
de vele agenten die overal rondliepen. Blauwe uniformen begroeten hem
zakelijk en liepen langs hem heen toen Dane naar een hoekje keek, waar
het lijk lag. Een geel lint was rond het lichaam van Jessie afgezet, voor
eventuele toeschouwers. Dane probeerde geen opmerking te maken
over het feit dat om half twee s ‘nachts heel Violet Hill nog lag te slapen.
6. In plaats daarvan liep hij naar het lint toe en stapte eroverheen.
Opengesperde ogen keken hem smekend aan, terwijl haar lichaam in een
vreemde houding lag. Bloed doordrenkte haar kleding en veroorzaakten
plasjes rond haar slappe lichaam. Een beeld van haar als baby schoot
door zijn hoofd, en zorgde voor een brok in zijn keel. Het kleine meisje
was toen twee weken oud geweest, toen hij haar voor het eerst had
vastgehouden. Rond die tijd had hij zich in het team van Violet Hills Corps
gevoegd, voor een rustiger baan als rechercheur.
7. “Ze hadden dit niet verdiend,” mompelde hij en sloot Jessie's ogen. Haar
huid voelde ijskoud aan. Even streelde hij haar tere wang, voordat hij zijn
hand terugtrok en op stond.
“Niemand verdient het om zo te sterven,” hoorde hij Jack's diepe stem
achter zich. Dane knikte en draaide zich naar hem toe. Jack keek even
gedachteloos naar het lichaam en draaide zich toen abrupt om. Dane
volgde hem en kwam uit in de keuken, waar nog meer agenten bezig
waren met onderzoeken.
8. Sommige stoelen aan de eettafel waren omver geworpen en zelfs door
het raam heen naar buiten gesmeten. Glasscherven glinsterden op de
keukenvloer, vlak voor het raam. De kou van buiten streek over zijn
huid, wat enigszins de kokende woede in hem verkoelde. Takken met
verschillende kleurende bladeren drongen door het open raam naar
binnen. Normaal vond Dane de herfst wel iets kleurigs hebben, maar
vandaag was het een zwarte dag.
9. Nog een geel lint was afgezet rond een lichaam en Dane liep ernaar toe.
Bebloede bruine haren plakte aan het voorhoofd van Luke Porter. Twee
bruine ogen staarden hem aan, vanuit de vreemde positie waarin hij lag.
Ook rond zijn lichaam lagen plasjes bloed. Dane deed een paar rubberen
handschoenen aan en liep naar het lijk toe. Hij boog de gebogen vingers
en liet ze toen weer los; de vingers krulden weer terug. Dat betekende
dat het ongeveer twee uur geleden was geweest dat deze onschuldige
jongen van het leven was beroofd.
10. Hoe moest hij dit in hemelsnaam tegen zijn moeder, Finola Porter
uitleggen? Dat haar zoon nooit meer thuiskwam? Dat één of andere gek
hem te lijf was gegaan en zich flink had uitgeleefd? Evenals op zijn mooie
vriendinnetje Jessie. Dane deed zijn ogen even dicht, voor de
opkomende migraine. Dat kreeg hij meestal als hij te gestrest was en in
dit geval piekerde hij over hoe hij het slechte nieuws moest vertellen. Hij
kon Jack naar Finola sturen, maar wist dat dat niet eerlijk was tegenover
hen. Dus moest hij het zelf opknappen.
11. Hij zuchtte diep en ging toen aan het werk. Hij maakte foto's van Luke's
wonden en blauwe plekken, waar hij zich vermoedelijk aan had gestoten.
Diepe sneden waren in zijn huid gekerfd en dat was waarschijnlijk de
doodsoorzaak geweest. Net als bij Jessie. Dane kon niet geloven dat een
vader zijn bloedeigen dochter zou vermoorden, maar tegenwoordig
hoorde hij dat zoveel, dat het hem niet eens zo schokte.
12. Na een paar uur hadden ze wat bewijsmateriaal gevonden en deden die
in een gemarkeerde papieren zak. Jack was met de lijkschouwer gaan
praten en deze bevestigde inderdaad Dane's vermoeden dat Luke en
Jessie twee uur geleden werden vermoord. Hij zuchtte diep toen hij even
naar buiten liep om de frisse buitenlucht op te snuiven. Het viel niet mee
om aan een zaak te werken waarbij bekenden om het leven waren
gekomen. Normaal was hij rustig en zakelijk, maar vanavond voelde hij
zich onrustig. Tevens omdat de moordenaar nog steeds rond liep en zo
zijn gang kon gaan.
13. Iemand klopte op zijn rug en Dane draaide zijn hoofd naar Jack's
gezicht, die naast hem was komen staan. Samen keken ze naar de stille
duisternis die voor hun waakte. De storm was opgehouden, maar het
was nog steeds stevig bewolkt.
“Ik weet dat je ertegenop ziet om het Finola te vertellen. Als je wilt, doe
ik het wel.” Even wist Dane niet wat hij hoorde en toen hij Jack niet-
begrijpend aankeek, herhaalde deze zijn voorstel.
“Waarom zou je dat willen doen?”
14. Die vraag zorgde ervoor dat Jack's ogen donkerder werden toen hij zijn
blik af had gewend en in het donker staarde. Dane vroeg zich af wat er
gaande was tussen Jack en Finola, maar had geen zin om ernaar te
vragen. Toch spookten er tientallen vragen door hem heen, toen Jack nog
geen antwoord had gegeven en geruisloos weer naar binnen was gegaan.
Vermoedelijk gaf Jack iets om de zus van Dane's - bijna - ex-vrouw, Amy...
De gedachte aan haar, zorgde ervoor dat zijn hart zich samenkneep en
zijn onderbuik verstrakte. Dit was het moment om weer aan het werk te
gaan, om niet meer aan haar te hoeven denken.
15. Dus draaide ook hij zich om en keek ondertussen op zijn horloge. Nog
een paar uur te gaan en dan kon hij weer naar huis, naar zijn heerlijke
warme bed. Maar toen wist hij nog niet dat zijn baas Vic McKeon nog iets
voor hem in petto had. Zijn baas stond nonchalant tegen Dane's auto
aangeleund, terwijl hij met één van zijn collega's praatte. Dane herkende
hem als Peyton Smith, de gluiperd, de slijmbal in het team. Als hij ergens
een hekel aan had, was het aan gluiperds en slijmballen. McKeon lachte
om iets wat Smith zei en Dane's zette zich schrap.
16. Hij begroette zijn baas en negeerde Smith's valse glimlach.
“Calvan, je moet naar het bureau. Een paar agenten zijn ziek naar huis
gegaan en Jack moet Porter's familie inlichten over zijn dood, aangezien
jij een aantal problemen met ze hebt.” Daarbij keek McKeon hem veel
betekend aan, zodat Dane zich ongemakkelijk voelde. Hij liet echter niets
merken, en zorgde dat zijn gezichtsuitdrukking volkomen neutraal was.
“Natuurlijk,” zei hij, zonder enige emotie.
17. “Goed, ik ga naar huis. Peyton gaat met je mee. Gedraag jullie,” doelend
op het akkefietje wat zich een paar dagen geleden had plaatsgevonden.
Peyton had een onbehoorlijke opmerking gemaakt over Amy, waardoor
Dane een vuist in het gezicht van Smith had geramd. Gelukkig voor Dane
waren de meeste ermee eens geweest, dat Smith begonnen was, anders
was hij nu geschorst geweest. Strak naar de man kijkend, die hem altijd
zo woest kon maken, haalde hij zijn schouders op en trok het portier van
zijn auto open. Smith deed hetzelfde aan de andere kant en tegelijkertijd
stapten ze in.