2. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
13. Indien de ontwikkeling anders loopt …
5. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
6. 2. Motorische ontwikkeling
Toenemende Lichaamsbeheersing
Toenemende oog/hand-
coördinatie
10 jaar: ‘het volmaakte kind’
Wat is het verband tussen lichamelijke/motorische en sociaal-
emotionele ontwikkeling?
7. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
9. 3. Perceptuele ontwikkeling
• Focus op opvallende
kenmerken
Kleuters
• Richten waarneming
zelfstandig
• Gedetailleerd en
systematisch
Lagere
school
kind
10. Waarom is 6 jaar een goede leeftijd om te leren
lezen?
Ze kunnen systematisch en gericht kijken. Verschillen
zien tussen letters, woorden, …
3. Perceptuele ontwikkeling
11. • Perceptuele reorganisatie (Elkind)
visueel materiaal in gedachten herschikken
zodat er nieuwe structuren uit naar voor komen
3. Perceptuele ontwikkeling
13. • Perceptuele exploratie
Vermogen om complexe figuur/afbeelding die
meerdere afzonderlijke figuurtjes bevat
systematisch en gedetailleerd te scannen
3. Perceptuele ontwikkeling
14. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
18. 4. Cognitieve ontwikkeling
- Positie van andere innemen
(egocentrische perspectiefname)
- Klassen/deelklassen
(onderscheid tussen deel en geheel)
- Seriatie
- Transitief denken
19.
20. 4. Cognitieve ontwikkeling
Magisch denken
Subjectieve ervaringen en gevoelens
Fantasie minder uitgesproken
Het geheugen
Sterk associatief
Later inzichtelijk
structureren/geheugentrucs
21. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
22. 5. Taalontwikkeling
• Beheersen van de volwassenentaal
• Moeilijke woorden
Bvb. fjord, skeeler, ‘heps’ ipv ‘hesp’, etc.
• Verkeerde vervoegingen
Bvb. ik valde ipv viel, ik loopte ipv liep, etc.
• Vreemde uitdrukkingen
Bvb. beroemstigheid ipv bezienswaardigheid
• Meta-linguïstisch bewustzijn
• Taal = regels + afspraken, experimenteren mogelijk!
• Bvb. geheimtaal
• Interesse in vreemde talen
23. “Hun leggen aan het strand.”
“Jij ben groter als mij!”
“Hij werdt gister 18 jaar.”
“Hij kocht de uitgebreidde versie.”
“Haar gezin is uitgebrijd.”
24. 5. Taalontwikkeling
De woordenschat die een volwassene gebruikt, bestaat
gemiddeld uit 10.000 woorden.
Hoeveel woorden iemand kent varieert sterk: van 45.000 tot
250.000 woorden. Meer woorden leren kennen, gaat
makkelijk door te lezen. Een tienjarig kind dat ongeveer
een uur per dag leest, ziet 150 woorden per minuut. Dat
zijn meer dan twee miljoen woorden per jaar. Circa twee
procent van de woorden zal onbekend zijn, zo leert
onderzoek. Daar onthoudt hij er vijf tot tien procent van;
door zomaar te lezen komen er alleen al twee- tot
vierduizend woorden per jaar bij.
En vrijwel niemand kent echt ALLE woorden die er zijn of zijn
geweest. Lezen helpt.
25. • Invloed van onderwijs en oefening
• Taal stimuleren door lezen, taalspelletjes,…
(wie ben ik?)
• Einde lagere school 30 000 – 40 000 woorden
5. Taalontwikkeling
26. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
27. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Spelen liever met peers
• Ouders blijven belangrijkste
referentiefiguren
Verschuiving
sociale
voorkeur
• Hoe omgaan met andere
kinderen?
• Hoe ruzie maken?
• ….
School =
sociale
leerschool
28. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• spiegel
• zelfvertrouwen
• zelfbeeld
Invloed
leeftijdsgenootjes
• Populariteit en status
• Vier typen:
ster, vervelend, middenmoot en
onzichtbaren
Sociale
aanvaarding
29. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Duurzamer en meer structuur
• Één-seksegroepjes
• Later: contacten tussen
jongens en meisjes
vriendengroepjes
• pester
• clown
• vleier
• pseudovolwassene
Inadequate
omgangsstijlen
30. Kleutervriendschappen zijn heel vluchtig.
Jij zult wellicht ervaren dat kinderen erg hard
zijn voor elkaar. Als een kleuter een kindje ziet
dat bijvoorbeeld mooier speelgoed heeft, zal het
zijn oorspronkelijke vriendje misschien snel
vergeten. Het snapt nog niet dat dat vriendje
zich daardoor eenzaam voelt. Maak je hier niet
teveel zorgen over. Waarschijnlijk heeft jouw
kleuter ook wel eens een vriendje 'ingeruild'.
31. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Vriendschap evolueert
• 6 à 8 jaar: vriend = iemand die dezelfde dingen leuk
vindt
• 10 jaar: raad geven bij problemen, troost, praten,
enz.
Geen vriend is niet normaal en nefast voor
de ontwikkeling
32. «Ik heb heel veel vrienden. Tim omdat hij mij helpt. Wout
omdat hij naast mij zit. Met vrienden kun je veel
doen, bijvoorbeeld spelen. Een vriend moet lief en behulpzaam
zijn. In de school heb ik vrienden gemaakt. Ze zijn allemaal even
oud als ik.» (Jan, 9 j.)
«Soms weet je dat je vrienden iets doen dat niet mag.
Spieken, pesten. En als je niet wil meedoen, dan ben je geen
vriend. Vriendschap is belangrijk maar ook zeer fragiel. Ik vind
het niet gemakkelijk een goede vriend te zijn of om er te maken.
Bij goede vrienden moet je je niet alleen kunnen
amuseren, maar ook terecht kunnen als het niet goed gaat.
Samen naar de dancing gaan, maakt nog geen vriend. Een echte
vriend moet vooral kunnen luisteren. Respect hebben en tijd
maken voor de andere. Er zijn als het eens niet goed gaat.»
(Tom, 17 j.)
33. Pesten
= proces waarbij een groep/pestkop zich
tegen een enkeling keert die zich niet
(meer) kan verweren
– Drie partijen:
• De pester(s)
• De gepeste
• De middengroep
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
http://www.youtube.com/watch?v=pymZXFAMxgs
34. Pesten
MIDDENGROEP
Bewondering Pester Eigen voordeel
Angst zelf gepest
Bescherming gepeste
Merken pesten niet op
Onverschilligheid
PESTEN MEE!
PESTEN NIET MEE!
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
37. Pesten aanpakken: Hoe?
Preventief (om pesten te vermijden)
- Erover ‘praten’, liefst algemeen
- Pesten ‘op zich’ = ! en dat willen we
niet op school (= anti-pest beleid)
- Alle partijen betrekken bij preventie
van pesten
- Duidelijke afspraken en gedeelde
verantwoordelijkheid
-Sociometrische schaal risico-
kinderen detecteren
Curatief (om pesten op te lossen)
- Erover praten, algemeen (!) om
vermijdingsreacties of minima-
liseren te ontwijken
- Alle partijen betrekken in oplossing
-Eventueel individuele gesprekken
met pesters, gepeste(n) (en
ouders?): waarom? + afspraken
- Andere school Niet altijd een
oplossing! Integendeel: ‘nieuwe’
leerlingen = ‘anders’.
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
38. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
39. 7. De seksuele ontwikkeling
Freud: latentiefase
• Seksuele ontwikkeling = stilgevallen
• Terugdringen seksuele gevoelens ten voordele
van schoolse kennis
• Jongens/meisjes: weinig interesse voor elkaar
MAAR: Kritiek!
• Wel interesse voor seksualiteit
40. 7. De seksuele ontwikkeling
6-8j
• Verliefdheden
• Aanraken
geslachtsdelen,
maar niet
openbaar
• Schuine
moppen met
seksueel
geladen
woorden
8-10j
• verliefdheid
• Onschuldig lichamelijk
contact opzoeken
• Groepsnorm =
heteroseksualiteit
• Seksestereotiep
rolgedrag
• Voortplantingsverhaal
= vrij duidelijk
• 1ste kenmerken
puberteit
10-12j
• Verliefdheid: hevige
emoties
• belangstelling
volwassen seksualiteit
• maar ook ‘preutsheid’
• Beginnende
puberteit
schaamte ?
• eerste menstruatie
kan optreden
41. • 6 tot 8 jaar
– Verliefdheden
– Aanraken/strelen geslachtsdelen, maar niet
openbaar
– Schuine moppen met seksueel geladen
woorden = populair
7. De seksuele ontwikkeling
42. 10 pond bananen, bananen zijn gezond,
Adam en Eva in hun blote Con...
stantinopel is een mooie stad,
daar lopen alle meisjes in hun blote ga...
je mee naar Frankrijk, in Frankrijk is het leuk,
daar wordt er 's avonds heel wat af geneu...
shorentjes vangen in het hoge riet
daar lopen de meisjes in hun blote ti...
ta de tovenaar is een heel wijs man
maar als hij zich verveeld dan speelt hij met zijn peni...
celine is een medicijn en dit is dan het einde van een
heel beschaafd refrein
44. • 10 tot 12 jaar
– Verliefdheid: hevige emoties
– Belangstelling volwassen seksualiteit
– Maar ook ‘preutsheid’
• Beginnende puberteit schaamte ?
– Eerste menstruatie kan optreden
7. De seksuele ontwikkeling
45. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
46. 8. De persoonlijkheidsontwikkeling
Zelfbeschrijvingen
• Eigen karakter
• Vaardigheden en categorieën
• Concreet => algemeen stabiel
Contacten leeftijdgenoten
• Keuze vriend(in)
• Belang van wederzijds vertrouwen, iets voor elkaar over
hebben
• Vergelijken Zichzelf beter leren kennen
Vorming genderidentiteit continueert
47. Oplossing
• Enthousiaste leerkrachten
• Aandacht ouders
• Steun leeftijdgenoten
Vlijt
Verwerven van kennis
en vaardigheden
Minderwaardigheid
Indien moeilijkheden
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
48. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
12. Tekenontwikkeling
50. • Kan meevoelen/meeleven
– Concrete emoties – begin LS (moet het zien)
– Algemeen inzicht – einde LS (inleving)
• Conventionele fase (Kohlberg)
– Gezaghebbende ander bepaalt wat mag/niet
mag
“De juf zegt …”
“Mijn papa heeft gezegd dat …”
– Ook bij volwassenen: Millgram-experimenten
9. De morele ontwikkeling
http://www.youtube.com/watch?v=BcvSNg0HZwk
51. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
10. De schoolse ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
13. Indien de ontwikkeling anders loopt…
58. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
10. De schoolse ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
13. Indien de ontwikkeling anders loopt…
59. 11. De spelontwikkeling
Bewegingsspel
• Kan uitmonden in een hobby
Associatief en coöperatief spel
• Groepsgrootte neemt toe
• Verschil jongens / meisjes
Experimenteer- en constructiespel
• Denken, experimenteren en zoeken naar oplossingen
60. Overzicht
1. De lichamelijke ontwikkeling
2. De motorische ontwikkeling
3. De perceptuele ontwikkeling
4. De cognitieve ontwikkeling
5. De taalontwikkeling
6. De sociaal-emotionele ontwikkeling
7. De seksuele ontwikkeling
8. De persoonlijkheidsontwikkeling
9. De morele ontwikkeling
10. De schoolse ontwikkeling
11. De spelontwikkeling
13. Indien de ontwikkeling anders loopt…
61. • Onveilige gehechtheid
– Invloed op relaties en emoties
– Onveilige hechting in verleden (wat is zinvol om als
leerkracht te doen en wat niet?)
Knuffelen, geborgenheid, … op schoot, maar houden het
daar geen minuut uit.
Nood aan structuur, voorspelbare situaties waardoor meer
‘veiligheidsgevoel’, meer op gemak.
– Veilige hechting in verleden
• Basisvertrouwen kunnen autonoom functioneren
• ‘Goed vastgezeten hebben om goed los te komen’
13. Indien de ontwikkeling anders
loopt …
62. • Leerproblemen
– Moeilijkheden bij het leren van schoolse
vaardigheden
– Primair (= leerstoornissen) en secundair
• Leerstoornissen
– Oorzaak niet in omgeving, bvb. slecht
onderwijs, afwezigheid
– Oorzaak bij individu, maar niet tgv
handicap/ziekte, bvb. mentale achterstand
13. Indien de ontwikkeling anders
loopt …
63. • Leerstoornissen
– Hardnekkig
– ‘Verborgen handicap’
– Onderkenning via signalen
• Bvb. welbevinden , uitvluchten om bepaalde
taken niet te maken, huilen, etc.
– Ermee leren leven en omgaan!
13. Indien de ontwikkeling anders
loopt …
64. • Drie leerstoornissen:
– Dyslexie
• Leren lezen = probleem
– Dysorthografie
• Foutloos schrijven (spellen) = probleem
• Meestal samen met dyslexie
– Dyscalculie
• Leren rekenen = probleem
– (Dysgrafie)
• Schrijven (motorisch) = probleem
• Maar geen ‘leerstoornis’
13. Indien de ontwikkeling anders
loopt …
65. Ik ben 22 , en weet sinds een dik jaar dat ik dyscalculie heb. Toen ik verleden jaar
mijn ouders er eerst over aansprak kwam hen een aantal zaken duidelijk. Het eerste
wat ik me nog van herinner dat mij 1e leerjaar moest gedubbeld worden voor
wiskunde. In het 6e raadde een leraar mij aan om naar het beroeps te gaan (‘daar
heb je geen wiskunde nodig zei hij’), niets was minder waar … want we hadden
boekhouden , en ook daar heb je wel degelijk wiskunde nodig. Mijn ouders hebben
ooit wel met mij naar een ‘remediëringsklas’ geweest maar dit bracht ook niks
op. Ik vind het jammer dat mensen me altijd wezen (zelfs mijn ouders) dat ik
‘onnozel was, dom , achterlijk’. In het 7e jaar wees me een leraar dat ik dyscalculie
had, met de steun van mijn therapeute en vriend ben ik aan 20 jarige leeftijd naar
een centrum geweest om me te testen. Eindelijk weet ik dat ik niet ‘achterlijk en
onnozel’ ben, maar een supermeid met een kleine beperking! Ik zou dan ook héél
graag ouders en leerkrachten hier wat meer op wijzen… onlangs in Koppen sprak
men over ADHD en ADD dat dit de meest voorkomende klachten zijn en zo in de
klassen… ik zou graag es hebben dat er ook wat meer aandacht aan dyscalculie
wordt gegeven Want geef toe, na bijna 20 jaar , is er dan 1 iemand die mijn
probleem opmerkt.
66. ADHD?
Probleem of stoornis?
Stoornis als …
dagelijks functioneren verstoord wordt:
- Sociale uitsluiting
- Prestaties verminderen
- Verlammende werking op gezin
13. Indien de ontwikkeling anders
loopt …
67. • ADHD
– ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’
– Drie kenmerken:
• Aandachtstekort
• Overactiviteit
• Impulsiviteit
Moeten alle drie in voldoende mate voorkomen om te
kunnen spreken van een stoornis
13. Indien de ontwikkeling anders
loopt …
68. Varianten:
– ADD (aandachtsproblemen, zonder hyperactiviteit
en impulsiviteit)
– Geen aandachtsproblemen, enkel hyperactief en
impulsief
Veelal: werkhoudingsproblemen
Oplossing: zelfinstructiemethoden
13. Indien de ontwikkeling anders
loopt …