2. GROEP 5
Doel: Deze les leren de leerlingen
associëren aan de hand van twee
kunstwerken.
3. VIJF KERNVRAGEN
Wat is je eerste indruk?
Wat zie je precies?
Wat betekent het, denk je?
Hoe weet je dat?
Wat vind je ervan?
Roozen, I., (2009). In gesprek met het beeld en met elkaar.
Beschouwen en reflecteren met kinderen. SLO: Enschede, p. 5-
33.
4. DE LES
Onderwijsleergesprek, leerkracht sturende
rol
Stadium 1 : de associatie (Parsons)
Kerndoel 55 respect en waardering
Kerndoel 56 kunstwerk beschouwen en
waarderen
12. KERNDOELEN
De kerndoelen scoren bij beide methodes
een voldoende
“Moet je doen” op dit gebied beter, omdat
hier meer aandacht wordt besteed aan de
beeldaspecten. In de methode “uit de kunst”
achterwege gelaten.
13. DIDACTISCHE KWALITEIT
“Moet je doen” beter dan “uit de kunst”.
Bij „Moet je doen‟ wordt meer om een
beeldende oplossing gevraagd
Wel wordt er in beide methodes goed
aandacht besteed aan het onderzoeken en
oefenen van vaardigheden.
Bij „Uit de kunst‟ beter gerefleteerd
14. HANTEERBAARHEID
“Moet je doen” meer plusjes dan “uit de kunst”.
In “uit de kunst” wordt er totaal geen aandacht
besteed aan kerninhouden en leerlijnen.
Wel worden er in beide methodes veel
verschillende lessuggesties gegeven voor
tekenen, handvaardigheid en andere
kunstvormen.
Bij beide methodes wordt de werkwijze en de
opbouw van de methode goed uitgelegd en
uitgewerkt.
15. CONCLUSIE
Beide methodes scoren gemiddeld een
voldoende
„Moet je doen‟ meer plusjes
Persoonlijk vinden wij het belangrijk dat de
leerlijnen duidelijk beschreven staan – zoals
in „Moet je doen‟
16. BREDERE DOELEN
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Zintuiglijke en cognitieve ontwikkeling
Motorische ontwikkeling
Ontwikkeling van de creativiteit
17. SAMENHANG MET ANDERE VAKGEBIEDEN
Tekenen en handvaardigheid
Wereldoriëntatie
Nederlands