22. 17 Al zou de vijgeboom niet bloeien,
en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn,
de vrucht van de olijfboom teleurstellen;
al zouden de akkers geen spijs opleveren,
de schapen uit de kooi verdreven zijn
en er geen runderen in de stallingen zijn,
18 nochtans zal ik juichen in de Here,
jubelen in de God van mijn heil.
19 De Here Here is mijn kracht:
Hij maakt mijn voeten als die der hinden,
Hij doet mij treden op mijn hoogten.
24. 1:
O God, uw stem heb ik vernomen,
uw recht trekt dwars door alles heen;
als rechter zult Gij tot ons komen,
uw oordeel gaat door merg en been -
toch wacht ik, hoe de vijand woedt,
vertrouwend af al wat Gij doet.
25. 2:
Al zou de vijgeboom niet bloeien,
de akker zonder vruchten zijn,
al zou er geen olijf meer groeien,
al bleef de wijnstok zonder wijn,
al had ik niets meer, al met al,
geen schaap, geen rund meer in de stal -
26. 3:
nochtans zal ik de vreugde vinden,
ja, juichen zal ik in de HEER!
Mijn voeten zijn als die der hinden,
God brengt mij op mijn hoogten weer -
het loflied overstemt de klacht:
De HEERE Here is mijn kracht!
27. Verkondiging
1. Habakuk ’s verdriet: (vers 17)
Al zou de vijgeboom niet bloeien,
en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn,
de vrucht van de olijfboom teleurstellen;
al zouden de akkers geen spijs opleveren,
de schapen uit de kooi verdreven zijn
en er geen runderen in de stallingen zijn,
28. Verkondiging
2. Habakuk ’s vreugde: (vers 18)
nochtans zal ik juichen in de Here,
jubelen in de God van mijn heil.
29. Verkondiging
3. Habakuk ’s verwachting:
(vers 19)
De Here Here is mijn kracht:
Hij maakt mijn voeten als die der hinden,
Hij doet mij treden op mijn hoogten.