Waar kies je voor? KerkNoordwolde voorganger de Lange
Kijk mij eens!!!
1. Welkom allemaal en in het bijzonder Netty Zeeders. Voorganger dhr Lowijs organist Johannes de Vries Thema: “Kijk mij eens!!”
2.
3. Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig, vroeg in de morgen word' U ons lied gewijd. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt.
4. 2 Heilig, heilig, heilig! Heiligen aanbidden, werpen aan de glazen zee hun gouden kronen neer. Eeuwig zij U ere, waar Gij troont te midden al uwe englen, onvolprezen Heer.
5. 3 Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister, geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt. Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister, één en al vuur en liefde en majesteit.
6. 4 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt.
7. Welkom allemaal en in het bijzonder Netty Zeeders. Voorganger dhr Lowijs organist Johannes de Vries Thema: “Kijk mij eens!!”
8.
9. 1 Zingt een nieuw lied voor God den HERE, want Hij bracht wonderen tot stand. Wij zien Hem heerlijk triomferen met opgeheven rechterhand.
10. Zingt voor den HEER, Hij openbaarde bevrijdend heil en bindend recht voor alle volkeren op aarde. Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
11. 2 Ja Hij is ons getrouw gebleven, Hij heeft in goedertierenheid, naar de belofte eens gegeven, het huis van Israël bevrijd.
12. Zijn volk is veilig in zijn handen. Hij heeft zijn heerlijkheid ontvouwd. Zo werd tot in de verste landen het heil van onze God aanschouwd.
13. Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
14.
15. 1 Ik wil zingen van mijn Heiland, van zijn liefde, wonder groot, die zichzelven gaf aan 't knruishout en mij redde van de dood.
16. Refrein: Zing, o zing van mijn Verlosser, met zijn bloed kocht Hij ook mij, aan het kruis schonk Hij genade, droeg mijn schuld en ik was vrij.
17. 3 'k Wil mijn dierb're Heiland prijzen, spreken van zijn grote kracht, Hij kan overwinning geven over zond' en satans macht.
18. Refrein: Zing, o zing van mijn Verlosser, met zijn bloed kocht Hij ook mij, aan het kruis schonk Hij genade, droeg mijn schuld en ik was vrij.
19. 4 Ik wil zingen van mijn Heiland, hoe Hij smarten leed en pijn, om mij het leven weer te geven, eeuwig eens bij Hem te zijn.
20. Refrein: Zing, o zing van mijn Verlosser, met zijn bloed kocht Hij ook mij, aan het kruis schonk Hij genade, droeg mijn schuld en ik was vrij.
21.
22. Hij is een God van liefde en genade, barmhartigheid en goedheid zijn de daden van Hem die niet voor altijd met ons twist,
23. die ons niet doet naar alles wat wij deden, ons niet naar onze ongerechtigheden vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.
24. 5 Zoals een vader liefdevol zijn armen slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen God onze Vader, want wij zijn van Hem.
25. Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen, Hij weet, dat wij, uit stof aan 't licht gekomen, slechts leven op de adem van zijn stem.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38. 1 In die tijd stuurde koning Merodach-Baladan van Babylonië, de zoon van Baladan, die had vernomen dat Hizkia ziek was geweest en weer hersteld was, gezanten met brieven en een geschenk naar hem toe. 2 Hizkia ontving hen hartelijk en liet hun zijn schatkamers zien: het zilver, het goud, het reukwerk,
39. de kostbare oliën, en ook zijn hele arsenaal en alles wat zich in zijn magazijnen bevond. Er was niets in zijn paleis of in zijn rijk dat Hizkia hun niet liet zien. 3 Kort daarop ging de profeet Jesaja naar koning Hizkia toe en vroeg hem: ‘Wat hebben deze mannen tegen u gezegd?
40. Waar kwamen ze vandaan?’ ‘Uit een ver land,’ antwoordde Hizkia, ‘uit Babylonië.’ 4 ‘Wat hebben ze in uw paleis te zien gekregen?’ vroeg Jesaja, en Hizkia antwoordde: ‘Ze hebben alles gezien wat zich in mijn paleis bevindt. Er is niets in mijn magazijnen dat ik hun niet heb laten zien.’
41. 5 Hierop zei Jesaja tegen Hizkia: ‘Luister naar wat de HEER van de hemelse machten te zeggen heeft. 6 Het duurt niet lang meer, of alles wat zich in uw paleis bevindt, alles wat uw voorouders tot nu toe hebben vergaard, zal naar Babel worden weggesleept. Er blijft niets van over – zegt de HEER.
42. 7 Ook een aantal van uw zonen, het nageslacht dat u hebt verwekt, zal worden weggevoerd om dienst te doen in het paleis van de koning van Babylonië.’
43. 8 Hizkia antwoordde: ‘Het is goed, wat u namens de HEER tegen mij hebt gezegd.’ Want hij dacht bij zichzelf: Dat betekent dat er zolang ik leef, rust en vrede zal heersen.
44. Lucas 18 : 9 t/m 14 De erfgenamen van het koninkrijk van God. 9 Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis.
45. 10 ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar.
46. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” 13 De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.” 14 Ik zeg jullie,
47. hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’
48.
49. 1 Genade, zo oneindig groot, dat ik, die 't niet verdien het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan 'k zien.
50. 2 Genade, die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad. Maar ook, als ik mij tot Hem keer, dat God mij nooit verlaat.
51. 3 Want Jezus droeg mijn zondelast en tranen aan het kruis. Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis.
52. 4 Als ik daar in zijn heerlijkheid mag stralen als de zon, dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond.
53.
54.
55. 1 Koester nimmer de gedachte, dat God u verstoten zou. Groot zijn Gods genadekrachten, grenzeloos Gods liefd' en trouw. O mijn hart, vertwijfel niet! De verzoening is geschied. Hij toch heeft zijn Zoon gezonden ter vergeving van uw zonden.
56. 4 Heel het englenheer daarboven, dat zijn Schepper eeuwig eert en niet moe wordt God te loven, juicht als één mens zich bekeert. Ieder die zijn schuld belijdt, vindt genade en zaligheid. God wil al zijn schuld vergeten en niet van vergelding weten.
57. 6 Zelfs al zouden alle zonden, van de aanvang af begaan, in uw hart worden gevonden en gij zoudt tot Jezus gaan: voor die schuld, onmeetlijk groot, werd de Heer aan 't kruis gedood dan nog hadt gij niets te vrezen, Gods gena zou groter wezen.
58.
59.
60.
61. 1. Zijn liefde zocht mij teder, Hij riep mij dag en nacht; Hij vond en trok mij weder, uit ’s duivels zondemacht. Hij legde m’op Zijn schouders neer, en bracht mij tot de kudde weer.
62. Refrein: Ja, Zijn liefde zocht mij, en Zijn bloed, dat kocht mij. Door genade ben ’k een kind van God. Door genade ben ’k een kind van God.
63. 3. Om voor mijn schuld te boeten, verdroeg Hij smaad en hoon, verwond aan hand en voeten, op 't hoofd een doornenkroon; en Hij, die mij het leven gaf, droeg ook voor mij de zondestraf.
64. Refrein: Ja, Zijn liefde zocht mij, en Zijn bloed, dat kocht mij. Door genade ben ’k een kind van God. Door genade ben ’k een kind van God.
65. 4. Nu is Hij weer verrezen, en zit aan ’s Vaders zij. Zijn Naam zij lof geprezen, daar bidt Hij thans voor mij. Vanwaar nog steeds de kracht van ’t bloed, mij voor des Satans macht behoedt.
66. Refrein: Ja, Zijn liefde zocht mij, en Zijn bloed, dat kocht mij. Door genade ben ’k een kind van God. Door genade ben ’k een kind van God.
67. Zegening Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!
68. Vanavond 19.00 uur zangdienst door jeugd van de gemeente mmv Onno van Dijk Thema: “Papadag”